Eerste nijlpaard Artis gekocht op afbetaling Kijkje achter de schermen - Schaken onder het oog van Max Euwe 'CeidóeSoiucmt1 Elke zondagmorgen mogen bezoekers een kijkje nemen achter de schermen van Artis. Om elf uur start een rondleiding van anderhalf uur door de tien hectare grote dierentuin. Drie gidsen nemen ieder twintig bezoekers mee naar onder meer de keuken van het kleine-zoogdierenhuis, de nachtverblijven van de roofdieren en het befaamde aquariumgebouw dat sinds 1878 stevig op 1740 palen in de Amsterdamse bodem rust, maar natuurlijk moet wel een toegangskaartje voor de dierentuin worden gekocht. Deelname aan de rondleiding is gratis. Reserveren is niet mogelijk, maar wie zich om half elf bij de kassa van Artis meldt wordt nooit teleurgesteld. Bij een grote toeloop worden namelijk extra gidsen opgetrommeld. Artis is gevestigd aan de Plantage Kerklaan 38-40, Amsterdam (telefoon 020-26.28.33). Dagelijks geopend van 9 tot 17 uur. Vanaf Amsterdam CS te bereiken met tramlijn 9. ZATERDAG 28 MEI 1988 PAGI] Anderhalve eeuw geleden belemmerde een wirwar van tralies het uitzicht op de dieren. Tegenwoordig is die onsympathieke en hinderlijke l glas of meer open constructies. AMSTERDAM - Op de plek waar anderhalve eeuw geleden Artis ver rees, stond in het grijze verleden het etablissement van de kleurrijke herbergier Blaauwjan. Inspelend op de sensatiezucht van zijn pubüek had hij zijn tapperij opgesierd met een verzameling glazen potten, bar stensvol exotische dieren. „Sterk water" zorgde er voor, dat die morsdode zoölogische curiositeiten niet tot stof wederkeerden. Nu wil het verhaal dat Blaauwjan, als hij krap bij kas zat, stiekem uit een ander vaatje tapte. Dan ontkurkte hij zijn ma cabere collectie glazen potten en vulde de borrelglaasjes gul met de geestrijke marinade waarin jarenlang kadavers hadden gedobberd. Een kopie van Blaauwjans lugubere etablissement met volledige vergunning is te zien op de tentoonstelling „Zie Zoo 150 jaar Artis", die tot het einde van dit jaar wordt ge houden in het expositiegebouw van Ar tis naast de hoofdingang. De ruimte bood tot voor kort onderdak aan een verzameling bleke skeletten van prehis torische mastodonten en wordt daarom door het personeel van de Amsterdamse dierentuin raak aangeduid als het „gra- tenpakhuis". De jubileumtentoonstelling is één groot en vrolijk rariteitenkabinet. Behalve de kroeg met Blaauwjans beestachtige brouwsels is er ook een circustent met een reizende menagerie te zien, de sensa tionele, maar dieronvriendelijke voorlo per van de dierentuinen. Panelen laten zien dat tal van kunstenaars, mode-ont werpers en reclamemensen inspiratie putten uit de dierenwereld. Wetenswaardigheden van een bonte mengeling Artis-bewoners zijn op een originele manier verpakt. Zo is bijvoor beeld te zien welke reusachtige hoeveel heid voedsel een olifant dagelijks naar binnen stouwt en welke onwelriekende voetbalgrote keutels het darmkanaal er tenslotte van kneedt. Oudste Natuurlijk schenkt „Zie Zoo 150 jaar Artis" aandacht aan de geschiedenis van de oudste dierentuin van het Europese vasteland. Dat verhaal begint op 1 mei 1838, als een paar Amsterdamse notabe len het „Koninklijk Zoölogisch Genoot schap Natura Artis Magistra" (de natuur is de leermeesteres van de kunst) op richt. Zo'n naam vraagt natuurlijk om een afkorting. En omdat „Natura" de preutse bestuurders té opwindend voor kwam, werd het kortweg: Artis. Het was in die beginjaren een deftige club, die alleen toegankelijk was voor le den. Pas in 1852 streek men de hand over het hart en mochten ook „werklie den, dienstboden en mindervermogen- den" zich tegen betaling van een kwartje vergapen aan de exotische dierenpracht. Maar dan uitsluitend in de kermis- maand september, want het moest na tuurlijk ook weer niet te gek worden. Pas een halve eeuw later ging Artis het hele jaar door voor iedereen open. Maar de kwartjesdagen leven nu nog voort in de traditie van de gereduceerde prijzen op Hemelvaartsdag en in september. Artis startte met een handjevol herten, apen en