Spijbelen
voor de
heilige oorlog is toegestaan
Finale
Afghaanse vluchtelingen zitten niet bij de pakken neei
■CetdaeSoiwont"
Het is de ruim drie
miljoen Afghaanse
vluchtelingen in
Pakistan niet verboden
werk aan te nemen of
een eigen zaakje te
beginnen. Veel Afghanei
hebben die mogelijkheid
met beide handen
aangegrepen, zoals deze
handelaren in touw in
Kohat.
De Pakistaanse president generaal Zia ul Haq had
er vorige week de mond al van vol: de ruim drie
miljoen Afghaanse vluchtelingen in zijn land
zouden binnenkort „vrijwillig en waardig"
kunnen terugkeren. Zijn Afghaanse collega
Najibullah deed er nog een schepje bovenop.
Volgens hem zijn al deze burgers „van harte
welkom en vrij zich overal te vestigen". Het
Afghaanse vluchtelingenprobleem is diplomatiek
opgelost, maar zijn deze optimistische
verklaringen niet wat voorbarig? Onze
verslaggever Paul Koopman peilde de stemming
in vluchtelingenkampen in het Kohat-district in
Pakistan en bezocht enkele hulpprojecten die de
Afghaanse vluchtelingen wat meer perspectief
kunnen bieden in een onzekere toekomst.
HANGU - De uitlopers van het
Hindoekoesj-gebergte zijn kaalge
slagen en weggevreten door de
moessonregens. In de Kohat-vallei
is het, zelfs zo kort na de regentijd,
stoffig. De zon kan zich nauwelijks
spiegelen in de okergele riviertjes.
Het verblijf van ruim 180.000 Af
ghaanse vluchtelingen heeft zijn
stempel gedrukt op dit noordweste
lijke stukje Pakistan. Ontbossing
op de berghellingen en overbegra-
zing hebben de erosie letterlijk in
een stroomversnelling gebracht. De
watervalletjes, die vroeger kristal
helder waren, voeren nu elke dag
duizenden tonnen slib af.
Kohat is het territorium van één van de
vele Pathanen-stammen in Pakistan.
Toen in 1979 de eerste Afghaanse vluch
telingen zich in deze vallei meldden,
werden ze door hun Pakistaanse mos
limbroeders gastvrij en hartelijk ontvan
gen. De stam, die al sinds mensenheuge
nis zijn eigen zaakjes in de vallei regelt
en zich zelfs niet door de Britten liet on
derwerpen, stond gemeenschappelijk
land, „shamelat", aan de vluchtelingen
af. De tenten van de Verenigde Naties
mochten tussen de heuvels en de koren
velden in de vallei worden opgezet.
De Afghaanse vluchtelingen zijn geble
ven; niet omdat het zo goed beviel, maar
omdat er maar geen eind wilde komen
aan de oorlog in hun moederland. Na
elk Russisch offensief (waarbij zelfs het
gebruik van exploderend speelgoed niet
werd geschuwd) groeide de gemeenschap
aan met duizenden nieuwe ontheemden.
Ironisch genoeg was de exodus het
grootst in het eerste regeringsjaar van
„vredesduif' Gorbatsjov. Onder zijn be
zielende leiding immers werden de hals
starrige Afghaanse Mujaheddin aanvan
kelijk harder dan ooit bestreden.
Hoop
De levensgeschiedenis van vluchtelingen
is altijd een aaneenschakeling van ver
wachtingen en desillusies, dromen en
nachtmerries, hoop en diepgewortelde
vrees. Zo duurde het tot 1983 vooraleer
de vluchtelingen in het Kohat-district
zich gingen realiseren dat hun verblijf in
Pakistan niet zo tijdelijk was als het zich
eerst liet aanzien. De khaki-legertenten
maakten allengs plaats voor constructies
van leem en hout, met rieten daken. Pri
mitief en krapbemeten huizen, maar niet
afwijkend van de traditionele bouw in
Afghanistan. In die tijd waren er ook
conflicten met de plaatselijke bevolking
over de houtkap in de heuvels rond het
Kohat-district. Maar nu de meeste hut
ten al lang klaar zijn en de Verenigde
Naties ook de brandstof voor de vluch
telingen leveren, behoren die ruzies tot
het verleden.
