final
Nr. 19
Cryptogram
ZATERDAG 21 MEI 1988 PAGINA 29
)plossing vorige puzzel
pa mm a oiaa aas
ma Effit: EHEE
iara aai e sim snia
ssauaa ania amaana
i ssaa aaanta aaa a
ia i' I sar graas as
JU aas a uru aas
iaaa □□□□□aa arasa
□aaa saais: aaaas
|N 11 |E
i-iEiLieip|flifln:.i
Ie twee sleutelwoorden zijn AF-
rRIJKMES en PETERSELIE
winnaars van puzzel 18 zijn:
Zwetsloot, Jadestraat 4,
32 RT Leiden.
v. Schie-Heemskerk, Jan Steenlaan 7,
361 CK Warmond.
v krijgen hun prijs binnen drie weken
jr cheque toegestuurd
Oplossingen onder vermelding van
puzzel nr. 19 moeten uiterlijk
woensdagmiddag in bezit zijn van:
LEIDSE COURANT,
Postbus 11, 2300 AA Leiden.
HORIZONTAAL:
1In deze plaats van volmaakt geluk voel ik
me in het tegenovergestelde ervan! (5).
3. Snelheid van een dringend verzoek? (9).
7. Nestelt hij uitsluitend boven in de mast?
(5).
8. Ter omlijsting van het leger? (5).
10. Gebouw als standplaats voor een gids te
water? (5).
11. Naar die ontvanger wordt geluisterd! (5).
12. In die grond verloopt de les traag (8).
13. Hoofddeksel dat een beetje slordig staat?
(6).
16. Schuilplaats van iemand die
terugkrabbelt? (6).
18. 't Is een riskante onderneming een
toestel om te wegen kapot te maken! (8).
21. De tweede biedt plaats aan 150
vertegenwoordigers (5).
23. 't Kleine kind doet een slaapje (5).
24. De bestuurder krijgt geen thee, maar
voelt wel nattigheid! (5).
25. Is er niets aan zich zo te geven? (5).
26. Vertrek in concertgebouwen waar men
rijker probeert te worden? (9).
27. Zo te horen een ruime grasvlakte! (5).
VERTICAAL:
1Ijverig studerend om dit te worden? (9).
2. Schoeisel waaraan het meeste wordt
gelapt? (5).
3. Insekt op een onzichtbare kaart? (8).
4. Baal met bezinksel? (6).
5. Zijn dag komt nog wel in juni! (5).
6. Als de feeks een rondje krijgt gaan de
beentjes van de vloer! (5).
Naam
Adres
Postcode Woonplaats
7. Kleinere klomp van 'n tolk? (5).
9. Geeft grond tot uitrusten (5).
14. Het klopt dat het kinderspel is! (9).
15. Juist, een wapen moet draaglijk zijn! (8).
17. Gebruikt een voorzitter die om spijkers
met koppen te slaan? (5).
19. Hierbij past uitleg! (5).
20. Boekje met punten dat een vergadering
gaande houdt? (6).
21. Die heeft pit genoeg om verlichting te
geven! (5).
22. U komt in actie om orde te krijgen? (5).
23. Gehechtheid die een huwelijk lang doet
duren? (57.
iondscompetitie
'an het toernooi om de landstitel, waar-
an u de afgelopen weken het een en an-
er gezien hebt, j>;an we terug naar de
ondscompetitie, 01 wel naar de eerste
lasse B. In deze adeling promoveerden
)e Oldehove en Ois Genoegen Lltrecht.
oor de Friezen lig dit resultaat in de
ijn der verwachting. Vorig jaar maakte
)e Oldehove me Twentes Eerste in
leze afdeling de öenst uit, maar door
►en 11 -9 nederlaagtegen deze club in de
ilotronde ging de romotie toen naar de
iwentenaren. Ditiaar was daarentegen
score van 16 u 9 wel voldoende.
