Langs
1
'De mooiste wijk van Leiden'
n
Zestien restaurateurs
sloegen publiekelijk
de handen ineen
PROFESSORENWIJK VERJONGT WEER:
■miir
WIJ K N
DINSDAG 31 MEI 1988 iMTiS
uitb'n erend hard
en
e gevr jei. foei, foei!", sprak
los v tonrechter Westermann
ivoegii verdachte uit Noordwijk
en del „U heeft op een motor-
van s gereden. Onverzekerd
ichoolh zonder rijbewijs", en hij
voor o ;k de vrouw eens diep in
vaklee ogen. „Een Jawa nog
edewei F las hij de naam van
ïgeleid voertuig voor uit de
■n^ruii vaarding. „Dat ging ze-
uur, oerend hard?"
iboeke lach weerklonk van de
ng. di olieke tribune, maar de
at pla rdachte vond het alle-
de |(,ai minder leuk. Zonder
otaal i g protest bekende zij dat
en s; niet had gemogen en zij
rden een boete moest beta-
dzakel Vervelend, maar te-
'etrofl ht. „Maar wat doet u
vindl i eigenlijk hier", vroeg
•ch no kantonrechter zich af.
;ruit heb een brief geschre-
hooltji n of ik de boete gespreid
og v< n betalen. Ik heb nauwe-
rvaka ;s geld, ik krijg een uit
luiten ring. Nog voor ik ant-
oals I |ord heb gekregen, kreeg
enst, de oproep voor deze zit-
wand' g verklaarde de ver-
imte. chte.
speelk bestraffend als Wester-
•eten nn zijn betoog was be-
rnedi men. zo begripsvol trad
comp de vrouw in het vervolg
gein emoet. Vaag mompelde
ard gj iets van „ongelukkig
rond val" en keek vervolgens
officier van justitie vra-
•aad 1 id aan. Die vond het al-
•nde i iaal maar overdreven.
wfcn uitkering, geen boete
ten, dinnen betalen maar wel
uur al i motorfiets. Ik snap dat
besclirt verhalen nooit hele-
al". Zijn eis was er naar:
gulden, hetzelfde be-
g dat de vrouw gespreid
1 willen betalen,
gge itoken door de opmer-
ig van de officier maakte
5S0Ï vrouw graag gebruik
i de mogelijkheid om
iets te zeggen: „Die mo-
was maar 300 gulden. Ik
ret spihem van mjjn broer
aadsvi focht". „O. Dat is goed-
rgdhe^op Dan was 'ie zeker
P3? t in zo'n beste staat?",
in vvoordde Westermann
n "etvat. Maar hij wilde niet
gaat zjjn en bood aan om
;t 22.0 onderzoeken of zij het
i. dat y in termijnen kon beta-
Alplin
r onlal
°"lniomentje
Mag ik een momentje?",
ik na nk het gisterochtend er
op zij is vanuit de zittingzaal
orden i het Rapenburg. En
de c der het antwoord af te
Irong ihten vertelde een oude
de zaï man in hoog tempo dat
ouden en niet de verdachte
'P te n op dat moment tegen-
tijnsat^r de kantonrechter
A. Mef1^ ter verantwoording
lij de esl worden geroepen,
ven v plotselinge uitroep zorg-
van voor lichte consternatie
uita rechter en officier,
'emeepht u soms getuigen op-
niet /oepen", vroeg de eerste.
iclusieee- maar hij mag wel
lschap3r voren komen", voor-
t oveifam de tweede een
ireeuwerige discussie
ir de hoofden van het
gheem !l
1 hoe "lek.
Hij j it was het geval? De 18-
neme'8e verdachte uit Den
hen, 1 ag was Oorig jaar in
lisch "e Wetering aangehou-
landa n ^00r dc politie te wa-
zeil omdat hij niet het regi-
s atiebewijs van zijn
edbootje kon laten zien.
j had een accept-giro ge-
egen om de boete te beta-
11, maar had dat niet ge-
I an. Met enkele ferme
^■■■ssen stond de man voor
juristen. „Ik ben name-
I t de eigenaar van het
otje", verklaarde hij zich
der. „Die jongen zat in
jn bootje. Het registratie
wijs bewaar ik in mijn
dat dl te boot. Daar wordt het
ledewpminste niet nat. Ik denk
t ik 500 meter verderop
toen de politie er naar
illen i ieg, dat heeft die jongen
plan c gezegd. Maar ze wilden
ht aan t even naar mij varen.
