Michels de beste
haptonoom zonder
het zelf te weten
Gerrit Wolsink kritiseert p.r.-beleid motorsportbond
QeidócQowumt
TED TROOST BETREURT SCHEVE
OGEN VAN MEDISCHE WERELD
a i SPORT
ZATERDAG 2 JULI 1988 PAGINA 11
De gevestigde medische wetenschap
kijkt met argusogen naar de „schimmi
ge" verrichtingen van de Rotterdammer
Ted Troost. De mentale begeleider van
vele topsporters, haptonoom genaamd,
knipoogt naar het EK-succes van het
Nederlands elftal en koerst op zijn ma
nier mee met enkele Nederlandse vedet
ten in de Tour de France.
Ted Troost (52) is wars van pillen en
poeders. Hij hanteert zijn handen als
verlichtend instrument. Via het gecon
centreerd aanraken verlegt hij de tastzin
en leert hij zijn cliënten omgaan met ge
voel, ruimte en kwaliteit. „Niets is zo
duidelijk als lichamelijk voelen wanneer
je de weg aan het kwijtraken bent. Het
hoofd liegt, maar het lichaam vertelt al
tijd de waarheid", is zijn uitgangspunt.
Troost werkt confronterend; hij kiest
voor de persoonlijke relatie. „Ik ben sa
men met mijn cliënten op weg. We ken
nen elkaar verantwoordelijkheid toe op
basis van wederzijdse vrijheid".
Haptonoom Ted Troost: „Ik vrijwaar mijn klanten van afhankelijkheid".
L ROTTERDAM De ca-
1 mera loert achter de mas-
sieve deur van het riante
kantoor aan de Mathenes-
serlaan in Rotterdam. De
rookvrije zone ademt een
steriele leegte. Een teke
ning aan de muur symbo
liseert een haptonomische
waarheid: een grote hand
omvat een kindervoetje.
Op de krakende trap ver
schijnt een jongensachtige
vijftiger. Vorsende blik,
open gezicht. De man die
de lengte-as van het Ne
derlands elftal heeft geo
lied en op gevoel tussen
de wielen zit in de Tour
de France. De goeie geni
us achter voetbalsterren
als Marco van Basten,
Ruud Gullit en Gerald
Vanenburg. De mentor
van wielrenner Henk
Lubberding en schaats-
crack Hein Vergeer. Een
anonieme cliënt neemt
onhandig afscheid. „Sorry
dat ik u heb laten wach
ten". Hij zoekt de staal
blauwe ogen van Ted
Troost. Een knipoog, een
dunne lach en weg is hij:
honderd kilo lichter van
uit een herijkt persoonlijk
zwaartepunt.
De haptonoom oogt atletisch.
Roken en drinken zijn al jaren
taboe. Hij schuift achter z'n
vesting, een zwaar eikenhou
ten bureau. Daar voelt hij zich
op z'n sterkst. Bij hoge uitzon
dering werkt hij op lokatie, zo
als vorige week toen hij in de
Bondsrepubliek Duitsland
spreekuur hield voor zeven
spelers van het Nederlands
elftal. Teamarts Frits Kessel
was daar niet blij mee, maar
de voetballers dragen Troost
op handen. Met een achteloos
gebaar grist hij enkele pape
rassen bij elkaar. „Kijk, alle
maal uitnodigingen voor Miln
chen. Ik had er bij kunnen
zijn, maar ik hoef niet te pron
ken met andermans veren. Ik
ben geen Bobo, zo'n bondsbons
die in z'n blazer suggereert dat
hij de beker heeft gewonnen".
Ted Troost gaat niet gebukt
onder de vaknijd, waarmee de
duizend hapto-therapeuten in
Nederland worden geconfron
teerd. „Onderling kunnen we
redelijk met elkaar overweg.
De gevestigde medische orde
blijft echter met een scheef
oog tegen ons aankijken. Dat is
bijzonder jammer. Andere lan
den hebben het fenomeen van
een mentale begeleider al lang
geaccepteerd. In Amerika,
Roemenië, Zweden en Rusland
worden haptonomen al inge
schakeld bij cliënten van zes a
zeven jaar. In ons land hangt
er nog steeds een zweem van
beunhazerij rond ons vak. Ik
betreur dat zeer, want het is -
gelet op de resultaten - volko
men onterecht".
Op de tast
Wat maakt de aanraking van
Ted Troost zo bijzonder? Is hij
domweg iemand die z'n han
den niet kan thuis houden of
heeft het verleggen van de
tastzin een diepere betekenis?