,ij de promotie ^n de Utrechtenaren
ing het heel wat ipannender toe. Ons
Jenoegen, dat in 1'81 voor het laatst in
Ie hoofdklasse spelde, draaide de laat-
te jaren steeds we goed mee in de top
■an de eerste klassi maar echte promo-
iekansen ontstondn daarbij toch niet.
)it jaar, nu in veband met de over
langsregeling twee lubs naar de hoofd-
;lasse zouden prmoveren, zagen de
Jtrechtenaren hun<ans echter schoon,
ien sterk gespeeld sizoen dat tot op het
aatste moment spnnend bleef - dat
ichagen in de slotpnde tegen Huizum
liet verder kwam on een 10-10 gelijk-
pel was essentieel -everde een verdien-
le promotie op.
Ioot een groot deel leeft Ons Genoegen
lit succes te dankn aan bun nestor
lom, die een geweld»e competitie speel-
■||E Ie: met 15 uit 9 wrd hij samen met.
fan der Zee topscorr van deze afdeling!,
loewel het al weer aren geleden is dat
iqsew'e Usselsteinse groomeester in persoon
non Jjke wedstrijden uitwam - zijn laatste.
fil n n tevens 25-ste(!) NC dateert van 1969'
n heeft Bom nauwelks aan kracht inge-
763 b'0et' ^Cr onclersteu'në van deze u't-
spraak volgen hier twee partij fragmenten
waarin Bom overtuigend tot winst komt.
De eerste stand is uit de partij J. Fris-
sen-J. M. Bom van de wedstrijd O.G.-
DIOS. Zwart, die al een prachtige stand
had, speelde na wits laatste zet 45.31-27?
als volgt naar de winst toe: 17-22! 46.37-
31. (Na 46.27-21 geeft 11-16! 47.32-28
16x27 48.28x8 13x2 49.39-34 18-23 een
snelle winst). 12-17! 47.31-26 22x31
48.26x37 18-22! 49.37-31 17-21! (Wit is
nu hopeloos verloren). 50.32-28 11-17
51.25-20 24x15 52.39-34 13-18 53.38-32
19-24 54.33-29 24x33 55.28x39 21-26 en
wit gaf op.
m m m m
9 m m m m
m m m m
m c
1 B aj 1
JSÉ OjLB
IslM
Was Bom hier strategisch superieur, in
de volgende positie, Bom-Van Arkel on
derlinge competitie Ons Genoegen 1988,
toont hij zijn kwaliteiten in het combi-
natieve vlak. Toen zwart in deze positie
vervolgde met 1...13-19? deed Bom toch
2.37-31!: 26x46 3.30-25 46x28 4.33x11
en vanwege de clou 4...6x17? 5.43-38
21x34 6.40x7 moest zwart wel met
4...16x7 5.27x16 in schijfverlies berus
ten. Naast Bom hadden vanzelf ook de
andere spelers een aandeel in de presta
tie. Hier een opvallend fraaie winstpartij
van de wiskunde student Brands.
S. BRANDS-H. GROTENHUIS TEN
HARKEL
O.G.-DIOS - 26-9-1987.
1.32-28 17-22 2.28x17 11x22 3.37-32 12-
17 4.41-37 6-11 5.46-41 8-12 6.32-28 16-
21 7.31-26 21-27 8.35-30 2-8 9.30-25 27-
31 10.36x27 22x31 11.37-32 31-36. Een
zwarte schijf op 36 (of een witte op 15)
geeft vrijwel altijd interessant spel.
12.41-37 19-23. Het begin van een slag
om het centrum, waardoor voorlopig het
spel zal worden bepaald.
13.28x19 14x23 14.25x14 10x19 15.34-
29 23x34 16.40x29 5-10 17.39-34 10-14
18.45-40 18-23 19.29x18 12x23 20.43-39
7-12 21.49-43 11-16 22.50-45 13-18
23.34-29 23x34 24.40x29 8-13 25.39-34
1-7 26.43-39 14-20 27.33-28 19-24.