De pi dat vind ik toch raar. Ik
40 gu die boete best betalen,
?r voojar de politie controleert
150 g te achterhalen of een
?r voo )t misschien is gestolen,
De |J niet om boetes uit te de-
istera^. Of zie ik dat
,aar "keerd?", wilde hij van
irijp m istermann weten,
gspalr heeft gelijk, inderdaad",
in de 1 irestigde deze. „Maar dat
lingen nou het nare van mijn
emaal c: ik kan de politie niet
De i ren. Ik zit hier alleen
ng h ar om ergens uitspraak
:uk gr er te doen". „Maar u
de on nt zich wel voorstellen
)orpss ik er zo over denk?",
>eg de man nog eens. „U
>est eens weten. Ik kan
■vr/T zoveel voorstellen. O
r X verzekerde Wester-
(ann hem, kennelijk te-
gdenkend aan de lange
'nt Pe et van °Pvallen£le ver-
'N chten en gebeurtenissen
hij in de zittingzaal al
1 nrWrf meegemaakt. En hij
Het 1 k er een f>ezicht bij- alsof
v er een hekel aan had
t 'n d(l a^ aar£üSe ver"
1 chten een straf moest op-
gen. Toch moest het.
I k in dit geval.
m PIETER EVELEIN
ïiding r
EEN CULINAIRE GIDS IN EN ROND LEIDEN
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of schriftelijk vertellen
-wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071
- 12 22 44 op toestel 10.
Zestien restaurateurs in Lei
den en omgeving hebben na
lang dubben en het treffen
van voorbereidingen de ge
lederen gesloten en samen,
als een nieuw collectief, het
initiatief genomen tot het
doen uitgeven van een „Res
taurantgids voor Leiden
e.o". Gisteren was het zover,
dat de uitgave, na het wer
ven van talrijke adverten
ties, ten doop gehouden kon
worden in de eetburcht van
een der deelnemers, „In den
Houtkamp", gesitueerd in
Leiderdorp. Wie op de pre
sentatie afkwam was meteen
al geïmponeerd door de ze
ker niet onbemiddelde gast
vrije gestalte van eigenaar
Pieter Kuivenhoven, die in
het Bourgondische tijdperk
ongetwijfeld burggraaf Pie
ter de Goede zou zijn ge
noemd; je kon na afloop der
plechtigheid niet heengaan
zonder dat de goede Pieter
bij je aandrong „er nog één
te nemen".
Toch was er sprake van een
zekere tweespalt in de uit
voering. Immers, het boekje
heet Restaurantgids voor
Leiden e.o., maar volgens de
uitnodiging had het „Culi
naire gids in en rond Lei
den" moeten zijn, „een pro
motionele uitgave".
Niemand, echter, viel daar
over. Zeker niet mevrouw
Jos Fase-Dubbelboer, rege
rend wethouder van econo
mische zaken in het „kabi
net" van Leidens gemeente
bestuur. Haar foto (als
„loco") siert ook de gids en
haar coiffure daarop is don
ker. Gisteren had mevrouw
Fase een veel, zo niet alles
verhullende robe aan en
heur haar was blond, inge
volge de waarheid als een
koe, dat verandering van
smaak doet eten. Men was
bij de presentatie van de
gids bij haar aan het juiste
adres. Niet alleen als be
stuurster der gemeente (voor
dit uitzonderlijke geval ge
parkeerd bij een gelegenheid
buiten Leiden waar par
keren tot de cmmogelijkhe-
den behoort), maar ook om
dat ze „zeer verheugd" was,
het boekje in ontvangst te
mogen nemen. En iedereen
veerde geanimeerd op, ging
op een ander been staan,
toen ze vertelde zelf ook
graag van koken en lekker
eten te houden. Men had dat
wel al gezien, maar je houdt
toch je mond. In deze fase
vertoonde mevrouw de wet
houder duidelijk een dubbel
functie. Maar je moet haar
wel kennen, durf ik hierbij
te vermelden. Als mevrouw
Jos geen stukken tekent ten
stadhuize en deelneemt aan
de gevoelige beleidsvorming,
kookt ze in huiselijke kring,
met wisselend resultaat,
voor man en kroost.
