®sasg*
■Ceidóc Souwnt"
Wbi Soerjadi
voor Nederland
naa* Europees
miziekconcours
Airurika's gouden tijdperk van de politieke tekening
IMM
roww
JCSSPM
^vSfi.WOW, those
1® ^ünn
Haster politician tyeagan treats tta summit tension over Star Wars
by fulfilling his pledge to share the technology with the Soviets.
WASHINGTON - President
eagan is een ma met een smal
oofd, een hoge, nde bovenlip,
en ver boven zijr/oorhoofd uit-
orenende kuif, eegrote hoeveel
heid halsrimpels din de iets te
ndjde boorden vanijn overhemd
verdwijnen en een ver-verbaasde
gezichtsuitdrukking /an iemand
lie van de meeste Qgen die zich
lan hem voordoen ig nooit heeft
-ehoord. Dat is tenmste het beeld
lat miljoenen Amikanen van
ïun president hebbegekregen na
:en nauwkeurige beadering van
le vele hónderden pitieke teke-
ïingen die ze jaarlijkonder ogen
trijgen.
)e gemiddelde Amerikaan krantelezer
can niet buiten de somslijmscherpe,
jenadeloze, onverbiddelijkalleszeggen-
le, dolkomische, onthuller? en vernie-
igende produkten die de pitieke teke-
laars (in de VS „editorialartoonists"
;enoemd) hem dagelijks resenteren.
Cenners van het genre zegn dan ook
lat „dit het gouden tijdperkan de poli-
ieke tekening" is.
ÏVat veel kranteartikelen aan:herpte en
needogenloosheid missen, ;zitten de
lolitieke tekeningen in hogenate. Me
lig politicoloog gelooft zei dat het
Vmerikaanse publiek zonder t politieke
ekeningen er minder stral .opinies
)ver de hem omringende weelijkheid
ip na zou houden. Een niet jring deel
'ah de publieke opinie in de'S wordt
liet door de vaak stramme eihoogdra-
rende hoofdartikelen van dekranten,
naar door de „editorial cartons" ge-
.'ormd. De gevreesde tekeiar Bill
ilauldin ziet het overigens iel anders,
lij zegt: „Het succes van onzeekenin-
;en wordt bepaald door de lubid van
iet krantelezend publiek",
loe dan ook: een nieuwe presknt, een
ïieuwe minister van buitenland: zaken
>f een nieuwe politieke beroemheid is
las echt gearriveerd als de poliske te-
cenaars greep op hem beginnene krij
sen, zo heet het in Washington, b teke-
laars sporen genadeloos de uerlijke
loofdkenmerken van de politice be-
oemdheid op, en zetten die - i sterk
rersimpelde vorm - op papier. Fs dan
/eet de Amerikaan hoe de person die
lij dagelijks op te televisie ziet, echt
ïitziet. De hangwangen van Rhard
lixon waren legendarisch. Jimnv Car
er bestond uit hoegenaamd niets aders
dan een brede glimlach. Ronald Regans
dunne, lange en gerimpelde nek het
literlijk hoofdkenmerk van de resi-
lent.
Herblock
De oude school van politieke tekeriars
n de VS wordt zonder twijfel aage-
voerd door Herbert Block die ondeide
ïaam Herblock al sinds 1946 in de Vas-
lington Post publiceert. Herblocks tee-
ningen zijn duidelijk, zonder franje3n
hebben een iet of wat kinderlijk kark-
er. De pointes zijn vrijwel altijd genae-
Herblock is, op z'n oude dag, en
vade scherpste critici van Ronald
Ran die er in de VS rondlopen. Hij
hi de president met duizenden teke
nen achtervolgd, opgejaagd, in het
pv gedreven en - in een enkel ge-
-- zelfs vernederd. Zijn tekeningen
r Reagans eerste ambtsperiode vullen
l heel boek. Dat geldt overigens ook
or zijn tekeningen over de Nixon-pe-
/de.
i nieuwe gereratie tekenaars wordt
ngevoerd door Pat Oliphant, een Au-
raliêr die zich in 1964 in de VS vestig-
en die drie jaar later al een Pulitzer
'rijs voor zijn werk in de wacht sleepte.
