Sovjet-jeugd
zoekt naar
de zin van
het bestaan
1
final
Ie
binnen de perken
Tuinieren
wordt steeds
belangrijker
'CcidócSouaatit'
IA 24
r .4 p I
ZATERDAG 21 MEI Ï9
88 PAGINA 25
-
Duizend jaar geleden nam Rusland het christendom aan en
de Russisch-orthodoxe kerk wordt - mede dank zij
perestrojka - in de gelegenheid gesteld dit feit feestelijk te
herdenken. De vieringen worden her en der in het land
gehouden in de maanden juni en juli.
Verslaggever Leo van Vlijmen trok door dit immense land, op
zoek naar God in Rusland.
GOD IN RUSLAND (2)
MOSKOU - De Moskouse Lomo-
noso v-universiteit heeft in de 233
jaar van Haar bestaan menige be
roemdheid afgeleverd. Michail
Gorbatsjov studeerde er rechten en
leerde er Raisa kennen die op de fi
losofische faculteit studeerde en la
ter zijn vrouw zou worden.
Sinds de-Oktoberrevolutie worden alle
studieplannen gedomineerd door het
marxisme-leninisme. De afdeling atheïs
me neemt een prominente plaats in, een
hele verdieping op de negende etage. De
studenten van de werkgroep geschiede
nis van de godsdiensten besluiten hun
„djenj tvortsjestva" (de „dag van de
zelfwerkzaamheid" waarop ze zelf een
referaat moeten houden) met een „Ont
moeting met een Nederlandse journa
list". De vraag ofër een gelovige in de
zaal is wekt verbijstering. Atheïsme is
blijkbaar een zeer ernstige zaak. De op
merking dat „djenj tvortsjestva" ook
„dag vaade schepping" betekent lijkt in
dit serieuze gezelschap kansloos.
De standpunten van de studenten liggen
tamelijk vast. „Ik heb de hypothese van
een -God niet nodig", luidt het meest
voorkomende argument. Zo staat het
ook in het boekje. Een al wat oudere stu
dent uit Centraal-Azië zegt: „In mijn
land bestaat de meerderheid van de ge
lovigen uit ouderen en ongeletterden".
Hij geeft echter toe dat er ook jongeren
zijn die geloven. „Dat zijn over het alge
meen mensen die teleurgesteld, zijn in
hun idealen. Negatieve processen leiden
tot godsdienst".
Dus gelovige Sovjetburgers zijn achter
lijk? Behalve de jongeman uit Centraal-
Azië wil niemand dat gezegd hebben.
De discussie begint enige kleur te krijgen
wanneer de geschiedenis van Rusland
aan de orde komt. Sommigen ontkennen
glashard dat die geschiedenis een christe
lijk stempel draagt. Anderen geven ech
ter toe dat bijvoorbeeld de Russische
cultuur een christelijke traditie heeft.
Een vrouwelijke studente noemt Jezus
„een leraar van menselijke waarden" die
ook voor een atheïst gelden.
Heeft het atheïsme evenals de gods
dienst een antwoord op de vraag naar de
zin van de dood? Eigenlijk een rotvraag
aan jonge mensen van rond de twintig.
„De dood is verschrikkelijk", zegt een
van hen. Dan blijft het enige tijd stil.
Totdat de professor opstaat. „Mag ik
ook wat zeggen?". Hij mag. „Katholieke
theologen als Karl Rahner noemen de
dood de voltooiing van het leven van de
mens. Daar ben ik het mee eens, niet als
een religieuze ervaring, maar in de zin
van de evaluatie van het menselijk le
ven". Voor de studenten is dit blijkbaar
nieuw. Ze blijven althans niet-begrij-
pend en afwachtend kijken. Maar er
komt niets meer.
Over de bevrijdingstheologie kunnen ze
beter meepraten. Ze noemen het waarde
rend een „stóp in de richting van het
marxisme-leninisme". Bestaat er ook
een bevrijdings-atheisme? „In de Sovjet
unie is iedereen al bevrijd. Wij hebben
geen sociale of politieke bevrijding meer
nodig". Dat is weer volgens het boekje.
