Luistervinken gekortwiekt Boete HANDEL IN AFLUISTERAPPARATUUR AANGEPAKT Aangifte Nieuwe wind BED 'CcidóeSouoatit' ZATERDAG 9 JULI 1988 PAGINA De verleiding mag wel eens groot zijn, maar het zonder waarschuwing afluisteren van de gesprekken van een ander is verboden. Net als het gebruik van minizendertjes waarmee gesprekken van nietsvermoedende medemensen kunnen worden gevolgd en opgenomen. De privacy-wetgeving, die afluisteren tegengaat is duidelijk genoeg, de Telegraaf- en Telefoon wet die dergelijke praktijken verbiedt als ze gebeuren met behulp van kleine draadloze microfoons is ook ondubbelzinnig. Dat neemt niet weg dat vlotte jongens die apparatuur nog steeds verkopen. Het gaat om fraai draadloos knutselwerk van Japans, Duits, Amerikaans en ook Nederlands fabrikaat, waarmee je heel - om eens wat te noemen - eenvoudig de babykamer in de gaten kunt houden, maar ook de buurman kunt afluisteren. Of je partner, van wie je vermoedt dat hij of zij het met een ander houdt. Of personeelsleden, om bewijzen te vinden dat ze frauderen met bedrijfsgelden. De wetten tegen afluisteren, of ze nu vanuit privacy-oogpunt functioneren of om redenen van etherbeheer, zijn er al jaren. De praktische invulling van die wetten liet echter lang op zich wachten. Tal van kleine en grotere ondernemers adverteerden openlijk met „mini-bugs", „telefoon-afluisterzendertjes" en andere vernuftigheden. Totdat het justitie te gortig werd. „Justitie gaat afluisteren aanpakken", juichten de kranten eind 1984. In augustus 1985 verschenen de „Machtigingsvoorwaarden voor ondernemers in zendinrichtingen" waarmee ook de handelaren in afluisterspullen werden bedoeld. Iedereen die z'n onderneming wilde voortzetten, diende zich aan te melden voor registratie. Deze week zijn ambtenaren van de Radiocontroledienst op pad gegaan om een einde te maken aan een woud van voorlopige machtigingen; wie niet aan de voorwaarden van de overheid voldoet kan z'n tent sluiten. Een eind aan het bestaan van de vrije jongens, zo lijkt het. „Het is vanaf nu een kwestie van je aan de regels houden. Hoe je je handel onderhands regelt moet iedereen zelf maar weten", zegt een ondernemer in afluisterapparatuur. „Voor alle duidelijkheid", waarschuwt mr. J. Meeuwissen van de Radiocontroledienst, die toezicht houdt op uitvoering van de bepalingen: „De handel is nu gebonden aan strenge voorwaarden. Een verkoper die zonder vergunning werkt is strafbaar; iemand die koopt zonder vergunning evenzeer". AMSTERDAM - Er was eens een bejaarde vrouw die een schildpad én een grote tuin had. De schild pad wilde nog wel eens zoekraken in het struikgewas.' Mevrouw keek daarop in de Gouden Gids en vond iemand die haar kon helpen. Nu heeft ze geen enkele moeite meer met het opsporen van haar huis dier, want de schildpad loopt met een zendertje ter grootte van een suikerklontje op zijn schild. Met een ontvanger spoort zijn bazin hem zo op. Ander verhaal: in een showroom van een autohandelaar laat de verkoper bij de potentiële klanten een „ballpoint" op tafel liggen terwijl hij even „een tele foontje moet plegen". Vanuit een aangrenzende ruimte luistert hij het gesprek af als de aspirant-ko pers discussiëren over het voor en tegen van de auto. Als de verkoper terugkomt weet hij dus precies hoe hij de klant over de streep moet trekken. Beide situaties zijn ontleend aan de wer kelijkheid. Twee gevallen waarin afluis teren in het spel is met apparatuur die in Nederland al jaren zonder al te veel pro blemen te koop is. En toch zijn er ver schillen erkent ook Dick Offringa, al tien jaar directeur van Personal Security Sys tems (PSS) in Amsterdam. In het geval van de bejaarde vrouw en de schildpad gaat het om wat hij noemt „vreedzaam gebruik van technologische ontwikkelin gen". Bij de autoverkoop „vormen mini- zenders een bedreiging en dienen ze als zodanig te worden verworpen". In beide gevallen kan de apparatuur door