De culturele revolutie van de WD )e F-16 loopt ijn diegers IfU^ls Politiek Partij Parlement U OOK ONDERZOEK NAAR NEK-EN RUG WERVELKLACHTEN ■AVONTUREN VAN KAPITEIN ROB rit Van der Linden gaat niet verzwakt door het leven" NNENLAND/BUITENLAND KeidócQowumt ZATERDAG 30 APRIL 1988 PAGINA 5 N HAAG Wijlen dr. p den Uyl heeft vorig t in één van zijn vla van grote eerlijkheid, volgende bekentenis aan: „Het indienen een motie van wan- iwen is vóór alles een >stie van opportuni- Elke kenner van de lerlandse politiek zal stelling onmiddellijk men. Wanneer een ie overweegt een be- dsman of zelfs een kabinet ten val te Jngen, laat zij zich niet le eerste plaats leiden r de ernst van ge- ikte fouten. voorbeeld maakt dat wei wat duidelijker. In 1976 gd zo ongeveer het gehele - op z'n kop, omdat de oor- nisdadiger Pieter Menten enen had kunnen nemen, twaadheid nam helse vor- aan, toen bleek dat laks- van minister Van Agt er jorzaak van was. De be- dsman van justitie had het nodig gevonden, hoewel ,heden!" op de kaft stond, dossier over Menten te le zen, alvorens hij een bezoekje aan Roemenië ging brengen. De PvdA'er Aad Kosto trok in de Tweede Kamer alle regis ters open. Schandalig noemde hij het dat een minister zijn plicht zo had verzaakt. Maar toen puntje bij paaltje kwam, bleef Dries van Agt gewoon zitten. Hij kon het zich zelfs fiermitteren het PvdA-kamer- id uit te dagen. „Als u zoveel kritiek hebt, moet u ook de moed hebben een motie van wantrouwen in te dienen". Maar Kosto deed dat niet, om dat hij heel goed wist dat daar mee het voortbestaan van het kabinet-Den Uyl op het spel zou komen te staan. En dat was de affaire-Menten de PvdA-fractie nu ook weer niet waard! Tegen deze achtergrond is het te begrijpen waarom het nu al ruim twintig jaar geleden is dat in Nederland een bewinds man of een kabinet door het parlement naar huis werd ge stuurd. Ook in de Nacht van Schmelzer (1966) was het trou wens niet zozeer het falen van het kabinetsbeleid als wel het verlangen naar een andere coalitie, dat de KVP-fractielei- der deed besluiten het ministe- rie-Cals de wacht aan te zeg gen. Een kwestie van opportu niteit dus. Verbazing Vandaar de verbazing op het Binnenhof toen mr. Frits Bol- kestein vorige week een vurig pleidooi hield voor een zuiver der beleving van de ministe riële verantwoordelijkheid. Wat wilde Bolkestein daar in vredesnaam mee zeggen? En tot wie richtte hij zich eigen lijk? Tot de leden van het ka binet? Zo ja, dan bevatte zijn boodschap geen nieuws. De grondwet zegt immers al sinds 1848 dat de ministers verant woordelijk zijn voor alles wat er in hun naam gebeurt. Of richtte hij zich tot de Twee de Kamer? In dat geval was er natuurlijk wel wat aan de hand. Want dan zette Bolke stein ook zijn eigen fractie in de beklaagdenbank. Want waar was de VVD, toen de af gelopen jaren achtereenvol gens de ministers Van Aar- denne (RSV), Van Eekelen (RSV, Walrus), Braks (visfrau- de) en Deetman (studiefiancie- ring) moesten bekennen dat er onder hun verantwoordelijk heid koeien van fouten ge maakt waren? De VVD was nergens! Alle genoemde zon den werden ook door de libe ralen met de mantel der liefde bedekt, omdat steeds het coali tiebelang de eerste prioriteit kreeg. Vorige week scheen dat dus ineens anders geworden. Met het eindverslag van de enquê- tecommissie-bouwsubsidies in de hand brak Bolkestein de staf over CDA-staatssecretaris Brokx. Op een aantal punten zou deze bewindsman zich zo danig misdragen hebben dat de VVD niets anders overbleef dan het „onaanvaardbaar" uit te spreken. En dat lot stond voortaan alle bewindslieden te wachten die zich schuldig ma ken aan wanbeleid, waar schuwde het liberale kamerlid. Terwijl de meeste kamerleden nog verbaasd achterover leun den, sprintte er één naar de interruptiemicrofoon: Peter Lankhorst van de PPR. Had de dapperheid van VVD-colle- ga Bolkestein wellicht iets te maken met het feit dat de heer Brokx al ruim een jaar tevo ren was afgetreden en dat er dus geen enkel gevaar van het CDA te duchten was? Natuur lijk sprak Bolkestein een na drukkelijke ontkenning