Ook voor Japanners
Maar ze zal zeker komen
eten in een der gelegenhe-
Een illustratie in de Restaurantgids voor Leiden e.o., in casu
van het etablissement De Branderij.
FOTO: PR
den waar het deze keer om
gaat en waar ook zij voluit
achter stond. Door een culi
naire woord- en actievoer
der werd haar een „lekker
hapje" aangeboden en, van
onder een servet, een „eer
ste" exemplaar van het gids
je. Ze was werkelijk erg ver
heugd en liet dat in den bre
de merken. De bewindsda
me zei ook nog te hopen, dat
„de Japanse ambassadeur,
heden ter stede, het gidsje in
handen zou krijgen". Niet
zozeer omdat hij 't zou kun
nen lezen, maar wel omdat
hij zeker een link zou kun
nen leggen tussen de afbeel
dingen van de restaurants
en de impliciete beloften die
in de voor hem vreemde
tekst besloten lagen. Laat
Japan maar opkomen; ook
in Leiden!
„De tafels in onze stad (en
daarbuiten, in' de onmiddel
lijke regio dus, T.P.) staan
tot uw beschikking", liet
mevrouw Fase-Dubbelboer
welwillend afdrukken in de
gids. „Welkom in onze
stad!", riep ze de toekomsti
ge lezer en raadpleger van
het werkje (verkrijgbaar bij
VVV Leiden, alle deelne
mers en op andere vitale
punten in de stad) van harte
toe. Leiden wordt steeds
vindingrijker waar het om
public relations gaat: „Je zit
prima in de Sleutelstad".
Gisteren, althans, stonden
we prima In den Houtkamp,
Leiderdorp. Het had, vol
gens de wethouder, ook De
Beukenhof in Oegstgeest
mogen wezen. Daar kun je
ook beter je auto kwijt dan
in de onvolprezen city vón 'S
lands zowat eerste museum-
stad. Het bleef haar 't zelfde.
Kuivenhove vond het
prachtig, gelastte een vol
gende ronde, en Beukenhofs
jonge dirigent Loek Beeren,
met z'n overgeleverde Mi-
chelinster, had er vrede
Grote naijver
Toen de afzonderlijke Leidse
restaurateurs en hoogaange-
slagen „randfiguren" over
eengekomen waren om ge
zamenlijk front te maken,
samen sterk te zullen staan,
namen ze de Leidse free lan
ce journalist Ad Stikvoort in
de arm. Stikvoort at een
groot aantal keren niet thuis,
wachtte tot hij honger kreeg
en ging vervolgens op de
eensgezinde culinaire ge
neugten af. Hij maakte er de
mooiste en meest aansteke
lijke stukjes over; tekende
de gelegenheden ten voeten
uit. En nu, in het gidsje, tref
je het kleinste gemene veel
voud en de grootste gemene
deler van de tafels aan. Je
hoeft niet te rekenen (dat
doet de gastheer wel), alleen
maar te genieten van wat
Leiden culinair te bieden
heeft. En dat wordt steeds
meer. Bepalen we ons, wat
de restaurantgids betreft, tot
de deelnemende restaurants.
Dat is al heel wat, want (zei
Jan la Grand, ruim 5 jaar
aan de slag aan de Heren
gracht), „de grootste naijver
tref je onder de restaurant
houders aan".
