Snookerspelers blijven
de bescheidenheid zelve
„Damesvolleybal begint op topsport te lijken"
EERSTE TOERNOOI
OM EUROPEES
KAMPIOENSCHAP
VOOR AMATEURS
IN SCHEVENINGEN
BESTE SPEELSTER ALLER TIJDEN MARTJE DE VRIES:
SPORT
CeicbeSou/ui/nt
ZATERDAG 11 JUNI 1988 PAGINjfC
DEN HAAG De ver-
wachtingen van de drie
Nederlanders die vandaag
beginnen aan het eerste
Europees kampioenschap
snooker voor amateurs va
riëren van „niet verlie
zen" tot „derde worden in
de poule". Nederlands
kampioen René Dikstra,
„eeuwige tweede" Wim
Braam en jongeling Pascal
Houke maken zich voor
het toernooi in het Sche-
veningse Circustheater in
elk geval geen illusies;
aan het niveau van bij
voorbeeld hun Engelse ri
valen zullen zij voorlopig
niet kunnen tippen.
Niet iets waarover men zich
zorgen hoeft te maken, want
Engeland heeft een snookert
raditie van bijna een eeuw,
terwijl in Nederland de eerste
snookertafels pas vier jaar ge
leden werden geplaatst. Dat er
jaarlijks ongeveer 150 speelta
fels bij komen, heeft voorals
nog niet tot gevolg dat de Ne
derlandse „snookerverslaaf-
dën", zoals de topspelers zich
zönder uitzondering noemen,
op internationaal niveau een
rol van betekenis spelen.
Het mag dan ook opmerkelijk
genoemd worden dat Neder
land, als nieuwkomer in de
snookerwereld, het eerste Eu
ropees kampioenschap voor
amateurs mag organiseren.
John Duymel, bestuurslid van
de Snooker en Billiards Bond
Nederland, stond aan de wieg
van het toernooi waaraan 26
deelnemers uit 13 landen mee
doen. „Toen anderhalf jaar ge
leden de Europese snooker-
bond werd opgericht en er ge
vraagd werd wie het eerste
EK wilde organiseren, ben ik
zo dom geweest mijn vinger op
te^ steken", bekent Duymel
schuld. „De Belgen waren iets
later met hun vinger, dus die
zijn in 1990 aan de beurt".
Proftoernooi
Aanvankelijk zou het toernooi
wórden gehouden in de nieu
we hal van het Congresge
bouw. Een heus proftoernooi
stond bovenaan het verlang
lijstje van het management
van het Congresgebouw, maar
de kosten daarvoor, ruim één
miljoen, bleken te hoog. Ook
het budget voor het EK voor
De Nederlandse deelnemers aan het EK snooker voor amateurs dat vandaag in Scheveningen van start gaat:
(van rechts naar links) Wim Braam, Pascal Houke en René Dikstra.
amateurs was echter onover
komelijk: aanpassing van de
hal en de bouw van tribunes
zou 3,5 ton vergen. Daarop
meldde het Circustheater zich
(voor 2,5 ton) en met die loka-
tie ziin alle betrokkenen uit
eindelijk zeer gelukkig. De
stoelen op de parterre zijn ver
wijderd en vanaf de balcons
rond de speelvloer met vier ta
fels zullen de toeschouwers
alle partijen goed kunnen vol-
Ondanks de concurrentie van
het Europees kampioenschap
voetbal dat in de zelfde perio
de wordt gehouden („toen we
eenmaal door hadden dat het
samenviel, konden we niet
meer terug"), verwacht orga
nisator Duymel vijfduizend
belangstellenden. Die trou
wens bepaald niet voor een
dubbeltje op de eerste rang zit
ten. Een passepartout voor het
hele evenement kost ƒ125,-;
om de finale bij te wonen moet
de toeschouwer ƒ25,- betalen.
„We hebben onze begroting zo
opgesteld, dat we niet afhan
kelijk zijn van het bezoekers
aantal", vertelt Duymel.
„Maar het Circustheater, dat
een van de sponsors is, wilde
een stem in het bepalen van
de toegangsprijs. Ik ontken
trouwens dat de prijzen hoog
zijn; we hebben het over dag
kaarten, dus voor ƒ25,- ben je
een paar uur onder de pan
nen"'. Duymel gelooft niet dat
de toegangsprijzen belangstel
lenden zullen afschrikken.
