Michels de beste haptonoom zonder het zelf te weten Gerrit Wolsink kritiseert p.r.-beleid motorsportbond QeidócQowumt TED TROOST BETREURT SCHEVE OGEN VAN MEDISCHE WERELD a i SPORT ZATERDAG 2 JULI 1988 PAGINA 11 De gevestigde medische wetenschap kijkt met argusogen naar de „schimmi ge" verrichtingen van de Rotterdammer Ted Troost. De mentale begeleider van vele topsporters, haptonoom genaamd, knipoogt naar het EK-succes van het Nederlands elftal en koerst op zijn ma nier mee met enkele Nederlandse vedet ten in de Tour de France. Ted Troost (52) is wars van pillen en poeders. Hij hanteert zijn handen als verlichtend instrument. Via het gecon centreerd aanraken verlegt hij de tastzin en leert hij zijn cliënten omgaan met ge voel, ruimte en kwaliteit. „Niets is zo duidelijk als lichamelijk voelen wanneer je de weg aan het kwijtraken bent. Het hoofd liegt, maar het lichaam vertelt al tijd de waarheid", is zijn uitgangspunt. Troost werkt confronterend; hij kiest voor de persoonlijke relatie. „Ik ben sa men met mijn cliënten op weg. We ken nen elkaar verantwoordelijkheid toe op basis van wederzijdse vrijheid". Haptonoom Ted Troost: „Ik vrijwaar mijn klanten van afhankelijkheid". L ROTTERDAM De ca- 1 mera loert achter de mas- sieve deur van het riante kantoor aan de Mathenes- serlaan in Rotterdam. De rookvrije zone ademt een steriele leegte. Een teke ning aan de muur symbo liseert een haptonomische waarheid: een grote hand omvat een kindervoetje. Op de krakende trap ver schijnt een jongensachtige vijftiger. Vorsende blik, open gezicht. De man die de lengte-as van het Ne derlands elftal heeft geo lied en op gevoel tussen de wielen zit in de Tour de France. De goeie geni us achter voetbalsterren als Marco van Basten, Ruud Gullit en Gerald Vanenburg. De mentor van wielrenner Henk Lubberding en schaats- crack Hein Vergeer. Een anonieme cliënt neemt onhandig afscheid. „Sorry dat ik u heb laten wach ten". Hij zoekt de staal blauwe ogen van Ted Troost. Een knipoog, een dunne lach en weg is hij: honderd kilo lichter van uit een herijkt persoonlijk zwaartepunt. De haptonoom oogt atletisch. Roken en drinken zijn al jaren taboe. Hij schuift achter z'n vesting, een zwaar eikenhou ten bureau. Daar voelt hij zich op z'n sterkst. Bij hoge uitzon dering werkt hij op lokatie, zo als vorige week toen hij in de Bondsrepubliek Duitsland spreekuur hield voor zeven spelers van het Nederlands elftal. Teamarts Frits Kessel was daar niet blij mee, maar de voetballers dragen Troost op handen. Met een achteloos gebaar grist hij enkele pape rassen bij elkaar. „Kijk, alle maal uitnodigingen voor Miln chen. Ik had er bij kunnen zijn, maar ik hoef niet te pron ken met andermans veren. Ik ben geen Bobo, zo'n bondsbons die in z'n blazer suggereert dat hij de beker heeft gewonnen". Ted Troost gaat niet gebukt onder de vaknijd, waarmee de duizend hapto-therapeuten in Nederland worden geconfron teerd. „Onderling kunnen we redelijk met elkaar overweg. De gevestigde medische orde blijft echter met een scheef oog tegen ons aankijken. Dat is bijzonder jammer. Andere lan den hebben het fenomeen van een mentale begeleider al lang geaccepteerd. In Amerika, Roemenië, Zweden en Rusland worden haptonomen al inge schakeld bij cliënten van zes a zeven jaar. In ons land hangt er nog steeds een zweem van beunhazerij rond ons vak. Ik betreur dat zeer, want het is - gelet op de resultaten - volko men onterecht". Op de tast Wat maakt de aanraking van Ted Troost zo bijzonder? Is hij domweg iemand die z'n han den niet kan thuis houden of heeft het verleggen van de tastzin een diepere betekenis? De haptonoom probeert ver bolgen te kijken, maar strui kelt over enkele