We moeten vanuit zijlijn bouwen aan geloofskracht £eidóe(3oma/ir Liefdespoëzie van de volmaakte mysticus GEESTELIJK LEVEN/OPINIE kerk wereld Verbroedering weer EeidócSouxont ZATERDAG 9 JULI 1988 PAG] Communist vraagt meer ruimte voor Hongaarse kerk BOEDAPEST De kerken in Hongarije moeten meer ruimte krijgen om hun activiteiten te. kunnen ontplooien. Dit heeft de propagandachef van de Hongaarse communistische partij, Ja- noe Andics, gezegd in een gesprek met het Oostenrijkse pers bureau Kathpress. De kerken kunnen een partner van de staat zijn. Zij hebben zelfs een plaats bij de opbouw van de socialisti sche maatschappij. Godsdienst is echter een privé-zaak, die buiten de machtsmonopolie van de partij ligt. Hij erkende dat er in de Oosteuropese maatschappij sprake is van een herople ving van de godsdienst. Voor de Hongaarse communistische partij is het lidmaatschap en het christen-zijn echter onvere nigbaar, aldus Andics, een voormalig hoogleraar sociologie. Wereldgebedsdag tegen sekstoerisme DRIEBERGEN De Olympische Spelen in Seoul zullen het sekstoerisme naar Zuid-Korea nog meer stimuleren. Nu al staat op menu's in de restaurants: ,Wij garanderen u een diner inclusief aangenaam gezelschap'. Heel veel vrouwen in Zuid-Korea zijn echter uit armoede gedwongen om door prostitutie in het onderhoud van hun gezin te voorzien. Daarom vraagt het bestuur van de wereldgebedsdag de toe schouwers bij de Olympische Spelen in september het sek stoerisme te boycotten. Het bestuur bestaat uit 80 vrouwen uit 25 landen, die een dezer dagen in Hirschluch (DDR) bij een kwamen. Op de avond van het leven zullen ze je examineren over de liefde. St. Jan van het Kruis door Marinus van der Berg Langleven Op de verjaardag zingen we de jarige „een lang zal ze leven" toe. Ik gebruik opzettelijk de vrouwelijke vorm, want vrou wen leven langer dan mannen. Bij een huwelijk wensen we het bruidspaar een lang en geluk kig huwelijk. Er wordt in deze wens aan lang een wens toe gevoegd, namelijk gelukkig. Momenteel krijgen de langstle venden veel aandacht. De oud ste bewoner van een stad, een dorp, een tehuis haalt de krant. We leggen in onze tijd veel nadruk op lang leven en op zo een actief mogelijk le ven. Als koning Hizkia ziek wordt, juist in een tijd waarin het land zijn leiding niet kan missen, krijgt hij er nog een aantal ja ren bij. Het accent ligt echter niet op het aantal jaren, maar op het zo goed en zinvol mo gelijk omgaan met de jaren. Met onze woorden zou je kun nen zeggen: „Niet kwantiteit heeft de nadruk, maar aller eerst kwaliteit". Als aan Jezus de vraag wordt gesteld waarop ons leven tenslotte geoordeeld zal worden, dan klinken die be roemde woorden: „Ik was ziek en jij hebt mij opgezocht; ik had honger en jij hebt mij te eten gegeven. Wat je aan de minste hebt gedaan dat heb je aan Mij gedaan". Liefde en ge rechtigheid zijn in het bijbelse denken de centrale momenten en niet lengte van leven. Plotseling of verwacht wordt je in je leven soms geconfron teerd met het sterven van een jong iemand. Iemand van wie we zeggen: „In de bloei van z'n leven; iemand die nog zoveel had kunnen betekenen". On uitgesproken denken of zeg gen we: „Anderen zien geen zin meer in hun leven en wen sen te sterven en juist deze mens die nog zo van het leven hield, gaat van ons weg". Het sterven van jonge mensen maakt ons stiller en grijpt ons meer aan dan het sterven van oud geworden mensen. Dan zeggen we gemakkelijker: „Het was zijn tijd". Bij het sterven van een jong iemand zijn we langer in de greep van de „waarom... vraag". Het ver driet, die pijnlijkste