vogels. Het etiket dierentuin was er eigenlijk tè groot voor. De collec tie werd maar heel langzaam uitgebreid, want exotische dieren waren duur. Een leeuw kostte in 1838 zo'n tweeduizend gulden, bijna evenveel als nu. Het eerste nijlpaard was zo prijzig, dat het alleen op afbetaling kon worden gekocht. Zeelieden vulden de collectie gevraagd en ongevraagd aan met exotische kost- fangers uit het dierenrijk. De grote door raak kwam in 1840 toen Artis voor het kapitale bedrag van 30.900 gulden een reizende menagerie met tweehonderd diersoorten, waaronder een olifant en reptielen, kocht. De Amsterdamse vroe de vaderen zagen overal beren en pro beerden de uitbreiding te dwarsbomen door idiote bouweisen te stellen. Zo ga ven zij alleen toestemming voor de bouw van een leeuwenverblijf zonder ra men, deuren en luchtgaten. Maar Artis overleefde alle problemen. Niet alleen in die beginjaren, maar ook later, in de cri sisjaren en tijdens de Tweede Wereld oorlog, toen het voedsel schaars was. Romantisch Met zijn smalle paadjes, romantische bruggetjes, oude bomen en karakteristie ke gebouwen heeft Artis iets van de ro mantische 19e-eeuwse sfeer behouden. „Maar voor de dieren is er gelukkig veel veranderd. De onsympathieke tralies zijn zoveel mogelijk vervangen door glas of meer open constructies. Ook over het samenstellen van het dierenbestand wordt nu anders gedacht. Vroeger was het een postzegelverzameling. Men wildé van zoveel mogelijk soorten één exem plaar hebben. Het doel is nu meer dieren van één bepaalde soort te hebben en die groep op een verantwoorde wijze in een natuurlijke omgeving onder te brengen. Dat betekent dus dat we vergeleken met vroeger minder soorten hebben; al zijn het er altijd nog zo'n twaalfhonderd. Maar daar staat tegenover dat het veel boeiender is om het gedrag van dieren in een groep te volgen", zegt Miijam Dres- mé, de spreekbuis van Artis. De laatste jaren is het accent ook komen te liggen op het fokken. Daarmee werkt Artis mee aan het behoud van bedreigde diersoorten. De fokprogramma's worden nationaal en internationaal gecoördi neerd. Om te voorkomen dat met een té klein aantal dieren wordt doorgefokt en dus inteelt ontstaat, wordt voor 79 dier soorten een internationaal stamboek bij gehouden. Geregeld ruilen of lenen die rentuinen onderling dieren voor de fok. Artis is verantwoordelijk voor het stam boek van de kantjil, een nerveus dwerg hertje met pootjes als naaldhakjes. Bij sommige diersoorten gaat het zö goed met de fok dat geboortebeperking nood zakelijk is. Zo zijn in Artis de leeuwin nen aan „de pil". Miijam Dresmé betwijfelt of het in de toekomst mogelijk is gefokte dieren op grote schaal terug te plaatsen in de vrije natuur. „Wij hebben bijna uitsluitend dieren die in gevangenschap zijn gebo ren. Het is meestal onmogelijk en onver antwoord hun jongen in het wild uit te zetten". Adoptie Artis heeft een aantal ingrijpende uit- breidings- en nieuwbouwplannen op sta pel staan. Om het geld bij elkaar te krij gen is onder meer een adoptieplan ont wikkeld. Bedrijven kunnen zich finan cieel over een dier, of een groep ontfer men. Een vogelfamilie bijvoorbeeld kost 2500 gulden per jaar, de groep ijsberen Het adoptieplan van Artis moet onder meer deze gorilla ten goede komen. Voor hem en zijn soortgenoten wil men een nieuw onderkomen bouwen. FOTO'S: PERS UNIE een halve ton. Als tegenprestatie mo H1C de bedrijven het geadopteerde di« hun reclamecampagnes gebruiken. I CL/A wordt de naam van de sponsor bij All hokken vermeld. Meer niet. „Artis I p_ andert dus niet in een reclameland) neonreclames", verzekert Miijam E( §OC half miljoen in het laatje brengen de verbouwing van het gorillaverblij jjjg Meer dan zestig bedrijven trokken gul de beurs. Zo adopteerde de Efte BCl de pythons, Electrotechnisch bedrijf spec de sidderaal, Gazelle Rijwielen gazelles, Wegenbouw Zanen de zeb| uitgever Oberon van „Donald Duck'i „Bobo" de eenden en de konijnen, 0 l lens de brilslangen, Panter-sigaren i panters, de Postbank de leeuwen, S v het aquarium, Seahorse de