„We hoeven toch niet te reke
nen op mensen die nog nooit
een partij snooker gezien heb
ben. Ik weet niets van cricket
en zelfs als ik gratis naar een
sterrenteam mag kijken, ga ik
niet. We verwachten mensen
die het wereldkampioenschap
voor profs op tv hebben ge
zien, en zulke sterren, maar
dan amateurs, eens in het echt
bezig willen zien. En daar ook
wel wat voor willen betalen".
Tevreden
Hagenaar René Dikstra zal ui
termate tevreden met zichzelf
zijn, als hij in zijn poule op de
derde plaats eindigt. Hij grijpt
dan dus naast de kwartfinales,
waarvoor de eerste twee van
de poule zich plaatsen. „Meer
is er voor mij niet weggelegd.
FOTO: CEES VERKERK
Op papier zijn vier van mijn
zes tegenstanders sterker dan
ik", zegt Dikstra (25), die voor
elk toernooi maar weer moet
afwachten hoe het met zijn
concentratie is gesteld. „Als ik
mezelf kan afsluiten voor alles
wat er buiten de partij ge
beurt, speel ik als een bezete
ne. Verlies ik mijn kop, dan
sta ik als een beginneling aan
de tafel". Helaas heeft hij
maar weinig controle over
concentratie. Waarom, dat kan
hij'niet verklaren. „Misschien
komt het, omdat ik de nacht
voor een belangrijk toernooi
helemaal niet slaap. Ik heb
ooit wel eens contact gehad
met iemand die sporters psy
chologisch begeleidde, maar
veel heb ik daar niet mee ge
daan. Ben ik te eigenwijs
voor".
Net schaken
Dikstra komt, net als de ande
re twee Nederlandse deelne
mers aan het EK, oorspronke
lijk uit de biljartwereld. Twee
ëneenhalf jaar combineerde hij
het driebanden met snooker
(„het is net schaken"), maar
daarna was de aantrekkings
kracht van snooker niet meer
te weerstaan. „Het is elke keer
weer een apart gevoel als ik
die bal in de pocket zie verwij
nen. Het precisiespel, dat vind
ik heerlijk".
Niet alleen het spel zelf, maar
ook de sfeer eromheen was
voor Dikstra alsook voor Pas
cal Houke uit Breda aanlei
ding om over te stappen. De
achttienjarige Houke was twee
iaar zowel Nederlands beste li-
We- als kaderspeler, maar
toen de eerste snookertafel in
Breda werd geplaatst, was hij
verkocht. ,,^ij het biljarten
was alles serieus, heel rustig,
snookeraars zijn veel sponta
ner". En veel jonger ook; 85%
van de spelers is tussen de 16
en 30 jaar oud. „Hoewel het, ik
denk onder in vloed van het
snooker, de laatste tijd wat los
ser wordt, moeten biljarters in
het zwart gekleed gaan. Zwar
te broek, zwart vest en zelfs
zwarte sokken", zegt Houke,
die zich, schijnbaar bevrijd
van die dwang, nu hij snooker
speelt zelfs een frivole roze
strik toestaat.
De 24-jarige Hagenaar Wim
Braam, de afgelopen twee jaar
tijdens het Nederlands kampi
oenschap steeds tweede achter
Dikstra, hoopt dat het Euro
pees kampioenschap een nieu
we impuls geeft aan de snook-
ersport in Nederland. Al was
het alleen maar om sponsors te
interesseren. Want Dikstra en
Braam (Houke gaat komend
jaar in dienst) hebben op jeug
dige leeftijd een maatschappe
lijke carrière opgegeven voor
het snooker. Met een uitkering
en een tegemoetkoming in de
kosten van de sponsor kunnen
ze zich net redden. „Een baan
ernaast is niet mogelijk, zelfs
niet als amateur. Als je niet
elke dag minstens vier uur
achter de tafel staat, red je het
niet. Ook in Nederland niet
meer".
CORIEN BOTMAN
SNEEK Waar Martje de
Vries het meest aan moet
wennen wanneer ze te
genwoordig met Oranje op
stap gaat, is dat ze geen
vast slaapmaatje meer
heeft. Een assistent-
bondscoach heeft tenslotte
geen slapie. Ook al bestaat
datzelfde Oranje voor bij
na de helft uit speelsters
die tot voor kort in iSneek
nog gewoon teamgenoten
van De Vries waren. „Je
zit alleen op één kamer.
Dan kijk je eens hoe laat
het is en denk je: ik ga
maar eens eten, want je
hebt geen gezelschap. Dat
mis ik nog wel. Maar aan
tafel lol maken is hetzelf
de gebleven". Medio mei
is ze helemaal gestopt met
spelen, na een wedstrijd
tussen Avero Olympus en
de nationale vrouwen-
ploeg van Canada. Bij het
recente toernooi in De-
demsvaart zat ze daarna
dus op de bank, haar
nieuwe plaats bij Oranje.