Zwart schakelt over op een andere stra
tegie: hij betwist wit niet langer het cen
trum maar probeert nu wits stand aan
banden te leggen. De spanningen lopen
als gevolg daarvan snel op.
28.38-33 18-22 29.42-38 16-21 30.45-40
3-8 31.40-35 4-10 32.28-23 13-18 33.34-
30 9-13 34.30x19 13x24 35.44-40 20-25
36.29x20 15x24 37.39-34 18x29
38.34x23 8-13 39.48-42 13-18 40.33-29
24x33 41.38x29 10-14. Hoewel na
41...22-28 de zet 42.23-19 goed was ge
weest, is 42.37-31!! 28x48 43.23-19
36x27 44.19-14 10x19 45.40-34 48x30
46.35x2 natuurlijk een nog groter be
zwaar. Na de tekstzet lijkt wit in grote
Casparov speet simultaan
hel schaakliefhebber zijn niet tevreden
iet een wereldkanpioen die weinig
Dernooien speelt. Kaparov lijkt zich als
odanig te ontwikkel n. Mede hierdoor
tijgt de populariteit Mn aartsrivaal Kar-
ov, want hij was wereldkampioen
ie de meeste toerrooien speelde (en
'on!). Toch zit de huidige wereldkam-
ioen niet stil. Hij rest veel met de be-
oeling „zijn" groomeesterorganisatie
IMA te promoten. )ok op schaakge-
ied laat hij zich dan niet onbetuigd; bij
iverse gelegenheden jeeft hij simultaan-
ïances. Door zijn inzt tijdens deze de-
ïonstraties kweekt hi ook goodwill; het
jkt zelfs of hij similtaanschaken leuk
indt. Dit in tegenstdling tot veel van
ijn collega's die sinultaanspelen zien
Is een verplicht nunmer, om een fat-
aenlijke boterham te verdienen.
nlangs werd Kaspaiov in Zwitserland
itgenodigd voor een seance, waar hij al-
jd verzekerd is van goede publiciteit en
;rke tegenstand. In rijn wedstrijd tegen
sterke Zwitsers scoorde hij maar liefst
i'/2 punt (drie remises), waarbij de kwa-
jteit van zijn partijen zeer hoog was. Als
Mg(oorbeelden daarvan geef ik zijn partij-
ddl n tegen de ex-kampioen van Zwitser-
o€iiijher»nd Martin Christonel (in ons land be-
jend van het toernooi te Groningen
946) en damesgrootmeester Barbara
fund. Op dergelijke partijen zou menig
Heester trots zijn in gewone omstandig-
leden.
G. KASPAROV-M. CHRISTOFFEL
Konings-Indisch.
I.d4 Pf6 2.c4 g6 3.g3 Lg7 4.Lg2 0-0
5.Pf3 d6 6.0-0 Pbd7 7.Dc2 e5 8.Tdl Te8
9.Pc3 c6.
Jammer dat Christoffel niet, het door de
theorie aangegeven, 9...e4 speelt, na
10.Pg5 e3 zou zwart iets beter staan om
dat ll.Lxe3 Txe3! 12.fxe3 Pg4 zwart
goede kansen geeft. Ik had graag gezien
welke verbetering Kasparov in petto
had.
10.e4 exd4 ll.Pxd4 Db6.
Niet hét goede plan; zwart krijgt wat op
pervlakkige dreigingen ten koste van
structurele nadelen.
12.h3! Pc5.
Misschien was zwart hier 12...Pxe4 van
plan, wat faalt op 13.Pxe4 Lxd4 14.Pxd6
Te6 15.c5!
13.Le3 Dc7 14.b4 Pe6 15.Pb3!
Zwart heeft te kampen met ruimtege
brek, hèt plan daartegen is,in ieder geval
het vermijden van stukkenruil.
15..b6 16.Tacl Lb7 17.Dd2 Tad8 18.f4
De7 19.Lf2 Pc7 20.a3 c5 21.Tel De6
22.Dd3 b5 23.Pd2 bxc4 24.Dxc4 Dxc4
25.Pxc4.