Zoals het idee van een tijdelijk verblijf
in Pakistan een illusie bleek, zo is ook
de hoop op een spoedig einde aan de
oorlog bij veel vluchtelingen de afgelo
pen maanden vervlogen. Nog geen dag
na de ondertekening van de vredesrege
ling in Genève landden zware Russische
transporttoestellen met nieuwe munitie
voor het bevriende regime Naiibullah.
Terwijl de Mujaheddin Kabul bestook
ten met mortiervuur werden hun in de
Afghaanse kinderen in één van de vluchtelingenkampen in het Kohat-district. Houtkap
in de heuvels heeft de erosie letterlijk in een stroomversnelling gebracht.
FOTO'S: PAl
bergen ingegraven munitiedepots aan de
grens met Pakistan bevoorraad met een
nieuwe generatie Amerikaanse wapen
tuig. Je hoeft geen briljant strateeg te
zijn om te begrijpen dat deze leveranties
de opmaat zijn voor een gewapende
strijd die vermoedelijk heviger zal zijn
dan ooit.
De oorlog in Afghanistan heeft zich de
afgelopen jaren laten voelen tot in de
kleinste woongemeenschappen van
vluchtelingen in Pakistan. Daar staan,
houten krukken tegen een nieuw ge
bouwde latrine. Daar wordt de pijn van
verloren familieleden weggeslikt, bittere
haat gekoesterd en de „martelaren van
het volk" worden er geéerd. Soms ook
vinden hier bomaanslagen plaats, waar
van de Afghaanse geheime dienst
KHAD de schuld krijgt.
In het kamp Lakhti Bonda zijn we op de
thee bij dorpsoudste Wakil Ghani, een
witgebaarde man met Willy-Waldenoog-
jes, die naar eigen zeggen „zeker tachtig"
is - „maar ik weet het niet precies".
PAUL KOOPMAN
Acht jaar geleden verliet Wakil Ghani
zijn dorp samen met bijna honderd fa
milies, enkele duizenden stuks vee en
het handgeknoopte tapijt dat zijn boe
renwoning enige status gaf. Het duurde
niet lang of het Afghaanse leger maakte
het dorp met de grond gelijk. Blijkens
berichten die later in het Pakistaanse
vluchtelingenkamp doordrongen werden
zelfs de fruitbomen op Ghani's erf ont
worteld.
Het toeval wil dat Ghani president Naji
bullah - vóór 1986 directeur van de ge
vreesde en gehate geheime dienst
KHAD - persoonlijk heeft gekend. Hij
vertelt: „De ouders van Najib woonden
in Melan, een dorp vijftien kilometer
verderop. Ik was bevriend met zijn va
der. Najib groeide min of meer in mijn
handen op. Maar toen hij zich tot het
communisme bekeerde, heb ik alle ban
den verbroken. De meeste mensen in
het dorp trouwens".
Rondom het meegenomen bordeauxrode
tapijt heeft Ghani in Kohat inmiddels
een nieuwe lemen woning laten optrek
ken. De muren sluiten naadloos aan op
de randen van de vloerbedekking; Af
ghaan kamerbreed. In de raamopening
staat een verzilverd lijstje met een foto
van twee van zijn zoons: trotse verzets
strijder met de op de Russen buitge
maakte mitrailleurs vast in de hand.
Aan het plafond hangt een uit de Sovjet
unie gesmokkelde ventilator, maar om
dat er geen stroom is, dient hij meer als
trofee dan als nuttig huisraad.
Ghani vertelt dat hij voorlopig niemand
van zijn stam naar zijn dorp in Afgha
nistan ziet terugkeren. Er is trouwens
ook weinig om naar terug te gaan. Zon
der een droevig gezicht op te zetten somt
hij op: „De moskee en mijn huis zijn
platgebombardeerd. De meeste bomen
uit de grond getrokken. Het bos is in
brand gestoken, de irrigatiesystemen zijn
vernield. Ook de opslagplaatsen voor de
oogst zijn stuk. Er gaan jaren overheen
voor dat weer in orde is".