lachrimpels. Dan, serieus, ontvouwt hij de motieven achter z'n werkwij ze. „Als gevolg van de jachtige samenleving lopen de mensen zichzelf voorbij. Ze zijn onbe kend geworden met de signa len die het lichaam aangeeft. Ze zoeken een toevlucht in pillen, alcohol, televisie; grij pen naar middelen om onbe hagen te compenseren. Vroeg of laat krijgen ze lichamelijke klachten, waarvoor ze een al of niet medicamenteuze oplos sing zoeken. Desondanks blij ven ze met een deel van hun probleem zitten. Dan komen ze terecht in een gebied van klachten die ontstaan uit gees telijke en mentale onmacht. In die situatie raak ik ze aan. We raken op de tast in gesprek. Het wonderlijke doet zich voor dat de aanraking de plaats in neemt van woorden. We on dergaan een soort alfabet van fevoel. Het is een ontdek- ingsreis. Zo ga ik om met angst, aldus reageer ik op spanning. We traceren de ge voelsgebieden op basis vrij heid. Tijdens deze transactie vrijwaar ik mijn cliënten van afhankelijkheid". Ted Troost is zich ervan be wust dat zijn verhaal voor bui tenstaanders moeilijk grijpbaar is. Het heeft hem jaren gekost om tot het haptonomisch in zicht te geraken dat zijn huidi ge praktijk faam heeft gege ven. Niet alleen in de wereld van topsporters, maar ook in anonieme klantenkring onder vindt hij bewondering en er kenning. Om duidelijk te ma ken dat hij z'n werk niet laat kwalificeren als „soft busi ness" vertaalt de haptonoom de probleemstelling in een simpel voorbeeld. „Er zijn mensen die voortdurend roe pen dat ze aan vakantie toe zijn. Zodra ze de stress van de dagelijkse besognes hebben af geschud, blijken ze de eerste tien dagen niet*aanspreekbaar. Ze komen tot rust en realise ren zich dan pas hoe verkeerd ze bezig zijn geweest. Als ge volg van overcompensatie was hen dat al die tijd niet duide lijk geworden. De herondek- king van jezeif kan hard aan komen. Daar past geen zweve rige opstelling bij, maar ade quate mentale begeleiding". Tomeloos Ted Troost zegt uit persoonlij ke ondervinding te weten waarover hij spreekt. „In de jaren zestig liep ik als fysiothe rapeut tegen m'n beperkingen op. Ik kon niet meer uit de voeten met m'n vak. De in strumentele omgang met pa tiënten gaf mij geen voldoe ning. Ik heb gezocht naar een nieuwe invalshoek, gepro beerd een vinger achter „het meer" te krijgen. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan. Ik heb me enkele jaren tomeloos in het leven gestort. Van alles en nog wat gedaan om mezelf te dwingen tot nieuwe inzich ten. Het was een soort wortel trekken om mezelf tot de juis te macht te verheffen. Ik wist dat ik mijn onvrede met m'n vak niet mocht compenseren door er in de weekeinden op uit te trekken met een cara- Is het aggregaat van de hapto noom onuitputtelijk of ligt hij regelmatig aan de accu van vakbroeders? Ted Troost: „Zo moet je dat niet zien. Natuur lijk word ik begeleid door mensen die met mij samen werken. Die houden mij heus wel wakker. Het gaat erom dat je op het juiste spoor blijft, je zelf tijdig corrigeert. Dat hoeft geen mens alleen te doen. Dat is een ontwapenend besef: nie mand hoeft alles alleen voor elkaar te boksen". ding tot lichamelijke klachten, leiband merkt dat hij of zij niet meer goed functioneert. Ze moeten van het presteren af, even niet bewijzen dat ze iemand zijn. Vervolgens pro beer ik iemand zodanig met zichzelf te laten omgaan dat hij maximaal gebruik maakt van z'n mogelijkheden. Dat voorkomt dat iemand op z'n 75ste jaar tot de ontdekking komt dat hij de slag heeft ge mist". De haptonoom glim lacht ruiterlijk. Hoewel hij zich niet wenst voor te staan op sportieve successen van an deren, voelt hij sterk met ze mee. Dat heeft hij