Henk van Stipriaan (die me
achteraf, in m'n herinne
ring, iets keurigs zegt van de
NCRV) wijdde een voor
woord aan de uitgave. Hij
getuigde van het feit, dat hij
„een overdadig figuur" bezat
en derhalve recht van spre
ken kon hebben in een
praatje over goed eten. Voor
het overige was het Van Sti
priaan worst en rauwe ham,
want hij kende Leiden al
leen maar van een keer „de
derde oktober", en voor de
rest herinnerde hij zich, in
lichte mate, de hutspot met
klapstuk. De worteltjes wa
ren te zoet en de klapstuk
was te mager. Destijds. Het
brood was indertijd voor
hem, met z'n bolle toet, er
gens anders in de ether weg
gelegd. Maar aan het vlees
dankte hij zijn genegenheid
voor Leiden! Dat de Heer
hem genadig zij.
U zult het me niet euvel dui
den, dat ik niet alle 16 culi
naire deelnemers aan de
overkoepelende gids opsom.
Hun namen zijn alle ver
schillend, maar hun produk-
ten ongeëvenaard. Toch
kriebelt het. Vooruit dan
maar; maar ga niet zitten
tellen, anders krijg ik er wat
van. De adressen zoekt u
maar uit, alsjeblieft. „Aphro
dite": topkwaliteit die be
taalbaar blijft; De Beuken
hof: perfecte balans tussen
gastronomie en gedistingeer
de sfeer. De Bisschop (een
middeleeuwse bisschop) met
culinaire hoogstandjes in be
sloten intimiteit; De Brande
rij, stijlbepalende inrichting
als extra accent op uitste
kende keuken daar heb je
't weer: ze hebben allemaal
een excellente keuken, niet
waar Camino Real, Ko
ninklijke Weg: Cuisine sau-
vage, ofwel waarin een res
taurant groot kan zijn; des
noods wild; Chez Nous: culi
naire creaties met ferme
knipoog naar Shakespeare;
La Cloche: hoogstaande éle-
gance in culinaire oase; De
Doelen: gulle gastvrijheid in
fraai historische entourage;
Fabers: trendy inrichting in
combinatie met goed uitge
balanceerde keuken; Le Fo-
restier: Frans getinte keu
ken met klassieke trekjes; In
den Gapenden Eter: rustge
vende ongedwongenheid
aan een van Europa's moois
te grachten; La Grand: waar
keuken en sfeer borg staan
voor uitstekende kwaliteit;
In den Houtkamp: echt ro
mantisch tafelen in de ware
zin van het woord; De Koe-
kop: charmant restaurant
waar dineren een feest
wordt; 't Koetshuis: ver
trouwde klassieke keuken in
historische ambiance; Indo
nesisch restaurant Surakar-
ta: inventiviteit en geva
rieerdheid van uitheemse
keuken ten top. Punt. Stop.
Ik tel nu 16, jawel het zijn er
16! Opluchting. Niemand liet
verstek gaan bij de samen
stelling van de gids. Die du
velstoejagers toch.
Samen tekenden ze voor een
regeerakkoord op uiterst
smakelijke basis en ze hopen
er straks de vruchten van te
plukken. Het is in elk geval
de eerste keer dat, de horeca
toegedane, concurrenten op
papier (ik heb me laten ver
tellen, dat je de gids niet als
„aanmaak" voor de open
haard kunt gebruiken;
„want 't brandt gewoon
niet!", zei een aanstoker van
de publikatie) toenadering
hebben gezocht. Het was al
vast een geslaagde bijeen
komst, In den Houtkamp.
De plaatselijke pers stroom
de machtsbewust toe; soms
met, van nature, wallen on
der de ogen. Maar Leiden en
omgeving weet nu tenminste
waar 't aan toe is. Gaat dat
zien, gaat dat eten! Gewoon
voor de gezelligheid, en om
dat uitgaan in Leiden zo
goed kan zijn.
LEIDEN Het lijkt een on
waarschijnlijk verhaal in een
tijd dat wethouder Peters
naarstig op zoek is naar stuk
jes groen om doorzonwonin
gen op te bouwen. Maar in de
crisisjaren dertig kostte het
moeite om de statige Professo-
renwijk, een uitbreidingsge
bied in het polderland achter
de Zoeterwoudsesingel, vol te
Leiden is vrijwel vol
gebouwd. Sinds de
eerste bewoners zich
rond 300 voor Chris
tus op Leids grondge
bied vestigden, heeft
de stad zich lang
zaam maar zeker uit
gebreid. Met name de
laatste honderd jaar
was de groei buiten
de singels explosief.