Neerlands beste volley-
balster aller tijden als
hulpje van bondscoach
Wuqiang Pang.
Tot op heden heeft Martje de
Vries nog nauwelijks de krie
bels gevoeld om in te springen
wanneer het met het Oranje
binnen de lijnen fout dreigde
te gaan, of ging. Tijdens een
toernooi in Bremen, begin dit
jaar, leefde even het idee om
mee te gaan doen, om orde te
scheppen in de chaos. „Maar
overheersend was dat gevoel
niet".
Niemand zou met zo'n inval
beurt ook gediend zijn, meent
De Vries, die is gestopt na
„vijftien of zestien jaar' topvol-
ieyoal. En Oranje moet
worden klaargestoomd voor
het Europees kampioenschap
van volgend jaar in West-
Duitsland. Daarom bedankte
ze vorig jaar direct na het EK
in Belgie voor het damesteam
toen ze het besluit had geno
men na dit seizoen helemaal te
stoppen.
30 jaar
Met haar 30 jaar zou De Vries
statistisch gezien nog wel een
paar jaartjes mee kunnen bal
len aan de nationale top. De
schat aan ervaring, waaronder
negen landskampioenschap
pen, 187 interlands, een derde
plaats bij het EK '85 en een
tweede plaats in het Europese
toernooi voor landskampioe
nen ('82), zou haar zelfs toe
staan mee te draaien met ver
minderde trainingsarbeid.
Daarvan kan geen sprake zijn.
Als Martje de Vries traint, dan
„graag heel veel en fanatiek'.
Dat er met name in Sneek
ménsen zijn die zich afvragen
waarom ze is gestopt kan ze
zich wel indenken.
„Die mensen zien mij nog pot
jes ballen, springen, rennen en
duiken en zien ook dat ik nog
steeds plezier heb. Maar ze
vergeten dat er wel vier keer
in de week voor moet worden
getraind. Misschien zou ik, als
ik me er op in zou stellen, nog
wel een jaartje door kunnen
gaan. Maar ik krijg steeds
sneller last van blessures.
Train ik te hard, te veel, dan
krijg ik last van mijn achilles
pees, trekken mijn knieën of
heb ik de volgende dag een
stijve rug. Dertig jaar is mis
schien nog jong, maar als je
vijftien of zestien jaar in de
eredivisie speelt en zoveel jaar
in het Nederlands team is het
op een gegeven moment ge
woon op. Natuurlijk is dat ook
een mentale kwestie. Ik wil
ook eens andere dingen doen
nu het nog kan. Bijvoorbeeld
een kind krijgen".
Knieproblemen
Ooit schoolde De Vries, na
ernstige knieproblemen die
haar loopbaan als middenaan-
valster in duigen leken te
gooien, om tot succesvol spel-
verdeelster. Als assistent-
bondscoach voelt ze zich in
middels ook aardig op haar ge
mak. En meer het hulpje, dan
de leerling van bondscoach
Wuqiang Pang. De communi
catie tussen de Chinees, die
zich vooral van het Engels be
diend, en de vrouwenploeg is
nog steeds gebrekkig. De Vries
heeft aan een half woord van
Pang genoeg om zijn bedoelin
gen helemaal te begrijpen. An
dersom is ze spreekbuis van de
groep naar de hoofdtrainer.
„Maar de leerlinge van Pang
voel ik me niet. In het jaar dat
ik onder hem heb getraind,
heb ik wel veel geleerd. Die
fase is nu een beetje voorbij.
Ik breng nu zelf ook dingen
in". Het trainen van de spel-
verdeelsters komt voor het
grootste deel voor haar reke
ning.
„Wat ik wel moet leren is een
team van buiten het veld te
analyseren. Je stond er altijd
in, daar komen problemen di
rect op je af en moet,je een
keuze maken voor de eerste de
beste oplossing. Nu moet je
van buitenaf een oplossing
voor het hele probleem vinden
als iets niet loopt. Ik zeg niet
dat het moeilijker is, maar an
ders. Dat moet je wel leren".
Martje de Vries ervaart de
nieuwe plek, in vergelijking
met die binnen de lijneh, niet
als een machteloze. „Ik vind
het juist leuk als je op de bank
iets ontdekt, dat bijdraagt aan
het spel. Dan ben je niet
machteloos. Zodra je dingen
ontdekt en ziet dat er door
aanpassingen in de volgende
wedstrijd beter wordt ge
speeld, dan is dat lekker".