zeepaarc z Mammoet Transport de olifanten er VARA de ara's. Bij de start van het jubileumjaar gal tis zichzelf een vorstelijk veijaardaj deau: het nieuwe Zeis Planetarium, zoekers van de dierentuin kunnen enenis ven keer per dag gratis een adembdterda mende, 35 minuten durende reis (jteeds het heelal maken. Op de binnenzeen van de koepel - die een doorsnede hyange van twintig meter - worden de sterrrJ® hemel, uiteenlopende hemelverschiji^"'* len en allerhande beelden geprojecte^cms Dat gebeurt met behulp van meer aiers, honderd projectoren en de reusachgen t sterrenprojector, die als een buitenaaan s insect in het midden van de zaal tro& De eerste show, getiteld „Levend Hfe u* al" is tot eind dit jaar te zien en verast, het verhaal van de eeuwige kringltVTOet van materie en leven in het heelal,jalen eeuwenoude relatie tussen de mensjeet de sterrenhemel en de onzichtbare dik^uje die alles en allen met de kosmos T bindt. Aan het einde van de voorster verschijnt een fascinerende kaleidoscêfOnc van aardse levensvormen op de koezij n een uitnodiging om een afspiegeling hersc dat leven te gaan bekijken in de die^entc tuin- mans ééns }e ar< W ereldprimeur In het nieuwe planetarium worden jelijkl seltentoonstellingen gehouden. De éan d ste, „Robots in de ruimte" (tot eind 111 tober), geeft een boeiend beeld van^reu verkenning van ons zonnestelsel d£?lde middel van onbemande ruimteschep?in8 Behalve de maan komen de plany^d* volop aan bod. Er zijn modellen te zfen- van Amerikaanse, Russische en EuroPe or se ruimteverkenners. Een wereldprimf0 st( is het model van de kern van de kom?026 Halley, gebouwd op basis van de fotvan d die door de Europese komeetverkenPa"s Giotti naar de aarde werden gezondPend( Andere topstukken zijn onder meer a*1* tien gram maangrond, door de RuPorPs sche ruimterobot Loena-16 opgebo<Jnaar en naar de aarde gebracht, modellen Pen 2 ware grootte van een Russische maanp" c to en een Venus-verkenner, schaalnP61 11 dellen van Amerikaanse en Russisduist Mars-verkenners, alsmede werkende nÊon F quettes van sterrewachten. „Robots Pl001' de ruimte" schenkt ook aandacht aan Pet v Europese zonne-onderzoeksatelliet Ulf, ses die in 1990 aan een reis naar de J«3atj hoek van ons zonnestelsel begint en <r?or« derweg van „dichtbij" (120 miljoen kipaan meter) de zon op haar kruin zal belf?n c ken. De vlucht duurt drie jaar. De gro#in8 ste afstand tot de aarde wordt bij Jupi^ste bereikt (een miljard kilometer). De ^one diosignalen hebben dan één uur no<?en 1 om de aarde te bereiken. a Artis trekt de laatste jaren weer een nPede joen bezoekers per jaar. Mirjam DresiPude verwacht dat de opening van het Pla#en tarium en de verschillende jubileumacPoor viteiten zorgen voor een beestachfen goed jaar. Zij rekent op een toenarfners van 35 procent. £er. AAD STRWUid van Jicht in d< Euwe aan het bord tijdens de match tegen Aljechin die hem in 1935 met 151/-14Vt wereldkampioen maakte. Amsterdam, vorig jaar culturele hoofd stad van Europa, maar al eeuwenlang wereldcentrum van cultuur. Als het er gens wemelt van de musea, moet het daar zijn. De gids Nederland Museum- land vermeldt er dertig. Echten dat zijn ze lang niet allemaal. Zo ontbreekt het Seksmuseum, ofschoon dit wel degelijk bestaat, meteen op het Damrak rechts voor wie uit het Centraal Station komt. Bovendien heeft Amsterdam volgens een recente telling liefst 280 galeries of galerietjes die cultuurdorstigen lafenis bieden. Plus de concentratie van antiek handelaren in de Spiegelbuurt tegenover het Rijksmuseum. Waarheen, bij zo'n overdadig aanbod, de schreden gericht? Naar het Max Euwe-Centrum, waarom niet? „Schaken is, meer nog dan een sport, een cultuur", zegt conservator Jeroen Dijkstra. Een manier van denken, van tegen het leven aankijken welhaast. En zeker heeft dit voor prof. dr. Max (eigenlijk Machie- lis) Euwe gegolden - de „Grand Maitre" zoals Jan Hein Donner hem altijd bleef aanspreken, ook nadat hij hem in 1958 definitief van de Nederlandse kam- pioenstroon had gestoten. „Voor de komst van Max Euwe", frist conservator