Dr. Willem Drees,
bindende grootheid
in een politiek
verdeeld Nederland
NATIONAAL STAATSMAN ZOCHT STEEDS HARMONIEUZE SAMENWERKING
GENLAND fteMwQowux/nt
WOENSDAG 18 ME
DEN HAAG Dr. Wil
lem Drees, door oud-ka
mervoorzitter Vondeling
ooit „de prins der politici"
genoemd, is altijd voor
stander geweest van har
monieuze samenwerking
in de politiek. Bij voortdu
ring heeft hij zich, zowel
tijdens als na zijn politieke
loopbaan, verzet tegen po
larisatie. „Belangrijke po
litieke kwesties kunnen in
Nederland alleen door
overleg zonder uitslui
ting bij voorbaat van wel
ke partij ook geregeld
worden", luidde zijn cre
do.
Deze opvatting vormde ook de
kern van zijn aan het begin
van de jaren zeventig ontstane
conflict met de PvdA. Die con
troverse liep zelfs zo hoog op
dat Drees, de socialist in hart
en nieren, in 1971 op 85-jarige
leeftijd voor die partij bedank
te. Politiek bleef hij nadien
dakloos, ook al voelde hij zich
aanvankelijk aangetrokken tot
het in 1983 ter ziele gegane
DS'70, waarvan zoon Willem
Drees jr. één der oprichters
was.
Het afscheid van de PvdA be
tekende voor „Vader Drees"
overigens niet dat hij zich in
het geheel niet meer met poli
tiek bezig hield. Ook in de
laatste iaren van zijn veelbe
wogen leven is hij de politieke
ontwikkelingen in ons land
steeds met belangstelling blij
ven volgen. Daarbij liet hij
niet na in de publiciteit bij
herhaling bezorgd de wijsvin
ger op te steken.
Zuiniger
„Ons land verkeert in een
noodtoestand. De democratie
staat op een heel moeilijk
punt. Maar we kunnen eruit
komen, als we maar willen en
als we de moed hebben om im
populaire maatregelen te ne
men", zei Drees in de zomer
van 1982, kort na zijn zesenne-
gentigste verjaardag, in een
gesprek met onze krant. Vol
gens hem had de economische
crisis trouwens lang niet zo erg
hoeven uit te pakken als er in
de jaren zeventig maar een
zuiniger beleid was gevoerd.
„Na 1973, in het kabinet-Den
Uyl, is het fout gegaan",
meende Drees. „De jaren vijfig
en zestig zijn jaren van opgang
geweest. Het was een periode
van hoogconjunctuur, met gro
tere winsten, uitbreiding van
de bedrijven, het aantrekken
van meer arbeiders en geen
werkloosheid van betekenis.
Toen kwam de oliecrisis en
vervolgens de internationale
recessie. Daarop is verkeerd
gereageerd. In plaats van re
kening te houden met een de
pressie is men doorgegaan als
of men nog in een hoogcon
junctuur zat".
Opmerkelijk is dat Drees dit
ook ten tijde van het kabinet-
Den Uyl al signaleerde, zoals
blijkt uit een publicatie van
zijn hand, geschreven in 1973.
Hij waarschuwde toen tegen
de almaar stijgende overheids
uitgaven en de voortdurend
oplopende lonen en prijzen:
„Er wordt onrust veroorzaakt
door de voortdurende geldont
waarding, de inflatie, waarbij
lonen en prijzen geen ogenblik
in rust zijn, maar steeds weer
haasje over springen. Het in
komen van ae actieve bevol
king stijgt vaak nog meer dan
de prijzen, maar spaargelden,
pensioenen in een vast aantal
guldens, en lijfrenten nemen
snel in waarde af. Regering en
parlement men kan ook
Al kort na zijn aantreden als
premier moest Drees een zwa
re vuurproef doorstaan: de In-
donesië-kwestie, waarbij het
erom ging onze kolonie in „de
gordel van smaragd" onafhan
kelijkheid te geven. Volgens'
Drees zelf is deze zaak de
moeilijkste politieke aangele
genheid in zijn leven geweest.
Vooral het kabinetsbesluit om
over te gaan tot „politionele
acties" tegen de Indonesische
vrijheidsstrijders is voor de
toenmalige minister-president
een van de zwaarste oeslissin-
gen in zijn leven geweest. Vol
gens degenen die hem van na
bij meemaakten is hij toen in
korte tijd jaren ouder gewor
den.