Maar hoe zit het met het feminisme? De
professor meldt zich nog eens, deze keer
om zijn waardering uit te spreken voor
de feministische theologie van Catharina
Halkes. Hij verbaast zich erover dat zij
aan een katholieke universiteit heeft mo
gen doceren. Haar boeken zijn in deze
werkgroep blijkbaar gemeengoed.
Er wordt, door de mannelijke studenten,
wat geginnegapt over de bevrijding van
de vrouw. Een oudere dame, een weten
schappelijke assistente, verklaart ferm
dat ze volledig bevrijd is. Maar dat blijkt
een achterhoedegevecht, want een van
de studentes staat op en houdt een vurig
pleidooi voor een praktisch marxistisch
feminisme dat de vrouw in de Sovjet
unie bevrijdt van haar dubbele taak als
werkende kameraad en huisvrouw. Ze
krijgt instemming van al haar vrouwelij
ke collega's. De discussie over de zin
van de dood en de vraag naar Gpd is
blijkbaar snel vergeten.
Voor de studenten aan de theologische
academie in Zagorsk (een van de twee
opleidingscentra waarover de Russisch-
orthodoxe kerk beschikt) vormen femi
nisme en bevrijdingstheologie geen the
ma. Marxisme-leninisme trouwens even
min.
Archimandriet Georgij, die behalve abt
van het Drievuldigheidsklooster ook de
verantwoordelijke voor de discipline on
der de studenten is, vindt dat vrouwen
eigenlijk niet op een theologische oplei
ding thuis horen omdat ze toch geen
priester kunnen worden. En daaraan laat
hij ook niet tornen. Aan de theologische
academie in Leningrad worden overi
gens wel vrouwen toegelaten die na hun
studie als theologisch publiciste werk
zaam kunnen zijn.
Zagorsk heeft momenteel drie opleidin
gen: een kerkschool voor aanstaande
koordirigenten en parochiële assistenten,
een priesterseminarie en een hoger theo
logisch instituut. In totaal telt Zagorsk
ruim dertienhonderd studenten, van wie
een derde ook in het klooster woont; de
rest volgt een schriftelijke cursus. Het
aantal kandidaten is met name de laatste
jaren veel groter dan het aantal studie
plaatsen. Hoe dat komt? „Godsdienst is
blijkbaar in", zegt een van de monniken.
Zagorsk is op de eerste plaats het geeste
lijke centrum van het Russisch-ortho
doxe Rusland. Hier komen alle dagen
van het jaar, ook gedurende de zes
maanden waarin het kloostercomplex
onder een sneeuw- en ijsdek ligt, gelovi
gen uit heel de Sovjetunie om zich op
deze heilige plaats even thuis te voelen.
In een van de kloosterkerken wordt van
's ochtends vroeg tot 's avonds laat de
liturgie gevierd, in andere kerken zingen
de monniken om beurten lange litanieën
en overal staan gelovigen mee te bidden
of knielen verdiept in hun eigen devotie.
De jeugd is opvallend goed vertegen
woordigd.
Studenten van de Lomonosov-universiteit - pleidooi voor Sovjet-feminisme.
Ook de gemiddelde leeftijd in het kloos
ter is verrassend laag. „Tussen de dertig
en vijfendertig jaar", vertelt een jonge
monnik die er uitziet zoals men zich Al-
josja Karamazov voorstelt: een vrolijk
open jongensgezicht met een baardgroei
als van dons. „Ongeveer een derde van
de priesterstudenten wordt monnik. Het
komt maar weinig voor dat ze het kloos
ter na enige tijd weer verlaten. Dat ligt
waarschijnlijk daaraan dat wie nu mon
nik wordt heel bewust daarvoor kiest.
Hij heeft de militaire dienst achter de
rug - dat is verplicht - en wordt door
niemand gedwongen monnik te worden,
maar komt uit vrije wil".