uit. Lankhorst was niet overtuigd. „We zullen zien wat u doet als het gaat om een zittende be windsman" De lange Radicaal, die zich ge leidelijk ontpopt als een ras- parlementariër, kreeg nog eerder gelijk dan hij had ge dacht. Daags na het enquête debat erkende VVD-minister Van Eekelen (defensie) in de Tweede Kamer dat de Ko ninklijke Luchtmacht ernstig in de fout was gegaan bij het aankopen van termijndollars en dat de betreffende officie ren dat een kleine twee jaar voor hem verborgen hadden gehouden. Voor de oppositie was dat reden een motie van wantrouwen in te dienen. En wat deed de VVD? Zij stemde tegen. Een kwestie van oppor tuniteit. Vervolgens was er het negen de paspoortdebat. De oppo sitie richtte wederom haar pij len op CDA-staatsscretaris René van der Linden (buiten landse zaken). Hem werd ver weten een puinhoop te hebben gemaakt van de invoering van een fraudebestendig paspoort. En wat deed de VVD? Be ducht voor kwaaie reacties van coalitiepartner CDA die eigenlijk geen kwaad woord over „onze René" wilde horen, stemde de VVD in met een al ternatieve straf: Van der Lin den mag blijven, mits hij voortaan maar met zijn vin gers van de paspoorten afblijft. Een kwestie van opportuniteit dus. Pal Maar het zou niet fair zijn de indruk te wekken dat de VVD zich in het paspoortdebat al leen maar lafhartig heeft ge dragen. De „culture revolutie" van Bolkestein heeft in de VVD wel zoveel veranderd dat fractievoorzitter Voorhoe ve pal stond voor de rechten van het parlement. Ondanks donderpreken en zelfs chanta- 1 ge van minister Van den Broek bleef de liberaal bij zijn mening dat de Tweede Kamer een kort eigen onderzoek moet instellen naar alle nog onopge loste raadselen in de paspoort affaire. Als daardoor de juridi sche positie van de staat tegen over de weer in genade aange nomen producent KEP wordt verzwakt, heeft de regering dat aan zichzelf te wijten. Het resultaat van de te houden mini-enquête leidt uiteraard tot weer een kamerdebat. En het wordt niet uitgesloten ge acht dat er dan wel koppen zullen rollen. Sommige VVD'ers zijn niet bang deze uiterste consequentie te trek ken. Zij pleitten deze week in hun fractie al voor een harde lijn en zullen dat straks weer doen, met klem van nóg meer argumenten. Dat de eigen mi nister Van Eekelen, die in 1985 als staatssecretaris van buitenlandse zaken het con tract met KEP heeft gesloten, nemen deze liberalen graag op gaan dan komen. De druk op Voorhoeve om over een paar maanden wél één of meer rode kaarten te trekken, zou derhalve zo groot kunnen worden dat hij ervoor bezwijkt. Daarbij speelt ook een belangrijke rol dat Voor hoeve de unanieme steun van de fractie wil hebben wanneer de VVD zich begin volgend jaar een nieuwe lijsttrekker gaat kiezen. Dat is voor hem de enige mogelijkheid het gevecht met de Friese com missaris Hans Wiegel te win nen. Alweer een kwestie van opportuniteit dus. RIK IN T HOUT ren- ÈUWARDEN - De F- is weer in opspraak, ,at kort achter elkaar de Bondsrepubliek e Amerikaanse ge- htsvliegtuigen van dit i tijdens laagvliegoefe- gen zijn neergestort. Westduitse minister defensie Alfred Wör- zag daar aanleiding in Amerikanen te verzoe- hun laagvlieg-missies te schorten totdat de taak van de crashes end zou zijn. Wörner, uropastraks Lord Peter Car- ie-adnron opv°lgf als secre- ^-generaal van de lauarr®' wi^e kennelijk en of het misschien het vliegtuig zélf ligt. is niet de eerste keer dat ,M6 de Fighting Fal- he| n' zoals de Amerikaanse Wilt fikant General Dynamics teraarltoestel destijds doopte Serviihinder positieve wijze in nieuws komt. Ook in Ne land zijn tot in de Tweede ler toe meer dan eens ^en gesteld over de vei- ;id van het vliegtuig. En PvdA-kamerlid Vos vroeg eind vorige week op grond van de Duitse inciden ten zelfs al om een vliegver bod voor de Nederlandse F- 16's. Een verzoek dat in luchtmachtkringen overi gens meteen als „overdreven paniekerig" werd ge(dis- )kwalificeerd. Meestal houden dergelijke vragen verband met het aan tal tot dusver geleden „vre- desverliezen", dat hoger ligt dan men bij de ingebruikne ming