Dijkstra het geheugen op, „stond het schaken in Nederland op een heel laag pitje. Wat men kende, dat was sociëteits schaak, beoefend door bedaagde heren. Maar rond 1920 deed het fenomeen Euwe zijn intrede en vanaf dat moment kun je tot aan zijn dood in 1981 op geen enkele manier meer om hem heen. Het Nederlandse schaak en Euwe ziin onlos makelijk met elkaar verbonden Aandoenlijkste museumstuk in het Max Euwe-Centrum: een ringbandboekje met papieren schaakbordjes en gleufjes waar in de stukken geschoven kunnen worden. De oude Meester heeft zich er tot op zijn stervensdag van bediend, want hoewel de tachtig gepasseerd, pro beerde hij nog even wereldkampioen correspondentieschaak te worden. De daartoe benodigde partijen hield hij in dat boekje bij en het ligt opengeslagen bij de laatste zet die hij in zijn leven deed. Een teder in memoriam. Monu mentaal daarentegen is het oeuvre, door' Euwe nagelaten en ook onderdeel van het naar hem vernoemde museumpje pal naast het Paleis op de Dam. „Ont zettend vlijtig", zegt Dijkstra zonder aar zelen, gevraagd naar een karakterschets van Max Euwe. „Hij had altijd een lijs tje bij zich van wat hij zou kunnen doen wanneer hij ergens een kwartiertje moest wachten". Meer dan honderdtwintig schaakboeken werden uit zijn ijver geboren die in tach tig talen hun weg over de hele wereld ge vonden hebben. Euwe, aldus Dijkstra, is de enige Nederlander die prat kan gaan op een bestseller in het Russisch. Zijn boeken lijken ook- niet te verouderen. Zelfs de werken die hij schreef in de pe riode 1935-36 toen hij Nederlands eerste en tot dusver enige wereldkampioen schaken was, worden nog regelmatig her drukt en behoeven daarbij nauwelijks aanpassing. Hij verstond namelijk als weinigen de kunst van de versimpeling. Geen probleem zo ingewikkeld of hij wist het helder en systematisch uit te leggen. Het zal de wiskundige in hem ge weest zijn. Dijkstra: „Veel mensen we ten het niet, maar Euwe had ook een briljante carrière als wetenschapper ach ter de rug. Hij was geen beroepsschaker. Toernooien en tweekampen speelde hij in zijn vakanties, want er moest toch brood op de plank komen. En na zijn dramatische onttroning door Donner ging hij zich helemaal wijden aan die tweede voorliefde van hem: de wiskun de. Hij werd hoogleraar in Tilburg en Rotterdam. Maar vooral maakte hij naam als directeur van het Studiecen trum voor Automatische Dataverwer king. Hij wist als eerste Nederlander een salarisadministratie in een computer te stoppen. Niet alleen het schaakspel, maar ook de computerkunde in Neder land heeft ontzettend veel te danken aan deze reus". Grote panelen met veel historische fo to's en documenten, begeleid door lof iet I eoufW ooi waardig instructieve teksten, laten het i het Max Euwe-Centrum allemaal zien F ook een videopresentatie, met de ouj Meester zelf veelvuldig aan het woojl ontbreekt niet. Daarnaast besteedt f collectie aandacht aan de geschieden*1 van het schaakspel en schaken kan me in de grafstille ruimte natuurlijk ö(falei hetzij aan vier borden tegen elkaar, he8116 zij tegen vijf schaakcomputers met e<vroe reputatie die menige schaakmees£Poe vreest. De uitgebreide bibliotheek en er^331 keur aan ter inzage liggende werelP®n schaakbladen completeren het geher'0.n' Nederland telt twee miljoen thuisschPuin kers, lepelt Dijkstra op. Die kunnen P1"* het Max Euwe-Centrum hun hart ophFeF; len. Liefst niet allemaal tegelijk echtd"13* want hoewel het museum nog geen tw(°P 0 jaar bestaat, kampt men al met ruimt!210", gebrek. En als Timman nu wereldkaii0P c pioen wordt? Hoe moet het dan? Dijl .m* stra grijnst. „Als je ziet wat Euwe aJpsj maal al bereikt en gedaan had op dloöe leeftijd die Timman nu heeft, zal hij nflwaai heel wat in moeten halen voordat er e<)man Timman Centrum komt". i^011 PIET SNOEREN Hot valt, Max Euwe-Centrum. Paleisstraat 1, /lfldere sterdam, op loopafstand van het Centrale- Station. Openingstijden maandag tot d^an met vrijdag 10.30 16.00 uur. ToegaKJP gratis. I1*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 24