Lachend naar de top OVERBOARD Souiant Vader gaat op stap VROUWENEXPEDITIE SLAAT AAN KINKHOEST door Joke Forceville-Van Rosium (ADVERTENTIE) MAANDAG 30 MEI 1988 PAGINA 10 (iOI.IHK ILUVN HUKT IUWSKI.I, Joanna Stayton heeft alles. Geld, macht en een butler, totdat ze van haar luxe jacht valt... Hoewel de diplo- matenkoffer nog steeds een veel gebruikt trans portmiddel is, wordt de belang stelling groter voor een lichtere documententas. Hier ziet u een kunstleren „Washington" ge naamd, die in alle kleuren bruin ver krijgbaar is met lichtbruine hoe ken of zwart met zwarte hoeken. In drie modellen: eenvoudig (links) en forser rechts met handgreep). Resp. 27.50, 41.50, 83.-. FOTO: PR was het T-shirt doodgewoon on dergoed in Ame rika. Daarna kwam meneer Jaeger met zijn wollen borstrok ken, die voor de eerste keer als bo venkleding voor wielrenners als fietstricot werden gebruikt. Maar toen was die ge maakt van ka toen. Het T-shirt van nu werd voor het eerste gezien op het lijf van Ja mes Dean en Marlon Brando. Toen die elegante filmhelden ermee verschenen werd het kledingstuk geadopteerd door jonge mensen, in dit kleedgedrag gesteund door de film West-Side- story. Daarmee werd het nog geen chic, want de West- Side-story speelde zich nu niet direct in de gegoede klasse af. Maar het T-shirt werk te zich omhoog, het werd zoge naamd „slim fit", dus strak om de trotse tors gego ten, en is nu ver sierd met posters of opdruk van de filmsterren die het T-shirt naar de top hebben ge bracht. En dan wel liefst portret ten van idolen uit de jaren vijftig en zestig, zoals die op de posters voor kwamen. Neon- kleuren, die we gens praktisch nut ten gerieve der veiligheid, uit de surfsport ko men, genieten de voorkeur van spetterachtige fi guren, zowel bij jongens als bij meisjes. Ze ko men niet alleen voor op genoem de „hemden", maar ook op shirts, jeans, rok jes en jurkjes van prettig zittende dunne katoen en a<TINY FRANCIS T-shirts met neonkleuren (Kien). VANAF DONDERDAG IN DE BIOSCOOP van de ander zou kunnen gaan ergeren. Op grote hoogte ben je moe, word je hoogteziek en raak je sneller geïrriteerd. Als je dat weet, kun je daar wat mee doen. En ik moet eerlijk zeggen: ik heb in mijn hele leven nog nooit zo gelachen als de af gelopen twee maanden. We moeten allemaal maandag weer gaan werken, en dat is verschrikkelijk". Eenmalig Niet dat de zes jonge vrou- wen een hekel aan hun baan hebben, alles behalve dat, maar er is een eind gekomen aan een waarschijnlijk een malig hoogtepunt in hun le ven. „Ja, want ondanks de sponsoring heeft deze expe ditie ons veel geld gekost. Zo'n kans krijgen we mis schien nooit meer", aldus Marjolein, die zelf van haar school onbetaald verlof had gekregen. De anderen daar entegen hebben al hun va kantiedagen op moeten ma ken. „Ik ben straks de enige die nog vakantie heeft". Blijde terugkeer van de zes die de 7.290 meter hoge Chamlang in Nepal hebben beklommen: staand links Frederike Bloemers (32, milieu-juriste uit Delft) en Gerda de Groene (25, studente geneeskunde uit Amsterdam). Zittend v.l.n.r. Annet Boom (29, arts uit Eerssel), Myra de Rooy (30, geologe uit Delft), Marjolein Meere (29, docente lichamelijke opvoeding uit Amsterdam) en Janka van Leeuwen (32, docente dramatische vorming en beweging uit Amsterdam). FOTO: AN SCHIPHOL - Het is weer zo'n teken des tijds: de Rosta-expeditie die afgelopen zaterdag op Schiphol terugkeerde van een niet ongevaarlij ke beklimming