van het toestel (zomer '79) had geraamd. Er wordt nog steeds naarstig gestreefd naar verdere beperking van de verliezen, ondermeer met het nu op z'n eind lopende onderzoek naar desoriëntatie bij de vliegers. Maar de F-16 is en blijft een toestel dat zijn vliegers sloopt, met name nek- en rugwervels hebben enorm te lijden. „Mijn nek kraakt als een bak met grind", beschrijft een erva ren F-16 vlieger het zeer beeldend. Hij beweegt zijn hoofd een paar keer achter elkaar. „Hóór je dat Initiatief Op die specifieke klachten richt zich ook een nieuw on derzoek. Het initiatief daar- De F-16 in volle glorie; een pracht van een vliegtuig en onovertroffen als wapen, maar het toestel houdt geen enkele rekening met de beperkingen van het menselijk lichaam. FOTO: PERS UNIE voor komt dit keer niet van de staf, maar van luitenant kolonel J. Anghina, chef Mi litair Geneeskundige Dienst op de Vliegbasis Volkel. „Dat soort klachten hebben we in feite allemaal", zegt een Leeuwarder F-16 vlieger. „De één misschien wat meer dan de ander, maar de klach ten zijn er". Het door Anghina op touw gezette onderzoek heeft ove rigens speciaal betrekking op klachten die in de verband kunnen staan met de ernsti ge trillingen die bij laag vliegmissies optreden. Dat is vooral het geval in het Cana dese laagvlieggebied Goose Bay, waar de turbulentie sterker is dan bij voorbeeld boven West-Duitsland. Merkwaardig was wel dat de Volkelse vliegers er meer over klaagden dan hun Leeuwarder collega's. In hun algemeenheid lijken de oorzaken van de nek- en rugklachten tamelijk simpel. De versnellingskrachten, die de F-16 vliegers ondervinden bij het draaien van een scherpe bocht, zijn zó groot, dat ze het menselijk lichaam keer op keer een forse op doffer verkopen. Met andere woorden: wie jaren lang een F-16 vliegt, wordt langzaam maar zeker „gesloopt". „We zijn er niet voor ge bouwd. We horen nu een maal op de grond thuis", zegt een F-16 vlieger. Hij heeft zich dat kennelijk nooit gere aliseerd toen hij zich opgaf voor de vliegeropleiding en voegt er haastig aan toe vlie gen desondanks nog altijd „het mooiste beroep van de wereld" te vinden. Hoofd In de F-16 moet je ook nog eens juist met je hoofd meer bewegingen maken dan in enig ander toestel. „Wij zit ten", zegt weer een andere vlieger, „niet in het vlieg tuig, zoals bij de '104' en de NF-5, maar er bovenop, in een transparante koepel. De „head-up display" (HUD) waarop tijdens de vlucht ge gevens worden geprojecteerd zit iets boven je, maar het in strumentenpaneel, dat je toch ook maar beter niet te veel uit het oog kunt verlie zen, zit juist weer veel lager. Kortom, je moet je hoofd bij na constant bewegen, niet al leen op en neer, maar na tuurlijk ook naar links en rechts. Zeker als je een on derscheppingsmissie doet. Ik overdrijf niet als ik zeg dat we gewoon tropenjaren ma ken met de F-16. Ik denk dat we behoorlijk snel veroude- In het luchtvaartgeneeskun dig centrum op Soesterberg geeft men toe dat de belas ting van het vliegen in een F-16 op het lichaam echt gróót is. Daar had men dan ook liever gezien dat de F-16 was afgesteld op maximaal 6 G (1G komt overeen met een druk van het lichaamsge wicht), maar men weet veel te goed dat het juist de enor me wendbaarheid van het toestel is, die de F-16 tot zo'n geducht wapen maakt. Er zijn in feite al concessies aan de vliegers gedaan door een limiet van 9 G in te bouwen. Het toestel zelf kan namelijk aanzienlijk meer verdragen, tot 13 G toe. Maar dat vlie gers niettemin vaak volko men „uitgewrongen" van een missie terugkomen, met gesprongen a'deren en onder de blauwe plekken, zint de luchtmacht-artsen aller minst. Ze moeten echter toe geven dat ze nog steeds geen afdoende oplossing voor deze problematiek hebben gevon den. De meeste vliegers betwijfe len intussen of het nu gestar te onderzoek naar rug- en nekwervelklachten in die si tuatie veel verandering zal kunnen brengen. Het zal waarschijnlijk niet veel meer worden dan een inventarisa tie van verschijnselen en het advies om vooral veel aan conditietraining te doen, waarbij de nekspieren