pijn, zoals Vasalis eens heeft gezegd, is dieper in ons. Nog niet zolang geleden had den veel mensen troost aan de gedachte: Niemand gaat voor zijn tijd". Deze gedachte roept nu verzet en protest op. Ze lijkt onrecht te doen aan het ge voelde verdriet. Ze springt te gauw weg van ons verdriet, van de leegte die we voelen. Steeds minder mensen kunnen geloven in een God die wille keurig de hand heeft in het sterven en dagelijks zoveel leed zou veroorzaken in het le ven van mensen. Ik kan ook zelf niet in zo'n God geloven. Het verhaal over Jezus van Na zareth vertelt mij van een an dere God. Maar er is nog iets dat ik niet kan geloven, name lijk dat de dood het laatste woord heeft. Ik geloof in een Liefde die ons allen tenslotte zal omvatten: uiteindelijke Lief de. Ik geloof dat we Licht tege moet gaan en dat Licht ons te gemoet komt. Dat maakt niet mijn verdriet om het sterven van mensen minder. Het be vrijdt me wel van enkele kram pen. Namelijk van de gedachte dat je zou moeten mikken op een zo lang mogelijk leven. Het geeft me ook het vermoeden dat ieder leven, hoe kort ook, waarde heeft. Die waarde is niet zomaar te ontdekken en ze kan vaak pas gezien worden na een lange en donkere nacht. Ik zie dan ook geen te genstelling tussen verdriet en geloof. Mijn geloof vermindert niet het verdriet. Mijn geloof wekt me ook eerder op tot sympathie en meeleven met de mens in het verdriet dan tot een afstandelijke houding on der een vrome dekking. Ik zeg niet dat geloven mij helpt de dood als een waarde te zien. Met de dood leef ik in onmin en zeker als het een jong ie mand of een kind treft, maar ook als het gaat om een mens ongeacht de leeftijd. Geloven leert me niet dat ik de dood moet aanvaarden, maar dat ik het leven moet zoeken. Tel kens weer. Leven waarin liefde de eeuwige bron is, die mij voedt. Misschien moeten we elkaar meer een Liefdevol le ven toezingen dan een Langle ven. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii HEIN SCHAEFFERS PLEIDOOI VOOR SPIRITUALITEIT lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Jarenlang doceerde de dominicaan Hein Schaeffer theolo gie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Na zijn pe riode als omroeppastor van de KRO trad hij in het huwe lijk met een hervormde theologe. Werkend op het Domini caans studiecentrum voor Theologie en Samenleving in Nijmegen, staat hij als gehuwd priester bewust aan de zij lijn van de Kerk na, zoals hij zegt, kennis gemaakt te heb ben met de harde kanten van het instituut Kerk. NIJMEGEN Hein Schaeffer heeft nog maar weinig vertrouwen in de geloofskracht van de ge vestigde kerken. Niet pessimistisch, maar realis tisch'vindt hij zichzelf, als het gaat over de institu tionele ontwikkelingen in de katholieke Kerk. „Er is een vervreemding ge groeid tussen de officiële leiding in de Kerken en de gelovigen. Een ver vreemding die heel ver drietig is en voorlopig niet overwonnen kan worden. Meer ruimte in de Kerk bevechten heeft weinig zin. Kerkelijk ge sproken gaan wij een pe riode in van zwijgen en bidden. Het heeft geen zin het lawaai in en rond Kerk en geloof nog te vérhevigen. Volgehouden polemieken over kerke lijke structuren en ge loofsinhouden betekenen veelal verspilling van ge- loofsenergie. Dat wil niet zeggen dat we alleen maar kunnen wachten op betere tijden. We moeten aan de zijlijn van de ker ken een nieuwe geloofs kracht opbouwen". Omdat de kerkelijke leiders moeilijk herkenbaar zijn als geestelijke leermeesters, zijn de gelovige christenen op zichzelf teruggeworpen om het gebied van het persoonlijk geloven te