Vissen is werken in vrijheid boven uit" yrouwen steken er met kop en schouder ierintreedster .We, de )rd je eepas| lingen, iltopo deni cdi ir B.V., 13, )TTERDAM - „Uit mijn con- ten met bedrijven blijkt dat de uwen die zij in dienst hebben, met kop en schouder boven uit een. Het is moeilijk te generali- maar vrouwen hebben stal een grotere trouw aan het Irijf en zijn beter dan mannen hun persoonlijke contacten en oplossen van conflicten", zegt da Verhaar Eeuwijk van het :eau Werving, Selektie en Orga- (saüein Rotterdam. tdi ier plon,g5 ss re parttime emancipatiewerkster van provincie Zuid-Holland begon on- js een bemiddelingsbureau voor >uwen omdat er in een aantal sectoren het bedrijfsleven grote vraag is naar linggevenden. Hoewel de benaming )r haarzelf wordt afgewezen gaat zij r voor de eerste headhunter die zich iaal op vrouwen richt. Met behulpt een eigen bestand, de directe bena- ing van geschikte kandidaten en ad- tenties zoekt Gerda Verhaar Eeuwijk juiste persoon op de juiste plaats. Duwen hebben volgens haar een aan- eigenschappen, die hen bij uitstek ge- ikt maken voor leidinggevende func- „Zij reageren gematigd en zijn niet oritair in situaties die als bedreigend rden ervaren. Ook zijn vrouwen uit eend in staat om op lange termijn te iken en meer doelen tegelijk na te ff weet Gerda Verhaar Eeuwijk niet of Sr manier van werken nu typisch ^uwelijk is. „Op een vergadering pro- ir ik door een persoonlijke benadering aanwezigen zich te laten ontspannen jat er een goede sfeer ontstaat. Dat geeft meer kans op slagen. Ik weet niet of dat nu door mijn vrouw zijn komt. In feite ben ik mezelf en dat is tenslotte vrouw". Zij richt zich bij haar arbeidsbemidde ling vooral op vrouwen met een univer sitaire of hbo-opleiding. Ons land heeft erg weinig vrouwen in managementfunc ties. „Met zijn vijf a zes procent vrou wen in hogere functies staat Nederland op de een na laatste plaats. Alleen in Ier land zijn het er nog minder", zegt Gerda Verhaar Eeuwijk. „Daardoor hebben de vrouwen die wel een verantwoordelijke positie bekleden het extra zwaar. Omdat anderen hen als voorbeeld zien, wordt er vanuit hun bedrijf maar ook vanuit de vrouwenbeweging erg vaak een beroep op hen gedaan". „Als er meer vrouwen in hogere functies komen, verandert dit vanzelf. Het wordt dan een stuk makkelijker omdat de weg gebaand is. Een aantal bedrijven staat overigens welwillend tegenover de opna me van meer vrouwen in het bedrijfska- der. Zij werken mee aan de zogenaamde „positieve actieplannen". PTT en het Aholdconcern maar ook de Amerikaanse bedrijven zijn graag bereid meer vrou wen in hun gelederen op te nemen. Ver der zijn er voor vrouwen de mogelijkhe den voor leidinggevende functies in de beta- en informaticahoek. In die sector ontstaat in de jaren negentig een groot tekort". Tekort Een opvatting, die wordt bevestigd door Ine van Hoorn, secretaris van de Eman- cipatieraad. Zij is betrokken bij de op richting van een „recruitmentbureau" (een wervingsbureau) voor vrouwen in hogere functies. „Door die tekorten zijn bedrijven eerder geneigd vrouwen in hun kader op te nemen", constateert Ine van Hoorn. „Wat je ook hoort is dat be drijven hun visie op het leidinggeven aan het veranderen zijn. De autoritaire manager, bij wie alleen eenrichtingver keer mogelijk is, is aan het verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt een benade ring waarbij meer inspraak mogelijk is. Vrouwen passen uitstekend in dat beeld omdat zij goed kunnen luisteren, een be tere afweging maken in conflicten en vaak flexibeler zijn dan mannen. Ik her ken dat ook in mijn eigen aanpak". Ine van Hoorn denkt dat vrouwen bij een sollicitatie voor een leidinggevende functie minder kans maken, maar vindt het moeilijk de weerstanden aan te ge ven. Zelf heeft ze een keer problemen gehad. „Ik ben na de geboorte van de kinderen een aantal jaren huisvrouw ge weest. Toen de kinderen naar de kleuter school gingen en ik mijn oude beroep van maatschappelijk werkster weer op wilde nemen, lukte dat niet. De instellin gen waarmee ik sprak hadden er te veel problemen mee een moeder met twee kinderen in dienst te nemen. Dat was in 1970 nog zo". Stropdas i in om