vroeger gedaan als mentale begeleider van AZ '67 en onlangs nog bij FC Gro ningen. Troost ziet zichzelf als katalysator, een communica tieve verbindingsman. Zijn uitdaging ligt niet in de sfeer van winnen of verliezen. „Ik bekijk de spanningsvelden tus sen spelers onderling. Het gaat erom dat ze goed met elkaar de baan op kunnen zonder dat het vrienden zijn. Dat enkele spelers van het Nederlands elftal tijdens het EK-toernooi een beroep op mij hebben ge daan, past in deze benadering. Bovendien had ik gewoon een reguliere afspraak met ze in het kader van mijn behande lingsprogramma. Normaal ge sproken sta ik langs de zijlijn, maar tijdens een toptoernooi roepen ze mij uit m n mand. Dan probeer ik zo aanvullend mogelijk bezig te zijn. Het gaat er mij niet om graantjes van het succes mee te pikken". Michels „Ik ben doorgaans terughou dend met interviews". Ted Troost staaft deze opmerking aan de hand van enkele ar chiefstukken. De meeste vraaggesprekken met hem staan op vergeeld krantepa pier. „De haptonomie is zo vaak in een verkeerd daglicht gesteld dat ik mij weinig illu sies meer maak over het nuttig effect van een verhaal. Voor de commercie hoef ik het niet te doen, want ik heb het druk genoeg. Bovendien richt mijn instituut zich voornamelijk op mensen, die niet in de publici teit staan". Hij draait zich langzaam naar de camera en leunt ontspannen achterover in z'n bureaustoel. Niet bang om te worden aangeraakt. „Weet je wie dat wel is? Rinus Michels. Die man verstrakte helemaal toen hij door de jon gens op de schouders werd ge nomen. Die man slaat te veel spanning op in zichzelf. Hij heeft dan ook niet voor niets een hartinfarct gehad. Maar wat een kerel! Zoals hij kan omgaan met topsporters. Hij is waarschijnlijk de beste hapto noom van Nederland zonder dat hij het zelf weet". DICK PANMAN LOCHEM Gerrit Wol sink is weliswaar nooit wereldkampioen geweest in zijn imposante carrière - als motocrosser, hij mag niettemin als een monu ment van deze sport worden beschouwd. Circa 20 overwinningen in Gro te Prijzen eiste hij op en zes jaar lang was hij fa- brieksrijder van Suzuki. Naast zijn bijnaam „De Vliegende Tandarts" werd hij ook „The King of Carlsbad" genoemd, om dat hij tot vijf keer toe de daar gehouden GP van de Verenigde Staten won. In 1976 werd Wolsink tweede in het wereldkampioenschap 500cc. „In '77 en '78 was ik de sterkste, maar ik had niet het goede materiaal. Mikkola had #dat wel. In 1979 geloofde ik er zelf niet meer in. Bovendien was ik al die jaren kwestbaar, omdat ik brildrager was. Dat was toch een handicap. Ik kon nooit zo agressief rijden als ik wel wilde. Vaak moest de bril af door stof of modder als ik in een goede positie lag. Zo heb ik heel wat overwinningen en 1- gunstige klasseringen ver- •speeld. Toch was het een prachtige tijd". Later, in 1981 om precies te zijn, introduceerde Wolsink een nieuw fenomeen in Euro pa: de stadioncross. „Er is toch een innoverende werking van uit gegaan. De buitencircuits zijn veranderd door de sta dioncross, het is spectaculair der geworden en er is meer service aan het publiek geko men. Nadat we vanuit het Olympisch Stadion naar de Goffert zijn verhuisd hadden we vorig jaar voor het eerst een volle bak". Gerrit Wolsink leidt nog steeds een jachtig bestaan. Dat mag tenminste worden afge leid uit de propvolle agenda van de man, die de motocross in Nederland een belangrijke duw in de goede richting heeft gegeven en als tandarts en on bezoldigd coördinator van de KNMV (Koninklijke Neder landse Motorrijders Vereni ging) weinig vrije tijd heeft. Zijn conclusie na een gesprek van anderhalf uur:„Er is nog zoveel te doen binnen de Ne- j derlandse motocross. Je