De haptonoom probeert ver
bolgen te kijken, maar strui
kelt over enkele lachrimpels.
Dan, serieus, ontvouwt hij de
motieven achter z'n werkwij
ze. „Als gevolg van de jachtige
samenleving lopen de mensen
zichzelf voorbij. Ze zijn onbe
kend geworden met de signa
len die het lichaam aangeeft.
Ze zoeken een toevlucht in
pillen, alcohol, televisie; grij
pen naar middelen om onbe
hagen te compenseren. Vroeg
of laat krijgen ze lichamelijke
klachten, waarvoor ze een al
of niet medicamenteuze oplos
sing zoeken. Desondanks blij
ven ze met een deel van hun
probleem zitten. Dan komen
ze terecht in een gebied van
klachten die ontstaan uit gees
telijke en mentale onmacht. In
die situatie raak ik ze aan. We
raken op de tast in gesprek.
Het wonderlijke doet zich voor
dat de aanraking de plaats in
neemt van woorden. We on
dergaan een soort alfabet van
fevoel. Het is een ontdek-
ingsreis. Zo ga ik om met
angst, aldus reageer ik op
spanning. We traceren de ge
voelsgebieden op basis vrij
heid. Tijdens deze transactie
vrijwaar ik mijn cliënten van
afhankelijkheid".
Ted Troost is zich ervan be
wust dat zijn verhaal voor bui
tenstaanders moeilijk grijpbaar
is. Het heeft hem jaren gekost
om tot het haptonomisch in
zicht te geraken dat zijn huidi
ge praktijk faam heeft gege
ven. Niet alleen in de wereld
van topsporters, maar ook in
anonieme klantenkring onder
vindt hij bewondering en er
kenning. Om duidelijk te ma
ken dat hij z'n werk niet laat
kwalificeren als „soft busi
ness" vertaalt de haptonoom
de probleemstelling in een
simpel voorbeeld. „Er zijn
mensen die voortdurend roe
pen dat ze aan vakantie toe
zijn. Zodra ze de stress van de
dagelijkse besognes hebben af
geschud, blijken ze de eerste
tien dagen niet*aanspreekbaar.
Ze komen tot rust en realise
ren zich dan pas hoe verkeerd
ze bezig zijn geweest. Als ge
volg van overcompensatie was
hen dat al die tijd niet duide
lijk geworden. De herondek-
king van jezeif kan hard aan
komen. Daar past geen zweve
rige opstelling bij, maar ade
quate mentale begeleiding".
Tomeloos
Ted Troost zegt uit persoonlij
ke ondervinding te weten
waarover hij spreekt. „In de
jaren zestig liep ik als fysiothe
rapeut tegen m'n beperkingen
op. Ik kon niet meer uit de
voeten met m'n vak. De in
strumentele omgang met pa
tiënten gaf mij geen voldoe
ning. Ik heb gezocht naar een
nieuwe invalshoek, gepro
beerd een vinger achter „het
meer" te krijgen. Dat is niet
zonder slag of stoot gegaan. Ik
heb me enkele jaren tomeloos
in het leven gestort. Van alles
en nog wat gedaan om mezelf
te dwingen tot nieuwe inzich
ten. Het was een soort wortel
trekken om mezelf tot de juis
te macht te verheffen. Ik wist
dat ik mijn onvrede met m'n
vak niet mocht compenseren
door er in de weekeinden op
uit te trekken met een cara-
Is het aggregaat van de hapto
noom onuitputtelijk of ligt hij
regelmatig aan de accu van
vakbroeders? Ted Troost: „Zo
moet je dat niet zien. Natuur
lijk word ik begeleid door
mensen die met mij samen
werken. Die houden mij heus
wel wakker. Het gaat erom dat
je op het juiste spoor blijft, je
zelf tijdig corrigeert. Dat hoeft
geen mens alleen te doen. Dat
is een ontwapenend besef: nie
mand hoeft alles alleen voor
elkaar te boksen".
ding tot lichamelijke klachten,
leiband merkt dat hij of zij
niet meer goed functioneert.
Ze moeten van het presteren
af, even niet bewijzen dat ze
iemand zijn. Vervolgens pro
beer ik iemand zodanig met
zichzelf te laten omgaan dat
hij maximaal gebruik maakt
van z'n mogelijkheden. Dat
voorkomt dat iemand op z'n
75ste jaar tot de ontdekking
komt dat hij de slag heeft ge
mist". De haptonoom glim
lacht ruiterlijk. Hoewel hij
zich niet wenst voor te staan
op sportieve successen van an
deren, voelt hij sterk met ze
mee.