matig jen voi akgeld I minin :d, dan 'erzorg n we r gelijkh )E KRi de, om >er of n I je liev onze o 3) 1.95 3 en ik r- of r toe. rk Hoek (links) en zijn oudste zoon Piet. „In het algemeen wordt er vrij snel ge dacht dat vrouwen bepaalde capaciteiten niet hebben. Mannen hebben meer feel ing om bepaalde vaardigheden bij ande re mannen te onderkennen. Het gaat dan om kleinigheden in het gedrag of de kleur van de stropdas. Schijnbaar is het makkelijker in te schatten wat de eigen soort goed kan. Voor vrouwen gaat hier het gezegde „onbekend maakt onbe mind" zeker op. Dat zal overigens ver anderen als er meer vrouwen in leiding gevende functies komen". Een opvatting die door Gerda Verhaar Eeuwijk volledig wordt onderschreven. „Het scheelt als je al meer mensen kent. Er bestaan niet voor niets netwerken waar we elkaar ontmoeten. In het gezin blijkt dat je als vrouw over uitstekende Gerda Verhaar Eeuwijk, de eerste headhunter die zich speciaal richt op vrouwen. organisatorische kwaliteiten beschikt, maar het nadeel is dat je weinig sociale contacten hebt". Vrouwen zien overigens steeds meer in dat zij zich actief op de arbeidsmarkt moeten bewegen. Onlangs verscheen in Wageningen een brochure met de titel „Mw ir op de arbeidsmarkt". Het boekje dat gebaseerd is op ervaringen van vrou wen die al wat langer zijn afgestudeerd, geeft aanstaande vrouwelijke ingenieurs het advies aan loopbaanplanning te gaan doen. „Eerst werkervaring en dan pas kinderen", luidt het advies dat de oude re afgestudeerden aan de huidige studen tes geven. „Dat is noodzakelijk omdat het krijgen van een baan op wat latere leeftijd erg moeilijk is zonder eerdere werkervaring". Alle positieve ontwikkelingen ten spijt ondervinden vrouwen in hun dagelijkse beroepsuitoefening nog steeds veel pro blemen. Gerda Verhaar Eeuwijk weet een reeks voorbeelden op te noemen. Zelf heeft zij door haar vrouwzijn bij sollicitaties nog nooit grote problemen ondervonden. Alleen viel het haar jaren geleden (toen zij in de kinderbescher ming werkte) al op dat de leidinggeven de functies bijna allemaal in handen van mannen waren. Directeur Die praktijk is inmiddels nauwelijks ver anderd. „In Haarlem is de gemeente zich gaan bemoeien met het vestigings beleid voor huisartsen", weet Gerda Eeuwijk. „Daardoor werd een vrouw be noemd, die zich temidden van mannelij ke collega's moest handhaven. Omdat die mannen het niet met de benoeming eens waren, wilden zij die vrouw niet als collega in de weekenddienst opnemen. Mooi dat zij het niet redde". FOTO: CEES VERKERK „De weerstanden komen ook heel duide lijk naar voren als een man door een vrouw gepasseerd wordt. Bij de benoe ming van een vrouwelijke directeur van een hogeschool, werden de twee adjunc ten, die ook gesolliciteerd hadden, gepas seerd. Vervolgens heeft met name een van deze adjuncten de vrouw zoveel mogelijk tegengewerkt". Gerda Verhaar Eeuwijk merkt in de da gelijkse praktijk dat het bedrijfsleven verder is met het benoemen van vrou wen in managementfuncties. „De over heid gaat op papier verder in haar op vattingen over het aanstellen van vrou wen, maar het bedrijfsleven is meer be reid de daad bij het woord te voegen. Daarvoor is trouwens ook een econo misch motief aanwezig. In de technische beroepen en de informatica zijn er grote tekorten en vrouwen blijken het in de praktijk nu eenmaal uitstekend te doen". FRANK DE KLERK KATWIJK - „Een echte visser word je niet, dat ben je". Varen en vissen, een combinatie die al eeu wenlang bij veel Hollanders het rit me van de dag bepaalt. Soms lijkt het of het ritme van de zee door bruist in de aderen van de visser man. Alsof het varen hem in het bloed zit. De praktijk leert dan ook dat het beroep vaak van vader op zoon gaat. Dat geldt zeker voor Dirk Hoek. Zijn vader was al een bekend schipper in Katwijk, terwijl zijn oudste zoon Piet in middels als tweede stuurman op een gro te hektrawler vaart en zijn jongste zoon Dirk dit jaar eindexamen doet aan de School voor de Zee vis vaart in Katwijk. Zelf is Dirk eigenaar van een kotter. Dirk Hoek (46) ging in het voorjaar van 1955 definitief naar zee. Zoals zo vaak als Jongste" op het schip van zijn vader Piet. De loggers uit die tijd hadden, bij een bemanning van zestien tot twintig koppen, ten minste vijf of zes jongens aan boord die nog niet ouder dan acht tien waren. Een gezellige en zorgeloze tijd, herinnert Dirk Hoek zich zijn eerste jaren als zeeman. „Van de toenmalige problemen weet je niets meer af. Wat -is blijven hangen zijn het harde werken en de lol. Het vissen en varen leerde je voornamelijk in de praktijk. In de zo mermaanden en het najaar werd er op haring gevist met de kilometerslange drijfnetten. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat stond je vaak te kaken of haring te zouten". Jagen Samen met zijn broer Piet neemt Dirk Hoek in 1983 het schip van zijn vader over. De aard van de visserij is dan ech ter compleet veranderd. Het wachten op de vis heeft plaats gemaakt voor het ja gen. De motoren, ooit eens bedoeld om de schepen van haven naar praaiplaat- sen te varen, hebben vermogens van honderden pk's en zorgen.er voor dat de netten over en door de bodem ploegen op jacht naar vis. Hoewel Dirk en zijn broer rondvisvissers zijn - dat wil zeg gen met het trawlnet op kabeljauw, wij ting en schelvis vissen - vangen ze in de zomermaanden ook vaak haring. Deze haring vissen ze samen met een span- maat: twee kotters die gezamenlijk een net voortslepen met een opening waar gemakkelijk twee kerkgebouwen in pas sen. Door de lage olieprijzen en de hoge prijs voor de op de afslag van Scheveningen of IJmuiden verkochte vis draait het vis- sersbedrijf van Dirk Hoek redelijk goed. Ondanks quotering en geruchten over sanering ziet hij de toekomst niet som ber in. Hij is er rotsvast van overtuigd dat Nederland een belangrijke vissersna tie blijft met volop ruimte voor goed ge schoolde vissers. Zijn zoon Piet (22 jaar) vaart sinds be gin 1987 niet meer bij zijn vader. Na ruim twee en een half jaar aan boord ge zeten te hebben op de KW 214, stapte hij over de SCH 33 van Ouwehands Re derij en Visverwerking. De SCH 33 is een echte hektrawler met een geweldige invriescapaciteit. Deze schepen zijn steeds meer wereldwijd inzetbaar en vis sen vooral op haring, makreel en sprot. Als tweede stuurman draagt Piet Hoek de verantwoordelijkheid op het achter dek, waar de netten worden uitgezet en scheepgehaald. Ook Piet zit het varen in het bloed; als zesjarige ging hij al met zijn opa mee naar zee. De overgang van de kotter naar de veel grotere hektrawler ervaart Piet inderdaad als een grote stap. „Het komt voor dat wij in vier uur even veel verwerken als mijn vader in een week ving", zegt hij. Moderner Vader en zoon zijn het erover eens dat varen werken in vrijheid is. Het verschil met vroeger is echter, dat de schepen steeds moderner ingericht worden. Dat heeft gevolgen voor het werken aan boord. Aan de ene kant betekent het een aanmerkelijke verlichting van het werk, maar aan de andere kant is een goede scholing noodzakelijk. Behalve de com puter en de moderne techniek heeft de automatisering zijn intrede gedaan op de vissersschepen. Ook de aandacht voor kwaliteit van het produkt is aanmerke lijk verbeterd. De vrijheid van de visser wordt steeds vaker beperkt door vereiste kennis en verantwoordelijk optreden. Voor de hele bedrijfstak feitelijk een pluspunt, aldus Piet Hoek. Dat de visse rij een gezonde bedrijfstak blijft, staat voor vader en zoon Hoek vast. Wel dient er beter te worden samengewerkt en moet men zich bewuster zijn van el- kaars gemeenschappelijk belang. Voorlo pig zal er echter door de familie 1 computer dus, of de afleveringsdata zijn ingevuld. En of die kloppen. Zo niet, dan fax ik even naar de afnemer dat de leveringsdata zijn veranderd. En zo doe ik meer dingen. Ik zit mensen ook echt achter hun broek. Ik heb geen zin om dagen op een rekening te wachten. Die moeten ze dus gewoon naar mij sturen. Doen ze dat niet, dan bel ik even op. Het is voor mij ook mogelijk inkoper te worden. Ik leer nu al kleine bestellingen in het scherm te zetten. Op een gegeven moment ben ik begon nen met het opruimen van de dossiers. Ze hadden hier nog dossiers uit 1986 staan. Die moesten hoognodig naar het archief. Moest het hele systeem ook nog veranderd worden. Ze wilden de dos siers op alfabetische volgorde van