Hans van Breukelen heeft geen nachtmerries meer Frits Kessel en de pijngrens p«s Voorgaande finales ZATERDAG 4 JUNI 1988 Jury geeft auto Voor. de technisch meest be gaafde speler, die door een on afhankelijke jury wordt geko zen, zal het EK een extraatje opleveren. De „speler van het toernooi" wacht een fraaie auto van een bekend Westduits merk. Wat voor vehikel het is, is nog niet bekend gemaakt. Maar dat het een vervoermid del zal zijn van een imponeren de prijs met de nodige techni sche speeltjes staat wel vast. Geel en rood Voor verzamelaars van gele en rode kaarten zijn vooraf duide lijker regels opgesteld. Twee gele kaarten betekent automa tisch één wedstrijd schorsing. Dezelfde straf staat ook voor een rode kaart, al zal de tucht- commissie van de UEFA ver volgens die straf kunnen verho gen als er aanleiding toe is. In de spelersgroep van het Neder lands elftal zijn drie spelers reeds in het bezit van een prent: Van 't Schip, Van Basten en Bosman. Russen leiden Voor acht toernooien om de Europese titel voor landen teams zijn bijna 800 wedstrij den gespeeld. In het klasse ment, bepaald naar het totaal aantal behaalde punten, voert de Sovjetunie de ranglijst aan, vóór Spanje en Engeland. Ge zien de verschillen in aantal ge speelde wedstrijden geeft het klassement over de behaalde punten per wedstrijd een iets eerlijker beeld. Dertien man De directe groep van begelei ders in Duitsland bestaat naast een aantal KNVB-bestuurders uit dertien man. Rinus Michels, de bondscoach, Wordt bij het veldwerk geassisteerd door Nol de Ruiter en Bert van Lingen. Twee andere trainers uit het Zeister apparaat, Piet Buter en Ron Groenewoud, doen de wedstrijdobservatie - van tegen standers. Pauly bij Oranje Het duel tussen Nederland en de Sovjetunie staat op 12 juni onder leiding van Dieter Pauly, die het afgelopen Europa Cup seizoen onder meer de spelregie voerde tijdens de duels Bor deaux - PSV (kwartfinale Euro pa Cup I-toernooi) en Ajax - KV Mechelen (eindstrijd Euro pa Cup II-toernooi). Pauly was dus de man die in de Europa Cupfinale der bekerwinnaars binnen een kwartier Ajacied Danny Blind naar de kleedka mer stuurde. Openingsduel Keith Hackett, de 43-jarij biter uit Sheffield, valt de beurt op 10 juni het opet Va duel van het EK 1988 te n aai fluiten. Hackett wordt ge e.n teerd door zijn landgei Neil Midgley en Brian Hi Na man die op 14 mei de Eri^Sp Cupfïnal tussen Liverpoc n0' het verrassend winnende na bledon leidde. we EINDHOVEN - Hij is misschien wel van de hel in de hemel terecht gekomen. Zelf wenst Hans van Breukelen het allemaal niet zo zwart-wit te zien, maar het verschil is toch opmerkelijk. In 1987 ging hij nog door het leven als de pis paal van het Nederlandse voetbal, nu, een jaar later, snelt de geboren Utrechter van hoofdprijs naar hoofdprijs met de landstitel voor PSV, de bekerwinst tegen Roda JC en de vooral dank zij hem (gestop te elfmetertrap) gerealiseerde triomf in het Europa-Cuptoernooi tegen Benfica. „Een nachtmerrie is ineens een mooie droom gewor den", zegt de doelman, die ook zelf onderkent dat hoogte- en diepte punten zijn loopbaan sieren en ontsieren. Een droom, die bij het EK in West-Duitsland een happy end moet krijgen. Hans van Breukelen weet waarschijnlijk als geen ander dat het kan verkeren in de voetballerij. Vandaar dat de nu 29-ja- rige doelman de opmars van PSV (ge slaagd) en Oranje (gehoopt) gretig inha leert. Hij is, zoals een voetbalweekblad in een speciale EK-uitgave het treffend uitdrukt, begonnen aan zijn vette jaren, die - de uitdrukking zegt het al - voor Van Breukelen louter voorspoed lijken te gaan brengen. De doelman, omstreden als hij toch nog immer is, heeft echter ook mindere tij den gekend. „Ik droom nu van het suc ces, dat ik mag meemaken", trekt Van Breukelen de beeldspraak nog even door, „maar ik heb ook wel eens nacht merries gehad waaruit ik gillend wakker werd". Het mislopen van het wereldkampioen schap in Mexico is in dat opzicht een sprekend voorbeeld. Het staat hem nog helder voor