HERMAN
VAN VEEN:
Alan Midgette: Schitterende rol in Warhol-hysterie
'£eidóe Qowvcvnt'
'Finale
ZATERDAG 4 JUNI
UTRECHT - Overal in de wereld
is hij meer dan welkom. In New
York, Parijs, Wenen, de beide
Duitslanden lag het publiek aan
zijn voeten en dat zal ongetwijfeld
binnenkort ook in Japan gebeuren:
Herman van Veen.
Over dat succes zegt hij zelf:
„Ik heb het grote geluk dat ik behalve
cabaretier ook muzikant ben, dat ik kan
zingen en in staat ben op een clowneske
manier mijn publiek te bespelen. In ons
land is cabaret vooral een woordkunst.
Mijn kracht ligt mede in de manier
waarop ik mijn teksten breng. Zo kan ik
alles overbrengen wat ik kwijt wil".
Verschillende soorten publiek bestaan er
volgens Van Veen niet. De mensen zijn
overal eender. Natuurlijk is het wel zo
dat de culturen, de achtergronden van al
die mensen verschillen en dat is mede
bepalend voor wat ze van een artiest
vinden.
In bijvoorbeeld het Parijse Olympia-the-
ater met zijn rijke verleden, staan ge
woonlijk chansonniers die zonder ver
bindende teksten, zonder sketches tus
sendoor, twintig, dertig chansons achter
elkaar zingen. De enige respons van het
publiek bestaat uit applaus tussen de
nummers door. En daar verschijnt dan
opeens de harlekijn Van Veen met zijn
muzikanten. Een Van Veen die het ene
moment een gevoelige ballade zingt en
zich dan pardoes ontpopt als een pierrot.
Het verwende Parijse publiek vergaapt
zich aan die wonderlijke gedaantewisse
ling op het toneel, want voor de Parijze-
naars is Van Veen een merkwaardig fe
nomeen, een artiest die hun vaste tradi
tie doorbreekt. En Herman van Veen
speelt in op die verrassing. Dat lukt ech
ter niet zomaar. Het is een heel proces
om een goede wisselwerking te krijgen
met het publiek. „Daar kunnen een paar
jaar overheen gaan. Optreden voor pu
bliek werkt altijd als een ontmoeting.
Soms is er onbegrip, soms begrip. Je
werkt naar elkaar toe. In je voorstelling
zitten soms witte plekken, geen of on
voldoende reactie. Maar ik sta daar niet
alleen. Ik heb muzikanten om me heen
en achter me mensen als An Silvestre,
Jean Claude Vannier en Moustaki, die
onder meer speciale chansons voor mij
schrijven die je in ons land nooit te ho
ren zult krijgen".
New york
Amerika is een heel ander land. Een
land zonder vergaand theaterverleden.
„Een verschijnsel als „tour de chant",
dat terug gaat tot de middeleeuwen, ken
nen ze daar niet. Er bestaan daar globaal
bezien maar drie entertainmentvormen:
show, musical, rockconcert. Wat wij in
Europa doen, gaat vaak aan hen voorbij.
Maar ik probeer dat naar hen toe te
brengen. Eind dit jaar zitten we er weer.
Wat we van ons vorige optreden hebben
geleerd, moet er dan uitkomen".
Uit het Nederlands-Duitse taalgebied
neemt van Veen de uit de middeleeuwen
stammende traditie mee van de Liedma-
cher. Of, zoals ze in Duitsland van ouds
her heten: de Minnesanger of minnezan
gers. En uit Frankrijk die van de
troubadours en de trouvères. De eersten
waren verwant met figuren als Tijl Ui
lenspiegel, altijd zwervend, eeuwig ver
liefd. De tweede soort waren mensen als
Francois Villon, de protestzangers van
de middeleeuwen. Veel Amerikanen we
ten niet wat ze daarmee aan moeten, al
hebben ze met een man als Bob Dylan
een uitgesproken trouvère in hun mid
den, een geëngageerde kritische volger
van het maatschappelijk gebeuren.
Aan een man als Herman van Veen
moeten de Amerikanen nog helemaal
wennen. De vorige keer kreeg hij dan
ook vaak te maken met recensenten, die
net zo min als de gemiddelde Ameri
kaan iets afwisten van die oude Europe
se tradities en in hun kritieken van die
onwetendheid blijk gaven. Ook daarom
wil Herman van Veen terug.
Maar dan ook met nog een heel ander
sterk gegeven in zijn bagage. Herman:
„Noem dat maar het speelplezier. In het
theater voel ik me pas op mijn plaats.