Oliphant is wellicht de meest gevreesde
en meest bewonderde politieke tekenaar
van dit ogenblik. Zijn tekeningen zijn
veel fraaier en gedetailleerder dan die
van Herblock. Hij gebruikt meer licht en
schaduw, meer arceringen en zijn stijl is
hoogst verfijnd. Oliphant deed jaren ge
leden een geweldige vondst die hij sinds
dien rnet groot succes toepast. Op vrij
wel elke tekening bevindt zich ergens
(meestal in een uithoek) een minuscuul
mannetje dat „Punk" heet en dat een
soort aanvullend commentaar geeft op
wat de tekening laat ziet. De woorden
van Punk hebben iets van de doodsklap,
de laatste, allesvernietigende slag. Dat
procédé wordt nagevolgd door Toles die
voor de The Buffalo News werkt. Maar
Toles tekent met een berekende kinder
lijkheid, hetgeen zijn produkten onge
woon effectief maakt. Kleine figuurtjes
in de benedenhoek zorgen voor het aan
vullend commentaar. Toles maakt vaak
kleine, stripachtige series van soms zes
of zeven elkaar opvolgende plaatjes die
de lezers een ogenblik dwingen zeer aan
dachtig te kijken.
De in technische zin fraaiste tekeningen
zijn zonder twijfel afkomstig van Jeff
MacNelly van de Chicago Tribune. Mac-
Nelly maakt veel gebruik van zwarte en
gearceerde partijen, hetgeen zijn produk
ten iets dreigends en onheilspellends
geeft.
Legioen
Bovengenoemde heren mogen dan wel
de smaakmakers van de politieke teke-
narij in de VS zijn, ze worden in scherp
te en vaardigheid vask overtroffen door
hun tientallen collega's waarvan Steve
Kelly (San Diego Union)? Jeff Danziger
(Christian Science Monitor), Marlette
Een collage van cartoons van in Amerika
heel beroemde tekenaars. Hun werk is
vlijmscherp, genadeloos en onverbidde
lijk.
(The Atlanta Constitution), Paul Conrad
(Los Angeles Times), Jim Morin (The
Miami Herald) en Bill Mauldin (Chicago
Sun-Times). Zij voeren het legioen van
ongeveer 250 professionele politieke te
kenaars in de VS aan. Mauldin (63) is in
jaren de oudste van het gilde. Morin
(33) behoort tot de meest begaafde jon
geren.
De tekeningen van de echte sterren ko
men onder ogen van. miljoenen lezers
omdat ze worden doorverkocht aan de
zogenaamde syndicaten: samenwerkings
verbanden van soms tientallen over de
gehele VS verspreide kranten.
De gretigheid waarmee de Amerikaanse
krantelezer naar de politieke tekening
grijpt, geeft overigens een niet volledige
verklaring voor de snel groeiende popu
lariteit van de „editorial cartoon". Het
gouden tijdperk wordt bovendien niet
alleen bepaald door de onmiskenbaar
hoge kwaliteit van de tekenaars en hun
werk. Waarschijnlijk heeft de opmars
van de politieke tekening nog het meest
te maken met de personen en gebeurte
nissen die inspiratiebronnen van de te
kenaars vormen. Ronald Reagan is het
ideaalst denkbare object voor een poli
tieke tekenaar. De affaires waarin de
president terecht is gekomen lijken voor
de tekenaars bedacht te zijn. Ze krijgen
hun onderwerpen als het ware op een
presenteerblaadje aangeboden en maken
van die situatie zeer dankbaar gebruik.
Hun visie op de onverbiddelijke werke
lijkheid wordt vervolgens door een mil
joenenpubliek met overtuiging omhelsd.
Satire
Richard West, hoofdredacteur van Tar
get, een tijdschrift dat zich geheel aan de
politieke tekening heeft gewijd, zegt óver
de cartoons: „De meeste tekenaars wa
ren dertig jaar geleden zeer dogmatische
heren die zich vierkant achter een be
paalde zaak plaatsten. Tegenwoordig
zijn de politieke tekenaars echte satirici.
De satire komt veel makkelijker over
dan het dogma. Vandaar, denk ik, dat de
politieke tekening op dit ogenblik popu
lairder is dan ooit".
De aanstormende jonge tekenaar Jim
Morin zegt: „De ziel van mijn werk is:
het laten zien van de hypocrisie".
Dat alles neemt niet weg dat de meest
invloedrijke krant van Amerika - The
New York Times - geen eigen politieke
tekenaar heeft. Die krant is nog steeds
een heer die, zoals een medewerker zegt
„niet aan de oversimplificatie van de
politieke tekening wenst mee te doen".
Dat gemis wordt overigens ruimschoots
gecompenseerd doordat de Times in
haar veelgelezen zondagseditie een week
overzicht geeft van de beste politieke
prenten die in de VS zijn gepubliceerd.