„Ik trek van Drees"
Grote bekendheid en populari
teit verwierf Drees doordat hij
als minister van sociale zaken
in 1947 het fundament legde
van onze' verzorgingsstaat. Zijn
„Noodwet Ouden van Dagen",
een sociale uitkering voor be
hoeftige bejaarden, deed in die
tijd onder de 65-plussers de
uitdrukking ontstaan: ,,Ik trek
van Drees". Later, tijdens het
derde kabinet-Drees, is deze
voorziening uitgegroeid tot de
aow, maar, zei Drees altijd,
„daarvoor komt de eer toe aan
de toenmalige socialistische
minister Suurhoff".
De opvatting van de kabinet
ten van de laatste jaren, dat de
in de jaren vijftig en zestig op
gebouwde verzorgingsstaat
langzamerhand uit zijn voegen
is gebarsten, werd door Drees
ten volle onderschreven. „Het
is niet de taak van de overheid
als verzorger voor alles op te
treden, maar alleen daar in te
grijpen waar een noodtoestand
is ontstaan", zei hij in 1982, op
96-jarige leeftijd. „De staat is
met de verzorging van de bur
gers op vele gebieden te ver
gegaan. Ten dele doordat er
gevallen zijn geholpen die niet
geholpen hoefden te worden
en deels doordat de uitkerings
bedragen nogal eens te hoog
zijn uitgevallen".
Onvergetelijk
Is de staatsman dr. Willem
Drees bij de gemiddelde Ne
derlander vooral bekend als
„vader Drees, die gezorgd
heeft voor de ouden van da
gen", zijn verdiensten liggen
veel dieper. Hij heeft behoord
tot die staatslieden, die in de
Nederlandse politieke geschie
denis onvergetelijk zullen blij
ven. Zijn naam is nu toege
voegd aan de namen van grote
politici als Thorbecke, Groen
van Prinsterer, Abraham
Kuyper, Troelstra, Schaep-
man, Nolens, Schouten, Oud,
Beel en anderen, die het land
in vele opzichten en in dik
wijls zeer moeilijke tijden ge
diend hebben.
De laatste jaren heeft Drees
nog in tal van gesprekken en
geschriften zijn politieke
denkbeelden weergegeven, zo
als over het Nederlands parle
ment („Het moet meei
biedigd worden"), de
loosheid („We hadde:
maal niet zoveel buiter
hierheen hoeven te ha
degenen die toch to
hadden we duidelijk
maken dat het echt
was. Maar nu ze hier
zijn en nu we ook
menslievend zijn gewe
gezinnen over te laten
kunnen en mogen we
meer terugsturen"), c
gramcolleges in dive:
meenten („Fel op tege
financieel-economische
(„We zijn veel te roj
weest") en over de be
de groep waartoe hij:
hoorde.
Toen hij al ver in de
was schreef hij: „Oude
een mijlpaal, maar we
oppassen het niet als ei
boom te gaan zien, die
verspert naar verdere
teitert. Noch ouderdon
jeugd waarborgen wijs
ook maar, om het eenvi
zeggen, gezond verstan
anderzijds doet ook ni
derdom, noch jeugd
per se ongeschikt zijn
vervullen van een belj
taak in maatschap]
staat
Testament
Het „politiek testamer
dr. Drees verscheen in
boekvorm, onder de titi
Nederlandse Parlemen
ger en nu". De slotb
wing van dit boek be
deelten, die van grote
zullen blijven voor iedi
derlander en niet in de
plaats voor iedere polit
welk niveau dan ook:
„Onze parlementaire dt
tie loopt geen gev,
worden vervangen dc
militaire dictatuur. M
moet zich wel doen ei
gen en beter bes
worden tegen het oj
van agressieve minde
die het bij uitstek de
tisch achten, te pogen 1
aan anderen op te legg
door onwettige middele
bij een normale werki
het politiek systeem
reeds het gevaar, dat
gevoelig is voor de dr
belangengroepen en mé
dacht schenkt aan hun
gens dan aan de kwali',
belangen, die men heefl
nen
Aldus de thans overlet
Willem Drees, „een
staatsman" (wijlen del
premier dr. L. Beel), „d
der politici" (wijlen
Vondeling), „werkelijl
wijs man, een even'
mens" (wijlen de KVP
ter van onderwijs en p
mr. J. Cals).
Hij is tijdens zijn leven
nationaal politiek symb
worden. Hij zal dat, nu
overleden, zonder twiji
blijven.