Dat heeft hij vroeger gedaan
als mentale begeleider van AZ
'67 en onlangs nog bij FC Gro
ningen. Troost ziet zichzelf als
katalysator, een communica
tieve verbindingsman. Zijn
uitdaging ligt niet in de sfeer
van winnen of verliezen. „Ik
bekijk de spanningsvelden tus
sen spelers onderling. Het gaat
erom dat ze goed met elkaar
de baan op kunnen zonder dat
het vrienden zijn. Dat enkele
spelers van het Nederlands
elftal tijdens het EK-toernooi
een beroep op mij hebben ge
daan, past in deze benadering.
Bovendien had ik gewoon een
reguliere afspraak met ze in
het kader van mijn behande
lingsprogramma. Normaal ge
sproken sta ik langs de zijlijn,
maar tijdens een toptoernooi
roepen ze mij uit m n mand.
Dan probeer ik zo aanvullend
mogelijk bezig te zijn. Het gaat
er mij niet om graantjes van
het succes mee te pikken".
Michels
„Ik ben doorgaans terughou
dend met interviews". Ted
Troost staaft deze opmerking
aan de hand van enkele ar
chiefstukken. De meeste
vraaggesprekken met hem
staan op vergeeld krantepa
pier. „De haptonomie is zo
vaak in een verkeerd daglicht
gesteld dat ik mij weinig illu
sies meer maak over het nuttig
effect van een verhaal. Voor
de commercie hoef ik het niet
te doen, want ik heb het druk
genoeg. Bovendien richt mijn
instituut zich voornamelijk op
mensen, die niet in de publici
teit staan". Hij draait zich
langzaam naar de camera en
leunt ontspannen achterover
in z'n bureaustoel. Niet bang
om te worden aangeraakt.
„Weet je wie dat wel is? Rinus
Michels. Die man verstrakte
helemaal toen hij door de jon
gens op de schouders werd ge
nomen. Die man slaat te veel
spanning op in zichzelf. Hij
heeft dan ook niet voor niets
een hartinfarct gehad. Maar
wat een kerel! Zoals hij kan
omgaan met topsporters. Hij is
waarschijnlijk de beste hapto
noom van Nederland zonder
dat hij het zelf weet".
DICK PANMAN
LOCHEM Gerrit Wol
sink is weliswaar nooit
wereldkampioen geweest
in zijn imposante carrière
- als motocrosser, hij mag
niettemin als een monu
ment van deze sport
worden beschouwd. Circa
20 overwinningen in Gro
te Prijzen eiste hij op en
zes jaar lang was hij fa-
brieksrijder van Suzuki.
Naast zijn bijnaam „De
Vliegende Tandarts" werd
hij ook „The King of
Carlsbad" genoemd, om
dat hij tot vijf keer toe de
daar gehouden GP van de
Verenigde Staten won.
In 1976 werd Wolsink tweede
in het wereldkampioenschap
500cc. „In '77 en '78 was ik de
sterkste, maar ik had niet het
goede materiaal. Mikkola had
#dat wel. In 1979 geloofde ik er
zelf niet meer in. Bovendien
was ik al die jaren kwestbaar,
omdat ik brildrager was. Dat
was toch een handicap. Ik kon
nooit zo agressief rijden als ik
wel wilde. Vaak moest de bril
af door stof of modder als ik in
een goede positie lag. Zo heb
ik heel wat overwinningen en
1- gunstige klasseringen ver-
•speeld. Toch was het een
prachtige tijd".
Later, in 1981 om precies te
zijn, introduceerde Wolsink
een nieuw fenomeen in Euro
pa: de stadioncross. „Er is toch
een innoverende werking van
uit gegaan. De buitencircuits
zijn veranderd door de sta
dioncross, het is spectaculair
der geworden en er is meer
service aan het publiek geko
men. Nadat we vanuit het
Olympisch Stadion naar de
Goffert zijn verhuisd hadden
we vorig jaar voor het eerst
een volle bak".
Gerrit Wolsink leidt nog
steeds een jachtig bestaan. Dat
mag tenminste worden afge
leid uit de propvolle agenda
van de man, die de motocross
in Nederland een belangrijke
duw in de goede richting heeft
gegeven en als tandarts en on
bezoldigd coördinator van de
KNMV (Koninklijke Neder
landse Motorrijders Vereni
ging) weinig vrije tijd heeft.