Mannenploeg
Dat de landelijke aandacht en
die van de volleybalbond mo
menteel hoofdzakelijk naar de
nationale mannenploeg gaan,
daar heeft De Vries geen
moeite mee. Na het optreden
van de mannen in Seoul zou
ze echter het liefst een gelijke
behandeling zien. „Maar ik be
sef ook dat dat niet zo simpel
ligt. De jongens die nu bezig
zijn, hebben er alles voor over,
dan verdienen ze het goed te
worden ondersteund. Bij ons
zijn de huidige prestaties iets
minder, dan zijn er stemmen
die zeggen. „Geef ons dezelfde
Voorwaarden en dan komt het
ook". Maar ik denk niet dat
het zo werkt. Er zijn een paar
jongens die gek waren en de
rest is meegegroeid. Bij ons
zijn er misschien ook wel een
paar van die gekke types,
maar het gros van de groep is
net aan een studie begonnen
Martje de Vries heeft nu tijd voor andere dingen dan volleyballen en het trainen daarvoor.
in tegenstelling tot dé man
nenploeg, waar iedereen de
studie juist een paar jaar aan
de kant heeft gezet. Natuurlijk
moeten we wel proberen die
zelfde richting uit te gaan,
maar dat kun je niet forceren.
Je kunt nu niet zeggen: „Wie
wel wil, komt erin, de anderen
niet. Dan raak je een stuk ni
veau kwijt en hou je alleen de
werkers over. Daarmee haal je
de top ook niet".
Rigoreus
De spelmaakster, die vorig jaar
bij het veertigjarig bestaan van
de Nederlandse volleybalbond
tot beste Nederlandse speelster
aller tijden werd gekozen,
denkt als trainer/coach tot de
rigoureuze types te gaan ho
ren. Ze heeft een gruwelijke
hekel aan teren op oude suc
cessen. „En ik hou er niet van
excuses te zoeken. Ik kan wel
redenen accepteren waarom
iets niet loopt, maar ik ben
ook het type dat daaraan con
sequenties verbindt. Ik kan
wel rigoureus zijn denk ik,
maar voorlopig heb ik nog niet
zoveel te zeggen".
Dat ze in één keer als hulpje
van Pang werd gevraagd,
vindt De Vries een hele eer.
Ze had gedacht „gewoon via
wat jeugdteams en hier en
daar een kampioenschapje" op
te klimmen. De aspiraties om
bondscoach te worden zijn er
ook (nog) niet. „Daarvoor
moet je meer ervaring hebben
als coach. Ik heb nu wel mijn
B-diploma en ben Martje de
Vries met zoveel jaar ervaring,
maar dat wil niet zeggen, dat
nu alles zo moet als ik het
wil".
Zomerschema
Ondanks een zomerschema
van ongeveer tweehonderd
trainingsuren, waarin stages
naar Japan en Tsjechoslowa-
kije opgenomen, begint de Ne
derlandse volleybaltop maar
net naar topsport te ruiken,
vindt de Vries. Ze vindt het
leuk de laatste ontwikkelingen
op de bank mee te maken.
„Toen ik begon was volleybal
in Nederland nog een recrea
tiesport. Op elk niveau. Sinds
1984 en het EK van '85 (waar
FOTO: PERS UNIE
de vrouwen ploeg historisch
brons veroverde; red.) is de
ontwikkeling al enorm ge
weest. Nu kan ik de ontwikke
ling naar topsport nog meema
ken. Dat is het nog niet, maar
het begint er wel op te lijken.
Als ik het vergelijk met wat
andere topsporters er voor
doen denk ik: volleybal is nog
een leuke bezigheid. Topsport
is voor mij pas topsport als ie
er zo'n beetje alles voor aan de
kant zet. Ik heb zelf ook niet
altijd topsport bedreven. Mis
schien sinds 1985 een beetje. In
de voorbereiding naar het EK
'85 kregen wij ook het gevoel:
jongens wii doen aan topsport.
Misschien heb ik dus vier jaar
aan topsport gedaan".