in Nepal bestond uit louter vrou wen, en de veilig wach tende pers bestond voor negentig procent uit mannen. Die tot hun ge- noegen zagen dat de zes klimsters slanke, char mante dames waren. Weg was het beeld van vrouwtjesputters die zich met een hand op de rug langs steile wanden om hoog hadden getrokken en zich met hun stalen gebit een weg hadden gevreten door te ver uit stekende rotsformaties. Niet juist bleek ook de ver wachting dat waar kerels, die toch zo kameraadschap pelijk heten te zijn, tijdens expedities al vaak hooglo pende ruzie hebben gekre gen, het sfeertje onder zes vrouwen helemaal te snijden moest zijn geweest. Niets bleek minder waar en dat is eigenlijk wel het belangrijk ste resultaat van de eerste Nederlandse vrouwenexpe ditie, die op 10 en 11 mei de 7290 hoge oosttop van de Chamlang in Nepal beklom. Marjolein Meere, docente li- 1 chamelijke opvoeding was 5 één van de deelneemsters. Deze 29-jarige Amsterdamse lichtte de goede sfeer toe: „We hebben het voorbeeld van die mannenruzies tij dens expedities steeds voor ons gezien. Daarom hebben we van tevoren ook alles een paar avonden goed door gepraat; zijn we precies na gegaan wat er allemaal zou kunnen gebeuren, wat ons „We waren", vervolgde Marjolein, „allemaal erg to lerant, is me opgevallen. Ie dereen had de ruimte om zichzelf te zijn. We hadden afgesproken dat Frederike naar buiten toe de expeditie leider en woordvoerder zou zijn, maar binnen de groep had iedereen haar eigen ta ken, status en stem. En al leen bij vervelende situaties zou Frederike twee stem men hebben, maar die heeft ze niet nodig gehad". Je kunt je afvragen wat er allemaal te lachen valt tij- Alleen óp de wereld. dens een zware beklimming naar ruim 7 kilometer hoog te met nachttemperaturen tot min 30 graden en regel matig mist, sneeuw en storm, maar het kon blijk baar. Marjolein: „We lachten vooral om melige dingen, bijvoorbeeld om die honder duizenden liga's die we aten. En we hebben veel kunnen praten over afwisselende dingen. Het was leuk dat ie der. van ons een ander beroep heeft. Myra bijvoor beeld is geologe en haar lie ten we vaak iets uitleggen over stenen die we vonden. En tegen mij riepen ze 's- ochtends steeds 'kom op, ochtendgymnastiek geven". Maar dat gebeurde niet. Na het wakker worden zo tegen vier, vijf uur bleef iedereen in zijn slaapzak liggen en gooide drie uur lang sneeuw in een heet pannetje om aan smeltwater te komen. Marjo lein: „Om te voorkomen dat je bloed verdikt en je bevrie zingsverschijnselen krijgt, moet je ontzettend veel drin ken, liters thee en bouillon". Van het lichaamsgewicht - arts Annet Boom hield on der meer bij hoeveel procent van de vetlagen bij iedereen verdween - is de afgelopen rust- en reisdagen al wat te ruggewonnen. De gebruinde dames zien er dan ook ge zond uit. Toch noemden veel van de 66 dragers in Nepal hun opdrachtgeefsters lief kozend „fat and strong". „Dat komt", aldus Marjolein Meere tot slot, „omdat die mensen zelf nog kleiner en dunner zijn. Maar de mees ten die Engelse woorden ge bruikten, wisten eigenlijk niet wat ze zeiden. Tegen ons riepen ze de hele dag: 'Good-morning sir". HERMAN JANSEN Uitvaart Heer God, herinner u zijn naam die hij van mensen heeft ontvangen. !RD, van 1 heeft velijks Vaste ije bev e fase ng op - ijd vo< hun k tting v ken in A b soul t de li: Het is een bekend verschiji sel dat het regelmatig kerkt, p zoek blijft teruglopen. Tv/1 procent per jaar