PSS aan de Postjesweg in Amsterdam zijn verkocht. Offringa - voormalig discjoc- key en al lang de grootste handelaar op dit gebied - mag dan treuren over de kwalijke bij-effecten van zijn handel, maar ook hij moet eten. En dus, zo schrijft hij in zijn nieuwe, binnenkort te verschijnen catalogus die de inspireren de titel „Todays secret weapons" mee krijgt: „Het vreedzame gebruik van tech nologische ontwikkelingen welke in deze catalogus worden getoond sluit, jammer genoeg, misbruik niet uit. We zullen met beide moeten leven". De showroom van PSS („éérst telefo nisch afspraak maken") oogt bijzonder professioneel. De zeer verzorgde etalage in de drukke woon- en winkelstraat toont attachékoffertjes waar heel wat an ders in zit dan de gebruikelijke papier handel, een zakje boterhammen en een appel. Het woord afluisterapparatuur zul je Offringa niet vaak horen gebruiken, eerder „surveillance-apparatuur", of „in telligence". Dat is anders dan een jaar of vijf geleden, toen de firma's die in ons land dergelijke apparatuur verkopen, open en bloot adverteerden en daarbij het beestje bij de naam noemden. De tijden zijn in meer dan één opzicht veranderd voor de handelaren. Nadat het roer bij justitie was omgegaan werd ook tegen Offringa proces-verbaal opge maakt op basis van zijn ondubbelzinnige advertenties. Met driehonderd gulden boete kwam hij er van af. Offringa heeft wat dat betreft zijn lesje geleerd; als hij de kleine advertenties in de kranten vergelijkt met die van vier jaar geleden is het verschil duidelijk. De advertenties spreken niet meer van af luisterapparatuur, maar van „micro-re corders met pen-microfoon". De beden ker van deze ciyptische taal: „Dat sugge reert dat gebruik wordt gemaakt van een draadloze zender-microfoon die in een pen is geplaatst. Maar dat staat er niet, hoewel mensen die naar zoiets op zoek zijn precies weten wat met de adverten tie wordt bedoeld". „Surveillance-systemen voor onderzoek bij vermeende bedrijfsspionage, diefstal, ontrouw, fraude", meldt de volgende re gel in de advertentie, 't Straalt wat uit, maar juridisch is er niks tegen te begin nen, ook al is ook dit een advertentie voor afluisterapparatuur. Het assortiment is in de loop van de ja ren enorm gegroeid, zowel in honderd procent legale spullen als in minder lega le. Zo zijn er tegenwoordig zeer krachti ge zendertjes ter grootte van een lucifer doosje. die tussen vier muren kunnen worden geplaatst en dan nog op grote af stand perfect gesprekken op een ontvan ger hoorbaar maken. Er is anti-kidnap- apparatuur (pulszender plus ontvanger) om mens of auto op afstand te volgen. Het dragen van een op afstand te volgen zendertje zou zonder twijfel interessant zou zijn voor captains-of-industry die bang zijn voor een kidnapping, maar volgens de handelaar verkoopt dit appa raat dat zesduizend gulden kost nog niet zo goed. „Ze huren kennelijk liever een body-guard in". Ook zijn er super-gea vanceerde richtmicrofoons (vijfentwin tigduizend gulden) die met behulp van laserstralén tot op een afstand van vijf honderd meter een gesprek hoorbaar maken. Ook de pennen-met-zendertje (achthonderd gulden), de asbakken en de tafelaanstekers uit de James-Bondachtige films bestaan echt. Uiteraard is er ook apparatuur om deze apparaatjes weer op te sporen. Ze zijn er in alle soorten en Dick Offringa in zijn winkel met „gedoogde" apparatuur. Tal van kleine en grotere ondernemers adverteerden openlijk met „mini-bugs", „telefoon-i vernuftigheden. kwaliteiten. De één kan een piepklein microfoontje achter een wand opsporen, de ander ontmaskert een „bug" op een telefoon. In het verlengde hiervan worden ook stemveranderaars verkocht, zowel voor de „gewone" als de autotele foon. Navraag bij officieren van justitie in den lande leert dat aangifte van afluisteren maar door weinigen wordt gedaan. Dat zou kunnen betekenen dat er weinig wordt afgeluisterd, maar de omzet die