i i4> water zwakke punt van kampeerterrein Warm Nederlands Darmen van Brussel toeristische topper CeicUe ©omcwil ÏL ANWB-CAMPINGKEURDER VAN KEMPEN: Hindeloopen dankt museum aandwaze vent Nijland" lane uii P pi n gt 7 tr pij zijn i oil an e Suj. 'err it dat Suj. tot k dat uit£ r to kme elke n ac ■t rr, a bodi bodi I be In het kader van „Nederland Museumland" belichten we in deze rubriek elke week een minder bekend museum. In juli staat Friesland centraal. Vandaag aandacht voor het Hidde Nijlandmuseum in Hindeloopen. HINDELOOPEN - Hoewel Hidde Nijland volgens conservator G. Groenewoud een dwaze vent was, heeft het Friese stadje Hindeloopen aan deze man het museum te dan ken waar nu alles te vinden is over de Hindelooper cultuur. Hidde Nijland, die in 1853 in Friesland werd geboren, had in zijn huis in Dordrecht een Hindelooper kamer ingericht, die hij in 1919 aanbood aan de gemeente Hindeloopen. Deze kamer werd de kern van het mu seum dat al op 16 juli 1919 werd geo pend. In de loop der jaren is het mu seum uitgebreid met schenkingen. Nu geeft het museum een overzicht van de scheepvaarthistorie, de bijzondere kos tuums van de inwoners van Hindeloop en, de interieurs van hun huizen en de schilderkunst. „In de zeventiende en achttiende eeuw was Hindeloopen een hele rijke stad met zo'n 2300 inwoners. De meeste inwoners zaten in de houthandel. Men had goede betrekkingen met Amsterdam, want daar was de wmterhaven van de schepen uit Hindeloopen", aldus Groenewoud. Hij weet te vertellen dat men altijd voer van 22 februari tot 1 november. „Op 1 no- BRUSSEL - Een oud octrooihuis aan de Anderlechtsepoort, waar vroeger vreem delingen rechten moesten betalen om de stad binnen te mogen, verbergt de toegang naar het museum. Onmiddellijk achter de deur sterft het verkeerslawaai weg en dringt een onmiskenbare riool- lucht de neusgaten binnen. In de hal, het enige bovengrondse vertrek, geven roya le panelen een overzicht van de ont staansgeschiedenis van het rioolstelsel. Edmond de Ridder, oud-schepen van Openbare Werken, kan tevreden zijn: op zijn voorstel heeft Brussel er voor min der dan twee miljoen frank (110.000 gul den) een klasse-museum en toeristische topper bij. „De stad is er bijna geen geld aan kwijt geweest. We hebben alles zelf ingericht. De panelen, de foto's en het materiaal dat we tentoonstellen zijn door scholen gemaakt", zo vertelt een van de in over all geklede gidsen. Voor vijftig frank, ruim een rijksdaalder, leiden hij en zijn collega's hun gasten dwars door de inge wanden van de stad. De formule blijkt aan te slaan. Riolen spreken altijd nogal tot de verbeelding, en in Brussel is niets nagelaten om de bezoekers zelf even de sfeer van de ondergrondse gangen letter lijk te laten opsnuiven. Drie kelders als expositieruimte, een nagemaakte, ovalen rioolpijp, de film „A day in the dark" en als klap op de vuurpijl een korte wande ling door een van de hoofdriolen, de overwelfde resten van wat eens de Zen- ne was. „Die rivier slingerde zich dwars door de stad, maar het water was er in de vorige eeuw al smerig. De rivier trad geregeld buiten haar oevers. Door besmetting kwamen soms honderden mensen om", aldus de gids, die maar even wil zeggen dat de milieuproblemen niet van van daag of gisteren zijn. De aanpak ervan evenmin. Jaren achtereen werden de do den begraven en ging iedereen over tot de orde van de dag, maar een fors uit de kluiten gewassen cholera-epidemie in 1866 leidde tot drastische maatregelen. Burgemeester Anspach besloot de Zenne van het Zuid- tot het Noordstation te overwelven. Ratten Sindsdien heeft Brussel er een prestigieu ze boulevard bij, de Anspach-boulevard, en is het stinkende zwarte hoofdriool het domein van twee geboren aartsvijanden: ratten