sterdam de krenten,
n Haag de kruimels
~NDT opent Holland Festival met oud Japans sprookje
Minder
Geïsoleerd
Hoogtepunt
Schoonheid
Traag
Rotstuin
8 mei
t;indelijk, na vijfjaar,
aag Den Haag ook
/eer meedelen in de
lgemene vreugde van
et Holland Festival,
ioewel, meedelen?
Iet Haagse aandeel
jlijkt bij nadere
leschouwing nogal
iet geperkt. Het
lgen Nederlands Dans
Theater brengt negen
;eer het nieuwste
iallet van Jiri Kylian,
iet Nationale Ballet
;omt twee keer en
La Serva Amorosa - het verliefde diensten
opgevoerd.
zijn abonnees gratis een festival-magazi
ne toestuurt, zelfs vergat te melden dat
die concerten ook nog in Den Haag
worden uitgevoerd. De landelijke cultu
rele pers, alleen aanwezig op premières,
zal in de maand juni maar vier keer in
Den Haag te vinden zijn: bij de wereld
première van Kylians nieuwe ballet bij
het Nederlands Dans Theater (zie elders
op deze pagina), toneelvoorstellingen
van het Hongaarse gezelschap Katona
József Szinhaz en van het Italiaanse Te-
atro Communal Gubbio, en voor het
Monteverdi-koor o.l.v. John Eliot Gar
diner, dat exclusief voor Den Haag het
Handel-oratorium Jephta brengt.
Waar in Amsterdam geen dag voorbij
gaat zonder dat wel iets gebeurt in het
kader van het Holland Festival, daar
kent Den Haag elf dagen waarop van
geen festival sprake lijkt te zijn. Den
Haag had vermoedelijk nog dieper in de
buidel moeten tasten om die dagen te la
ten vullen. Hoewel
Amsterdam krijgt 54 voorstellingen en
geeft daarvoor 540.000 gulden subsidie.
Den Haag krijgt er 21 en geeft daarvoor
350.000 gulden. Je hoeft geen reken
meester te zijn om te zien dat Den Haag
beduidend minder krijgt voor zijn dure
geld.
van Carlo Goldoni is een van de stukken
„Het Holland Festival is dit jaar kleiner
dan ooit, maar bevat verhoudingsgewijs
meer grote produkties. Gekozen is voor
kwaliteit", riep Ad 's Gravesande al ver
goelijkend bij de bekendmaking van de
plannen voor het nieuwe festival. De
grote produkties gaan goeddeels voorbij
aan Den Haag, maar de dure, kwaliteits
volle staan er wel. De twee dagen die de
toneelgroep Katona József Szinhaz in de
Koninklijke Schouwburg staat kosten
100.000 gulden, en het Teatro Comunale
Gubbio krijgt zelfs 20.000 gulden meer.
De 6500 gulden die de Delftse kinder
theatergroep Maccus krijgt voor haar
twee optredens in de Koninklijke
Schouwburg steekt daar wel erg mager
tjes bij af Je vraagt je met dergelijke be
dragen wel af hoe het kan dat Amster
dam voor die 540.000 gulden zoveel gro
te buitenlandse namen kan programme
ren, en wèl opera, volgens 's Gravesande
te duur voor Den Haag, in zijn theaters
krijgt.
Maar misschien wel het meest teleurstel
lend bij het Haagse Holland Festival is,
behalve de hierboven genoemde kantte
keningen, de geïsoleerde positie die het
gebeuren inneemt in die maand juni.
Niets naast die incidentele opvoeringen
in Anton Philipszaal, Danstheater, Ko
be in Den Haag (in het Italiaans) worden
FOTO: PR
ninklijke Schouwburg en Koninklijk
Conservatorium, wijst er op dat er in
Den Haag een Holland Festival is. Am
sterdam kent dit jaar „Off-Holland", een
margetheater-achtig gebeuren met optre
dens op het Leidseplein, in Hotel Ameri-
cain, De Balie, het Nieuwe de la Mar-
theater, theater Bellevue en de Stads
schouwburg. Het betekent dat de bezoe
ker van het Leidseplein vrijwel niet kan
ontkomen aan het Holland Festival, en
de bijbehorende festivalsfeer.