Om enig tegenspel te creëren heeft zwart
enkele zwakten moeten accepteren.
Door de dameruil krijgen de witte paar
den beter de gelegenheid hiervan te pro
fiteren.
25...La6 26.Pa5 Pe6 27.Pc6 Td7 28.bxc5
dxc5.
Zwart moet e5 wel toelaten, want na
28...Pxc5 29.e5! Ph5 30. exd6 gaat het
snel mis.
29.e5 Ph5 30.Pe4.
De partij is strategisch afgelopen: de wit
te stukken staan optimaal opgesteld, ter
wijl de zwarte stukken nauwelijks mee
lijken te doen. In het vervolg probeert
de Zwitser het spel, ten koste van wat
materiaal, te compliceren, maar Kaspa
rov vangt dat bekwaam op.
30...Td3 31.Pd6 Tf8 32.Tcdl Txa3
33.Tal Txal 34.Txal Ld3 35.Txa7
Phxf4!?
Na passief toekijken wint wit met
36.Ld5 eventueel gevolgd door Pxf7.
36.gxf4 Pxf4 37.Pe7+ Kh8 38.Ta8.
Mogelijk vanwege 38...Pxg2 39.Kxg2!
Txa8? 40.Pxf7 mat. 38...h6 39.Pxf7+
Kh7 40.Txf8 LxI8 41.Pc8 Lf5 42.Pcd6
Lxh3 43.Le4 Le6 44.Pd8.
Na nog enkele zetten gaf zwart het op.
G.KASPAROV-B. HUND
Stelling na de 53ste zet van zwart. Wit
heeft het initiatief, maar het gesloten ka
rakter van de stelling lijkt zwart vol
doende te beschermen. Kasparov heeft
echter een fijne winstweg in de stelling
gevlochten.
54.Pd5! Pfd7.
Na 54...exd5 55.cxd5 dreigt beslissend
e6+ en Kf6.
55.Pxb6! Pxb6 56.Kf6 Pc6 57.Kxf7 Pd4
58.Lxa5 Pd7 59.Lc7 Kh7 60,a5 Pc6
61.a6 Pdxe5+ 62.Lxe5 Pxe5+ 63.Kxe6.
Zwart geeft het op.
Corr.adres: Leo Hofland, C. Fockstraat
113, 2613 DE Delft.
problemen, maar het vervolg leert dat
hij totaal niets heeft te vrezen, integen
deel. 42.40-34 22-28 43.35-30 28x19
44.29-24! 19-23? Te ambitieus; 44... 18-
23 45.24x13 23-29 46.24x23 25x34 had
gemoeten. 45.24-20! 23-28. Hierna is het
al uit! Maar met 43...23-29 44.34x23
18x29 45.20x9 25x34 46.9-4! lijkt zwart
zich evenmin te kunnen redden: op spe
len met 40 komt 43.4-22! enz., terwijl
wit na 29-33 47.32-28 33x22 48.4x2 het
eindspel wint. 46.20x9 7-11 47.32x23
18x40 48.9-3! 25x34 49.3-25! Een fraai
moment: ondanks zijn materiële voor
sprong staat zwart totaal verloren.
49...40-45 50.25x23 45-50 51.23-32 17-
22 52.32-49 50-45 53.49-44 22-27 54.44-
49 45-23 55.49x16 23x46 56.16-49 46-5
57.26-21 en enige zetten later gaf zwart
op.
Schuiven met kaarten
Routiniers spelen bepaalde spelletjes in
hoog tempo af. Waarom? Ómdat het
desbetreffende spel geen pointe heeft of
een eenvoudige pointe die ze direct na
de start en het neervlijen van de dummy
herkennen. Spelers die nog niet zo ver
zijn, doen er verstandig aan een uitvoe
rig speelplan te maken, waarbij ze de
beste kansen eventueel combineren. In
ons spel van vorige week hebben we ge
zien dat het een kwestie van of-of-of
was:
- of de troeven moesten 2-2 zitten,
- of ruitenheer moest goed zitten,
- of de ruitens moesten 3-3 zitten.