ogen, dat niet Nederland, maar België zich na een tweedelige bar rage plaatste voor het titelgevecht. Het is voor Van Breukelen één van de diepte punten in zijn carrière. „Ik ben daar echt een tijdje kapot van geweest", her innert hij zich. „Die wedstrijd tegen Bel gië, waarin we vijf minuten voor tijd nog zo zeker waren van Mexico, heeft echt een paar weken door m'n hoofd ge spookt. Het was soms zelfs zo erg, dat ik, als ik met de auto ergens naartoe moest, vaak finaal verkeerd reed. Niet omdat ik de weg niet wist, maar omdat ik achter het stuur nog veel te veel met die wedstrijd bezig was". Graspolletje Het is slechts één van de teleurstellingen die Van Breukelen heeft moeten door maken. En hij heeft in de loop der jaren nogal wat klappen moeten incasseren. De Utrechter mag zich dan al lange tijd de eerste keeper van Nederland noemen, echt geliefd, zoals een voorganger Piet Schrijvers dat was, is de sluitpost van PSV nooit geweest. De gedachten gaan dan terug naar vorig seizoen, toen hij met PSV weliswaar de titel binnenhaalde, maar waarin bijna al les en iedereen in april over Van Breuke len heen viel na het incident met het. graspolletje tegen Feyenoord en zijn re servepositie achter Joop Hiele tegen Hongarije. „Op zulke momenten ben je als keeper zo verschrikkelijk eenzaam, dat valt nauwelijks uit te leggen. Half Nederland stond zo'n beetje op de deksel van m'n doodskist te springen, zo erg was het. Ik was blij, dat ik de zorgen thuis een beet je van me af kon zetten. Dan keek ik m'n zoontje van drie aan, die goddank niets van al dat gezeur over zijn vader afwist. Nu ik ineens midden in de suc cessen zit, vind ik het wel eens jammer dat het jochie nog te jong is om alles wat er nu gebeurt goed te kunnen begrijpen". Het antwoord op de vraag hoe Van Breukelen al die tegenslagen de baas is geworden, is eigenlijk vrij simpel. „Het is een kwestie van keihard blijven wer ken en in jezelf blijven geloven", is zijn remedie. „Je staat daarbij wel helemaal alleen. Niemand kan je helpen, je zult er in je eentje bovenop moeten komen. Trainers en medespelers kunnen je steu nen, kunnen je schouderklopjes geven, allemaal heel leuk en aardig, maar je moet het zelf doen. Het is fijn hoor, als collega's je opbeuren, maar in feite ben je als keeper volkomen op jezelf aange wezen, moet je als doelman opboksen tegen tien andere spelers. Veldspelers be grijpen niet wat je doormaakt als je een bal. door je benen of handen laat glippen. Het gevoel 'van door de grond gaan, want dat is het toch, kennen alleen ande re keepers". Inherent daaraan is de waardering die de man tussen de palen ten deel valt. Die is nagenoeg te verwaarlozen, weet Van Breukelen, die in zijn loopbaan met soms fabelachtige reddingen wedstrijden won voor PSV en Oranje. Hij heeft zich er echter al lang bij neergelegd dat hij voor die bewezen diensten nooit echt zal worden geprezen. „Al deed het me wel goed dat Ben de Graaf (sportjournalist; red.) m'n redding op die omhaal van Hugo Sanchez als een parel omschreef. Van hem had ik dat al helemaal niet verwacht. Maar voor de rest zul je je er als keeper bij moeten neerleggen dat de waardering minimaal is". „Neem nou de wedstrijd tegen Honga rije in Boedapest. Iedereen heeft het dan onmiddellijk over dat schitterende doel punt van Rob de Wit, maar niemand praat over het schot van dichtbij dat Van Breukelen er twee minuten voor tijd uit hield. Daar zul je je bij neer moeten leggen". Welnu, Van Breukelen heeft zich er bij neergelegd. De doelman heeft ermee le ren leven. En waarom ook niet? Het gaat zowel hem, PSV als Oranje momenteel naar den vleze, zodat hij nauwelijks re den tot klagen heeft. „Het gaat lekker, ja. De verklaring daarvoor? Ik denk dat de kracht van PSV en het Nederlands elftal is, dat we bereid zijn om voor el kaar te werken en dat men een aantal spelers bijeen heeft gebracht, dat ook echt bij elkaar past". Bittere tegenvaller „Neem PSV. Ik kwam hier vier jaar ge leden vol goede hoop, maar het viel het eerste seizoen allemaal