ontginnen. Gelo ven wordt door kerkelijke lei ders gelijkgesteld met gehoor zamen aan het leergezag. „Te gen kerkelijke leiders zou ik willen zeggen dat er veel meer religiositeit, veel meer geloven is dan ze vaak den ken. En er wordt ook veel meer gebeden. Maar door de dogmatische, nogal bevoog dende en weinig vertrouwvol- le toon die kerkelijke leiders aanslaan, kruipen veel men sen volgens hem in hun schulp. Ze worden afgeschrikt en proberen zich dan in een niemandsland zelf een weg te zoeken. Er is de laatste jaren veel ge zegd en geschreven over het proces van ontkerkelijking, maar er is maar betrekkelijk weinig aandacht geschonken aan de diepere religieuze en spirituele motieven die er zijn om zich van de kerken te ver wijderen. „We vrezen veront reiniging, we zijn bang voor valse tonen zodra we ons ui ten. Onze vrees is dat we ons laten forceren tot meer duide lijkheid en grotere stelligheid dan we eigenlijk bezitten, en dat toehoorders met onze woorden aan de haal gaan. In ons leeft de angst dat er al gauw lawaai ontstaat rond iets dat wij kennen in de stilte van ons hart. Ik denk dat dit een van de redenen is waar om velen er in onze dagen voor kiezen om afstand te houden van de Kerken." Louter de schuld bij de kerke lijke ontwikkelingen leggen is echter maar een kant van de medaille. Ook de no-nonsense maatschappij brengt veel ge lovigen in een niemandsland, meent Schaeffer. „Ook de maatschappij wijst geen we gen naar een leven-met-in houd. Het zich planmatig af zetten tegen .nonsense' doet sneuvelen wat zich kwetsbaar een weg zoekt. Het veld van de spiritualiteit blijft braaklig- gen. De maatschappij is aller minst gericht op spiritualiteit, op een verdiepter leven. Spi ritualiteit, de basis van waar uit je leeft, is niet één-twee drie om te zetten in klinkkla re termen. Niemandsland Dat niemandsland, wat ver staat hij daaronder? „Onze Kerk, onze samenleving plaatst ons in een vacuüm. Die culturele ervaring kan er toe leiden dat onze wereld wezenlijk niemandsland is. Niemandsland is de natuurlij ke omgeving van de gelovige, van haar of hem, die toeleeft naar wat nog niet te zien is. Het kan een vruchtbaar uit gangspunt zijn waardoor je op weg gaat. In niemandsland kom je terecht als je je laat bepalen door een visioen. Dan besef je: het land waarin ik nu leef, dat is het niet." Als er in de Kerken nauwe lijks meer plaats is voor ei gentijds geloven en de no- nonsensemaatschappij gelovi gen ook geen onderdak meer biedt, wat dan? Helemaal af geschreven heeft Hein Schaeffer de kerken ook weer niet. Zijn hoop is gevestigd op het conciliair proces voor Hein Schaeffer. vrede, gerechtigheid en de heelheid van de schepping. Daarin kan ook voor mensen in de zijlijn van de Kerken een nieuwe spiritualiteit groeien. „Op oecumenisch vlak zie ik een nieuw elan ontstaan, in samenhang met het conciliair proces. Dat is echt iets hoopvols. De geza menlijke kerken zijn bezorgd. Niet zozeer voor hun eigen hachje, maar over de armoe de, de toenemende bewape ningswedloop en de verwoes ting van het milieu. Mensen in de parochies en de gemeen ten sluiten zich aaneen om als gelovige christenen te vech ten voor gerechtigheid, vrede en de heelheid van de schep ping. Dat is een bedding van spiritualiteit, waarin christe nen en van-huis-uit christe nen zich opnieuw thuis kun nen voelen, zodat geloven niet langer meer een eenzaam avontuur is. Het conciliair proces is een soort opwek kingsbeweging, een opleving van christelijk verantwoorde lijkheidsbesef en van spiritua liteit. Vrede, gerechtigheid en de heelheid van de schepping, het zijn