verminde WS. het en dat al zo'n tien ja, lang. Kerkgebondeni aal acl worden in aantal dus wepele at! voortdurend minder. Ket\ trijden verbondenen noem ik hen li iskerke, ver. Mensen die zich nog u alsof 1 metterdaad verbonden voelt uit Or; met wat er in hun gemee Voora schap gebeurt, beklagen istellinj zich nogal eens over dat „d die hel anderen" die zich praktist ichtte nooit meer laten zien, er i ig man eens wel weer zijn, als h re-doel i gaat om rouwen en trouwt treven zoals dat heet. aatsen Je kunt nog een beetje verd invulle gaan en vaststellen dat bij d ieuweli pen, Eerste H. Communie t ans en de toediening van het i m kur Vormsel ook nog belangstt uit- De ling is waar te nemen v;met buiten af. Natuurlijk zijn tro hume we kerkgangers teleurgeste iet O ra: over die nog maar incidente ichijnlij belangstelling van velen d ip de ve niet lang geleden tot de eigt walitei' gelederen behoorden. Natuurlijk voelen ze het a els laat een gemis dat steeds me Das mensen het laten afwete haat fc Maar het lijkt mij onjuist ie op af te schrijven. Soms hoor el eer namelijk het nogal onvè het. draagzame geluid: laten ins Mi' dan maar helemaal wegbh I wordi ven; wat doen ze hier n<\ maa Die houding lijkt me onchri beheer: telijk. Ik wil niet zonder mei de afg iedereen die niet meer kon tohn E uit gemakzucht of ongeïnt e aanv resseerdheid, vrijpleiten de eigen verantwoordelij heid omtrent zo'n beslissii\ *rt9 j Maar ik denk anderzijds, d het niet aan mij is een oorde te vellen over hun keuze. B vendien ben ik er eigenlij wel gelukkig mee dat ze kerkgemeenschap in ieder val bij bijzondere gelegen den toch weer weten te vwga u den. {11 Laten we ons deze keer b perken tot de aanwezighe bij een uitvaart. Is het ve tse O wonderlijk dat levensvragi weini zich juist dan aandienen a mrd mensen met de dood wordt ncj geconfronteerd? Is het erg d f„:nj velen onder de druk van ve driet, woede, angst (om eigt kwetsbaarheid) samenschole P de j( In de hoop misschien bij el met kaar een beetje steun, w de troost of inzicht in een onve klaarbaar verlies te zullt r-. vinden. Gaat Gods geest mP; eigen wegen waarlangs met "e c sen worden bereikt? Vorif eers week hebben we met velt s Ev< een dynamische, nog jon[ ^en j- man, die ons plotseling on htej0( vallen was, uitgeleide gedaa Pater Jan van Doorn, mi neef, was eigenlijk toch tota \*ta onvoorzien overleden. On tina hutst waren we, ontroerd t wanh zeer verdrietig. 7-jari Samen hebben we zijn ui 'ev^- vaart gevierd. Gevierd ja, |de hi hebben we als Job geklaag verd met de profeet van Gibn reugc over de dood nagedacht, ma rjvee ook uit het Johannes-evangp lie de bemoediging gelezt dat Christus heeft beloofd: a ttini. Ik ben heengegaan en et plaats heb bereid, kom Ik I in het rug om u op te nemen bij rtt >en F Wij waren met velen, vooi happi met velen van zijn medebrot n ni< ders, de Karmelieten. proef er (dr Ik weet niet of er ook menst O waren die alleen maar o jats y deze dienst waren gekome rer(je( zich anders nooit laten zie zivc Dat doet er niet toe. Gevlei om is ons geloof dat de dood ni ken het einde van alles is. D bij de heeft Jan over het graf het weecj, dan toch maar in ons wakk rg q geroepen. De prachtige blo ingüj men, wit en geel vooral, t ran l zonnebloemen het meest, wf ren voor mij symbool i dat wij onze dierbare o' dene ten uitvaart geleide1 omdat wij durven bidden r geloven dat God zich naam zal herinneren, naam die mensen hem heJ ben gegeven. Die