kan er moeiteloos dagelijks een pro fessioneel iemand opzetten. Daar is alleen geen geld voor. Toch gaat het me aan het hart, dat deze sport vaak zo klunge lig overkomt". „Dave Strijbos en John van den Berk hadden toch allang in allerlei praatprogramma's moeten zitten", zegt de 40-jari- ge Wolsink ergens in zijn be toog. „Een Yvonne van Gen- nip vragen ze wel, dat is door de traditie geen probleem. Maar om twee wereldkampi oenen motocross bij Tineke en Sonja aan tafel te krijgen, daar moet je aan werken. En die jongens hangen geen lulkoek op. Ze zien er netjes uit en ze kunnen heel zinnig over hun sport vertellen. Het is boven dien topsport wat ze doen. Omdat het kennelijk niet aan spreekt moet de bond actie on dernemen, proberen het imago te verbeteren". Knokken „Ik heb daar zelf ook voor moeten knokken, jaren gele den. Mijn vrienden op de uni versiteit probeerden me ook wijs te maken dat je je moest schamen als je aan motocross deed. Ik blijf het toch een prachtige sport vinden, waar echt élles inzit. Bovendien is het voor het publiek een tast bare topsport. Bij de Formule 1 en de wegrace zitten de rijders weggestopt, je ziet ze nauwe lijks tijdens de race. Het ren nerskwartier is bovendien hermetisch afgesloten. Bij mo tocross is dat rennerskwartier juist open. Je ziet de actie in de wedstrijd, maar ook alles er omheen. Je kan in de keuken kijken. Daar ben ik al jaren een voorstander van. Ik geef toe dat het niet mogelijk is om 110.000 toeschouwers in het rennerskwartier van Assen toe te laten, maar bij de cross kan het wel. Toen ik in m'n actie ve periode rijders vertegen woordiger van de FIM was, heeft men al geprobeerd om de zaak af te sluiten. Toen heb ik het kunnen voorkomen en ik vind nu nog dat het open moet blijven". De nieuwe opzet van het Ne derlands kampioenschap juicht Wolsink van harte toe. „Het verzadigingspunt was al een tijd bereikt. Om een voor beeldje te noemen: bij een kampioenswedstrijd in 1984 in Borculo kwamen slechts 250 mensen kijken. Da's triest na tuurlijk. Maar de oorzaken waren duidelijk. De liefheb bers gingen steeds selectiever te werk. Kozen een GP in West-Duitsland of België. Bo vendien was het voor de Ne derlandse organisatoren steeds moeilijker om toppers te con tracteren met zoveel GP's op de kalender. En er waren na tuurlijk veel te veel clubs die wedstrijden wilden organise ren. Vroeger had je maar een klein groepje. Rhenen, St. An- thonis, Markelo en Lichten voorde. En dan een keer in de twee jaar Bergharen of Mak- kinga. Met de samensmelting van de NMB eind jaren zeven tig kwamen er gewoon te veel wedstrijden. Punt was ook dat de Nederlanders op hun eigen, specifieke zandbanen veel te sterk waren voor de buiten landers. De pers deed daar ne gatief over". „Zoals het NK nu is opgezet, daar ben ik altijd een voor stander van geweest. Van de zes wedstrijden zullen er altijd vier spannende tussen zitten. Nee, de bond is niet laks ge weest. In tegenstelling tot veel Nederlandse sportbonden heeft de KNMV een moderne aanpak. Ze willen wel, al kost het vaak moeite. De nieuwe opzet bijvoorbeeld is door Jos Vaessen en Willem Bielder- man door alle commissies ge drukt. De clubs hadden geen keus". Sluitpost „Coaches zijn in de motocross altijd de sluitpost van de be groting. De financiële midde len ontbreken daarvoor, ter wijl er toch veel geld in om gaat. Individueel dan. Toch is een coach heel belangrijk. Hoeveel fabrieksteams zijn er niet die hap-snap een paar rij ders kopen en dan geen succes hebben En kijk naar een Ro ger DeCoster, die bij Honda veel goed werk doet en succes op succes stapelt. Kijk ook naar Silvain Geboers, de broer van Eric. Een coach of ver