DICK VAN RIETSCH
TON V.D. HO
den staatsman dr. Willem
Drees brachten hem onaf
wendbaar in conflict met de
PvdA die hij, al in de oorlogs
jaren, heeft helpen oprichten
en die hij tot in de zestiger ja
ren met hart en ziel gediend
heeft. Dat het vanwege de
diepgaande politieke menings
verschillen tot verwijdering en
in 1971 tenslotte tot een volle
dige breuk met de PvdA
moest komen, is des te tragi
scher omdat Drees voor veel
(vooral oudere) Nederlanders
de personificatie van de PvdA
was. Overigens was Drees
voor brede lagen van de be
volking nog veel meer dan
dat: vóór alles was hij een na
tionaal politiek symbool ge
worden en dat is hij tot zijn
dood toe ook gebleven. Hij
bleef in persoonlijk contact
met honderden Nederlanders,
schreef en sprak over allerlei
eigentijdse problemen zelfs
helderder en doeltreffender
dan vele nog actieve politici
en gaf raad aan velen, die min
of meer vastgelopen waren.
Hij werd algemeen beschouwd
en bejegend als een soort om
budsman, die boven alle partij
en stond.
Een belangrijk devies van
Drees is altijd geweest: „Rege
ren is een keuze doen. Niet al
les kan en vooral niet alles te
gelijk". Hij heeft dit devies in
zijn lange politieke carrière
toegepast sinds hij als 27-jarige
ex-stenograaf lid werd van de
Haagse gemeenteraad, waarna
hij op zijn 33e jaar wethouder
van de residentie werd. Pas op
47-jarige leeftijd deed hij, door
zijn verkiezing tot Tweede-
Kamerlid in 1933, zijn intrede
in de landelijke politiek.
Nadat hij in het eerste na-oor-
logse kabinet in 1945 tot minis
ter van sociale zaken was be
noemd, steeg zijn ster snel.
Van 1948 tot 1958 leidde hij als
premier vier kabinetten, aan
vankelijk met de KVP en de
CHU, later ook met de ARP.
Zelfs nam hij in zijn eerste ka
binet één VVD-minister op:
mr. D.U. Stikker die de porte
feuille van buitenlandse zaken
beheerde.
vingen van de oude, wijze
staatsman.
zeggen ons volk staan voor
grote problemen...".
Adviseur
Na 1958, toen door het optre
den van het interimkabinet-
Beel zijn directe bemoeienis
met de politiek ten einde was
gekomen, werd dr. Willem
Drees als minister van Staat
adviseur van vele politici,
maar vooral van het staats
hoofd. Op verschillende pre
caire momenten werd hij door
de koningin als raadgever te
hulp geroepen, zoals in de af
faire-Greet Hofmans (Drees
was toen overigens nog pre
mier), de Irene-kwestie en de
entree van prins Claus. Met
andere adviseurs en bewinds
lieden, zoals dr. L. Beel, heeft
hij deze gevoelige kwesties
naar een goede oplossing we
ten te leiden.
Prinses Juliana had als konin
gin groot respect voor dr.
Drees. Dat bleek onder meer
duidelijk bij zijn afscheidsbe
zoek aan paleis Soestdiik na de
val van zijn vierde kabinet in
1958. Juliana vroeg de staats
man toen toestemming een
door haarzelf uitgezochte foto
van hem op haar bureau te
mogen plaatsen. „Dit heeft mij
zeer getroffen", aldus dr. Wil
lem Drees later. Overigens
heeft hij ook Beatrix, toen
deze pas koningin was gewor
den, van verschillende advie
zen voorzien. Evenals haar
moeder hechtte ook Beatrix
grote waarde aan de raadge-
Redelijkheid
Drees bleef zijn leven lang het
standpunt huldigen dat in de
Nederlandse democratie,
waarin slechts politieke min
derheden bestaan, geen plaats
is voor polarisatie. Eind 1972
zei hij hierover letterlijk:
„Op het ogenblik is er dan bij
de Progressieve Drie het stre
ven naar polarisatie, waarbij
men niet bereid is na de ver
kiezingen met anderen overleg
te plegen. Naar mijn mening is
het in een werkbare democra
tie noodzakelijk, dat de daar
voor in aanmerking komende
partijen, als de verkiezingen
gehouden zijn, op basis van de
uitslag daarvan trachten tot
een meerderheidsvorming te
komen, waarbij overleg met
geen enkele democratische
partij bij voorbaat principieel
moet worden uitgesloten'
De opvattingen van de overle