In de Residentie kan gedurende twee
weken wel festivalsfeer worden geproefd
tijdens de Haagse Zomer, van 11 tot en
met 25 juni op het Plein, met optredens
van onder anderen het Willem Breuker
Kollektief, The Magnificent Seven, Loes
Luca en Olga Zuiderhoek (met „Par-
.king") en het trio Cor Wipes, maar met
het Holland Festival heen het niets te
maken'. Hoe leuk zou het geweest zijn
als dergelijke voorstellingen onder de
noemer „Off Holland" waren te vinden
op de steenwoestijn voor het Dansthea
ter aan het Spui, zodat het theaterpu
bliek direct daarnaar kon doorstromen.
Maar het Haagse cultuurbeleid is er al
sinds jaren een van gemiste kansen: ook.
nu weer, met een Holland Festival dat
slechts toevallig in Den Haag aanwezig
lijkt. Volgend jaar beter?
KOOS VAN WEES
JOt L ANP
verder zijn er drie
concerten in de Anton
Philipszaal, een in het
Koninklijk
Conservatorium en
zes opvoeringen van
drie stukken in de
Koninklijke
Schouwburg. Dat,
verdeeld over dertig
dagen, is beduidend
minder dan er zonder
Holland Festival
gewoonlijk in een
maand tijd in Den
Haag te beleven valt.
Een verhaal over het
Holland Festival op
zijn Haags, en een
gesprek met Jiri
Kylian over zijn ballet
„Kaguyahime",
waarmee het festival
wordt geopend.
2ntat
an et
)EN HAAG - Wie het program-
na-aanbod van de Holland-Festi-
-alpartners Amsterdam en Den
laag met elkaar vergelijkt, kan
:ich niet aan de indruk onttrekken
lat de Hofstad de kruimels mag ra-
)en die de hoofdstad in zijn cultu-
ele honger laat liggen. Het is dat
iog tijdens het festival de zoge-
loemde Haagse Zomer wordt ge-
iouden. Dit vroeger als Pleinfesti-
ral bekendstaande gebeuren kan
nog enigszins de indruk geven dat
r tijdens het Holland Festival
aadwerkelijk iets gebeurt in Den
"aag.
EDe Haagse wethouder van cultuur Ver-
duyn Lunel zal zich privé wel eens afge
vraagd hebben of dit Holland Festival in
rijn Haagse opzet wel beantwoordt aan
iet doel: de Residentie afficheren als
ulturele hofstad van Nederland. Toen
èstival-directeur Ad 's Gravesande vo-
ig jaar met het festival de boer opging,
- .j)m daarmee Amsterdam er toe te bewe-
II reen de subsidie structureel te verhogen,
was Verduyn Lunel er als de kippen bij.
isetl (Aanvankelijk met het idee het hele ge-
ftoudibeuren, inclusief administratie en direc-
andei^ naar R^dentie te halen> later>re_
re
n<
da
H;
alistischer, om in elk geval een deel van
het theateraanbod te verplaatsen.
Verdwenen waren blijkbaar plotseling de
bezwaren dat het festival „te Amster
dams" zou zijn, een van de redenen die
vijf jaar geleden (toen driftig moest
worden bezuinigd) werden aangevoerd
om het afhaken van Den Haag te verkla
ren. Zoals ook 's Gravesande, fanatiek
öp zoek naar gelden, plotseling de be
zwaren tegen een gesplitst festival -
„Amsterdam en Den Haag bijten el
kaar in de staart", zei hij ooit - liet val
len toen de Residentie bereid was een
paar ton op tafel te leggen,
's Gravesande haalde opgelucht adem
dank zij deze nieuwe subsidiegever, en
programmeerde de krenten in de pap
doodleuk in de hoofdstad, en wat over
bleef in de hofstad. Amsterdam, waar in
elk geval een redelijk consistent beleid
wordt gevoerd, geeft dit jaar ook geen
cent meer dan de al jarenlang gebruike
lijke '540.000 gulden, maar blijft toch de
grootste publiekstrekker in dit veertigste
festival. Opnieuw is het Holland Festi
val vanuit Haagse optiek „te Amster
dams", al zal niemand, en zeker Ver
duyn Lunel niet, dat dit keer in het
openbaar zeggen.