Initiatief
Hoe somber de situatie in Afghanistan
zélf ook mag zijn, het is voor de vluchte
lingen in Kohat geen aanleiding geweest
bij de pakken neer te gaan zitten. Vooral
sedert de Pakistaanse regering vier jaar
geleden de buitenlandse hulporganisaties
toestond ook onderwijsprojecten te star
ten, zijn talloze initiatieven van de
grond gekomen. En meestal worden de
projecten geleid door vluchtelingen zélf.
Ir. Abdul Saboor is zo'n ondernemende
vluchteling, die inmiddels tientallen
bouwprojecten leidt en dit jaar een bud
get van niet minder dan een miljoen
dollar ontwikkelingsgeld tot zijn be
schikking heeft. Daarvoor worden dan
scholen, ziekenhuizen en werkplaatsen
gebouwd, sanitaire voorzieningen ge
maakt en wegen van en naar de twaalf
kampen in de vallei verbeterd.
Zelfs de architect is een Afghaanse
vluchteling, vertelt Saboor trots. Zijn
bouwteams slagen er in een school of
ziekenhuis vanaf het eerste grondwerk
binnen niet meer dan één maand op te
leveren. „Voor elke honderd banen heb
ik zeker duizend sollicitanten. De moti
vatie onder de vluchtelingen om aan te
pakken en iets bij te verdienen is enorm
groot. Het probleem is alleen het tekort
aan vakmensen. Die proberen we nu zo
veel als mogelijk is zelf op te leiden".
Van acute noodhulp heeft het vluchte
lingenwerk zich de afgelopen jaren meer
en meer verlegd naar opleidingen, trai
ning en - op medisch gebied - het
voorkomen van ziektes. Zo leidt de
Amerikaanse International Rescue Orga
nisation (in Kohat partner van de Ne
derlandse Stichting Vluchteling) onder
meer Afghaanse gezondheidswerkers op,
coördineert drinkwaterprojecten en orga
niseert vakcursussen. In totaal twaalf ba
sisscholen kunnen de jongeren uit de
kampen hun kennis bijspijkeren.
Officieel heeft de humanitaire hulpverle
ning in de Afghaanse vluchtelingenkam
pen niets te maken met het verzet of de
oorlog, maar in de praktijk pakken de
„neutrale" doelstellingen anders uit.
Volgens Tom Yates, directeur van de In
ternational Rescue Organisation (IRC),
wordt bij de medische zorg, de werkgele
genheidsprojecten en het onderwijs geen
enkel onderscheid gemaakt naar politie
ke voorkeur of militair activisme. Mede
werkers van IRC erkennen echter rond
uit dat sommige scholen het niet zonder
de ondersteuning van bepaalde verzets
groeperingen kunnen stellen.
Zo staat de Hazrat-Alischool in Kohat
onder de bescherming van het Nationaal
Islamitisch Front, dat geleid wordt door
Sayed Ahmed Gailani. Achthonderd
jongens, in leeftijd variërend van vijf tot
ruim twintig jaar, kunnen hier de hele
basis- en middelbare opleiding doorlo
pen. De laagste klassen studeren in op
het terrein opgezette tenten, de gevorder
de studenten hebben eigen schoollokaal-
tjes.
jlhad
„Wij laten studenten van alle politieke
partijen toe, maar de heilige oorlog, de
jihad, is een belangrijk thema hier op
school", zegt hoofdonderwijzer Abdul
Rahman Qaderi. „Door de oorlog is het
onderwijs in de eerste plaats al veel reli
gieuzer geworden. Er is meer nadruk ko
men te liggen op de koranlessen. Verder
ontkomen we er tijdens de gymles niet
aan om ook instructies te geven voor het
gebruik van mitrailleurs en" raketwer
pers".
Volgens Qaderi zijn de instructies louter
theoretisch en is het lesmateriaal direct
afkomstig van het slagveld in Afghanis
tan: er wordt gewerkt met lesbriefjes van
de commandanten van het Nationaal Is
lamitisch Front. Ook bij meer „neutra
le" lessen, zoals wiskunde, komt de oor
log en de strijd tegen het communisme
aan de orde. In de eerste klassen van de
lagere school krijgen de kinderen som
metjes als deze: „Er is een patrouille van
tien Russische soldaten. De Mujaheddin
schieten er vier dood. Hoeveel Russen
zijn er dan nog over?".