Er is nog een of, namelijk de driekaart
harten bij de vierkaart ruiten en daar
voor manipuleren we even met de hand
verdeling:
N/allen
NOORD
H 9 6
V B 10 6
oH 10 4 2
*A5 4
WEST
OOST
V
A 10 8 4
"HV95
2 ^8743
O A V 5 3
0 8 7 6
*V 9 2
H B
ZUID
B 7 5 3 2
9 A
oB 9
4 10 8 7 6 3
We volgen hetzelfde (ijzersterke) speel
plan na noords start met schoppen 6:
1. schoppenaas,
2. klaverheer voor noords aas,
3. schoppenheer in west getroefd,
4. klaver naar de boer,
5. troef na, voor zuids aas,
6. ruitenboer, via de vrouw voor noords
heer,
7. ruiten na, via de 7 en de 9 voor wests
Nu hebben we dit nog over:
NOORD
9
B 10
O 10 4
5
WEST
OOST
10 8
H V 9
^874
0 5 3
08
V
-
ZUID
B 7 5
<3 -
0 -
4. 10 8 3
West is aan slag en heeft al drie slagen
verloren - nog eentje en het spel is jam
merlijk down.
8. hartenheer, en zuid bekent niet meer;
die doet een klaver weg.
Wanneer we nu ook hartenvrouw naspe
len, vestigen we al onze hoop op een 3-3
verdeling in ruiten. Als zuid een vier
kaart ruiten heeft, gaan we down. Maar
als noord een vierkaart ruiten heeft?
9. klavervrouw (op tafel een ruiten
weg). Noord en zuid bekennen.
10. ruiten in oost getroefd. Noord be
kent en zuid niet meer! Als noord
nu nog één schoppentje heeft, gaan
we het nog maken ook:
11schoppen 8 getroefd met harten 9.
12. ruiten getroefd op tafel en aangezien
noord nog steeds moet bekennen, is
de laatste en tevens tiende slag voor
onze hartenvrouw, op dit moment
glorieus de hoogste kaart in het spel.
Het is leuk en zeer instructief om zelf
met dit spel nog wat meer te schuiven in
diverse kleuren. Duidelijk zal worden
dat er diverse combinaties van factoren
zijn waarbij het spel gemaakt wordt of
kansloos down gaat. En dan hebben we
het alleen over de rode kleuren, want
ook in de schoppenkleur kan de leider
extra kansen creëren.
Nog een spel van het HWF-toernooi:
WEST
A H 10 5 4
t?A H 3
0A H 6 5
OOST
8 3 2
7 V 9 4
O B 8 3
j. V 10 9 8
Als west eindigt u na een niet terzake
doend biedverloop in vier schoppen en
noord komt uit met hartenboer. Wat
zijn de kansen en risico's en hoe gaat u
dit spelen? Verloren gaan: 1 klaverslag
en waarschijnlijk 1 schoppenslag. De
cruciale bijkleur is natuurlijk ruiten.
Daar moeten bij voorkeur geen twee sla
gen in verloren gaan. Wat zijn de moge
lijkheden voor dejeider in ruiten?
a. 3-3 en als er maar één troefslag verlo
ren gaat, betekent dat: 10 slagen. In
dit geval is volslagen onbelangrijk
waar ruitenvrouw zit.
b. 4-2 als de vrouw dan bij noord zit,
gaat er bij goed afspel maar één rui
tenslag verloren.
c. 4-2 met de vrouw bij zuid. Dan drei
gen twee ruitenslagen verloren te
gaan, maar misschien kan de laatste
ruiten dan op tafel worden ingetroefd.
We krijgen dus weer te maken met het
combineren van kansen.
Oplossing volgende week en tracht u
zich bij die oplossing tegen zoveel moge
lijk zitsels te wapenen.