bitter tegen, om dat er van de samenstelling van de groep toen niets klopte. PSV werkte toen een beetje in de trant van: dat is wel een aar dige speler, laten we die maar pakken. Nu doen ze het anders, verstandiger. Er wordt uitgegaan van een bepaald spel- concept en daar worden de beste spelers voor gehaald die er te krijgen zijn. Wat dat betreft is er met Lerby en Kieft na tuurlijk uitstekend ingekocht. Als je puur naar de kwaliteiten van de spelers kijkt, zijn we er op achteruitgegaan. Ga maar na: Gullit ging weg, Koolhof, Van der Gijp, Valke, afijn, noem ze allemaal maar op. Dat zijn toch geen misselijke voetballers, maar we hebben dus het ge luk gehad dat we voor een deel van de transfersom voor Gullit twee kanjers als Kieft en Lerby terug konden halen. De instelling van die jongens is perfect, het zijn pure profs. Door de komst van die twee zijn we vooral als eenheid sterker geworden. We willen voor elkaar wer ken, dat is de kracht van dit PSV. Nie mand voelt zich verheven, iedereen heeft respect voor de inbreng van een ander. Het zou funest zijn als een speler zich gaat gedragen als de vedette van PSV. Dan is het met de successen met een gebeurd". Hele toer Over zijn eigen inbreng is hij wat terug houdend. Van Breukelen is er de man niet naar zelf een belangrijk deel van de eer op te eisen, maar denkt wel dat het een hele toer is om bij de Eindhovense topclub het doel te moeten verdedigen. „Omdat je", legt hij uit, „normaal ge sproken in de eredivisie zo verschrikke lijk weinig krijgt te doen als keeper van PSV. Aan de andere kant wordt er wel van je verwacht dat je in de Europa Cup tegen een club als Real Madrid de moei lijkste ballen pakt. Dat op te brengen is heel moeilijk, een vak apart eigenlijk. Ik heb weieens gezegd dat keepen bij PSV om die reden een kunst is, en eigenlijk is dat ook zo. De tegenstelling, het gegeven dat je in competitiewedstijden meestal met de handen over elkaar staat terwijl je in de Europa Cup volop aan het werk wordt gezet, zou het bijvoorbeeld voot een jonge knaap ontzettend moeilijk ma ken om bij een topclub als PSV in het doel te moeten staan. Zo'n jongen kan nog zo getalenteerd zijn, er komt onge looflijk veel routine bij kijken om er in beide soorten wedstrijden steeds weer te staan". Het woord is gevallen: routine. Onmis baar in het hedendaagse topvoetbal om tot aansprekende resultaten te kunnen komen. Volgens Van Breukelen is daar mee ook de bloeiperiode van Oranje, dat in West-Duitsland voor het eerst sinds 1980 weer eens aantreedt op een groolj internationaal toernooi, voor een grootj deel verklaard. Vijf minuten „Want een kwalitatief goede groep heb ben we al een paar jaar. Rijvers heeft dat destijds ingezet en Michels heeft dat werk afgemaakt. Nogmaals, kwalitatief zat het de laatste jaren al wel goed. Maai] de groep kwam ervaring, vooral interna tionaal gezien, te kort. Wat dacht je waarom we destijds het WK in Mexico hebben gemist? Puur een kwestie van routine. Ga maar na: een Kieft die in Brussel zijn hoofd verliest en al snel uit het veld wordt gestuurd en dan de re turn in Rotterdam, waarin we vijf minu ten van Mexico af zijn, maar het toch nog uit handen geven. Zo'n goal als toen, een Grun die vlak voor tijd tussen Rijkaard en Spelbos kan inkoppen, mag natuurlijk nooit vallen. Op routine had den we de wedstrijd moeten uitspelen, maar over die routine beschikten we toen nog niet. Die is er nu wel. Dat is het grote verschil met twee jaar gele-! den". Woorden die vertrouwen uitspreken in, het Oranje van nu, wat overigens niet' wil zeggen dat Van Breukelen de hoogge spannen verwachtingen die in den lande; leven omtrent de kansen van Oranje op, het EK ook deelt. „Laten we eerst de wedstrijd tegen de Russen maar eens af wachten", bewandelt de doelman de weg van dé voorzichtigheid. „Verlies je met-I een, dan kan het wel eens afgelopen zijn,' dus laat ik niet te optimistisch zijn. Pak je meteen een of twee punten, dan heb je een redelijk uitzicht op de halve finale,' maar dat zullen