onder hij bij ons bekend ii weest en zal blijven. En i God zich daarbij niet af hal keliik maakt van ieders i willende aanwezigheid. Wj buitenstaanders vi loofsgem eenschap moeten dat toch samen ons hebben ervaren. Wat e geluk, voor henzelf, evenzeer voor ons allen, dat ze zich om de vriendsch\ met deze overleden got mens bij ons hebben gevoegi Dat ze met ons uitvaart hef ben willen vieren - afschep wilden nem onzen wiens herinnering o: )0P1( der ons levendig blijft. Ondt gCQj allen ook die zich misschie ,0|js niet blijvend verbonden nt ^me Terug van weggeweest? Er is iets merkwaardigs aan de hand met kinkhoest. Sinds jaar en dag worden kinderen ingeënt tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP-prik), sinds kort ook nog tegen bof, mazelen en rode hond (BMR-prik). En sindsdien hebben veel van die ziekten hun schrik wekkende klank verloren. Hoe erg polio is, of tetanus, of difterie, we ten alleen nog oma's en oude rotten in het medische vak, want de di verse' prikken verdreven al die ziekten uit de medische statistiek. Met kinkhoest is dat op een merk waardige wiize niet gelukt. In de iaren '70 leek de ziekte in Neder land uitgeroeid, maar kijk, rond 1981 stak het plotseling weer de kop op: in 1982 waren er ineens 86 aangegeven gevallen en dat waste aan tot 2700 gevallen in 1987. Nog merkwaardiger is dat het verza melde medische intellect niet weet wat ze van die getallen denken moet. Men weet niet eens of kink hoest wel zo erg aan het terugko men is. Kinkhoest is één van de ernstigste en meest afmattende ziekten die een kind kunnen overkomen. Na besmetting met de Bordetella Per tussis bacterie heeft het kind een tot twee weken 's nachts last van een korte droge hoest. Daarna ver ergert het beeld. Het kind wordt dan dag en nacht overvallen door salvo's van 10 tot 20 blafhoesten met een typische hoge klank. Het patiëntje geeft dan slijm op, braakt soms, en hapt na elke salvo gierend naar adem. Dit kan zo weken door gaan, het herstel neemt ook enkele weken in beslag. De ziekte wordt vooral levensgevaarlijk als de kink hoest een soort stuipen uitlokt of als andere bacteriën in de achter hoede van het kinkhoestleger zich over de longen verspreiden en een levensgevaarlijke longontsteking veroorzaken. Een dramatische ziekte. Op het hoogtepunt raakt het kind door de niet aflatende hoes- taanvallen uitgeput en de ouders niet minder, want die aanvallen kunnen zo hevig zijn dat je zou denken dat het kind er in blijft. Medicijnen tegen de ziekte zijn er niet of nauwelijks. Antibiotica kun nen in de beginfase misschien wat uithalen, betrouwbare middelen te gen de hoest zijn er eigenlijk niet, slaapmiddelen kunnen het kind enigszins rust geven. Kortom, het enige wat echt wat uithaalt is een inenting tegen kinkhoest. Tenminste, dat is de bedoeling. Maar van de in 1987 ruim 2700 aan gegeven patiënten met kinkhoest was liefst 78 procent volledig ge vaccineerd. Helpt dat kinkhoest- vaccin dan niet? Jawel, maar niet zo goed als men zou wensen. Het kinkhoestvaccin beschermt weinig tegen de ziektekiem, maar wel ta melijk goed tegen de ziekte zelf. Met andere woorden: je kunt on danks de inenting nog steeds kink hoest oplopen, alleen verloopt de ziekte'dan wel stukken en stukken milder. Ondanks dat kon men die fantastisch snelle stijging van het aantal aangegeven kinkhoestgeval- len niet verklaren. In 1984 raakte men zelfs een klein beetje in pa niek en in de medische vakpers verschenen artikelen met veelzeg gende koppen als „Kinkhoestvacci- natie: een kink in de kabel?". Nu, vier jaar later, is men stukken scep tischer geworden.