RENE VAN HATTUM
h.
door Frank Werkman jtlli
Die s
■tel*
Afschaffen
kelt
Philippe Chatrier, de prei
van de internationale
tennisfederatie, heeft enig
weken geleden een ballet!
opgegooid. Op zich niets J
bijzonders, want Chatrier cr
hanteert ook zelf geregeld
racket. Daarvan worden <f
illustratieve bewijzen gert
geleverd in allerhande
periodieken. Chatrier is
namelijk een publiciteitsbf dat
mannetje, dat elke gelegeir"
te baat neemt om zijn gef
te laten zien. L-,
De bebrilde Fransman sftvnV;
bijvoorbeeld elke maand ^erii
nieuwsbrief de wereld ron En
hoewel er nog nooit een
primeur in stond, staat
staan. Het op zeer stevig,
voornaam ogend en darii
zwaarwegend papier joun
uitgegeven epistel is een
duur uitgevallen hobby vLë
Chatrier. Maar ach, ieder po u
mens mag er een liefheb&ii
op nahouden en aangeziei 5. 1
tenniswereld nog steeds FJJJ*
overloopt van dollars kanjm,
vrolijke Frans zijn gang ghu.
Als je maar veel meningeal*
ventileert en geregeld idePr,-F
laat opborrelen kan het nP*"
anders of er zit ook wel
een bruikbare gedachte bfeten
hoewel ze zelden revolutie 1.
zijn. Maar onlangs kon
Chatrier worden betrapt <^n's
een weliswaar niet c 2,
oorspronkelijke, maar wehd.
nuttige gedachte; volgens J
moet de tweede opslag wór
afgeschaft. Dat is nogal wj,d
want daarmee wil hij een\ c»i
de meest elementaire i.
onderdelen van het tennii
elimineren. Vooral als hetl
afkomstig is van iemand, r^'a,
wiens tenniscapaciteiten
Franse slag het voornaai
wapen is en de service - oi
nu de eerste of de tweede
betreft - niet meer behelst
het in het spel brengen va
bal. H
Zo langzamerhand is alleS^a
de tenniswereld wel zo'n :en
beetje geregeld - van het d'g
hoge prijzenschema voor èor
vrouwen tot een gedrag
voor zich misdragende
mannen. Dan maar eens,
Chatrier hebben gedacht, |n8
mes gezet in de spelregel
sinds het eind van de voi
eeuw niet meer zijn
veranderd.
Ik ben het met de Fransi
eens dat het spel aardige}
worden als de overheerse
invloed van een snoeihai
eerste opslag wordt
teruggedrongen. Als ook
servicekanonnen per punt
slechts één poging mogen
de bal in het bewuste vai
de opponent te doen beia/r3
leidt dat ontegenzeggelijk j^e
nivellering van de
krachtsverhoudingen en
misschien wel tot een aai
verloop van veel partijen.
Vooral op gras. Op die i Y
supersnelle ondergrond lij)
de ballen bij de eerste opsh
steeds meer op ongeleide BIJ
projectielen, omdat op een.
mislukte lancering een 11C
herkansing volgt.
Mannen als Annacone, Rem
en Curren staan niet te
juichen bii het door Chatf,Q]
opgegooide balletje en slai
het projectiel het liefst fenj)S(
diens baanvak. Zij zullen fle
de qua spelreglementen fdste
meest conservatieve sportyn
rekenen tenniswereld akk\ ij
zou gaan met het afschaf^ch
van de tweede service ee/jp0(
stevige stap terug moeten ^ed
doen. Van mokerende |r
meppers zullen zij verwo/jde
tot modale mopperaars. Si
Ik denk dat er nog enige fiet
harde klappen zullen valled
over het ideetje van Chati V;
die zich evenwel graag ee|en
plaats in de galerij der grfad
wil verwerven. En het err
halveren van de service ife
een sterk wapen. Waarmfa
tennis dan ook eindelijk e d
stapje zou hebben gezet ofen
pad der popularisering. VH L
schakel je een element uillp
in feite dodelijk is in en irs
het spel, dan valt er voorj tr
publiek (en daar gaat hef ha]
om) meer te genieteniVil
Andere sporten gingen te<an
voor. Bij voetbal is de h<
doelmanswandeling h z
uitgebannen en wordt sfröinj
gelet op het ingooien. In in
hockey werd de handstop w
afgezworen, basketballers Di
kunnen driepunters score#).Q
volleybalwereld overweeg
een tiebreak in de beslissi
set te introduceren en nefli
bij badminton de niet-
serverende partij punten (h(
laten scoren. Bij tafeltennL
basketbal en waterpolo ber
een tiidregel om eindeloorP'
breecftespel uit te bannenf^
biljarten wordt om sets l0r01
gespeeld. jn
Kortom, de sport was en
beweging. Slechts om diejj1^
simpele reden zou tennis r
best mogen evolueren. Du'
wat mij betreft: vive Char,