Zijn conclusie na een gesprek
van anderhalf uur:„Er is nog
zoveel te doen binnen de Ne-
j derlandse motocross. Je kan er
moeiteloos dagelijks een pro
fessioneel iemand opzetten.
Daar is alleen geen geld voor.
Toch gaat het me aan het hart,
dat deze sport vaak zo klunge
lig overkomt".
„Dave Strijbos en John van
den Berk hadden toch allang
in allerlei praatprogramma's
moeten zitten", zegt de 40-jari-
ge Wolsink ergens in zijn be
toog. „Een Yvonne van Gen-
nip vragen ze wel, dat is door
de traditie geen probleem.
Maar om twee wereldkampi
oenen motocross bij Tineke en
Sonja aan tafel te krijgen, daar
moet je aan werken. En die
jongens hangen geen lulkoek
op. Ze zien er netjes uit en ze
kunnen heel zinnig over hun
sport vertellen. Het is boven
dien topsport wat ze doen.
Omdat het kennelijk niet aan
spreekt moet de bond actie on
dernemen, proberen het imago
te verbeteren".
Knokken
„Ik heb daar zelf ook voor
moeten knokken, jaren gele
den. Mijn vrienden op de uni
versiteit probeerden me ook
wijs te maken dat je je moest
schamen als je aan motocross
deed. Ik blijf het toch een
prachtige sport vinden, waar
echt élles inzit. Bovendien is
het voor het publiek een tast
bare topsport. Bij de Formule 1
en de wegrace zitten de rijders
weggestopt, je ziet ze nauwe
lijks tijdens de race. Het ren
nerskwartier is bovendien
hermetisch afgesloten. Bij mo
tocross is dat rennerskwartier
juist open. Je ziet de actie in
de wedstrijd, maar ook alles er
omheen. Je kan in de keuken
kijken. Daar ben ik al jaren
een voorstander van. Ik geef
toe dat het niet mogelijk is om
110.000 toeschouwers in het
rennerskwartier van Assen toe
te laten, maar bij de cross kan
het wel. Toen ik in m'n actie
ve periode rijders vertegen
woordiger van de FIM was,
heeft men al geprobeerd om
de zaak af te sluiten. Toen heb
ik het kunnen voorkomen en
ik vind nu nog dat het open
moet blijven".
De nieuwe opzet van het Ne
derlands kampioenschap juicht
Wolsink van harte toe. „Het
verzadigingspunt was al een
tijd bereikt. Om een voor
beeldje te noemen: bij een
kampioenswedstrijd in 1984 in
Borculo kwamen slechts 250
mensen kijken. Da's triest na
tuurlijk. Maar de oorzaken
waren duidelijk. De liefheb
bers gingen steeds selectiever
te werk. Kozen een GP in
West-Duitsland of België. Bo
vendien was het voor de Ne
derlandse organisatoren steeds
moeilijker om toppers te con
tracteren met zoveel GP's op
de kalender. En er waren na
tuurlijk veel te veel clubs die
wedstrijden wilden organise
ren. Vroeger had je maar een
klein groepje. Rhenen, St. An-
thonis, Markelo en Lichten
voorde. En dan een keer in de
twee jaar Bergharen of Mak-
kinga. Met de samensmelting
van de NMB eind jaren zeven
tig kwamen er gewoon te veel
wedstrijden. Punt was ook dat
de Nederlanders op hun eigen,
specifieke zandbanen veel te
sterk waren voor de buiten
landers. De pers deed daar ne
gatief over".
„Zoals het NK nu is opgezet,
daar ben ik altijd een voor
stander van geweest. Van de
zes wedstrijden zullen er altijd
vier spannende tussen zitten.
Nee, de bond is niet laks ge
weest. In tegenstelling tot veel
Nederlandse sportbonden
heeft de KNMV een moderne
aanpak. Ze willen wel, al kost
het vaak moeite. De nieuwe
opzet bijvoorbeeld is door Jos
Vaessen en Willem Bielder-
man door alle commissies ge
drukt. De clubs hadden geen
keus".
Sluitpost
„Coaches zijn in de motocross
altijd de sluitpost van de be
groting. De financiële midde
len ontbreken daarvoor, ter
wijl er toch veel geld in om
gaat. Individueel dan. Toch is
een coach heel belangrijk.