zonder ze te forceren ex tra nadruk krijgen. Fenomeen Dan is er nog het probleem van de desoriëntatie; niet meer weten waar je bent. Het is allerminst zeker dat het onderzoek naar dit ver schijnsel precies zal kunnen bepalen welke ongelukken wel en welke ongelukken niet met dit fenomeen te ma ken hadden. Het staat vrijwel vast dat de eerste Nederlandse vlieger die met een F-16 om het le ven kwam, de Leeuwarder kapitein Erik Kropman, op 10 maart 1980 de dood vond als gevolg van desoriëntatie. Zijn toestel stortte in het IJs- selmeer, waar volgens veel vliegers de omstandigheden een dergelijk verschijnsel vaak sterk in de hand wer ken. Daar immers ontbreken goede referentiepunten als een duidelijke scheiding tus sen lucht en water. Maar honderd procent zekerheid is er niet, want er was niemand die het kon navertellen. En bij enkele andere „verdach te" ongevallen zijn de aan wijzingen aanzienlijk minder duidelijk. Als wapensysteem is de F-16 onovertroffen, zeggen des kundigen. Maar „mensvrien delijk" is het toestel niet be paald. Het straft de kleinste fout onherroepelijk af en houdt in al zijn technologi sche geperfectioneerdheid te weinig rekening met de be perkingen van het menselijk lichaam. SJOERD VAN DER WERF Het zeilschip De Vrijheid i een prachtige plek voor een welverdiende rust en ze beslui- lier de nacht door te brengen. Eerst drenken ze de dieren en eten ze met smaak het meegebrachte voedsel. Als zij ten- Ie doodmoe in een diepe slaap zijn gedompeld, sluipen in de kere Oosterse nacht twee figuren nader. Het zijn dezelfde •terieuze heerschappen die het vertrek van onze Kapitein ben gadegeslagen. Zij hebben niet veel goeds in de zin. ,ist kruipend bereiken ze de kamelen, leder heeft een fles bij l met een langzaam werkend vergif, dat ze de onnozele dieren Ie bek willen gieten. Volgens hun plannen zal de expeditie morgen, ergens in de woestijn ellendig aan zijn eind komen. Als- ....Skip er niet geweest was. In zijn slaap ruikt hij het gevaar al en met de oren gespitst wordt hij wakker, staat meteen rechtop en slaat onmiddellijk alarm. Ze zijn direct allemaal op de been, maar van de schurken is in het pikdonker geen spoor te bekennen. De weggeworpen flessen verraden echter het boze plan. „Hoe moeten we dat tuig bij de nek grijpen", knarsetandt Rob. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Premier Lub bers is er niet van onderstebo ven dat staatssecretaris René van der Linden (buitenlandse zaken) zich van de Tweede Kamer niet meer mag bemoei en met de paspoortkwestie. „Ik heb niet het gevoel dat er donderdag iets heel bijzonders is gebeurd. In mijn ogen gaat Van der Linden niet verzwakt door het leven. Het blijft een uitstekende staatssecretaris", zei Lubbers gisteren op zijn wekelijkse persconferentie. De premier vindt het „logisch" dat de paspoorten-affaire „ge zien de zwaarte van het dos sier en de kwetsbaarheid van het contract" voortaan door de minister van buitenlandse za ken zelf wordt behandeld. „Van den Broek hield zich er trouwens al bijna twee maan den persoonlijk mee bezig", al dus de premier. „Dat heb ik hem enige tijd geleden zelf ge vraagd". Volgens Lubbers is het hele maal niet erg als een pittige politieke zaak op een bepaald moment van een staatssecreta ris overgaat in handen van een minister. „Er is nu een maal verschil in gewicht tus sen een staatssecretaris en een minister. Het zou wél heel bij zonder zijn als de ene minister iets zou moeten overdragen aan een andere minister. Dat is een heel ander verhaal". Dat de Tweede Kamer, inclu sief regeringspartij VVD, er zo op aandrong dat Van der Lin den zich niet meer met de pas poortkwestie zou bemoeien, is volgens de premier „te verkla ren uit het feit dat de Bolke- stein-doctrine een uitweg moest vinden". Lubbers doel de hiermee op de geruchtma kende uitspraken van het VVD-kamerlid Bolkestein in het paspoortendebat van vori ge week, dat bewindslieden sneller de consequenties zou den moeten trekken uit fouten en mislukkingen in hun be leid. „Nu dit was gezegd, moest er gewoon iets gebeu ren", aldus de premier, die