Dat straalt van je af en werkt naar twee
kanten. Als een zaal goed reageert, geef
ik ze waar ze voor gekomen zijn en bie
den ze mij de kick om er uit te halen
wat er in zit. Maar stuur me niet naar de
Kalverstraat om een paar sokken te ko
pen, want daar voel ik me niet lekker. Ik
pas niet in dat straatbeeld, de mensen
kijken anders naar je, de bekende Neder
lander en zo. Op straat heb je niet wat
het theater te bieden heeft: het georgani
seerde toeval, het wederzijds aftasten of
het een leuke avond wordt. Het slagen
van die wisselwerking kun je overigens
door je optreden alleen op gang brengen,
garanderen kun je het niet".
Van Veen kiest daarvoor zijn eigen stijl.
Hij heeft in de Verenigde Staten Bill
Cosby aan het werk gezien, de man. van
de familieserie op de tv. „Die heeft ook
eigen theatershows, optredens vol rap
taalgebruik, zó toegespitst op Ameri
kaanse toestanden, dat je daar als bui
tenlandse artiest in New York niet eens
aan moet beginnen".
Taal
Over taal in het theater kan Herman
eindeloos praten en theoretiseren: „Als
Toon Hermans het over een „lekker
bakkie koffie" heeft, begint iedereen di
rect mee te gnuiven. Maar vertaal dat in
Duitsland door „gemütliche Tasse Kaf
fee" en de mensen daar begrijpen niet
waar je het ove'r hebt. Want nergens ter
wereld bestaat een woord dat ons begrip
„lekker" helemaal dekt. Als wij hier
„Belg" zeggen, begint iedereen al te gnif
felen. In Amerika zegt ze dat niks. Daar
vervullen Polen die rol. Van Belgenmop
pen zou ik in Amerika Polenmoppen
moeten maken. Anders weten de men
sen niet eens waar je het over hebt. In
Zwitserland heb ik een cabaretier meege
maakt, een taalvirtuoos, die werkt met
een soort Schweizer-Deutsch. Van begin -
tot eind heeft die man de lachers op zijn
hand en het publiek aan zijn voeten.
Zijn roem spreidde zich uit tot Duits
land, hij trad daar dus ook op en bedien
de zich van hoog-Duits. Dezelfde grap
pen, maar hij kreeg er geen poot aan de
grond. De taal is de halve mens. En daar
stond maar een halve artiest voor een
publiek dat heel de mens verwachtte".
Van Veen zegt ontzettend veel van zijn
vak te houden, zich ervan bewust te zijn
het nooit helemaal te zullen beheersen,
maar hij blijft het proberen. En tot zijn
stomme verbazing, zo vertelt hij, lukt
het soms boven verwachting. Dat kan
hem evengoed in Hamburg overkomen
als in Minnesota. Dan geniet hij met
volle teugen. Natuurlijk is het daarbij
heel belangrijk hoe zijn liedjes overko
men. Komen daarin het verdriet of de
vreugde, de ironie, de angst of het absur
de goed tot uitdrukking, dan blijken
over de hele wereld alle mensen eender
te reageren.
Nog dit najaar gaat Van Veen met zijn
voorstelling naar Japan. Onder meer To
kyo en Osaka zullen worden aangedaan.
Hij bedient zich daar van Engelse tek
sten, maar ook daar zal hij toch vooral
zingend zijn gevoelens proberen over te
dragen. Daarna volgen Canada en Ame
rika. Zijn grootste zorg is op het ogen
blik de decorstukken tijdig en intact
over de wereldzeeën te krijgen.
OoST-DUITSLAND
Herman heeft er jjeen idee van hoeveel
voorstellingen hij in West-Duitsland
heeft gegeven. „Reken zelf maar na",
zegt hij. „Ik heb bij elkaar zo'n vierhon
derdduizend man publiek gehad in zalen
waar gemiddeld ruim tweeduizend man
in konden". Hij omschrijft die optredens
als „toffe pop-achtige massagebeurtenis
sen".
Wat hem in Oost-Duitsland is overko
men, is hem levendiger bijgebleven:
„Oost-Duitsland is een groot eiland, ver
scheurd door de spanningen tussen de
dictatuur in het oosten en de democratie
in het westen. In die sfeer vertienvoudigt
zich de intensiteit waarmee de mensen
naar je luisteren. Het begrip „vrijheid"
heeft daar een heel andere waarde. Ik
hanteer dat in een tekst waarin de naam
van Mandela valt. Ik gebruik die naam
en toestanden elders in de wereld als
metaforen voor de Oostduitse situatie.