-Wat is het geval? Toen rond 1981, na een lang kink- hoestloos tijdperk, weer de eerste gevallen van kinkhoest werden aangemeld, waren vooral de jonge dokters volledig verrast. Soms stel de de oma van het kind de diag nose en als de tegenstribbelende huisarts („nee mevrouw, kinkhoest komt niet meer voor") voor alle ze kerheid de zaak uitzocht, bleek oma toch gelijk te hebben. Sinds dien is men waakzamer geworden, en, zo is ae redenering, zou de stij ging van het aantal aangegeven ge vallen voor een groot deel kunnen verklaren, want wie zoekt zal vin den. Bovendien heeft men naar grote waarschijnlijkheid vaak verkeerd gezocht. Stel, een kind is wat hoesterig en ook nog in het be zit van zo'n oma die zich de goede ouwe tijd maar al te goed herin nert. „Toch geen kinkhoest, hè dokter?" Dokter zoekt het uit en stuurt bloed in naar het lab, en in derdaad, de antistoffen tegen kink hoest zijn tamelijk hoog. Diagnose:, kinkhoest en onder die diagnose is het later terug te vinden in de me dische statistiek. Maar het zou net zo goed om een ander, de luchtwe gen belagend microbeest kunnen gaan, want een hoog peil aan antis toffen bewijst niets. Alleen een stij ging ervan zegt wat, maar dat on derzoek waarvoor je twee keer bloed moet prikken wordt zelden gedaan. Het is zo goed als zeker dat op deze manier veel, vooral wat ou dere hoesters ten onrechte als ge vallen van kinkhoest in de medi sche statistiek terecht zijn geko men. Reden genoeg voor de hoofd inspecteur van de volksgezondheid, dr. H. Bijkerk, om de diagnose kinkhoest streng aan banden te leg gen. Vanaf 1 januari 1988 heeft ie mand pas echt kinkhoest als hij dat dramatische ziektebeeld (zie boven) vertoont, en een milde vorm van kinkhoest als hij A enigszins hoest, en B uit laboratorium-onderzoek ondubbelzinnig blijkt dat de kink- hoestbacterie de boosdoener is. Ge volg: januari 1987 leverde 1 echt geval van kinkhoest op en 231 ge vallen van de milde vorm, in janu ari '88 waren de cijfers respectieve lijk 0 en 1. Een enorme daling. Dat het kinkhoestvaccin wel dege lijk iets uithaalt blijkt wel uit de er varingen in ons omringende lan den. In Engeland raakte het vaccin rond 1977 zo in opspraak vanwege een zeer kleine kans op hersenbe schadiging door kinkhoestinenting, dat nog slechts 30 procent van de ouders hun kinderen er aan waag de. Een sociaal-geneeskundige, dr. Gordon Stewart, dacht met een ge ruchtmakend artikel in de „Lan cet" aan te kunnen tonen dat het aantal doden door kinkhoest ook zonder vaccinatie aan het dalen was. Als dat zo was, dan was het entmiddel erger dan de kwaal. De redactie van het roemruchte blad voorspelde een ramp: „Zullen we later de treurige voldoening sma ken van ons eigen gelijk?" De re dactie kreeg gelijk: Engeland be taalde leergeld met enkele epide mieën die tientallen doden oplever den. Nu laat 90 procent van de En gelse ouders hun kinderen weer te gen kinkhoest inenten. In Duits land, waar ook slechts 30 procent van de kinderen is ingeënt tegen kinkhoest, vielen de afgelopen tien jaar 74 doden. Daarbij valt het aan tal slachtoffers in Nederland, ook als je die omrekent naar het aantal inwoners, in het niet: tussen 1976 en 1986 stierf hier welgeteld één kind aan deze dramatische ziekte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 10