Met het uitdijen van
de stad en het toene
men van het aantal
inwoners, ontstonden
ook de wijken. De
woonbuurten met
hun eigen voorzienin
gen als kerken, scho
len en winkels. Elk
met zijn typisch ei
gen sfeer die wordt
bepaald door de aard
en hoeveelheid bewo
ners en gebruikers,
bebouwing, verkeer
en groen. Meer dan
vijftig leefgemeen
schappen telt Leiden
op dit moment. Uit
wijken brengt die
Leidse wijken in
kaart en laat zien
hoe de mensen er le
ven: aan rustige la
nen waar je de vogels
kunt horen fluiten,
maar ook in straten
met torenflats, waar
plantsoentjes dreigen
te worden bebouwd.
krijgen. Huizen die de toen
royale prijs van 5.000 guldert
vergden, werden in sommige
gevallen uiteindelijk met hele
straten tegelijk door beleggers
gekocht omdat ze bij particu
lieren niet aan de man te
huur kwamen, moesten bewo
ners gelokt worden met gratis
maanden huur.
Het echtpaar De Vrind dat
sinds 1939 op de De Sitterlaan
woont, weet er over mee te
praten. Mevrouw De Vrind:
„Wij konden ons huis gewoon
uitzoeken. We gingen in de
erker staan, totdat we het
mooiste uitzicht hadden. Dat
hebben we genomen". Een
aardige bijkomstigheid was
nog eens dat die woning ook
een grote achtertuin had. Een
strook groen waar een bewo
ner van de Stevenshof nu al
leen maar van kan dromen.
De familie De Vrind is er niet
meer weggegaan. En raakte
vergroeid met de buurt. De
heer De Vrind was tuisen
1953 en 1971 voorzitter van de
buurt- en speeltuinvereniging
Professorenwijk. Als hen nu
gevraagd wordt een karakte
ristiek van de eigen buurt te
geven zeggen ze eensgezind:
„de mooiste wijk van Lei
den", een typering die vooral
lijkt op te gaan voor de brede
straten en lanen die de wijk
doorkruisen. Niettemin heb
ben ook de smallere straten
van de buurt de tand des tijds
glansrijk doorstaan. Stadsver
nieuwing is hier ook na vijftig
jaar nog niet aan de orde.
Bouwkwaliteit
Dat wordt vooral toegeschre
ven aan de uitstekende bouw
kwaliteit veel huizen heb
ben na meer dan een halve
eeuw nog de oorsponkelijke
kozijnen maar ook aan de
minimale doorstroming. Wie
eenmaal in de Professoren-
wijk woonde, bleef daar tien
tallen jaren. Lange tijd ook
kende iedereen iedereen in
elke straat.
De honkvastheid van de be
woners en de uitstekende
bouwkwaliteit, droegen er
wellicht ook toe bij dat de
wijk uiterlijk sinds het eind
van de jaren veertig nauwe
lijks is veranderd. Slechts aan
de kant van de Kanaalweg en
in de richting van het Lam-
menschansplein veranderde
het aanzien door de komst
van flats en bedrijfspanden.
Voor veel bewoners geldt als
grootste verandering nog
steeds het verdwijnen van de
tram, begin jaren zestig, uit de
Lammenschansweg, die oor
spronkelijk Kamerlingh On-
nesweg heette. Alleen het
pleintje voor het station Lam
menschans herinnert daar
nog aan. De weg heeft aan die
tram, die ooit over de mid
denberm reed, zijn grote
breedte te danken.
Sinds een dikke tien jaar is er
wel wat meer beweging onder
de bewoners. „Er zijn weer
gezinnen met ionge kinderen,
op sommige plekken struikel
je er bijna over", zegt de heer
De Vrind die overigens niet
onder stoelen of banken
steekt dat hij dat verschijnsel
verder wel toejuicht.