Op die manier kan ik veel zeggen, over
humanistische zaken praten waardoor
die mensen daar zich sterk voelen aange
sproken. Aan het eind van een tournee
daar vragen ze altijd weer of ik terug
kom". En niet op de laatste plaats om
dat hij op zijn Geige, zijn viool, hun tra
giek weet te vertolken. In Oost-Duits
land geldt voor Van Veen zeker ook dat
een artiest niet alleen zingt voor de men
sen in de zaal, maar over hun hoofden
heen, ook voor anderen. „Frank Sinatra
zei eens tegen me: „Hurmen, je zingt al
tijd voor de mensen die er niet bij wa
ren".
Van Veen is nu enige tijd in ons land in
verband met opnamen voor de bios
coopfilm, annex televisieserie „Kunst
en Vliegwerk" van Karst van der Meu-
FOTO:
BRIGITTE
ME U WISSEN
len, waaraan ook Hermans vrouw Mar-
lous Fluitsma meewerkt. In het najaar
vertrekt hij naar Japan om daar zijn
show te brengen en tevens de 52-delige
tekenfilmserie te introduceren die ge
maakt is van zijn muziekfabel Alfred Jo-
docus Kwak en die door de Japanse tele
visie zal worden uitgezonden.
Over de hele wereld in de weer voelt hij
zich op veel plaatsen thuis. Herman: „Ik
noem dat het typische Utrechtse levens
gevoel, dat je terugvindt in de uitdruk
king: „Rustig an, jochie". Hij voelt zich
net zo op zijn gemak in Vlaanderen als
in het Wenen van Schubert en Mozart.
„Maar", vervolgt hij, „ik heb dat ook in
New York, die geweldige explosie van
geometrisch glas en staal, als ik daar
's nachts om vier uur in een restaurant
een kopje koffie drink. Dat pakt mij, het
gewone rustige genieten, zelfs midden in
de nacht in een stad die dan leeft. Dat
had ik ook in Venetië, die bijna ver
dronken stad, waar ik op uitnodiging
(als acteur) een maand heb gewoond.
Dan denk ik: „Wat heb ik veel te dan
ken aan het feit, dat ik toevallig een aar
dige stem heb".
TON OLIEMULLER
De op 22 februari 1987 overleden
popartiest Andy Warhol is de
meest levende kunstenaar in New
York. De veiling van zijn huisraad
en collectie bij Sotheby's vormde
het kunstspektakel van het jaar. De
zilverharige artiest, voor wie iets
slechts interessant was als de
woordjes „great" en „business"
van toepassing waren, siert
opnieuw de voorpagina's van de
kunsttijdschriften. De
Warholexpositie die volgend jaar
februari in het Newyorkse Museum
of Modern Art wordt geopend,
belooft de populairste
tentoonstelling te worden die er
ooit is gehouden. De
dagboeknotities van Warhol voor
1,2 miljoen dollar verkocht aan de
uitgeverij Warner's Book, vette
winstpercentages niet inbegrepen.
In de algemene Warholhysterie
speelt een 49-jarige acteur een
schitterende rol. Sinds een paar
maanden leeft en schildert Alan
Midgette als Andy Warhol. Zijn
doel: de hoofdrol pakken in de film
die Hollywood van plan is te
maken over Warhol en zijn
„groupie" Edie Sedgwick.
Alan Midgette: Leven en schilderen als Andy Warhol. FOTO: BERT HULSELMANS
NEW YORK - Alan Midgette
heeft weer zijn intrek genomen in
het Chelsea Hotel, zijn favoriete
verblijfplaats in New York. Dat
Andy Warhol er zijn film „Chelsea
Girls" draaide, speelt natuurlijk
mee in die voorkeur.
Midgette huurt er een kleine kamer, ne
gen hoog. Op het vaste tapijt vallen rode
en groene verfplekken op van recente
datum. Tegen de muur hangen of staan
verschillende Marilyn Monroe's en an
dere vertrouwde beelden uit de Warhol-
iconografie. Op een ladenkast slingeren
verftubes rond, naast potten make-up en
een stapel Campbell-soepblikken. Wel
kom in Warholland.
Ook zonder schmink, pruik en aangepas
te kledij lijkt Midgette sprekend op War
hol. Hij heeft de juiste gestalte, de tenge
re bouw van de meester. Maar vooral de
hoge jukbeenderen doen denken aan de
figuur rond wie een hele cultus is ont
staan.
„Andy had een blanke huid, bijna albi
no. Ook zijn haar was veel lichter dan
het mijne. Als ik als Andy uitga, moet ik
witte schmink en een pruik gebruiken.
Mijnogen knijp ik wat dicht, zoals
Andy, zodat je toch niet ziet dat die van
mij iets donkerder zijn".