Patroonheilige
„Aljosja" vertelt boeiend over de beteke
nis die het Drievuldigheidsklooster in de
Russische geschiedenis heeft gehad,
waarmee hij ongevraagd de studenten
van de Lomonosov-universiteit van re
pliek dient. De aanleiding voor zijn be
toog blijkt trouwens zeer actueel. In
1380 kwam vorst Dmitrij bij Sergej aan
Radonezj, de stichter van het klooster,
de zegen vragen alvorens hij tegen de
Mongoolse overweldigers ten strijde
trok. En nadat hij hen bij Koelikovo aan
de Don had verslagen kwam hij hier ook
weer God danken voor zijn overwin
ning. Dmitrij, die de bijnaam Donskoj
kreeg, is een van degenen die dit jaar tij
dens de millennium-viering van de Rus
sisch-orthodoxe kerk wordt heiligver-
klaard en hij gaat dus een sterke troef
worden voor degenen die de nadruk leg
gen op het religieus-culturele verleden
van Rusland. De jonge monnik is blijk
baar een van hen.
Nog pikanter is trouwens, dat vorst
Dmitrij vanwege zijn grote strategische
kwaliteiten en zijn heldenmoed tot op de
huidige dag bij de Russische militairen
bijzonder populair is gebleven. Het
Rode Leger krijgt nu dus zijfl eigen pa
troonheilige.
De groeiende belangstelling van de Rus
sen voor hun religieus-culturele verleden
zit de partij en de autoriteiten kennelijk
danig dwars. Vladimir Nikolajevitsj
Kroepin, praktiserend Russisch-ortho-
dox christen en secretaris van de Schrij
versbond, zegt: „Ik ben nog geen vijftig
jaar en ik heb zes keer meegemaakt dat
onze geschiedenis werd herschreven,
maar tot nu toe is er geen enkele keer
sprake geweest van een rehabilitatie van
de religie. In de literatuur bijvoorbeeld
is de spirituele traditie van schrijvers als
Dostojevskij of Tolstoj bewust afgebro
ken. Nu is er gelegenheid om die traditie
weer op te pakken. Maar de schrijvers
die de oorlog en de stagnatie hebben
meegemaakt komen daar niet aan toe
want die zijn druk bezig met het verwer
ken van hun verleden. De generatie van
de veertigers waartoe ik behoor is echter
zeer geïnteresseerd in de roerselen van
de ziel, in het onderbewustzijn, in de
problemen van leven en dood. Maar wij
kunnen natuurlijk niet de priester ver
vangen".
Een roman schrijven over een religieus
thema lijkt Vladimir Kroepin nog een
riskante zaak. „Je vindt er waarschijnlijk
geen uitgever voor. Er bestaat een grote
inertie ten aanzien van de religie en he
laas is het niveau van het atheïsme als
wetenschap nog erg primitief. De atheïs
tische propaganda richt zich vooral op
de sekten, maar de Russisch-orthodoxe
kerk zelf is veel bekwamer in de bestrij
ding van de sekten".
Modeverschijnsel
Vladimir Kroepin geeft toe, dat er spra
ke lijkt te zijn van een godsdienstige op
leving onder de jeugd, maar hij is veel
minder optimistisch dan de monniken
in Zagorsk. „Bij een groot deel van de
jeugd is het een kwestie van mode. Een
kruisje om je hals hangen of godsdiensti
ge afbeeldingen op je kleding dragen, dat
blijft alles nog aan de oppervlakte. Die
kinderen spelen met deze dingen, maar
met religieuze zaken moet je niet spelen.
Godsdienstige gevoelens zijn moeilijk te
traceren. In elk geval vraagt het van de
mens om van heel veel dingen af te
zien".
Sommigen zien in de neiging van de
jeugd om religieuze symbolen te hante
ren alleen maar een protesthouding te
gen het atheïstische gezag dat geen ant
woord kan geven op de levensvragen die
de jeugd stelt. Kroepin: „Dat is heel
goed mogelijk, want per slot van reke
ning zoeken alle mensen, dus zeker ook
de jongeren naar de zin van het leven.
Maar ik denk dat niemand momenteel
op die vragen een pasklaar antwoord
kan geven, het marxisme-leninisme niet
en de kerk niet".
Toch gelooft Vladimir Kroepin onvoor
waardelijk in de toekomst van de kerk.