trouwensman, net hoe je die vent wilt noemen, is van we zenlijk belang. Vooral omdat je tegenwoordig met jongens van 16, 17 jaar te maken hebt, die geen ervaring hebben. In het Venko-team heb ik Dave Strij bos een tijd begeleid. Hij mop perde wel eens wat voor zich uit als ik hem adviseerde, maar hij deed het uiteindelijk toch maar. Hij is dan ook ze ker sterker geworden". „kee, een coach hoeft het niet per sé zelf te hebben gemaakt. Als er bij jezelf veel is misge gaan, kan je daar juist goed over oordelen. Zelf was ik al- Gerrlt Wolsink blaast, anno 1979, uit na een motocross in Finland. tijd een eigengereid stuk vre ten, zoals de meeste crossers. Toch heb ik de sport in Neder land naar niveau getild. Door uitslagen te rijden en door m'n p.r. goed te bedrijven. Maar ik ben ook altijd een pionier ge weest. Altijd vragen en zoe- kin". „Er is weinig bekend op het gebied van training. Iedereen doet het op z'n eigen houtje. Deed ik vroeger ook. Je hield het voor jezelf, je was zo egoïs tisch als de pest. Via Jan Vos in Nijmegen, de inspannings fysioloog, ben ik toch veel aan de weet gekomen. Zat er ten minste lijn in m'n trainingsop- bouw. Pieken was en is na tuurlijk onmogelijk, omdat het seizoen zo lang duurt. Nu zit een hele grote groep crossers bij Frans Vos in Gemert, maar ik weet niet of hij de wijsheid in pacht heeft. Pedro Tragter traint niet bij hem en doet het ook goed. Bovendien zijn er geen geheimen over kracht training. Ik spreek uit erva ring. Het is saai en keihard, meer niet". „Het zou toch een goede zaak zijn als een coördinator of een bondstrainer er lijn inbrengt. Ervaringen met succesvolle methodes doorspreken, bij voorbeeld. Daar moeten we naar toe met de toprijders en de trainers. Testen en begelei den kan dan centraal geregeld worden. In een centrale trai ning zie ik overigens niks, om dat het een individuele sport blijft. De medische begeleiding is wél weer iets om samen te doen. Als je op vaste tijden bij elkaar komt kun je elkaar aanvullen. En wat onderne men als het bloed niet goed is. Of er een vriendinnetje lastig is, of een vader zit te zeuren. Als de top coördineert dan doe je ervaring op. Dat is meetbaar en daarvan kunnen de rijders net onder de top profiteren". Bitterballen Het matige p.r.-beleid van de bond is ook een stokpaardje van Wolsink. „Je moet voor informatie zorgen. Maar dan ook goed. Zinnige dingen zeg gen als je een persconferentie geeft. Niet slap ouwehoeren en dan aan de bitterballen en de jonge jenever. Jan Martens, de opvolger van Vaessen bij de KNMV, doet al goede dingen. Maar er is meer nodig. Er zou een sponsor voor de bond moeten komen waardoor je niet meer afhankelijk bent van een paar goedwillende geldgevers. Dan pas kan je geld in de begeleiding van een topper stoppen. Want ook die topjongen heeft advies nodig. Nee, niks babysitten". RUUD DE JAGER door Frank Werkman Blabla 's Ruud Gullit is natuurlijk een bovenstebeste, maar de manier waarop hij a/gelopen weekeinde publiekelijk huishield onder no toire notabelen gaf geen pas. De voetbalvedette vatte het gevoe len van de spelersvan het gou domrande oranjeteam samen door officials onheuse opmer kingen toe te voegen. Nu heeft Ruud enig krediet, maar zelfs sterren kunnen vallen en ook de man wiens uitstraling toch al ietwat was verbleekt onder de opblinkende glans van Marco van Basten moet zijn grenzen kennen. En die heeft hij door te reppen over bobo's overschre den. Deze uit de turbotaal af komstige kreet over doorgaans in blauwe blazers gestoken figu ren kreeg uit de mond van Gul lit een nogal negatieve klank. Waarom? Deze bondsbonzen vervullen wel degelijk een heel nuttige functie. Immers, simpel weg gezegd: zonder officials zou er geen bond zijn. Zij zorgen er voor dat er vergaderingen worden belegd, dat er zalen worden gehuurd, verteringen worden gedaan, sigaren en jene ver wonden verkocht. Kortom, bobo 's zorgen voor economische bedrijvigheid. En daarvoor ver dienen ze een pluim. Het oplopen van de Oranje- koorts in de vaderlandse voet balthermometer vorige week en het voorbije weekeinde is uiter aard niet direct hun verdienste geweest. Dat weten ze zelf ook wel. Maar officials die avond aan avond in het zweet hun aanschijns noest arbeiden aan alles waarmee ze door hun ach terban zijn opgezadeld, mogen natuurlijk ook wel eens uit de bol. Een Van der Louw bijvoor beeld moet namelijk tussen alle overleg met commissarissen van politie door ook nog eens zeer frequent aan andere commissa- riéle verplichtingen voldoen. Mag de man, die in zijn vrije tijd als een volwaardige prof voortdurend met zijn vak bezig is zich dan misschien ook een keer koesteren in het oranje schijnsel En is een tot het achtenswaardi ge ambt van staatssecretaris ge roepen man als Dees niet voort durend bezig om de belangen van de Nederlandse sport te be hartigen Balanceert deze Dees niet voortdurend op het scherpst van de snede als het snoeimes van Luthers weer kei hard in zijn vakgebied dreigt te worden geplant Die Dees loopt zich het vuur uit de sloffen om Michels en consorten op de voet te volgen en in Hamburg en Milnchen alle mogelijke morele steun te verlenen. Mag de Dees, die in alle zondagse vroegte in Eindhoven toch weer van de partij is na alle inspanningen van de avond tevoren in Beie ren en maandag weer acte de presence geeft op Huis ten Bosch, misschien ook iets terug zien voor al zijn moed en moei te En Braks dan Van Eekelen Van den Broek Lubbers Mannen die zich voortdurend inzetten voor het landsbelang, of op zijn minst een deel daar van. Bewindslieden belast met belangrijke aan voetbal verwan te taken als vissen, verdedigen, aanvallen en spelverdelen. En hun vrouwen Terecht dat die er ook bij waren. Wat is tenslot te een man zonder vrouw die achter hem staat Dat weet een voetballer toch als geen ander. Je hoort ze er nooit over praten, maar een speler met persoonlij ke problemen presteert niet, heeft na een nerveuze nacht de vorm van de dag niet Resteert Pieter van Vollenho ven, door Ruud Gullit ook tot de bobo's gerekend. Ten on rechte, want Pieter is meester, houdt zich intensief bezig met veiligheid inhet verkeer, speelt verdienstelijk piano en schuwt, mits gechauffeerd, een glaasje gerstenat niet. En een muzikale medestander op een aanstaand Oranjefeestje is natuurlijk nooit weg. Pieter gaf met zijn aanwe zigheid een koninklijke dimen sie aan het voetbalfestijn, dat toch al zo'n vorstelijk verloop had gekend. Bovendien hoeft Pieter niet meer te leren en kan hij zich anders dan kroonprins Willem-Alexander, die toch al meer van schaatsen dan voetbal houdt, onbekommerd aan repre sentatieve taken wijden; zonder dat hij bijles behoeft krijgen in het een of andere vak om niet achterop te raken. Oranje schreef geschiedenis de voorbije weken en dat wilde Nederland weten. Zelfs mensen die niet eens wisten dat een bal rond is, stortten zich in het feestgedruis. Was er een beter bewijs dat er in ons voetbal ook wat anders mogelijk is dan van dalisme Dat zal Gullits bobo's hebben geplezierd. Jammer dat minister Van Dijk van binnen landse zaken niet in Milnchen was. Had hij meteen alle 842 burgemeesters van ons land al of niet vergezeld van eega —kunnen meenemen. Want Oranje-koorts is mooi, maar zelfs die zal weer eens da- lep. En dan krijgen de blabla's het weer voor het zeggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 11