we eerst maar eens moeten afwachten". De sluitpost hoopt in elk geval dat Ri nus Michels straks met een uitgekiend! spelplan voor de dag komt dat Oranje's tegenstanders voor de nodige verrassin gen zal plaatsen. Dat de bondscoach daarvoor regelmatig overleg voert met Ruud Gullit, zoals, onlangs al gebeurde na een thuiswedstrijd van AC Milan, deert Van Breukelen allerminst. „Wat zou dat? Michels heeft in 1974 toch het zelfde gedaan met Cruijff? En heeft dat toen geen succes gehad? Wat mij betreft mag Michels het nu net zo doen. Laat de geschiedenis zich maar herhalen". WILLEM PFEIFFER DEN HAAG - Artsen houden het bij de nationale voetbalbond, de KNVB, langer vol dan coaches. Frits Kessel onder streept al twintig jaar en 150 interland wedstrijden die weinig gewaagde stelling. Kessel, 50 jaar ondertussen, overleefde zeven bondscoaches en twee supervisors. Na Kessler, Fadrhonc, Michels, Knobel, Zwartkruis, Happel, Rijvers, Beenhakker en weer Michels zal de bondsarts straks vrolijk doorgaan onder de zoveelste nieuwkomer in de snel wisselende tech nische stafivan Zeist, Thijs Libregts. De verklaring voor de honkvastheid van Kessel is klippen-klaar. „Ik heb altijd de meeste waard gehecht aan werkrelaties. Verder ben ik als arts begeleidend en niet leidend. Ik word niet veroordeeld op mindere prestaties van het elftal. Een coach wel. Alleen als ik fouten maak in mijn vakgebied, dan zal ik aangesproken moeten worden. Als ik op 31 mei mijn akkoord zou hebben gegeven aan een lijst spelers, waarvan er later zouden moeten afvallen wegens oude blessures, dan zou ik de consequenties moeten trekken". Kessel heeft zijn eigen rol bij het Neder lands elftal, zijn meest in het oog sprin gende werk voor de grootste sportbond van het land, nooit aan die van de dan in dienst zijnde coach opgehangen. Kes sel is Kessel. Een vaste kracht in de sfeer rond het team, dat in tijden van voor spoed het meest begeerde gezelschap van Nederland is. Zoals de bijvoeging „meest verguisde" ook snel aan de orde Stabiel Kessel, vaak per abuis Kessler genoemd, maakte het allemaal mee. Hij ziet weinig verschil tussen de twee opvallendste ge neraties, die hij begeleidde, die van Cruijff-1974 en Gullit-anno nu. „Beide ploegen werden zelfbewuster naarmate hun ervaring toenam. Ze zijn stabiel. Je hoeft als arts weinig bij te sturen met zo'n groep. Alle spelers van de huidige selectie heb ik zien groeien qua mentali teit en zelfbewustzijn". „Zulke jongens volg je van hun tijd in de UEFA-jeugd. Het spelen in zulke se lecties en het opdoen van internationale ervaring legt de basis voor een sterk Ne derlands elftal. Voor spelers met faal angst is routine de enige factor die ze daar overheen kan zetten. De invloed van een jeugdwereldkampioenschap als dat van 1983 in Mexico is enorm ge weest op de ontwikkeling van spelers zo als Silooy, Van Basten, Been, Vanenburg en Van 't Schip". Ervaringen, Kessel heeft er vele. De eer ste gaf hem als pas afgestudeerde arts een nieuwe ontgroening. „Het was een wedstrijd in Bulgarije. Een zeer trauma tische ervaring. Van Duivenbode raakte geblesseerd. Laseroms vroeg wie dat ge daan had, toen hij door Kessler als ver vanger het veld werd ingestuurd. Num mer zes, zei Theo. Ik ging de kleedkamer in met Van Duivenbode. Toen ik terug liep naar het veld, kwam ik een hinken de Bulgaar tegen. Inderdaad nummer zes. Waar ben ik mee bezig, heb ik me zelf toen wel even afgevraagd. Als jonge arts ben je met andere zaken opgevoed". Hardheid Kessel kreeg vaak te maken met de door de jaren heen sterk toegenomen hard heid. Hij moest als arts altijd de balans vinden tussen zijn medische verant woording en de prestatie-gerichte taak van een teamarts. „De grenzen zijn nooit duidelijk. Spelers herrijzen na de verzorging van een blessure graag uit de dood, zoals dat dan lijkt in een vol sta dion. Dat hoort er voor die spelers bij. Met een man als Neeskens, die een zeer hoge pijngrens had, moest je altijd erg oppassen als arts. In West-Duitsland raakte hij in de eerste