en rioolreinigers. En nu dus ook van toeristen. „Ratten zien wij als rioolreinigers nooit. Toeristen hoeven daar dus ook niet bang voor te zijn. Ze houden zich voor de mens verborgen, vooral in de smallere afvoerpijpen, en zeker daar waar veel eten te halen valt: onder de restaurants in de Beenhouwersstraat", vertelt een van de gidsen openhartig. De Beenhouwersstraat- is hèt culinaire centrum van Brussel, dat zakelijk voor een groot deel op Nederlandse bezoekers drijft. Brussel zelf geeft om voor de hand liggende redenen niet veel ruchtbaarheid aan zijn voortdurende strijd tegen de ratten. Al sinds 1962 doet de stad ver woede pogingen het rattenbestand in het 350 kilometer lange rioolnet uit te dun nen, maar zonder veel succes. „Jammer genoeg moeten wij constateren dat de naburige gemeenten vaak te kort schie ten in hun wettelijke plicht de ratten sy stematisch te verdelgen", meldt met in gehouden woede de brochure over het museum. Achter dat ene zinnetje gaat een wereld van tragiek schuil. „Wij wer ken hier met zestig man om de riolen schoon te houden", zegt de gids. „Twee keer per jaar gaan wij met ons allen de riolen in, om overal waar we maar kun nen komen gif neer te leggen. Maar hoe wel we nu al sinds 1962 met de Brussel- Volgens de gids hebben de gigantische rattenfamilies, per slot van rekening niet de domste diersoort, zich daar volledig op ingesteld. Twee keer per jaar pakken zij hun koffers om zich tijdelijk in een randgemeente terug te trekken. Zodra het gif is uitgewerkt zit het verlof erop, en keren zij massaal naar Brussel-stad terug. Voor de rioolreinigers een pijnlij ke zaak, want ondanks de veiligheids maatregelen en medische voorzorgen waarmee zij zich omringen is leptospiro- se, een virusziekte die door rattenurine wordt overgebracht, hun grootste be roepsrisico. Met als goede tweede het contact met chemicaliën, die sommige bedrijven in de riolen laten lopen met dezelfde zorgeloosheid waarmee de rat ten hun plasje doen. Volgens de gidsen heeft het museum, hoewel niemand daar bij de oprichting bij had stilgestaan, een grote opvoeden de waarde. De bezoeker schrikt op van het apparaat dat nodig is om alleen maar zijn bad- en afwaswater weg te werken. Maar om ook de chemische in dustrie wat meer zorg voor het milieu bij te brengen, zijn toch hardere metho den nodig. De gids/rioolreiniger „Af en toe pakken we er een. Als we een bedrijf op heterdaad kunnen betrappen, en we kunnen aantonen welke stoffen het ille gaal heeft geloosd, komt het gegaran deerd tot een veroordeling". FRANS BOOGAARD Rioolmuseum Brussel, Anderlechtse poort. Bezoeken elke woensdag om 9, 11. 13 en 15 uur en op afspraak. Inlichtin gen, vanuit Nederland: 09/322 219 16 53. tijd zien of een vrouw getrouwd was of niet. Getrouwden droegen onder de ge ruite gevouwen hoofddoek nog een wit hoedje", vertelt de conservator. Naast de kostuums is in het musuem ook precies te zien hoe de interieurs van de Hindelooper woningen er vroeger uit zagen. Zo was de buitenkamer altijd de pronkkamer, waar de wanden helemaal betegeld waren en alles vol hing en stond met chinees porselein. Natuurlijk vindt men in het museum ook overal de Hindelooper schilderkunst terug. Ter gelegenheid van Nederland Mu seumland wordt een extra tentoonstel ling gehouden over „De winter van 1838". Groenewoud vertelt dat er in die mooie winter „een half uur gaans van Hindeloopen" een keten van ijsbergen te zien was. Op het ijs stonden overal kraampjes en er werden hardrijderijen gehouden. In het museum zijn hier aquarellen van te zien. MARIA VAN DER SLEET Gemeentemuseum Hidde Nijland Stich ting, Dijkweg 1, Hindeloopen, 25 minu ten gaans vanaf het station. Geopend da gelijks van 10.00 tot 17.00 uur, op zon dag van 13.30 uur