AGENDA: 28 mei Open N.O.P.-kam-
pioenschap Emmeloord (05270-13682);
29 mei Kroegentoernooi Wageningen
(08370-21681); 11 juni Bootdrive Em-
men (05910-22010) en 12 juni Mariken-
toernooi Nijmegen (080-771058).
Correspondentie: p/a Leh^rstraat 10,
2162 AC Lisse.
Het bankbiljet en zijn
vormgeving
Het boek „Het Nederlandse bankbiljet
en zijn vormgeving" beschrijft uitge
breid de geschiedenis van de belangrijk
ste bankbiljetten. Driehonderd full-co-
lour afbeeldingen op ware grootte illus
treren de tekst. Dit boek vormt het eer
ste complete naslagwerk op het gebied
van de Nederlandse bankbiljetten.
Het uitgangspunt van deze uitgave
wordt gevormd door een studie van dr.
J. Bolten, die werd uitgevoerd op initia
tief van het Nederlands Instituut voor
het Bank- en Effectenbedrijf in samen
werking met de Nederlandsche Bank. Bij
dit onderzoek bleek dat de archieven een
schat aan interessante gegevens bevat
ten, die een uitgebreide publicatie ten
volle rechtvaardigde. In dit naslagwerk
is ook een historisch verantwoorde cata
logus gepubliceerd, samengesteld door
P.J. Soetens.
GESCHIEDENIS
De fabricage van papier is een Chinese
vinding die dank zij de Arabieren in Eu
ropa terecht kwam. Marco Polo schreef
omsteeeks 1200 al, dat in China waarde
papier als geld werd gebruikt. Vanaf het
begin van de 15e eeuw draaiden in onze
streken papiermolens. Hun aantal nam
in de volgende eeuwen steeds toe.
Naarmate de handel zich in Europa ont
wikkelde en uitbreidde voldeed het
muntgeld niet langer bij handelstransac
ties. Het bewaren, en vooral het trans
porteren van grote hoeveelheden zilver,
leverde grote risico's op. De handels
transacties leken te verbeteren toen in
1252 door Florence en Genua goud als
betaalmiddel werd ingevoerd. Goud was
ongeveer twaalf maal zoveel waard als
zilver, zodat de omvang van metaalver
plaatsingen voor de handel aanmerkelijk
kon worden teruggebracht.
De risico's van diefstal en berovingen
bleven echter en steeds meer wisselaars
en kooplieden, met name in Italië, ge
bruikte in de late middeleeuwen waarde
papieren als bewijs van
EERSTE BILJETTEN
De eerste Europese bankbiljetten, over
draagbare promessen (betalingsbeloften)
zonder tijdsbeperking met ronde bedra
gen en uitgegeven door een bank, wer
den in 1661 in Zweden door de Stock-
holms Banco in circulatie gebracht. Deze
bank was in 1656 opgericht door Ka-
rel X Gustaaf.
Vanaf de zeventiende eeuw gaf de Am-
sterdamsche Wisselbank, opgericht in
1609, bewijzen uit van in bewaring gege
ven munten. Die bewijzen werden ver
volgens op hun beurt weer verhandeld.
Zo ontstond de eerste girobank in
Noord-Europa. Nadat de Fransen uit de
Nederlanden waren verdwenen, stond
koning-koopman Willem I voor de taak,
zoals hij zelf zei, „den Koophandel als
den zenuw van dezen Staat op te beuren
uit het verval, waarin voorgaande tijden
en omstandigheden denzelve hebben ge-
bragt". In 1814 richtte de vorst de Ne
derlandsche Bank op, die zich ontfermde
over de uitgifte van bankbiljetten.