de fundamentele waarden van het geloof. Een soort definitie van het rijk Gods." Bezorgdheid Hein Schaeffer ontkent ten stelligste dat al die aandacht voor het conciliair proces een prijsgegeven van het christe lijk geloof is en een vluchter^ in politieke en maatschappe lijke werkelijkheden. Inte- XJendeel, juist door het conci liair proces Worden christe nen aangesproken op hun re ligieuze schatten. „Het komt voort uit een pure bezorgd heid voor de wereld van van daag. Van de Geest van God wordt gezegd dat Hij geko men is om de aanschijn van de wereld te vernieuwen. Het aanschijn van de aarde ver nieuwen vraagt enorme con sequenties. Dat is een uiterst spirituele opgave. Je kunt spi ritualiteit en het conciliair proces niet tegen elkaar uit spelen. Het conciliair proces speelt zich ook in dat nie mandsland af, omdat mensen afstand nemen van het bijna vanzelfsprekende geweld, het onrecht, en de milieuverwoes ting. Het conciliair proces is voor mij een beweging van kritiek en hoop, van het sa men zoeken en een richting kiezen in het niemandsland." Oproep Hij vind het een onbescheiden vraag als ik hem vraag wat God voor hem betekent. „Ik probeer te geloven in een per soonlijke God. Ik voel me nog steeds aangesproken door de verhalen uit de traditie van het joodse en christelijke ge- FOTO: BENNO NEELEMAN loof. Bijbelse verhalen van mensen die een stem gehoord hebben en zoals Abraham en Sara worden uitgedaagd om met God mee te trekken, om met Hem de wereld een ande re vorm te geven, land van Iemand te laten worden, van Hem. Ik ervaar Hem als een groet en als een oproep. Wij mensen zijn gewenst. Gewen ste kinderen van God en we kunnen zijn oproep horen. Eeuwenlang hebben christe nen elkaar met Godsbeelden om de oren geslagen. De laat ste jaren zijn we gaan ontdek ken dat het geloof geen zaak is van duidelijke scherp om schreven Godsbeelden, maar van zoeken, vragen, vermoe den en tasten. geloof kan alleen verder ge dragen worden in een bewust ontwikkelde .vrijzinnigheid': binnen het doorgegeven ver haal zo aandachtig mogelijk koersen op je eigen intuïties: „Je moet het zelf doen. Spiri tualiteit, creativiteit, geloven, je mag het niet ophangen aan wat voor instituut of dogma tiek ook. Dat is verstarrend. Dan verraad je je oorspronke lijkheid. Wij kunnen begin nen samen richting te kiezen in niemandsland. Een huiska mer is al groot genoeg." THEO KRABBE Slechts een zonderlingespe ling van het lot heeft er voor gezorgd dat het werk van Juan de Yepes y Alvarez, be ter bekend onder de naam van Sint-Jan van het Kruis, de grootste Spaanse mysticus en lyricus, nog bestaat. Sint Jan van het Kruis leefde in een tijd dat de Spaanse in quisitie oppermachtig was. Niet alleen liet zij haar sporen na onder tegenstanders van de kerk en andersdenkenden, met name de joden, maar ook binnen de kerkelijke gelede ren werd een voortdurende strijd om rechtgelovigheid ge streden. Beslissend voor de le vensgang van Sint-Jan van het Kruis was zijn ontmoeting met de mystica Teresa van Avila die een hervorming van de carmelitessenorde had doorgevoerd. Zij spoorde Juan de la Cruz, die was ingetreden bij de carmelieten omdat hij een leven van afzondering en stilte wilde leiden, hetzelfde te doen voor de carmelieten. De regel van deze orde was in de laatste eeuwen verwaterd. Was Teresa van Avila gedre ven door het streven met haar hervormde carmelitessenorde een voorbeeld te stellen aan de wereld die op dat moment werd verscheurd door onder linge strijd tussen christenen, Sint-Jan van het Kruis wilde door herstel van de oude monnikenregel slechts terug