Berekend
Alan Midgette lijkt bezeten van Warhol.
Maar het is een berekende obsessie, een
artistieke. Midgette weet dat hij speelt
en wat hij speelt. Hij is niet voor niets
opgeleid tot acteur. Maar wat meer is:
zijn obsessie is door Warhol zelf goedge
keurd.
Alan Midgette groeide op in North Ca
rolina en verhuisde in 1960 naar New
York om er toneelstudies te volgen.
„Alle 'mensen die ik sprak, verzekerden
mij dat ik in Amerika niet als acteur aan
de slag zou komen. Je lijkt niet op een
Amerikaan, probeer het in Europa, was
het advies", vertelt Midgette. Hij volgde
de raad op, ging naar Italië en ontmoette
er de filmregisseur Bernardo Bertolucci.
Hij speelde vervolgens rollen in twee
van zijn films en in Pasolini's „La Ri-
cotta". Terug in Amerika volgde de de
sillusie. „Geen rollen en weer voedsel uit
blik", vat Midgette samen. De ellende
duurde tot hij Andy Warhol leerde ken
nen.
Warhol
„Jaren zestig, terug in New York. Op
een avond, maakte ik in een disco ken
nis met International Velvet, een actrice
die de ster was in de films van Andy
Warhol. Ze was zeventien, de make-up
twee duim dik, blond haar dat zwartge
verfd was en kerstballen als oorringen.
Ze kwebbelde maar: „Andy zou je fan
tastisch vinden. Jij moet kennis met
hem maken". Enkele weken later bracht
ze Andy mee naar de disco. Warhol wil
de me in zijn films omdat hij te weinig
mannelijke sterren had. Ik wist dat War
hol van spelletjes hield, dus ik was op
mijn hoede. Maar de samenwerking zag
ik als een uitdaging", vertelt Midgette.
Hij speelde dan ook in verschillende
films van Warhol, maar over die pro-
dukten heeft hij gemengde gevoelens.
„Artistiek is er niets aan. Voor mij is
een film ook choreografie, zoals bij Ber
tolucci. Warhols films zijn psychologi
sche studies. Voor mij waren het work
shops".
Toch was de Warholperiode bepalend
voor Midgette. Hij leerde het speelse en
het commerciële genie van de prins van
de popart waarderen. Het was Warhols
idee om in 1967 Midgette een lezingen
tournee te laten maken langs Ameri
kaanse universiteiten, zich uitgevend
voor Warhol zelf. Twintig jaar later
werkt Midgette dit Warholiaanse idee
verder uit. Volgens het even Warholi
aanse concept dat kunst, plezier en geld
prima samengaan.
In februari jongstleden las Alan Midget
te in de Daily News dat er vergevorder
de plannen bestonden om een film te
maken over Warhol en Edie Sedgwick,
zijn „groupie" (een fan die heel ver gaat
om de aandacht van het idool te trek
ken). Voor de rol'van Warhol had men
nog geen geschikte acteur in gedachten.
Midgette voelde zich geroepen. Wie had
er meer recht op die rol dan hij, een ac
teur, een ex-ster in Warholfilms, die bo
vendien sprekend leek op de meester
zelf? Alan Midgette: „Ik heb nooit een
impresario gehad, dus moest ik mijn ei
gen reclame verzorgen. Toen ik van de
Warholfilm hoorde, besloot ik mij in het
openbaar te vertonen als Warhol. Op
straat, op party's. Zo hoopte ik de aan
dacht van de producer te trekken. Dat is
gelukt, want hij heeft me beloofd naar
New York te komen".
Kunstwereld
Inmiddels heeft Midgette trouwens ook
zijn intrede gedaan in de Newyorkse
kunstwereld. Want hij leeft niet alleen
als Andy, sinds kort schildert hij ook ^ls
Andy.
„Ik schilder mijn hele leven al, als hob
by. Op een opening van een schilderijen
tentoonstelling, waar ik als Andy ver
scheen, ontmoette ik een kunsthandelaar
die volledig weg was van mijn act. Hij
zag mijn geschilderde Warholjasje.
Vroeg of ik dat ook op doek kon. „Geen
probleem", zei ik, hoewel ik het nog
nooit gedaan had. De man kocht vier
doeken voor mij en ik heb hem vier
Andy Warhols afgeleverd. Vier Marilyn
Monroe's. Sindsdien ben ik daarmee
doorgegaan, de Campbell-blikken, de
koeien, de bloemen van Andy".
Alan Midgette is er van overtuigd dat
Andy Warhol zijn huidige bezigheden
zou waarderen. Goedgekeurd door de
meester zelf dus.
FRANK HEIRMAN