daarmee overigens niet wilde erkennen dat Van der Linden fouten had gemaakt „Naar mijn overtuiging heeft hij het in de paspoortenzaak goed ge daan". Zoals trouwe krantenlezers en televisiekijkers weten, doen de Tweede-Kamerleden maar weinig met z'n honderdvijftigen tegelijk. Het meeste werk wordt verzet in de tientallen commissies waarin de Kamer is opgedeeld, te onderscheiden in vaste commissies en bijzondere commissies. De vaste permanentecommissies houden zich bezig met de onderdelen van het regeringsbeleid die voortdurende zorg behoeven, zoals economische zaken, binnenlandse zaken, justitie, volksgezondheid, enzovoorts. Bijzondere commissies hebben een tijdelijk karakter. Zij worden ingesteld als zich onderwerpen aandienen die gedurende enige tijd speciale aandacht behoeven. Zo is er bijvoorbeeld een bijzondere commissie Noordzeebeleid, die zich bekommert om alle vormen van vervuiling waarmee de grote plas aan onze westgrens wordt bedreigd. Soms promoveert een bijzondere commissie tot vaste commissie, zoals onlangs de bijzondere commissie Minderheden beleid overkwam, nadat de Kamer tot het briljante inzicht was gekomen dat het minderhedenvraagstuk niet meer als tijdelijk probleem kon worden aangemerkt. De vreemdste eend in de commissiebijt is de vaste commissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de kleinste van allemaal. Zij bestaat slechts uit vier kamerleden, te weten de fractieleiders van de vier grootste partijen. Momenteel zijn dat dus De Vries (CDA), Kok (PvdA), Voorhoeve (VVD) en Van Mierlo (D66). Dit kwartet heeft tot taak controle uit te oefenen op het doen en laten van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), de Inlich tingendienst Buitenland (zeg maar: de Hollandse CIA) en de Militaire Inlichtingendienst. Op ongeregelde tijden voeren de vier fractieleiders overleg met de ministers die voor de genoemde diensten verantwoordelijk zijn: Lubbers, Van Dijk en Van Eekelen. Die vergaderingen vinden altijd plaats achter gesloten deuren, want alles wat er besproken wordt is geheim. De fractieleiders mogen daar ook niets over vertellen aan hun collega- kamerleden. Zo nu en dan lichten de vier ingewijden een klein tipje op van de sluier die- over hun werkzaamheden hangt. Zij maken een kort verslag over de onderwerpen die ze met de bewindslieden hebben besproken. Daarover wordt dan in het openbaar in de Kamer gedebatteerd. Droevige vertoningen zijn dat. De afgelopen week werd er weer eens zo'n schouwspel opgevoerd en opnieuw werd de Kamer geen cent wijzer. De voorzitter van de 'geheime commissie' Bert de Vries en de ministers Lubbers en van Dijk hulden zich in dichte nevelen. In het verslag over de jaren '85 tot en met '87 staat bijvoorbeeld dat de commissie op 21 januari 1986 met Van Dijk heeft gesproken over „op handen zijnde terroristische acties". „Wat wordt hier bedoeld?" wilden sommige kamerleden weten. Sorry, dat is geheim. Welke aanwijzingen had de BVD dan? Geheim. Zijn er arrestaties verricht? Ook geheim. Uit het verslag blijkt verder onder meer dat in 1985 een medewerkster van een Amsterdams octrooibureau is gearresteerd op verdenking van spionage voor de DDR. Hoe zat dat nou .precies? Geheim! En welke „vertegenwoordiger van een Oosteuropees land" is vorig jaar ontmaskerd als spion en op staande voet Nederland uitgezet? Nee, ook daar mogen we niet op ingaan. Debatten als deze zijn voor de Kamer een uiterst frustrerende bezigheid. Vooral voor de kleine fracties, die niet in de 'geheime commissie' zijn vertegenwoordigd. Maar vlak ook het tandenknarsen van de grote fracties niet uit! Zij krijgen immers nul komma nul van hun fractievoorzitters te horen. De PvdA 'er Piet Stoffelen luchtte zijn hart hierover als volgt: „Bij de nietszeggende antwoorden die ik hoor moet ik denken aan een reisgezelschap dat wordt rondgeleid in een onbekend gebied. Op een bepaald moment vraagt iemand aan de reisleider: „Waar zijn we?" En de reisleider zegt: „Hier". Hij liegt niet, maar daar is dan ook alles mee gezegd". TRUBBELS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 5