getrokken leven. De ironie van het lot heeft gewild dat de hervormingen die hij no dig achtte, veilig te stellen. Eerst was die strijd gericht te gen de kerkelijke hiërarchie die een nieuwe kloosterorde met lede ogen aanzag, nader hand was ze gericht tegen fi guren binnen de hervormde orde zelf, in wie hij dezelfde machtsmisbruiken zag opko men als in de oude carmelie- tenorde. Met name was dat het geval bij de Italiaanse bankier Nicolas Doria die op voorspraak van Teresa van Avila, kort voordat zij stierf, een leidende rol wist te be machtigen. Doria zou Juan de La Cruz als prior ten val brengen. Het speet hem wei nig, want hij hij wilde niets liever dan een ondergeschikte rol vervullen om te kunnen mediteren en te schrijven, maar als Doria meer tijd van leven zou hebben gehad, zou hij Juan de la Cruz uit de orde hebben gezet. De voorbe reiding daarvoor was al in volle gang en zijn geschriften waren al onderzocht, zo zelfs dat sommigen van zijn orde genoten delen van zijn manu scripten uit angst voor de in quisitie hadden vernietigd. Waarschijnlijk zou dat het lot van heel zijn werk zijn ge weest als kort na de dood van Juan de la Cruz in 1591 niet ook Doria was gestorven. Dat was de zonderlinge speling van het lot of misschien mag het in deze context een won der heten dat dit gebeurde. Aan het proces van diffamatie kwam een einde. Het gelovige volk had inmiddels in de zon derlinge Juan de la Cruz een heilige onderkend. Tijdens zijn langdurige sterfbed werd hij door velen als een heilige vereerd en na zijn dood werd zijn lichaam deels aan stuk ken gereten om als relikwie te dienen voor zijn aanhan gers. Van onderen was de er kenning begonnen tegen de krachten van bovenaf, de in quisitie op de eerste plaats. Pas in 1627, zesendertig jaar na zijn dood zou zijn voor naamste werk, het Cantico Espiritual, in druk verschij nen. Op het eind van de ze ventiende eeuw werd hij 'zalig verklaard en kort daarna hei lig. De vele belastende stuk ken die de Spaanse Inquisitie over hem verzameld had wer den heimelijk vernietigd. De levensbeschrijving die Ge rald Brenan van Sint-Jan van het Kruis geeft maakt van hem een ondergeschikte in zijn eigen biografie. Hij is daarin een man van het twee de plan en hoe vreemd dit op het eerste gezicht ook lijkt, het lijkt een perfecte illustra tie van de levenswijze van een man die de openbaarheid heeft geschuwd. Steeds is hij gedomineerd door vijanden zoals Doria of halfslachtige medestanders als Gracian. Al leen Teresa van Avila was zijn steun en geestelijk toever laat, maar Juan de la Cruz overleefde haar negen jaar en die tijd was bijna voldoende om het hervormingswerk van Juan de la Cruz te breken. De biografie die Brenan van deze mysticus samenstelde is geen traditionele hagiografie. Zij is inleiding op de poëzie die, onmiskenbaar autobiogra fisch, de grootste faam van Juan de la Cruz vormt. Maar omdat met veel invoelings vermogen en respect naar het optreden en de drijfveren van De la Cruz en naar zijn direc te relaties met zijn voor- en tegenstanders is gekeken, heeft het resultaat toch veel weg van zo'n hagiografie. Van de oppermachtige rol van de geestelijkheid en de politieke omstandigheden in het zes- tiende-eeuwse Spanje krijgt men slechts een vaag vermoe den. Het tweede gedeelte van het boek is een voortreffelijke toelichting en commentaar op de poëzie van Juan de la Cruz, waarvan een selectie in het derde gedeelte van het boek in zijn Spaanse tekst en in Nederlandse vertaling (van de hand van P. N. van Eyck en Bernard Verhoeven) zijn afgedrukt. Uit deze inleiding blijkt indirect