Een functionaris van de Newyorkse
krant: „Een goede politieke tekening
geeft zeer directe en universele opinies.
Het feit dat wij er geen plaatsen in onze
krant wil niet zeggen dat we er neerbui
gend over denken".
JO WIJNEN
lUSSUM - a ja", geeft Wibi
oerjadi toe, vind het goed als
en ander bet is dan ik en dan
un ik hem harte een finale-
laats. Maar hoop toch dat ik
ie finale haa De 18-jarige pia-
ist uit Berkelodenrijs, die enke
jaren gelen het Concours
dith Stein ween dit jaar de na-
onale finale ibet concours voor
enge musici, vkt zich de armen
lit het lijf ome voorronden op
en 27 meian het Europese
oncours „Jonf musicus van het
iar" door te knen. De finale is
mei in het -nsterdamse Con-
erigebouw, in anwezigheid van
omngiri Beatricn prins Claus.
)e jonge pianistvdt zich sterk genoeg
m Nederland (pit concours - som-
ligen spreken vinen toernooi - goed
vertegenwoordg. „Het winnen van
;n concours", >pekt Wibi ervaren,
geeft je een vrij goel; het bewijst iets
ver je spel, méédan welk diploma
ok. En je wordt bordeeld 'door kriti-
che musici, niet dr je ouders of een
dwillende tante, h die reden al, wil
dat concours wnen. En natuurlijk
10k omdat het je rweel verder brengt,
e hoeft niets mee it te leggen, je hebt
ezelf al bewezen"
W kent Wibi zii beperkingen. „Een
nusicus kun je yfgelijken met een
childer die met ee.cleboel potten verf
rerkt. Die potten hek nu wel. Maar ik
reet lang niet altijcvelke ik moet ge»-
iruiken Bovendii heb ik m'n stem-
ningen. Als ik boosen of me droevig
roei, speel ik ande dan wanneer ik
vrolijk ben. In het eerste geval klinkt al
les automatisch heel mooi, te mooi mis
schien en als ik vrolijk ben is het ook
weer niet goed, dan lijkt het alsof ik een
glas wijn op heb en verlies ik de controle
over de nootjes".
Wibi, vlug en vindingrijk als hij is, heef
daar het volgende op gevonden: „Ik zor,
ervoor dat ik helemaal kalm word, ïons
door het spelen van een nocturne vai
Chopin. Die muziek brengt de rodije
rust en geeft een echte pianostenrnicg.
Dat kan een kwartier vergen, mar het
lukt altijd. Dan voel ik me leeg fl toch
geconcentreerd op wat ik spelei moet.
En vanuit die stemmingloze stenming,
kan ik de kleur kiezen die ik oor dat
stuk nodig denk te hebben".
Concours
Met het concours in aantoÉt beeldt
Wibi zich soms in dat hij het u al heeft
gewonnen en speelt hij al te sbjmachtig.
En soms alsof hij het heefl verloren.
„Dan speel ik somber, maarjwel heel
mooi".
Wibi lacht opnieuw zijn tanen bloot,
krijgt kuiltjes in de wangen, ïaar zakt
niet meer van pret van de hnk, zoals
hij dat enkele jaren geleden n< deed, na
het winnen van het Concirs Edith
Stein.
„Ik heb meegedaan aan de ïeesterklas
van Sebök, in het Haags Observatori
um. Meestal had hij wel watan te mer
ken, bijna altijd op de inte>retatie. En
meestal had hij gelijk, al veat hij soms
dat hij met jonge mensen 1 maken had
die nu eenmaal op hun maer over mu-
zieK denken".
„Maar goed, nadat hij mefiij bezig was
geweest keek hij me zo ai, zonder wat
te zeggen. Ik wilde weten wat ik niet
goed had gedaan, wat beter kon, maar
hij bleef me maar aankijken. Nee, zei
hij, ik heb niks aan te merken. En dat
kon ik eigenlijk niet goed geloven. Niks
aan te merken? Nee, echt niet, zei hij.
Ga jij maar gewoon door met muziek
maken; maak jij maar heel veel mu
ziek".
Toonbeeld
Er steken twee Wibi's in deze éne pia
nist, een bloedserieuze en een jeugdige
grappenmaker, toonbeeld van iemand
die kan relativeren, niet jaloers kan
worden en onder een dikke laag van
grappen weet wat hij waard is.