Hij beaamt dat glasnost en perestrojka
tot nu toe een positieve invloed hebben
gehad op de verhouding tussen kerk en
staat. „Maar het zou mooi zijn indien
onze atheïstische staat een voorbeeld
zou nemen aan Polen, waar de verhou
ding tussen de kerk en de autoriteiten
heel goed is. Of neem de respectvolle
omgang van de staat met de kerk in Bul
garije. En wat te zeggen over Hongarije,
waar het heel normaal is dat een partij
lid zijn kinderen laat dopen en ook zelf
naar de kerk gaat? Zover zijn we hier
nog lang niet".
Kan het die richting uit gaan? Sinds kort
is het niet meer nodig, dat Sovjetburgers
zich legitimeren wanneer ze hun kind la
ten dopen, in de kerk trouwen of een fa
milielid kerkelijk laten begraven. Daar
mee is in elk geval een stuk bedreigende
staatscontrole weggevallen. En er wordt
met enige stelligheid rondverteld, dat de
moeder van Michail Gorbatsjov een
trouwe kerkgangster is. Wellicht gooit
God in Rusland toch nog hoge ogen.
LEO VAN VLIJMEN
Vladimir Nikolajevitsj Kroepin: Gods
dienstige gevoelens zijn moeilijk te trace
renFOTO'S: LEO VAN VLIJMEN
De zomerse temperaturen die de laatste
tijd over ons zijn gekomen hebben in
korte tijd veel goed gemaakt van wat de
nattigheid eerder dit jaar had verknoeid.
Ineens staan heesters te bloeien, schieten
vaste planten uit de grond en ontwikke
len de overblijvende kruiden een onge
kende activiteit. Aan de wijnranken kun
je de bladeren bijna horen groeien en
bessenstruiken hangen vol bloesem die
door hun geur de soort nu al verraadt.
Vooral de zwarte bes ruikt tijdens de
bloei al sterk naar de bessen zelf.
De amateurtuiniers die zich door de
slechte omstandigheden van voorgaande
maanden wat hebben laten ontmoedigen
zijn inmiddels weer helemaal opgeleefd
en stoppen veel van hun vrije tijd, als
vanouds, in de grond en de zaken die
daaruit moeten groeien. Die hoeveelheid
aan tuin en planten bestede tijd zal in de
toekomst alleen nog maar groeien. Dat
blijkt uit enkele onderzoeken die in de
Bondsrepubliek zijn gedaan. Traditio
neel verschilt de tuinmarkt van onze
oosterburen slechts zeer weinig van de
onze dus de in Duitsland gevonden cij
fers kunnen bijna ongewijzigd ook voor
Nederland worden gebruikt.
Verwacht wordt dat de jaarlijkse hoe-
veelheid vrije tijd tot 1995 zal toenemen
met negen tot tien procent. Het deel van
het huishoudbudget dat daarvoor ge
bruikt wordt groeit met ongeveer een
derde. Voor de Bondsrepubliek gaat het
dan om een bedrag van driehonderd
miljard marken dat in 1995 in de vrije
tijd wordt gestoken.
Tot de snelste groeiers op het gebied van
vrijetijdsbesteding wordt het tuinieren
gerekend. Nu al staat het werken in de
tuin en het verzorgen van planten op
hetzelfde niveau als het toerisme. De on
derzoekers (van instituten in München
en Hamburg) baseren hun berekeningen
op een aantal zaken. De consument
heeft de laatste jaren bijvoorbeeld duide
lijk laten zien dat hij tijd en geld over
heeft om voor zichzelf te zorgen. Dat
kan door eigen groenten en bloemen te
kweken. Daarbij komt het toenemende
plezier dat de consument beleeft aan
creatief werken met de handen. In veel
beroepsgroepen is het werk geautomati
seerd en een mens wil wel eens wat an
ders dan alleen maar knoppen indruk
ken.
Tuinieren geeft voorts de voldoening
voor zichzelf en het gezin produkten te
telen die gezond zijn en de kwaliteit van
het bestaan kunnen verhogen. En dat
kan allemaal zonder dat er, zoals in het
bedrijfsleven, van bovenaf druk wordt
uitgeoefend om meer en beter te preste
ren. Nog een belangrijk argument van de
onderzoekers: tuinieren hoorde vroeger
tot de dagelijkse plichten. Wie zijn ge
wassen niet goed verzorgde en niet vol
doende kon oogsten, zat 's winters zon
der eten. Die druk is weggevallen maar
de hang naar het verleden maakt tuinie
ren voor veel mensen een hobby die de
plicht van alledag uit vroeger jaren ver
vangt.