over hoeveel kennis de Engelse aristocraat Brenan beschikt van het le ven in Spanje waar hij zich al voor de Burgeroorlog vestig de. Hoogtepunt van het poëti sche werk is het al genoemde Cantico Espiritual, het Gees telijk Hooglied, dat direct ge ïnspireerd werd op het bijbel se Hooglied. Het Cantico Spi ritual is de gecondenseerde uitkomst van een leven van uiterste versterving en we reldverzaking. Het is een po ging van de mysticus de een heid van de ziel met God in beeld te brengen. Maar in te genstelling tot wat men mis schien zou denken, gebeurt dat niet op de manier van een dorre, abstracte allegorie. Wat we zien is, net als in het bij belse Hooglied, de toenade ring tussen een verliefd meis je en haar minnaar. Het be gint, zoals Brenan schrijft, met een schreeuw van ver langen en angst, dat vervol gens omslaat in een gevoel van lichtheid, klaarte, blij heid, haastige beweging. Er is een gevoel van op reis gaan en avontuur, er zijn vlagen van tederheid en passie, maar die worden getemperd door een buitengewone fijnzinnig heid. De vertaling van P. N. van Eyck is ietwat archaïserend, de vertaling blijft de mindere van het origineel. De oor- pronkelijke tekst is zo sterk dat ze steeds weer nieuwe vertalingen aan kan. PAUL VAN VELTHOVEN Gerald Brenan: Sint-Jan van het Kruis. Leven en poëzie. Uitgave Gooi en Sticht. Prijs 37,50. Sr- >0 PRESIDENT Roh Tae Woo van Zuidkorea heeft aan digd dat wat hem betreft de deur naar het noorden T kiertje kan worden gezet. Handelscontacten, familiefrj en uitwisseling van studenten tussen Noord- en Zuijei moeten mogelijk worden. Het is niet voor het eerst da| be probeert de communistische broeders in Pyongyang dl0"" te reiken. Al vijftien jaar lang laat de zuidelijke regeriiT enige regelmaat weten dat het tijdstip voor een Kor| verbroedering is aangebroken. De houwdegens in hel den hebben zich tot dusver echter onwrikbaar getooj he willen best praten over toenadering, maar alleen voorwaarden. Voor Zuidkorea geldt in feite hetzelfde, f1 riodieke oprispingen van nationale verzoeningsdrang j- Koreaanse schiereiland hebben daarom het karakter v^ ritueel gekregen. MAAR dit keer zit aan Zuidkoreaanse kant aanmJT meer druk op de ketel. De Olympische Spelen staan v| deur. President Roh is bang voor provocaties en sabota* ties uit Noordkorea. Geen ongerechtvaardigde angst," het bewind van Kim II Sung is even gewetenloos als c riaal. En niemand weet in hoeverre de Sovjetunie enjl bereid en in staat zijn Pyongyang van onbekookte daj te houden. Zoals eigenlijk ook niemand weet hoe i zwak momenteel de positie is van de onberekenbare j Sung, die onlangs nog het lijdend voorwerp van een i aanslag was. In Zuidkorea heeft Roh Tae Woo het nodige te duchtar de studentenoppositie. Evenals het verzoenende gebaai ting noorden, behoort de studentenrebellie tot de vastèl"c;) ties van het zuiden. Jarenlang heeft dat behalve be£a" koppen nul komma nul opgeleverd. Maar sinds in Seimsi Olympische gedachte heeft postgevat is dat anders. Qitei druk van het massale protest op Zuidkorea's talrijke cal sen zag Roh zich vorig jaar gedwongen zijn presidents el bevechten in rechtstreekse verkiezingen. Slechts dank' stupiditeit van de politieke oppositie hopeloos vel door de persoonlijke eerzucht van haar twee voornar leiders kon hij zegevieren. Een handvol concessie! en na de verkiezingen was echter onvoldoende om moederen tot bedaren te brengen. Met de Spelen in het uitzicht ruiken de democratische krachten hun kans.L korea wil zich straks presenteren als een welvarend, talc cratisch land. Zolang het olympische