verschillende firma's in Nederland al vele jaren behalen doet anders vermoe den. Volgens Offringa doen bedrijven die afluisterapparatuur ontdekken veelal geen aangifte omdat ze bang zijn voor negatieve publiciteit. Zo af en toe halen dergelijke berichten toch de pers, zoals in het spraakmakende geval van een we genbouwer die met apparaatjes de con currentie afluisterde. Het was zijn ma nier om er achter te komen met welk be drag hij moest inzetten om nieuwe we genbouwopdrachten in de wacht te sle pen. Offringa heeft in de tien jaar dat hij in deze handel zijn brood verdient, moeten leren wat precies wel en wat niet kan. Hij weet zich onder meer beperkt door de privacy-wetgeving, die bepaalt dat het afluisteren van bijvoorbeeld een tele foongesprek alleen mag als tenminste één van de twee sprekers ervan weet. Een gesprek tussen twee nietsvermoe dende bellers afluisteren is dus strafbaar. Voor een handelaar in apparatuur levert de Telegraaf- en Telefoon wet vooral praktische problemen op. In de laatste vier jaar haalde de overheid niet alleen de bezem door de wereld van piraten zenders. Nee, iedereen die met zenders gebruik maakt van de ether kreeg met de Radiocontroledienst te maken. Dus ook de handelaren in zend- en ontvangstap- paratuur, waaronder een deel van Of- fringa's spullen valt. Bezitten en verko pen was voorheen toegestaan, zolang je het maar niet gebruikte. Nu mag je vol gens de Telegraaf- en Telefoon wet de ap paratuur alleen nog verkopen als je een handelarenvergunning hebt en dan al leen nog aan iemand die ook 'n vergun ning heeft. Per 1 juli is een eind gekomen aan een driejarige testperiode, waarbij handela ren in dergelijke apparatuur zich moes ten laten registreren en aan voorwaarden moesten gaan voldoen op het gebied van winkelinrichting en registratie van de apparatuur. Handelaren als Offringa we ten zich dus, nu de Radiocontroledienst de puntjes op de gezet heeft, beperkt in hun mogelijkheden. Niet dat ze daarmee hun methoden zijn vergeten om klanten via een achterdeur te voorzien. Des noods wordt via het buitenland gele verd, want voor export bestaan veel minder beperkingen. De Amsterdammer heeft grootse plannen voor export naar oorden als Mallorca, de Canarische ei landen en andere plaatsen waar meer vrijheid heerst dan tegenwoordig in Ne derland. „Het woord „illegaal" vind ik wel een beetje zwaar klinken. Want soms is het heel nuttig spul. Ik heb aan mijn sleutelbos een zendertje hangen waarmee ik de deur kan openen en het alarm kan in- en uitschakelen. Officieel mag dat niet, want het valt onder de wet. Maar het is wel fantastisch". Offringa gaat er prat op dat hij zijn klan ten, onder invloed van de nieuwe wind die. er door de afluisterwereld waait, an ders benadert dan vijf jaar geleden. In zijn nieuwe catalogus wijst hij zo op de wettelijke beperkingen alsmede op de verschillende ethische kanten van de zaak. Maar verkopen doet hij zeker, dat is immers zijn brood. „Je moet uiteraard niet als een stier door een porseleinen kast gaan rennen; dan kom je jezelf heel snel tegen. Het belangrijkste is dat je de overheid niet provoceert. Wat ik doe wordt door de overheid gedoogd, als ik naar buiten toe maar niet ga provoce ren". Offringa vergelijkt zichzelf graag met Pistolen Paul Wilking. „De hele wereld wist dat die in de wapenhandel zat. Geen rotkerel, geen crimineel, dus ging het goed totdat hij een wapen leverde aan iemand die er een ander mee kapot schoot. Toen was het afgelopen. Zolang ik afluisterapparatuur lever aan mensen die daar een paar keer gebruik van ma ken zonder dat iemand er last van heeft, kan het in principe een hele tijd door gaan. Totdat ik lever aan iemand die het bij wijze wan spreken plaatst op een kan toor van defensie; gaan ze dat uitzoeken, komen ze bij mij, is het'afgelopen met me". Ironisch genoeg wordt juist als de han delaar het laatste woord uitspreekt aan gebeld bij de „Spy