„Sommigen vinden spelen met orkest
moeilijker dan alleen; maar ik niet. Als
je alleen speelt, voel je je echt een indi
viduele toernooispeler met tegenstanders
die je moet verslaan. Speel je met orkest,
dan krijg je de morele steun van het sa
menspelen, je v/ordt in de muziek opge
nomen en dan idinkt het eerder goed. Ik
bedoel niet, datje dus meer met je partij
kunt sjoemelen, maar een vergissing valt
niet zo geweldig op".
Wibi heeft gekozen voor het derde en
laatste deel van Rachmaninovs Tweede
Pianoconcert. Heel doelbewust. „Ja, ik
had ook Mozart kunnen nemen. Maar
dat luistert zo verschrikkelijk precies.
Mooi hoor, ik vind Mozart heel erg
mooi. Maar ellendig voor een concours.
Met Mozart is een kleine uitglijder met
een zo'n héle uitglijder. Het voordeel
van Rachmaninov - en vooral het derde
deel - is dat het voor een concours pre
cies de goede lengte heeft en je er zo
goed mee kunt laten horen wat je als pi
anist waard bent. Nadeel was, dat ik het
nog nooit gespeeld heb en het dus in zes
weken in m'n vingers moest krijgen. Dat
is kort, ook al omdat je het uit je hoofd
moet spelen. Maar het was niet onbe
kend, als verhaal kende ik die muziek
wel".
Keuze
De piano is voor Wibi Soerjadi een be
wuste keuze geworden. „Ik ging vorig
jaar over naar de vijfde van het athe
neum. Maar de combinatie van school
en pianostudie werd steeds zwaarder.
Dat kwam doordat ik alles goed wilde
doen. Met geschiedenis bijvoorbeeld;
een stukje uit een boek leren is voor mij
niet voldoende, dan wil ik er meer over
lezen en daar had ik dus geen tijd voor.
Nu kun je wel zeggen: doe nou gewoon
wat voor school moet en ga met zeven-
tjes over, maar dat ligt me niet. En het
resultaat was dat ik op een gegeven mo
ment helemaal niks meer goed deed,
school niet, piano niet. Daarom mocht
ik kiezen en het werd, natuurlijk, de pia
no".
De hobby's die Wibi had, gingen over
boord. De jonge pianist ging naar het
Amsterdams Conservatorium en hij
vond een rustige kamer in Bussum, met
vleugel. Daar bereidt hij zich nu voor op
het Europees concours waaraan in de
voorronden zestien jonge musici deelne
men, uit evenzoveel landen. Achttien is
Wibi, maar van top tot teen pianist.
„Sommigen hebben momenten waarop
ze studeren vervelend vinden, die mo
menten ken ik niet". Wibi lacht veront
schuldigend. „Nee echt, ik vind het elke
dag weer prachtig, ook als een stuk voor
de duizendste keer moetHet is toch
elke keer anders, je ontdekt steeds weer
wat. En ik studeer geen tien uur per dag;
misschien zo'n uur of vier, verdeeld in
kwartiertjes, maar wel véél kwartiertjes.
Anders hou je het natuurlijk niet vol. En
dan heb ik nog vier, vijf uur om lekker
voor mezelf te spelen".
Bereik
Wibi kan met zijn lenige vingers vrijwel
alle pianostukken aan en hij moet hele
boeken uit het hoofd hebben geleerd. En
het bereik tussen duim en pink is groot.
„Omdat ik ook veel ruimte heb tussen
de tussenliggende vingers; ik heb geen
zwemvliezen". Dat heeft voordelen, zo
als Wibi spelenderwijs kan uitleggen:
„Kijk, als ik deze akkoorden speel, hoef
ik m'n handen niet te verplaatsen. Het
ziet er nu allemaal heel eenvoudig uit".
Maar ondertussen; de jonge pianist lijkt
wat met toetsen en vingers te friemelen,
.waarbij Rachmaninov als een waterval
uit de vleugel klatert. Nadere inspectie
leert dat Wibi, met Indonesische ouders,
zijn vingers evengoed omhoog als om
laag kan laten krullen, ook al geen ge
zicht, maar misschien wel handig voor
een pianist. „Dat kan Ardjoena m'n
broertje ookHet éne broertje dan.
De andere helemaal niet, die is ge
woon
FRITS BROMBERG
ZATERDAG 21 MEI 1988 PAGINA 27
Wibi Soerjadi die met zijn lenige vingers
vrijwel alle pianostukken aankan.
FOTO: PERS UNIE