fa- brieksnamen. En daarna moesten ze nog genummerd worden. Nu houd ik zelf al les netjes bij. Beneden zit een secretaresse. Ze moet van acht heren de agenda bijhouden, spoedbrieven tikken, verslagen maken, delegaties ontvangen en een telefooncen trale met acht lijnen bedienen. Dat kan ze niet alleen. Zij heeft mij wegwijs ge maakt op de tekstverwerker en nu typ ik regelmatig brieven voor haar uit. Als ik het niet afkrijg, neem ik het mee naar huis. Simpel toch. En ondertussen leer ik ook nog de telefooncentrale te bedienen. Kan ik mooi voor haar invallen als ze een atv-dag heeft of met vakantie is. Ik volg nu een cursus notuleren. Bij Schoevers. Nu moet ik in juni examen doen, daarom dacht ik: laat ik eens wat praktijkervaring opdoen. Dus had ik af gesproken met de notuliste dat ik een keer met haar mee zou draaien. Komt ze niet opdagen, want ze ontving een dele gatie voor een van de heren. Moest ik het helemaal alleen doen. Maar het is ZATERDAG 7 MEI 1988 PAGINA 33 wel gelukt. Van sommigen kreeg ik zelfs een pluim. Ja, in het begin was het wel moeilijk. Wat wil je. De meesten kunnen mijn zoon of dochter zijn. Ik ben tenslotte al 46. Tussen de middag zat ik alleen in de kantine, een beetje te puzzelen. Hoefde ik tenminste niet rond te kijken. Maar ik zei wel iedereen gedag. En nu ben ik he lemaal in de groep opgenomen. Ze halen nog wel eens geintjes met me uit, hoor. Toen ik laatst weer bij de telefooncentra le zat hadden m'n collega's de geinlijn gebeld. En die hadden ze doorverbonden naar mij. Kreeg ik zes keer de geinlijn aan de telefoon. Maar ik was toch erg onzeker in het begin. Je moet echt voor je plaats vechten. Pas geleden dacht ik weer dat ze een grap met me hadden uitgehaald. Belt er iemand op die zegt: „Met u had ik altijd al eens willen praten. U stuurt ons elke week mooi faxberichten waarop de nieu we leveringsdata staan". Ja, zeg ik met een, maar dat doen jullie bij ons niet. „Nee", zegt die man, „dat komt, dat kunnen wij niet. Maar nu wilde ik aan u vragen of u dat ons niet kunt leren". Moet je nagaan, ik werk pas vijf maan den op deze afdeling, en nu mag ik al aan een bedrijf gaan uitleggen hoe ze iets moeten doen. Dat is toch fantastisch. Normaal mag een contractant niet eens mee. En nu gaan we in mijn auto. Nee, ik ben echt tevreden met deze baan. Ik heb het hier fantastisch naar m'n zin. En m'n collega's kunnen me ook niet meer missen. „Als jij hier weg bent", roepen ze dan, „is het binnen een maand weer net zo'n puinhoop als toen jij hier kwam". Nou, daar ben ik hart stikke blij mee. Dat is toch een stuk er kenning". [en mijn man overleed, vijf jaar gele- heb ik de zaak nog vier jaar aange wen. We hadden samen een SRV- Icel. 's Morgens om zes uur op, kran- ■binnen halen en de wagen vullen. 1 werd te zwaar. In het vierde jaar I ik een cursus typen gaan doen, want lilde ander werk. |een uitzendbureau ben ik toen een |n gaan zoeken. In tegenstelling tot Ere oudere mensen had ik geen gite met uitzendbureaus. Dat komt jchijnlijk omdat ik, toen ik de win- Jnog had, dagelijks twee scholen in I winkel kreeg. Dus je groeit een beet- |iet de jeugd mee. Maar ik kan me d voorstellen dat anderen aarzelen Ierheen te gaan. Je wordt toch enigs- i vernederd als je als oudere tussen al [jongeren staal. jen gewoon zo'n bureau binnenge- ,i. Eerst naar LUBA. waar ik een tverwerkingscursus heb gedaan. Van ■ruit kon ik niet aan de slag. Toen Corry Lomwei (46) werkt sinds september 1987 bij de PTT als assistent-inkoop via een uitzendbureau. FOTO: MILAN KONVALINKA naar Content. Weer een tekstverwer kingscursus. Die hadden wel werk voor mij, maar toen wilde ik niet. Ik was echt overwerkt, ik wilde een paar maanden bijkomen. Toen ben ik in augustus naar ASB gestapt. Binnen een week zat ik bij de PTT. En daar zit ik nu nog. Ik begon hier in september vorig jaar. Sinds vijf maanden heb ik een contract dat omgezet kan worden in een vaste aanstelling. Ik ben nu assistent-inkoop, op de afdeling inkoop. Maar dat is lo gisch, natuurlijk. Dat houdt in dat ik zo'n beetje de administratie bijhoud. Ik kijk bijvoorbeeld in het scherm, in de ceidócsouaont

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 33