vuur brandt is denta ring derhalve tot veel bereid. Dat heeft reeds een gronf herziening en rechtstreekse presidentsverkiezingen i verd, alsmede de vrijlating van politieke gevangenen,! re persvrijheid en een matiging van de pölitieterreurj" met name de studentenbeweging, hier en daar ongetvT A geïnspireerd door Noordkoreaanse infiltranten, wil mr SEDERT 1948 wordt de 38e breedtegraad op het Kor^ schiereiland getekend met prikkeldraad. Ook in dit self ze deel van de wereld lieten Russen en Amerikanen Tweede Wereldoorlog een ijzeren gordijn zakken. Alleöi sen 1950 en 1953 ging het gordijn open om tanks en k nen door te laten op weg naar het front tijdens de Kor^S oorlog. Voor de rest bleef het dicht, en vele malen onvrei delijker dan in Duitsland. Noord en zuid groeiden iak daardoor steeds verder uit elkaar. Zuidkorea ontwiek zich met steun van de Verenigde Staten in hoog temj=d een relatief welvarende industriestaat. Het is thans éfr^t welgedane „Tijgers van het Oosten". De prijs voor dé;oca uitgang bestond uit een autoritair bewind, politieke |T" drukking en een ongelijke welvaartsverdeling. Noork intussen zakte onder een stalinistisch regime weg naj niveau van politieke en economische achterlijkheid, tot het Albanië van Azië maakte. VOOR die twee landen ooit weer een eenheid zijn, i nog heel wat gebeuren. Misschien dat een combinati echte democratie in het zuiden en perestrojka in het nol op termijn iets mogelijk maakt. En misschien dat nu tcjn met indirecte hulp van de Olympische Spelen, een begir worden gemaakt met het slechten van de vele barrièreje! slot van rekening zegt men dat sport verbroedert. in Nog een enkele bui DE BILT (KNMI) De ver- anderingen in het weer vol trekken zich maar langzaam. Nog steeds ligt bij Schotland een lagedrukgebied, waarom heen lucht aangevoerd wordt waarin zich buien kunnen ont wikkelen. Het ziet er echter naar uit dat de aangevoerde lucht vandaag wat minder koud is op grotere hoogte dan de voorafgaande dagen. Hier door neemt de buienaktiviteit in de loop van de dag verder af, en zal de zon zich meer la ten zien. De middagtempera- tuur komt éen enkele graad hoger te liggen dan de voor gaande dagen. Ook morgen zet deze tendens zich voort, maar morgenavond kunnen nieuwe storingen het weer bij ons opnieuw nadelig beïnvloeden. Weersvooruitzichten voor di verse Europese landen, mede gedeeld door het KNMI, geldig voor morgen en maandag: Zuid-Scandinavië: Af en toe zon en maandag enkele regen- of onweersbuien. Middagtem- peratuur ongeveer 20 graden. Britse Eilanden: Af en toe zon en. enkele regen- of onweers buien. Middagtemperatuur van 17 graden in Schotland tot 23 graden in het zuidoosten. Duitsland en Benelux: Perio den met zon en vooral maan dag enkele regen- of onweers buien. Middagtemperatuur on geveer 23 graden. Frankrijk: Perioden met zon en morgen van het westen uit regen- of onweersbuien. Mid dagtemperatuur van 23 graden in het noorden tot ruim 30 graden in het zuiden. Spanje en Portugal: Vri£ nig en droog, maar noorden wolkenvelden, dagtemperatuur van 23 in het noordwesten tot 4 den in zuidoost-Spanje. Alpenlanden: Zonnig L droog, maar maandag ViJJ. westen uit enkele regens' onweersbuien. Middagt^n ratuur ongeveer 25 gradi s d Joegostavische-kust en Italië: Zonnig, meer laL waarts kans op een on\ bui. Middagtemperatuur veer .30 graden. ho Zuid-Italië en Griekei efc Zonnig en heet. Middagti,^ ratuur rond 35 graden. Eindhoven Den Helder Rotterdam Twente Innsbruck Klagenfurt Kopenhager regenbui 20 Istanbul Palmas Tef-Aviv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 2