Hoeveel fabrieksteams zijn er
niet die hap-snap een paar rij
ders kopen en dan geen succes
hebben En kijk naar een Ro
ger DeCoster, die bij Honda
veel goed werk doet en succes
op succes stapelt. Kijk ook
naar Silvain Geboers, de broer
van Eric. Een coach of ver
trouwensman, net hoe je die
vent wilt noemen, is van we
zenlijk belang. Vooral omdat je
tegenwoordig met jongens van
16, 17 jaar te maken hebt, die
geen ervaring hebben. In het
Venko-team heb ik Dave Strij
bos een tijd begeleid. Hij mop
perde wel eens wat voor zich
uit als ik hem adviseerde,
maar hij deed het uiteindelijk
toch maar. Hij is dan ook ze
ker sterker geworden".
„kee, een coach hoeft het niet
per sé zelf te hebben gemaakt.
Als er bij jezelf veel is misge
gaan, kan je daar juist goed
over oordelen. Zelf was ik al-
Gerrlt Wolsink blaast, anno 1979, uit na een motocross in Finland.
tijd een eigengereid stuk vre
ten, zoals de meeste crossers.
Toch heb ik de sport in Neder
land naar niveau getild. Door
uitslagen te rijden en door m'n
p.r. goed te bedrijven. Maar ik
ben ook altijd een pionier ge
weest. Altijd vragen en zoe-
kin".
„Er is weinig bekend op het
gebied van training. Iedereen
doet het op z'n eigen houtje.
Deed ik vroeger ook. Je hield
het voor jezelf, je was zo egoïs
tisch als de pest. Via Jan Vos
in Nijmegen, de inspannings
fysioloog, ben ik toch veel aan
de weet gekomen. Zat er ten
minste lijn in m'n trainingsop-
bouw. Pieken was en is na
tuurlijk onmogelijk, omdat het
seizoen zo lang duurt. Nu zit
een hele grote groep crossers
bij Frans Vos in Gemert, maar
ik weet niet of hij de wijsheid
in pacht heeft. Pedro Tragter
traint niet bij hem en doet het
ook goed. Bovendien zijn er
geen geheimen over kracht
training. Ik spreek uit erva
ring. Het is saai en keihard,
meer niet".
„Het zou toch een goede zaak
zijn als een coördinator of een
bondstrainer er lijn inbrengt.
Ervaringen met succesvolle
methodes doorspreken, bij
voorbeeld. Daar moeten we
naar toe met de toprijders en
de trainers. Testen en begelei
den kan dan centraal geregeld
worden. In een centrale trai
ning zie ik overigens niks, om
dat het een individuele sport
blijft. De medische begeleiding
is wél weer iets om samen te
doen. Als je op vaste tijden bij
elkaar komt kun je elkaar
aanvullen. En wat onderne
men als het bloed niet goed is.
Of er een vriendinnetje lastig
is, of een vader zit te zeuren.
Als de top coördineert dan doe
je ervaring op. Dat is meetbaar
en daarvan kunnen de rijders
net onder de top profiteren".
Bitterballen
Het matige p.r.-beleid van de
bond is ook een stokpaardje
van Wolsink. „Je moet voor
informatie zorgen. Maar dan
ook goed. Zinnige dingen zeg
gen als je een persconferentie
geeft. Niet slap ouwehoeren en
dan aan de bitterballen en de
jonge jenever. Jan Martens, de
opvolger van Vaessen bij de
KNMV, doet al goede dingen.
Maar er is meer nodig. Er zou
een sponsor voor de bond
moeten komen waardoor je
niet meer afhankelijk bent
van een paar goedwillende
geldgevers. Dan pas kan je
geld in de begeleiding van een
topper stoppen. Want ook die
topjongen heeft advies nodig.
Nee, niks babysitten".
RUUD DE JAGER
door Frank Werkman
Blabla 's
Ruud Gullit is natuurlijk een
bovenstebeste, maar de manier
waarop hij a/gelopen weekeinde
publiekelijk huishield onder no
toire notabelen gaf geen pas. De
voetbalvedette vatte het gevoe
len van de spelersvan het gou
domrande oranjeteam samen
door officials onheuse opmer
kingen toe te voegen. Nu heeft
Ruud enig krediet, maar zelfs
sterren kunnen vallen en ook
de man wiens uitstraling toch al
ietwat was verbleekt onder de
opblinkende glans van Marco
van Basten moet zijn grenzen
kennen. En die heeft hij door te
reppen over bobo's overschre
den. Deze uit de turbotaal af
komstige kreet over doorgaans
in blauwe blazers gestoken figu
ren kreeg uit de mond van Gul
lit een nogal negatieve klank.