De Vrind heeft de buurt
eerder, in zijn rol als voorzit
ter van de buurt- en speel
tuinvereniging Professoren-
wijk, al eens écht kinderrijk
meegemaakt. In haar glorieja
ren bouwde de vereniging uit
eigen middelen een speeltuin
met clubhuis 't Profje, op
de plaats waar nu de Vredes-
kerk staat en werd maan
delijks een blad uitgegeven.
Lange jaren leidde de vereni
ging een bloeiend bestaan met
een eigen 'uitstekende' toneel
club, schaats- en volleybal
clubs en een 'damescomité'
dat iedere 's zomers activitei
ten voor de kinderen van de
buurt organiseerde.
De club viel uiteindelijk ten
prooi aan de vergrijzing. Toen
de kinderen te oud werden,
waren nog maar weinig ge
zinnen bereid een bijdrage
aan een speeltuinvereniging
te blijven betalen. In 1971
werd ze definitief opgeheven.
Alleen de bridgeclub, waarin
het paar De Vrind nog steeds
actief is, bestaat nog. „Maar
we kunnen wel nieuwe leden
gebruiken. We hebben er nu
32, vroeger was dat 90", zegt
mevrouw De Vrind.
De wijk beschikt sinds het af
branden van de voormalige
school aan de Lorentzkade
niet meer over een eigen
buurtcentrum en is nu aange
wezen op het buurthuis Cor
nells Joppenszn in de Oppen-
heimerstraat, dat in het verle
den ook aan de Lorentzstraat
was ondergebracht.
Als je al zou moeten beden
ken wat voor mensen er ach
ter de inmiddels wat statig
aandoende jaren dertig-gevels
wonen in de professoren-
buurt, zou je zeggen: een
buurt voor ambtenaren. Le
vensmiddelenhandelaar Dick
Juffermans, die zijn winkel in
de Hugo de Vriesstraat op de
hoek van de Van der Waals
straat heeft, bevestigt dat er
zeker in vroeger jaren veel
ambtenaren woonden.
Een andere groep die ooit
zeer sterk vertegenwoordigd
was in de wijk, is die van de
winkeliers. „Je begrijpt niet
waar ze het van deden", zegt
Juffermans die zijn zaak in
dertijd van zijn vader over
nam. De Professorenwijk tel
de verscheidene melkslijters,
groentemannen, visboeren en
andere neringdoenden. „Ie
dereen kwam bovendien
langs de deur, tot en met de
scharensliep", aldus Juffer
mans.
De bewoners van de Professo
renwijk lijken rustige, tevre
den mensen te zijn. Zelden
komen ze in het geweer tegen
de gemeente. Een van de wei
nige keren dat dit wel gebeur
de, was toen boomwortels aan
de Burggravenlaan, Lorent
zkade en De Sitterlaan zo wis
pelturig groeiden, dat bejaar
den er over struikelden en
riolen verstopt raakten. Tot
verdriet van sommige bewo
ners moesten de bomen het
veld ruimen. Ook De Vrind
zegt dat aanvankelijk jammer
gevonden te hebben. Maar hij
wijst op de prachtige bómen
die resteren in de midden
berm van de De Sitterlaan en
constateert tegelijk dat som
mige bomen erg veel ruimte
innamen. Achteraf is hij niet
ontevreden met de aanpak.
Ook voor de gemeentelijke
nota over bouwen in het
groen wilde de wijk wel in
beweging komen. De buurt is
rijk aan groen en telt ver
schillende mogelijke bouwlo-
katies. Aan de Lorentzkade,
op het Kamerlingh Orines-
plein, aan de Kanaalweg en
aan de Melchior Treublaan.
Vooral die laatste ligt gevoe
lig. Zelfs de verder nogal rela
tiverende De Vrind zegt daar
wat nors over: „Ik ben er
laatst nog wezen wandelen.
Dan denk je zo'n mooi plekje,
moet dat weg?"
RUDOLF KLEIJN