BEVEILIGD
De eerste Nederlandse bankbiljetten,
naar hun rood-bruine opdruk wel rood
borstjes genoemd, leken qua uiterlijk op
gewone kwitanties. Hoe eenvoudig van
uiterlijk, toch waren zij reeds tegen na
maak beveiligd door ondermeer het pa
pier te voorzien van een watermerk en
de opdruk in boekdruk met maar liefst
tien lettersoorten uit te voeren. In Ne
derland was er in het begin van de 19e
eeuw slechts één drukker die dergelijk
ingewikkeld drukwerk kon uitvoeren,
om dat hij zoveel letterkasten bezat: Jo
hannes Enschedé en Zonen in Haarlem.
Deze werd dan ook de drukker van de
Nederlandse bankbiljetten en is dat met
een enkele uitzondering - kort na de
Tweede Wereldoorlog werden enkele bil
jetten in Engeland gedrukt - tot nu toe
gebleven.
Toen het Nederlandse bankbiljet in 1904
de status van wetttig betaalmiddel kreeg,
werd een 10-biljet als laagste coupure
ingevoerd. Om het risico van namaak te
verkleinen, werd een kunstenaar uitge
nodigd tot het maken van een ontwerp.
Hierdoor kreeg het biljet een esthetisch
karakter. Prof. Nicolaas van der Waay,
die ook de paneelbeschilderingen op de
'gouden koets' vervaardigde, voegde het
blauwe tientje van Arbeid en Welvaart
aan de reeds bestaande serie toe. Ook de
'lappen' uit de jaren twintig met een
meer beschouwelijke dan robuuste Ne
derlandse maagd waren van zijn hand.
In 1926 werd een 20-biljet ingevoerd
en in 1930 een 50-biljet, het bekende
art-déco-biljet met de gestileerde Miner-
vakop, ontworpen door J. Jongert. In de
dertiger jaren verschenen bankbiljetten
met motieven die veelal ontleend waren
aan de Nederlandse schilderkunst uit de
Gouden eeuw, ontworpen door C. A.
Lion Cachet.
LIEFTINCKTIENTJE
Na de Tweede Wereldoorlog vond een
geldzuivering plaats onder de toenmalige
minister van financiën P. Lieftinck.
Diens naam werd verbonden aan het zo
genaamde 'Lieftincktientje'. Men besloot
de bankbiljetten weer in serie-verband
uit te geven. Zo verschenen series met
portretten van Nederlandse erflaters,
Rembrandt, Erasmus, Grotius en Huy-
gens, ontworpen door J. F. (Eppo) Doe-
ve; en De Ruyter, Spinoza, Sweelinck en
Frans Hals ontworpen door prof.
R. D. E. Oxenaar.
In 1966 werd het vijf-guldenbiljet met
het portret van Vondel ingevoerd. De
jongste uitgifte uit 1973 is vanaf begin
mei door een vijf gulden muntstuk ver
vangen, omdat het biljet zich ging gedra
gen als een muntbiljet en door het vele
gebruik sneller vuil en versleten is dan
voorzien was. De biljetten zullen gelei
delijk door de Nederlandsche Bank uit
de circulatie worden genomen.
Omwille van de individuele visuele her
kenbaarheid van de coupures is men nu
weer van serie-uitgifte afgestapt. Elke
coupure krijgt thans zijn eigen thema
met een motief dat bovendien niet meer
aan een persoon is gebonden. In plaats
van een portret wordt bijvoorbeeld een
zonnebloem afgebeeld zoals op het 50-
biljet en de vuurtoren op het 250-bil-
jet. Overigens is het 'gezicht' van deze
bankbiljetten het resultaat van meer dan
één ontwerper.
Dr. J. Bolten: Het Nederlandse bankbil
jet en zijn vormgeving. Uitgave: De Ne
derlandsche Bank NV, Amsterdam en
H. E. Stenfert Kroese BV, Leiden. Prijs
120.
Het eerste Nederlandse bankbiljet, door de roodbruine opdruk ook wel roodborstje ge
noemd, leek qua uiterlijk op een gewone kwitantie. De jongste uitgifte, het 250-biljet
vuurtorenis een ontwerp van prof. R. D. E. Oxenaar. FOTO: PR
£cidóc(2ouxcmt