helft tegen Brazilië door een ellebóogstoot buiten bewust zijn. Het was zeven minuten voor de rust en je kunt de beslissing over uitval len nog wel even uitstellen". „Ik liet Neeskens staan, maar in het land werd daar door de collega's schande van gesproken. Ik heb hem de hele pauze plat laten liggen. Vijf minuten na de rust maakte Neeskens wel het eerste doel punt. Hij was een man, die met pijn kon omgaan in tegenstelling tot de Van de Kerkhofjes, die een heel lage pijndrem pel hadden. Bij Neeskens moest je op passen, die speelde met een gebroken kuitbeen nog door. Met hem kon je als arts onderuit gaan. In de huidige selectie Kopzorg Met het fit verklaren van spelers, uiter aard voor belangrijke wedstrijden, heeft Kessel ook heel wat kopzorg gehad. „Je hebt de relatie met de speler en met de trainer. Als jij zegt dat iemand niet kan spelen, dan is dat als arts altijd advise rend. De coach beslist, als hij aan je ad vies voorbij gaat, dan heb je ruzies. En je moet niet te veel ruzies hebben. De speler kun je klaar maken, zo lang er geen schade ontstaat. Een bandage, een injectie, dat zijn hulpmiddelen". „Met Rensenbrink leek het te gaan voor de finale van 1974, maar in de wedstrijd bleek het toch niet te kunnen. Met Schrijvers in 1978 ging het daarentegen niet. Dan ben ik zakelijk. Hij had een scheur in de kniepees. Hij had bij een ongelukkig voorval binnen twee minu ten gewisseld moeten worden. Dat heb ik Happel gezegd. Piet heeft me dat niet in dank afgenomen". Frits Kessel: Dat ik Neeskens in 1974 verder liet spelen werd me door collega's in het land kwalijk genomen. Maar hij maakte wel na de rust dat doelpunt". FOTO: SP Mooi gemiddelde De toernooien om het Europese kampi oenschap voetbal voor landenteams zijn van het begin af een geweldige publieks trekker geweest. Het gemiddelde over de 772 wedstrijden, die tot nu toe werden gespeeld, lag ruim boven de 30.000. In het eerste, nog officieuze kampioenschap van 1960, trok de wedstrijd Sovjetunie - Hongarije 100.572 kijkers. Bij het vol gende toernooi kwamen er bij de thuis wedstrijd van de Sovjetunie tegen Italië zelfs 102.358 toeschouwers. Bep Thomas Bep Thomas is aangewezen als scheidsrechter voor de tweede ontmoeting van de eindronde tussen Denemar ken en Spanje. Als grens rechters zullen John Blan- kenstein en Jaap van der Niet fungeren. De UEFA heeft bepaald dat de arbi trale trio's - steeds uit één land afkomstig - twee da gen voor „hun" wedstrijd welkom zijn in de Bondsre publiek en een dag erna weer moeten afreizen: Strafschoppen De halve finales en de eind strijd zullen direct een winnaar moeten opleveren. Als een wed strijd gelijk eindigt, wordt er verlengd. Mocht dat pok geen beslissing opleveren, dan moet het nemen van strafschoppen een winnaar opleveren. Daarbij zal dezelfde procedure worden toegepast als bij Europa Cup wedstrijden. Dat wil zeggen dat er eerst een serie van vijf spe lers aan bod komt. Valt er dan geen beslissing dan een nieuwe serie van vijf, waarbij elke ge miste trap beslist. De resultaten van de zeven voorgaande finales waren (winnaar vet gedrukt): 1960 Parijs: Sovjetunie-Joegoslavië 2-1 (n.v.). 1964 Madrid: Spanje-Sovjetunie 2-1. 1968 Rome: Italië-Joegoslavië 1-1 (n.v.). 1968 Rome: Italië-Joegoslavië 2-0. 1972 Brussel: West-Duitsland-Sovjetunie 3-0. 1976 Belgrado: Tsjechoslowakije-West-Duitsland 2-2 (n.v.). 1980 Rome: West-Duitsland-België 2-1. 1984 Parijs: Frankrijk-Spanje 2-0. Stadions vergroot De bijna vijftig miljoen gulden kostende opknapbeurt van de Westduitse voetbal stadions blijkt nut te hebben gehad. De Westduitse stichting voor warenonder-! zoek, die drie jaar geleden nog vernieti-j gend oordeelde over de toestand waarin' twintig stadions verkeerden, gaf onlangs j een heel wat positiever oordeel. Van de twintig stadions werden er twee met „zeer goed" onderscheiden, veertien kre gen het predikaat „goed" en de overige vier moesten het doen met het predikaat „yoldoende". a£oidóc (Sowiwnt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 28