De aan huis en tuin gebonden hobby's
noemt het onderzoeksteam uit München
de belangrijkste vrijetijdsbesteding van
de toekomst. Deze hobby's zullen tot
1995 het hardst groeien waardoor de
hoeveelheid geld die de consument er
aan besteedt met meer dan veertig pro
cent toeneemt.
Daarmee staan deze liefhebberijen in en
om het huis, en dan vooral het tuinie
ren, aan de top van de hobby-hitlijst.
Boven het toerisme (waarvoor rond 36
procent meer uitgegeven zal worden), de
sport (ongeveer 28 procent), gezelligheid
en andere vrijetijdspasseringen (zo'n 25
procent) en lezen en tv-kijken (nog geen
tien procent).
In het algemeen geldt voor de consu
ment van de komende jaren dat hij meer
op activiteit en creativiteit gericht zal
zijn en minder passief beziggehouden
wil worden. Anders gezegd: we willen
meer zelf gaan ondernemen en ons min
der laten bezighouden door tv, video en
andere ontspanningsmedia.
Dertig procent van de ondervraagden
liet weten meer tijd in de tuin te willen
doorbrengen als de werkkring dat maar
zou toestaan. Door de steeds kortere
werkweek komt de vervulling van die
wens in zicht.
Begrijpelijk dat in kringen van tuincen
tra, zaadhandelaren eif producenten van
tuingereedschap en -meubilaif deze ont
wikkelingen met argusogen worden ge
volgd. Elke groep in deze branche wil
een graantje meepikken van de groeien
de belangstelling.
Dat de consument niet alleen bereid is
meer geld uit te geven voor het tuinieren
zelf, maar ook steeds meer wil weten
over de mogelijkheden leidt tot een nog
steeds niet slinkende stroom nieuwe
boeken over tuinieren en natuur.
Een van de jongste aanwinsten op dit ge
beid is „Groenten kweken onder folie en
glas". Steeds meer moestuiniers begin
nen de voordelen in te zien van het be
schermd kweken van groenten. Daar
voor is geen echte kas nodig. Ook met
andere middelen kunnen grotere en ge
varieerdere opbrengsten verkregen
worden. Met behulp van folie en glas
kunnen temperatuur, licht- en voedings
omstandigheden in evenwicht gebracht
worden, zodanig dat de planten er opti
maal gebruik van kunnen maken.
Het boekje geeft praktische en bondige
informatie over de inrichting van bak
ken, foliekasjes, -tunnels en -tenten en
de klimaatbeheersing. Ook is er een be
schrijving van interessante groentesoor
ten, speciaal geschikt voor deze kweek-
wijze. Heldere tekeningen en foto's ma
ken het boekje goed toegankelijk. Ge
schreven door Gustav Schoser, uitgege
ven in de Groenboekerij van Zomer en
Keuning. Te koop voor nog geen twee
tientjes.
Van dezelfde uitgever en eveneens net
uit: „Het levende bos". Geen instructief
boek maar een briljant werkstuk van de
Engelse fotograaf Stephen Dalton. Hij
neemt in het boek de lezer mee naar de
verborgen schoonheid van de natuur.
Daarvoor heeft hij het geduld opge
bracht dat de meesten van ons niet be
zitten. Voor sommige opnamen heeft hij
dagen, weken, soms maanden gespied en
gekeken. Als resultaat laat hij een veld
muisje in gestrekte sprong zien, een ele
gant landende vleermuis en een hazel
muis die als een ware Tarzan aan roze-
botteltwijgen hangt. Tientallen andere
prachtige platen maken dit boek een
bron van veel kijkplezier voor iedereen
die op de natuur gesteld is. Door inter
nationale samenwerking kan „Het leven
de bos", waarin uitsluitend kleurenfoto's
staan, worden aangeboden voor iets
minder dan dertig gulden. De tekst in
het boek is ter zake kundig en geschre
ven door de Britse Jill Bailey.
JAN VAN KOOTEN