Shop" aan de Postjes weg. Agenten van een niet nader te noe men politiekorps in Noord-Holland ko men ten einde raad bij de Amsterdam mer omdat ze bij een andere winkel niet voor hun spullen konden slagen. Offrin ga doet weinig moeite te verbergen dat ook politie en andere overheidsdienaren - die geen vergunning nodig hebben om deze apparatuur te kopen - goede klan ten van hem zijn. „Ook voor hen geldt: geen facturen in twaalfvoud, geen beta ling op rekening, in principe boter bij de vis. En dat is meestal ook de praktijk", aldus de handelaar, die grote waarde zegt te hechten aan discretie. Namen noemt hij dus niet, hoewel hij menig grote onderneming in ons land aan „spulletjes" zegt te hebben geholpen. Daarbij komt hij als handelaar meestal niet precies te weten in welke zaak de apparatuur gebruikt wordt. „Eigenlijk wil ik dat niet weten", zegt Offringa. „Ik moet de technische omstandigheden kennen, meer niet. Kost me alleen maar tijd en geld om daarnaar te vragen. Met de spullen die ik verkoop kunnen ze ook over patiënten en kleine kinderen wa ken. Microzendertjes kunnen ook worden ingezet om vip's te beschermen tegen ontvoeringen, zelfs om lawines lachtoffers te localiseren. Bergbeklim mers en skiérs zouden verplicht moeten worden gesteld terwille van hun eigen veiligheid een zendertje te dragen. Kijk, ik zie het heel simpel. Als een autofabri kant een produkt maakt dat de tweehon derd kilometer per uur haalt, zal justitie hem toch ook niet pakken omdat de maximumsnelheid toevallig 120 is? De apparatuur die ik verhandel kan op ver schillende manieren worden gebruikt. Ben ik dan crimineel? Moeilijk. Moeilij ke vraag". Na de verkoop is het vooral de klant die zich op'glad ijs begeeft. Zo als die mevrouw die zich „belaagd" voelde door haar buren. En omdat ze die mensen maar niet vertrouwde, toog ze naar een Spyshop als die van Offringa om raad. Ze stapte de winkel weer uit met apparatuur van bijna duizend gul den. De kat van de buren heeft nu een onopvallend kleinoodje aan zijn hals band hangen, die de wantrouwige vrouw in staat stelt alles te volgen dat haar „be lagers" aan het bekokstoven zijn. Kent Offringa grenzen in de handel die hij aan de markt tracht te slijten? „Wa pens, daar doe ik niet aan. Kogelvrije vesten idem dito. Daar trek ik zonder twijfel een bepaald publiek mee aan dat ik niet wil hebben. Criminelen. Geloof me, het publiek dat ik nu heb valt door gaans niet in die categorie. Bij afluiste ren komt veel emotie kijken, 't is vaak een laatste redmiddel. Die afluisterbusi- ness is als het ware een psychologische handel. De man die zijn vrouw verdenkt van overspel. Negentig procent van mijn klanten komt helemaal niet fluitend bij me binnen, is zelfs ten einde raad. En ik leef van hun problemen". ARJEN VAN DER SAR door Piet Snoeren Nu de trekvogels onder de Nederlander op het punt staan er eens massaal uil i waar Nederlandse trekvogels iu\ overwinteren, aandacht voor de lokkt tjes. Want wat trekvogels op eigen gele genheid kunnen, daar schakelen trek mensen een luchtvaartmaatschappij bi in en luchtvaartmaatschappijen zijn e vele: hetgeen de spoeling dun maakt Hoe lokt een luchtvaartmaatschappij dt trekmens dus in zijn metalen vogel? Te genwoordig bestaat daarvoor een heel ar senaal aan lokmiddelen, maar ooit ge beurde dit eenvoudig met behulp van eer bed. Dat was in de tijd van de Supe Constellations, een soort pitbull-terriër, onder de vliegtuigen in zoverre dat zt motorisch waren opgefokt tot ver voorbi de gevarengrens. Neerstortende Supei Constellations behoorden dan ook tot dt orde van de dag, reden waarom de ko ninkliike familie nooit voltallig in één ei dezelfde machine reisde; het risico dat dt dynastie in één klap zou worden uitge roeid, werd te groot geacht. Maar toch weerhield deze slechte prognose trekmen sen er niet van om lijf en leden telkem weer toe te vertrouwen aan de vliegendt doodskisten en een