Vluchtelingen-
week
Tienduizenden scholieren
hebben gisteren de benen uit
hun lijf gelopen bij de start
van de nationale
bevrijdingsweek, die dit jaar
in het teken staat van het
Afghaanse
vluchtelingsnprobleem. De
Nederlandse Stichting
Vluchteling (Giro 999) - een
organisatie die zich het lot
van de vluchtelingen in de
Derde Wereld aantrekt - wil
de fondsen van de
sponsorloop vooral
bestemmen voor de
Afghaanse jeugd in de
vluchtelingenkampen in
Pakistan. Tijdens de
bevrijdingsweek (2 tot 8 mei)
wordt in Nederland een
algemene inzamelingsactie
gehouden voor Afghaanse
vluchtelingen in Pakistan.
„De oorlog ligt erg dicht bij de bele
vingswereld van deze jongens", vei
klaart Qaderi. „Dat stelt ook bepaald
eisen aan de schoolreglementen. Voor?
tijdens de zomervakantie vertrekken oi
dere jongens naar Afghanistan om del
te nemen aan de oorlog. Blijven ze lat
ger weg, dan wordt dat niet gezien ai
verzuim. In feite is iedereen op schoo
reuze trots op deze jongens. Als één val
de verzetscommandanten ons vraagt ee
bepaalde scholier „uit te lenen", da
wordt dat nooit geweigerd".
Ook op de medische projecten heeft d
oorlog zijn stempel gedrukt. Zo Ieren d
„Community Health Workers" - eeï
soort vrijwillige EHBO'ers - hoe ee
schotwond behandeld moet worden,
hoe je een granaatscherf het best uit ee
been kunt peuteren.
Wat straks?
De ontwikkelingsorganisaties breke
zich intussen het hoofd over de vraag o
welke manier de hulp aan de Afghane
kan worden voortgezet als de eerste gn
te groepen naar het land zouden terugki
ren. Hulpverlening via het wankelend
en door veel vluchtelingen verfoeid
communistische regime in Kabul lijl
een heikele onderneming. In afwachtnj
van de wellicht beslissende militaii
veldslagen in Afghanistan, beperken c
meeste organisaties zich dan ook voo1
alsnog tot verplaatsbare „veldprojecter
in de grensstreek, zoals mobiele med
sche posten. IRC-directeur Tom Yati
meent: „De verwachting is dat de vlucl
telingen pas na verloop van tijd zulle
terugkeren naar gebieden die vast i
handen van het verzet zijn. We onde
zoeken nu op wat voor manieren wij b
die repatriëring kunnen helpen. Somni
ge organisaties denken er ook over a
vast een vertegenwoordiging in Kabul
vestigen".
En wat zal er met de Afghaanse commi
nisten in Afghanistan gebeuren als
vluchtelingen zouden terugkeren en c
verwoestingen aantreffen die de pan
met hulp van vrienden van het Rot
Leger heeft aangericht? Zal de eventue
remigratie van miljoenen Afghaan:
vluchtelingen misschien een nieuv
vluchtelingenstroom op gang brenge
maar dan richting Sovjetunie?
Dat scenario is zo vreemd nog niet, a
je luistert naar de retoriek van de mees
islamitische verzetsbewegingen in Paki
tan die hel en verdoemenis afroept
over de communistische partij.
Ook onze dorpsoudste Wakil Ghani i
het kamp Lakhti Bonda wil van geen g
nade weten. Hij valt bijna van zijn klei
van het lachen als hem gevraagd won
hoe vergevingsgezind zijn doip kan zi
tegenover de „collaborateurs" die in h
dorp waren achtergebleven.
„Wat wij met hen doen?", vraagt i
oude man grinnikend. Zijn ogen glinsi
ren: „Ze moeten zich bekeren tot de
lam. Alleen dan is er vergeving".
De volgende vraag komt voor Ghani i
een volslagen verrassing. Wat zal er g
beuren ingeval de communistische bro
ders onverhoopt niet van hun gelo
wensen te vallen?
Die mogelijkheid gaat Ghani's voorstj
lingsvermogen bijna te boven. Maar d'
slaat hij zich op de benige knieën van
pret. Antwoordt, nu in het Engels:
will cut them, of course!".
PAUL KOOPMA