Waarom? Deze bondsbonzen
vervullen wel degelijk een heel
nuttige functie. Immers, simpel
weg gezegd: zonder officials zou
er geen bond zijn. Zij zorgen er
voor dat er vergaderingen
worden belegd, dat er zalen
worden gehuurd, verteringen
worden gedaan, sigaren en jene
ver wonden verkocht. Kortom,
bobo 's zorgen voor economische
bedrijvigheid. En daarvoor ver
dienen ze een pluim.
Het oplopen van de Oranje-
koorts in de vaderlandse voet
balthermometer vorige week en
het voorbije weekeinde is uiter
aard niet direct hun verdienste
geweest. Dat weten ze zelf ook
wel. Maar officials die avond
aan avond in het zweet hun
aanschijns noest arbeiden aan
alles waarmee ze door hun ach
terban zijn opgezadeld, mogen
natuurlijk ook wel eens uit de
bol. Een Van der Louw bijvoor
beeld moet namelijk tussen alle
overleg met commissarissen van
politie door ook nog eens zeer
frequent aan andere commissa-
riéle verplichtingen voldoen.
Mag de man, die in zijn vrije
tijd als een volwaardige prof
voortdurend met zijn vak bezig
is zich dan misschien ook een
keer koesteren in het oranje
schijnsel
En is een tot het achtenswaardi
ge ambt van staatssecretaris ge
roepen man als Dees niet voort
durend bezig om de belangen
van de Nederlandse sport te be
hartigen Balanceert deze Dees
niet voortdurend op het
scherpst van de snede als het
snoeimes van Luthers weer kei
hard in zijn vakgebied dreigt te
worden geplant Die Dees loopt
zich het vuur uit de sloffen om
Michels en consorten op de voet
te volgen en in Hamburg en
Milnchen alle mogelijke morele
steun te verlenen. Mag de Dees,
die in alle zondagse vroegte in
Eindhoven toch weer van de
partij is na alle inspanningen
van de avond tevoren in Beie
ren en maandag weer acte de
presence geeft op Huis ten
Bosch, misschien ook iets terug
zien voor al zijn moed en moei
te
En Braks dan Van Eekelen
Van den Broek Lubbers
Mannen die zich voortdurend
inzetten voor het landsbelang,
of op zijn minst een deel daar
van. Bewindslieden belast met
belangrijke aan voetbal verwan
te taken als vissen, verdedigen,
aanvallen en spelverdelen. En
hun vrouwen Terecht dat die
er ook bij waren. Wat is tenslot
te een man zonder vrouw die
achter hem staat Dat weet een
voetballer toch als geen ander.
Je hoort ze er nooit over praten,
maar een speler met persoonlij
ke problemen presteert niet,
heeft na een nerveuze nacht de
vorm van de dag niet
Resteert Pieter van Vollenho
ven, door Ruud Gullit ook tot
de bobo's gerekend. Ten on
rechte, want Pieter is meester,
houdt zich intensief bezig met
veiligheid inhet verkeer, speelt
verdienstelijk piano en schuwt,
mits gechauffeerd, een glaasje
gerstenat niet. En een muzikale
medestander op een aanstaand
Oranjefeestje is natuurlijk nooit
weg. Pieter gaf met zijn aanwe
zigheid een koninklijke dimen
sie aan het voetbalfestijn, dat
toch al zo'n vorstelijk verloop
had gekend. Bovendien hoeft
Pieter niet meer te leren en kan
hij zich anders dan kroonprins
Willem-Alexander, die toch al
meer van schaatsen dan voetbal
houdt, onbekommerd aan repre
sentatieve taken wijden; zonder
dat hij bijles behoeft krijgen in
het een of andere vak om niet
achterop te raken.
Oranje schreef geschiedenis de
voorbije weken en dat wilde
Nederland weten. Zelfs mensen
die niet eens wisten dat een bal
rond is, stortten zich in het
feestgedruis. Was er een beter
bewijs dat er in ons voetbal ook
wat anders mogelijk is dan van
dalisme Dat zal Gullits bobo's
hebben geplezierd. Jammer dat
minister Van Dijk van binnen
landse zaken niet in Milnchen
was. Had hij meteen alle 842
burgemeesters van ons land
al of niet vergezeld van
eega —kunnen meenemen.
Want Oranje-koorts is mooi,
maar zelfs die zal weer eens da-
lep. En dan krijgen de blabla's
het weer voor het zeggen.