tot 17.00 uur. Toe gangsprijs: 2,50 gulden; 65-plus twee gul den. kinderen 1,25 gulden. Reductie voor groepen en gratis toegankelijk voor mu- seumjaarkaarthouders. Je kunt er tyfus krijgen, virale hepatitis en brucellose, tetanus en ankylostomiase, ontstekingen aan de luchtwegen en besmettelijke huidaandoeningen. En toch staat nu al vast dat het Brusselse rioolmuseum, dat begin deze maand zijn putdeksels opende, een grandioos succes wordt. In Brussel kunnen toeristen letterlijk de sfeer van de riolen opsnuiven. FOTO: FRANS BOOGAARD een paar toiletten en in het gunstigste ge val een douche". Met de grote vlucht die het vakantie houden en kamperen nam in de jaren zestig, ontstond de behoefte aan een on afhankelijke beoordeling van de cam pings. Dat heeft ertoe geleid dat van de tweeduizend kampeerterreinen die Ne derland rijk is, er 850 door de ANWB zijn erkend. Van Kempen: „Het gaat er bij die erken ning niet om welke voorzieningen er al lemaal zijn, maar veel meer om de zorg die aan onderhoud en functioneren wordt besteed. Ook wordt gekeken naar het gastheerschap van de campingbe heerder. Onder de erkende campings kom je dus zowel heel eenvoudige als heel luxe terreinen tegen". Overigens worden op dezelfde gronden ook buitenlandse campings door de ANWB erkend. Nieuw dit jaar is dat er kende campings een officieel erkennings bord krijgen uitgereikt om bij hun slag boom te hangen. Daarop staat het toege kende aantal sterren en vlaggen zodat voortaan niet alleen in de kampeergid- sen, maar ook ter plaatse te zien is of de camping al dan niet behoort tot de cate gorie goed, beter, best. Warmwater Camping-deskundige Van Kempen is ondanks het kleine aantal campings met vijf vlaggen en sterren redelijk te spre ken over de kwaliteit van de Nederland se kampeerterreinen. „Je hebt terreinen die uiterst eenvoudig blijven, om de simpele reden dat er altijd mensen zijn die primitief willen kamperen. Andere campings zijn meer op gezinnen gericht. Daar zie je dat het aantal voorzieningen de afgelopen _jaren sterk is toegenomen. Er is een duidelijk streven het seizoen zoveel mogelijk te verlengen door de aanleg van een accommodatie die ge schikt is voor slecht weer. Daarbij ligt sterk de nadruk op de zwembaden. De bekende ontwikkeling van poedelbad tot tropisch zwemparadijs". Eén ding valt campingkeurders echter steeds weer op bij Nederlandse kampeer- bedrijven: onvoldoende warm water. Van Kempen: „Bij de toekenning van de sterren gaat het om aantal en kwaliteit van de sanitaire voorzieningen. Het is bijvoorbeeld leuk voor een bedrijf als het vijf prachtige douches heeft. Maar als tientallen gasten elke avond een half uur in de rij moeten staan, dan klopt er iets niet. Daarom is die verhouding tus sen aantallen gasten en aantallen dou ches en toiletten zo belangrijk. Juist op het punt van dat warme water, voor douches, spoelbakken, afwassen en der gelijke, slaat Nederland in vergelijking met andere landen een slecht figuur". Niet incognito Het keuren van de campings zelf, zo blijkt uit het relaas van Van Kempen, is een weinig spannende gebeurtenis. Geen ANWB-mannetjes die onder valse na men van camping naar camping reizen. Die van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat met opschrijfboekje, vergrootglas en meetlint rond de toilethokjes, zwemba den en speeltuinen dwalen. Van Kempen: „We komen in het alge meen onaangekondigd, maar melden ons dan keurig bij de beheerder en gaan met hem het terrein op. Aan het keuren is niets geheimzinnigs want de beheerder weet zelf ook precies aan welke vereisten zijn bedrijf moet voldoen om in aan merking te komen voor sterren en vlag gen. Behalve dan die ene keer, toen een van onze mensen op een gegeven mo ment door een heel boze