Het Nederlands Dans Theater is blij dat
het woensdag de opening mag verzorgen,
in aanwezigheid van koningin Beatrix en
prins Claus, maar dat is dan ook een
van de weinige momenten dat Den Haag
zich mag koesteren in nationale belang
stelling. Daarna richten de schijnwerpers
van de publiciteit, hét middel om je als
Culturele Hofstad van Nederland te pro
fileren, zich onverbiddelijk op Amster
dam, waar de opera „Nixon in China",
dansvoorstellingen van het Engelse en-
fant-terrible Michael Clark, Lalala Hu-
man Steps en Stephen Petronio, een re
cital van sopraan Barbara Hendricks en
een toneelvoorstelling van het Wiener
Burg Theater mogen gelden als onbe
twiste hoogtepunten van het gehele festi
val.
Natuurlijk heeft ook Den Haag wel wat
te bieden, maar het is jammer dat het
meeste zijn première beleeft in Amster
dam, en pas daarna doorreist naar Den
Haag. Dat geldt voor het Orkest van de
XVIIIe Eeuw, maar ook voor het Schön-
berg-kwartet en -Ensemble met sopraan
Arleen Augèr. Wijzen gemeentebestuur
deren bij dit soort gebeurtenissen vaak
op de „onmeetbare" gunstige effecten,
onder meer in de vorm van „free publi
city" in de media, bij bovengenoemde
concerten gaat alle aandacht naar Am
sterdam. Zoals deze maand nog bleek
toen het prestigieuze en in festivalkrin
gen veelgelezen maandblad Avenue, dat
Repetitiefoto van een scène uit Kaguyahime, het nieuwe ballet van Jiri Kylian dat woensdag tijdens de opening van het Holland
Festival zijn wereldpremière beleeft. FOTO: BEN VOLLEBREGT
DEN HAAG - Achter de imposan
te zwarte glazen facade van het
nieuwe danstheater in Den Haag
wordt hard gewerkt aan het avond
vullende ballet „Kaguyahime" van
Jiri Kylian, artistiek leider en cho
reograaf van het Nederlands Dans
theater. Het ballet vormt de ope
ning, woensdag, van het Holland
Festival 1988.
Met „Kaguyahime" treedt de choreo
graaf in de verstilde, tijdloze wereld van
de traditionele cultuur van Japan. Ka
guyahime is de naam van een maanprin-
ses uit een gelijknamig klassiek sprookje,
dat tot de bekendste verhalen uit de Ja
panse literatuur behoort. De 52-jarige
Japanse componist Maki Ishii zette het
op muziek en op het bestaan van die
balletmuziek werd Jiry Kilian geatten
deerd door Michael de Roo, leider van
het Circle Ensemble. Dit ensemble zal
de muziek woensdagavond „live" uit
voeren onder leiding van de componist.
Voor die gelegenheid wordt het gezel
schap versterkt door de trommelspeler
Katsuji Kondo.
Schoonheid en vrede, zo staat in een
toelichting op de nieuwe choreografie in
het Holland-Festivalbulletin geschreven,
vormen de centrale thema's in het ver
haal van „Kaguyahime". Kylian: „Het
gaat mij om een onbereikbare schoon
heid. Dus niet om lichamelijke schoon
heid, maar iets dat als het ware achter de
horizon van ons verlangen ligt".
Volgens dezelfde toelichting wordt Kyli
an gefascineerd door de cultuur van Ja
pan en de aantrekkingskracht van het
eeuwenoude Japanse sprookje zou voor
hem schuilen in de tweevuldigheid van
fantasie en werkelijkheid. Hij meent, al
dus deze toelichting, dat het verhaal niet
gebonden is aan een bepaalde tijd of cul
tuur. Maar volgens Kylian is dat niet he
lemaal juist. „Wat mij bijzonder fasci
neert in de Japanse cultuur is de vol
strekt andere benadering van bijna alles.
Van betekenis voor dit ballet is vooral
de eenvoud waarmee de Japanner de
Voor zover wij in Nederland hebben
kunnen kennismaken met de Japanse
dans (met name de buto-dans, een mo
derne variant op de oude hof- en thea
terdans) vallen met name het extreem
trage bewegingstempo en het cyclische
principe van bloei en verval, leven en
dood sterk'op. Dat staat haaks op de dy
namische uitgangspunten van de wester
se dans.