van de drijfveren ach ter hun roekeloze gedrag was het mei veel bombarie geadverteerde lokkertje dai Super Constellations een faciliteit boden die nog nooit in enig vliegtuig geboden was. Super Constellations hadden bed den. Daarbij moet men zich het volgende voorstellen. Op de plaats in het plafond van de vliegtuigcabine waar nu de gele plastic tassen met de belastingvrije fles sen worden weggepropt, zaten bedden die met een ruk aan enige handvatten te voorschijn konden worden getoverd. Hangbedden waren het en wie zich te rusten wilde leggen, diende daar halsbre kende toeren voor over te hebben, gewoon pitten met de stoelleuning in zijn vefste stand achterover was ongetwijfeld een stuk rustiger, maar het had iets, ergens hoog boven Istanboel tussen twee gor dijntjes uit de kleren met op de achter grond de zwoele stem van een stewardess die duisterde: „Wil het lukken, me neer?". Bovendien: vliegen was, in verge lijking met het huidige straaltijdperk, een tijdrovende bezigheid. De trekmens die intercontinentaal verplaatst wenste te worden, zag zich, motorstoringen meege rekend, al gauw een etmaal of langer toi een Super Constellation veroordeeld. Wii zou zich temidden van zulke beproevin gen de kans op het knappen van een uil tje tussen heuse lakens laten ontgaan En dan was er nog een toegevoegde waarde in de vorm van keizerin Soraya. Jongere generaties zal de naam weinig zeggen, maar Soraya ging van 1949 tot 1957 als beeldschone gade aan de zijde van Mohammed Reza Pehlewi, de sjah van Perzië. Deze monarch was eerder ge huwd geweest met de ook al beeldschone Egyptische prinses Fawziah, maar had haar verstoten omdat ze hem geen man nelijke nakomeling wist te baren, het geen het voortbestaan van zijn Pauwe- troon (zo genoemd naar de veelkleurig heid der edelstenen waarmee hij was in gelegd) zeer bedreigde. Trots als een pauw voerde de sjah vervolgens Soraya naar zijn hemelbed. Zij, de dochter van een volbloed Perzische landheer, zou de gewenste klus wel even klaren. Maar mooi mispoes. Ook de nieuwe keizerin faalde, voor hoeveel miljoen ze zich ook door modieuze Zwitserse gynaecologen liet tillen. Dus hanteerde de sjah ander maal het paardemiddel van de verstoting. Hij knikkerde Soraya uit zijn paleis, her trouwde met de evenmin te versmaden kapiteinsdochter Farah Diba en warem pel. de aanhouder wint. die schonk hem de kroonprins Reza. Dat de sjah niet lang daarop door de ayatollah Khomeiny van de Pauwetroon geknikkerd werd als zijnde „de bloedzuiger van de eeuw" doet hier verder niet ter zake. Wal telt, is dat keizerin Soraya in haar hoogtij gold als de levende legende van de eeuw. Henk van der Meyaen raakte niet uitgeschreven over haar charmes en legendarisch zijn de alinea 's die hij wijd de aan „de droevige ogen" van de sjah, want tol lang na de verstoting, wist Henk. bleef zijn hart bloeden voor haar. Dat waren nog eens tijden. Welnu: het keizerlijk paar reisde graag en deed dit bij voorkeuf per Super Constellation van de KLM, want daar zaten bedden in. Maar nu de clou. Een vliegtocht naar het Verre Oosten. Ergens boven Perzië wordt het bedtijd. „Zal ik u een geheimpje ver klappenfluistert de zwoele stem van de stewardess door het gordijntje. „In dat bed van u heeft keizerin Soraya nog ge slapen Wat een manier om trekmensen te lok ken. Niet dat men tegenwoordig stil zit. Zo heeft de KLM als wijn in zijn Royal Class de Chateau Giscours (3e Grand Cru Classé) eruit geknikkerd voor een 5e Cru uit de Margaüx Chateau Dauzac. Tja. Een Amerikaanse maatschappij gaat „de terreur van de film aan boord" een halt toeroepen door piepkleine beeld schermpjes te monteren in de rugleunin gen van de stoelen. En Air France? Die stelt bloemen in het vooruitzicht, zachte pasteltinten en bovenal mooie stewardes sen. Olala. Maar zo olala als in het bed van Soraya zal vliegen nooit meer worden. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 22