camping-eige naar letterlijk bij kop en kont werd ge pakt en van het terrein afgesmeten". Een tweede bron van informatie voor de campingkeurders zijn de brieven en be oordelingslijsten die jaarlijks bij de ANWB binnenkomen. In de camping- gidsen en in het blad de Kampeer- en Caravan-Kampioen zitten formulieren waarop kampeerders rapportcijfers kun nen geven, voor zowel het onderhoud van de sanitaire voorzieningen als het gedrag van de campingbeheerder. Beste Vorig jaar werd aan de hand van deze informatie de eerste ...Camping van het Jaar" gekozen. Die eer viel te beurt aan „Ons Buiten" in het Zeeuwse Oostkapel- le. Het dorp dat ooit het domein was van boeren en oude adel is nu een be kende badplaats met campings die gros sieren in sterren en vlaggen en daarmee nauwelijks onderdoen voor „Ons Bui ten". Dit in een voormalige boomgaard gele gen bedrijf van ex-fruitteler K. Coppool-' se - vijf sterren, vier vlaggen - is spe ciaal bedoeld voor gezinnen met jonge kinderen. De gasten van vorig jaar wa ren vooral te spreken over de service, gastvrijheid en persoonlijke aandacht. Belangrijk is op „Ons Buiten" ook het zwembad, dat voorzien is van een be weegbaar dak. Bij mooi weer staat het dak open, bij regen gaat het dicht. Voor al die laatste mogelijkheid kwam de af gelopen weken goed van pas. JOS TIMMERS Een indruk van de inrichting van een Hindelooper huiskamer en de Hinde looper klederdracht. FOTO: PERS UNIE vember gingen de vrouwen uit Hinde loopen met een beurtschip naar Amster dam, waar de mannen zich verzamelden in de Hindelooper kelder. Het geld dat de mannen verdiend hadden, werd door de vrouwen meteen omgezet in goede ren. Ze kochten er chinees porselein van en katoenen stoffen, de sits". Van deze sits uit India maakten de Hin delooper vrouwen de nu nog zo bekende kostuums. In het Hidde Nijland mu seum zijn allerlei bijzonderheden over deze kostuums te vinden. „Zowel in het keurslijf als in het schort maakten de vrouwen gebruik van ruitjes. Regel was dat de kleur van de ruitjes overeen moest komen, maar het patroon moest verschillen. Aan het kostuum kon je al DEN HAAG - Wat de sterren van Michelin zijn voor restaurants, zijn de sterren en vlaggen van de ANWB voor campings. Hoe meer sterren en vlaggen, des te beter en uitgebreider de camping en hoe ho ger de prijs. Waarbij de sterren een indicatie zijn voor de kwaliteit van 'ét] het sanitair en de vlaggen de om vang van het aantal voorzieningen aangeven. Aan de kwaliteit kan overigens nog wel wat worden ver beterd. Nederland telt allés bij el kaar bijna tweeduizend kampeer terreinen. Slechts negentien hebben het maximale aantal van vijf ster ren en vijf vlaggen. Drs. G. van Kempen is chef van de af deling Erkenning en Classificatie van de ANWB. In gewoon Nederlands betekent dat, dat hij baas is van een groep van 22 campingkeurders, die er hun beroep van hebben gemaakt in binnen- en buiten land kampeerterreinen te controleren. De afstand te meten tussen de toiletge bouwen, te kijken of ze schoon zijn, de aanwezigheid te controleren van wasca- bines, stortplaatsen voor afval, scheer- stopcontacten, baby-wasplaatsen en al die andere voorzieningen die van een camping een góede camping maken. „Zo controleren we gemiddeld 3,2 campings per dag", aldus Van Kempen. Een stapje terug in de tijd. Al vanaf eind jaren veertig inspecteert de ANWB kam peerterreinen. „Het was toen allemaal nog vrij eenvoudig. Zowel de kampeer ders zelf als de terreinen", vertelt Van Kempen. „In de meeste gevallen een stukje grond met een hek er omheen, Nederland telt tweeduizend campings. Slechts negentien daarvan hebben het maximale aantal van de door de ANWB toe te kennen sterren en vlaggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 23