Jiri Kylian: „De oorspronkelijke muziek
is geworteld in de oude verhalen van Ja
pan en kent dan ook lajigq^meditatieve
passages. Dat was een grote Moeilijkheid
voor ons, maar toch moesten we het zó
benaderen. De vraag was; hi
het publiek tot een zekere staai
ditatie, een geconcentreerde sp;
Dat probleem vormde voor ons eei
daging. Maar de muziek kent ook
snelle passages. Het verhaal en de com
positie bieden wat dat betreft volop mo
gelijkheden, maar je moet naar die tem
poveranderingen wel heel secuur toewer
ken".
Heeft hij zich speciaal op deze choreo
grafie geprepareerd, bijvoorbeeld door
een bezoek aan Japan te brengen?
Jiri Kylian; „Ik ben enkele malen in Ja
pan geweest. De laatste keer was eind
vorig jaar. Ik was er een week om een
toernee van het NDT in 1989 voor te
bereiden. Ik heb me daar dus niet spe
ciaal met de choreografie van „Kaguya
hime" kunnen bezighouden, maar ik heb
toch belangrijke indrukken kunnen op
doen. Zo heb ik er een Gagaku-concert
bijgewoond. De dansers staan vijf minu
ten lang onbeweeglijk als standbeelden
op het toneel, om dan plotseling en heel
subtiel in beweging te komen. Daar heb
ik veel van geleerd".
In de voorbereidingen van het openings
ballet van het Holland Festival wordt
Kylian bijgestaan door de ontwerper van
het toneelbeeld (zeg maar, de man die
zorgt voor de aankleding van het to
neel), Michael Simon. Zijn bijdragen
acht Kylian van evenveel betekenis als
zijn eigen inbreng: „Veel ideeën over het
stuk hebben we samen ontwikkeld".
Bij deze produktie is er sprake van een
Japans verhaal, Japanse muziek, Japanse
instrumenten, Japanse musici en een Ja
panse dirigent. Dat zou de indruk kun
nen wekken dat de makers van de ballet
voorstelling een bijna letterlijk beeld van
de Japanse cultuur nastreven. Voor wel
ke benadering heeft Michael Simon ge
kozen in zijn ontwerp van het toneel
beeld? „Ik heb de aankleding gebaseerd
op de oude Japanse choreografie en me
eveneens de vraag gesteld hoe je een zo
ver van ons verwijderde cultuur moet
benaderen. De Japanse kunst staat ver
van ons af. Ik heb me geconcentreerd op
bijvoorbeeld de Japanse rotstuin en an
dere manieren waarop de Japanner met
materialen omgaat. Hoe krijg je drie ste
nen, in ons geval drie objecten, samen
en hoe relateer je die aan bijvoorbeeld
die prachtige verpakkingskunst van de
Japanners. Niet in de zin van folklore,
maar als een fundamenteel aspect van
eert.cultuur. Ik heb gezocht naar de bete
kenis achter die dingen. In de voorstel
ling zijn die Japanse voorwerpen ver
vagen door doodgewone toneelattribu
ten 'en voorwerpen waarmee onze dan
sers dagelijks omgaan. In de vooral me
ditatieve, manier waarop de dansers die
dingen bèpaderen en ermee omgaan te
kent zich de Japanse invloed af. En dat
meditatieve" wordt dan weer onder
steund en versterkt door de muziek".
De meditatieve, verstilde en trage bewe
gingstaal van de Japanners staat niet al
leen *ver af van ons eigen bewegingspa
troon, maar ook van een fundamentele
en „rituele" bewegingstaal als die van de
Australische Aboriginals, waardoor Jiri
Kylian zich enkele jaren geleden liet in
spireren voor zijn indrukwekkende cho
reografie „Stepping Grounds". Zijn er
niettemin overeenkomsten aan te wijzen
in zijn uitwerking van beide bewegings
extremen?
Jiri Kylian: „Bij de Aboriginals ging het
inderdaad om de beginselen van de be
weging. Dat is bij „Kaguyahime" hele
maal het geval niet. Hier gaat het om be
wegingen die een houding, een mentali
teit en een geestelijke cultuur vertegen
woordigen. De Japanse basis is zó fasci
nerend
GODERT VAN COLMJON
,£eidóe(2olwcwl^