finalë'
Weekpuzzel door
Nr. 16 - Overlapper
ft
a
OAÖ
s
ZATERDAG 30 APRIL 1988 PAGINA 24
Oplossing vorige puzzel
De winnaars van puzzel 15 zijn:
Mevr. H.M. v.d. Krogt-Deckers, Wiardi
Beckmanstraat 8, 2321 CR Leiden.
D. Kniest, Duinzichtstraat 44, 2341 BZ
Oegstgeest.
Zij krijgen hun prijs binnen drie weken
per cheque toegestuurd.
Oplossingen onder vermelding van puz
zel nr. 16 rhoeten uiterlijk woensdag
middag in bezit zijn van:
LEIDSE COURANT,
Postbus 11, 2300 AA Leiden.
Op elke rij dienen twee of drie antwoorden te worden
ingevuld. De laatste letter van het eerste woord is ge
lijk aan de beginletter van het tweede, terwijl - indien
per regel drie antwoorden moeten worden ingevuld -
de laatste letter van het tweede antwoord dezelfde is
als de beginletter van de derde antwoord.
HORIZONTAAL:
1. Typisch - Onverplichte goedheid.
2. Gebrek, Fout - Apparaat.
3. Ellende - Routine - Kleefmiddel.
4. Dikhuidig dier - Buitendijks land - Winters
voertuig.
5. Verouderd vervoermiddel -
Herinneringsvermogen.
6. Middagvoorstelling - Uitbouw - Vuurpijl.
7. Bewaarplaats voor geld - Beklagenswaardig
persoon - Opsporingsapparatuur.
8. Een enkele maal - Vooruitspringend
gezichtsgedeelte bij gewervelde dieren - Signaal,
sein.
VERTICAAL:
1. Vrolijkheid - Metselspecie - Vaartuig.
2. Toezichthoudende tak van dienst betreffende het
wegverkeer - Telwoord.
3. Persoon die met een ander dezelfde naam draagt -
Situatie.
4. De eerste verf waarmee hout- of ijzerwerk
bestreken wordt - Beroep.
5. Metaal - Land in Europa - Ootmoedig.
6. Los overtreksel van een beddekussen - Gelijkenis.
7. Eén van de kleine planeten in een baan tussen
Mars en Jupiter - Vertrouwelijk - Dichterbij.
Hoeveel maal komt de letter H na oplossing
van deze puzzel in het diagram voor?
De letter H komt
maal in het diagram voor.
Ad
Sijbrands
Twee weken geleden zag u de notaties
van de overwinningen die Sijbrands in
de eerste drie ronden van het kampioen
schap van Nederland boekte op respec
tievelijk Heusdens, Van den Borst en
Schotanus. Met name de laatste partij
was bijzonder fraai, en daarom kom ik
nu uitgebreider op dat duel terug.
A. SCHOTANUS^T. SIJBRANDS
Derde ronde NK 1988.
1.34-29 20-25. Eigenlijk meteen al een
opvallende zet. Na in de eerste twee ron
den, tegen Heusdens en Van den Borst,
nadrukkelijk te hebben aangevallen,
kiest Sijbrands nu voor de omsingeling.
2.40-34 15-20 3.45-40 10-15 4.32-28 17-
21. De hekstelling met 4... 19-24 is dus
niet de bedoeling. Waarschijnlijk zou
zwart wel met die zet vervolgd hebben
als wit nu 5.31-26 had gedaan: 6.26x17
11x22 7.28x17 12x21 belooft dan een in
teressante strijd. Wit heeft echter andere
plannen.
5.37-32 5-10 6.29-24. Een duidelijke ver
klaring, en in het vervolg zal Schotanus
het hierbij niet laten.
6...20x29 7.33x24 19x30 8.35x24 21-26
9.41-37 11-17 10.39-33 6-11 11.43-39
17-21 12.33-29. Wit vertrouwt kennelijk
op de kracht van zijn positie; voorzichti
ger lijkt 12.31-27 gevolgd door 13.37-31
26x37 14.42x31.
12...11-17 13.38-33 18-22 14.31-27. Wit
stelt zich bijzonder agressief op.
14...22x31 15.36x27 14-20 16.27-22. Een
opmerkelijke beslissing. Wellicht heeft
wit gedacht dat de komende ontwikke
lingen zeker niet ongunstig voor hem
waren, anders had hij wel gewoon 16.46-
41 gedaan.
16...13-19. Met deze logische zet - 16...7-
11 17.24-19 13x24 18.22-18 12x23
19.28x30 moet zwart natuurlijk niet heb
ben - switcht zwart naar een speltype
met een witte schijf op 6.
17.22x11 19x30 18.11-6. Vermoedelijk is
wit over deze gang van zaken niet onte
vreden geweest: zeker, schijf 6 is dikwijls
zwak, maar oogt de witte centrumstand
daarentegen niet zeer gezond? Met de nu
komende ruil toont zwart aan dat het
witte spel niet zo vrijblijvend is als mo
gelijk is gedacht. Een interessant - en bij
komend? - gegeven is overigens dat in de
laatste ontmoeting tussen deze twee spe
lers, de competitiepartij Schotanus-Sij-
brands uit 1983, wit eveneens een schijf
op 6 kreeg. Dit was tevens de laatste ver-
liespartij van Sijbrands, die in een kans
rijke positie een verraderlijke slagzet
overzag. In die partij had zwart verder
een opgedrongen randschijf op 36, en
doordat zwart in het vervolg dit veld
eveneens bezet, zal de overeenkomst
met het competitieduel zelfs nog groter
worden!
18...21-27! 19.32x21 16x27! Wit mag
zich nu niet op 38 (en 36) vertonen we
gens 27-32 (-31) gevolgd door 7-11 enz.
met schijfwinst voor zwart. En omdat
moeten, ofwel zwart toe zal moeten la
ten op het randveld 36. Schotanus kiest
voor de tweede mogelijkheid.
20.46-41 30-35 21.37-32 27x38 22.48-43
26-31! 23.43x32 31-36. Er is nu een bij
zonder boeiende stelling ontstaan.
24.49-43 10-14 25.42-38 14-19 26.29-23.
Waarschijnlijk gespeeld om te voorko
men dat zwart met 19-24 de witte korte
vleugel vastlegt.
26...9-14 27.34-29. I
Hierdoor krijgt zwart
meer greep op de witte stand. Beter is
m.i. 27.32-27.
27...25-30! 28.32-27. Natuurlijk -niet
28.40-34? wegens 12-17 29.34x25 17-22
enz., en na 27.41-37? is wit links uitge
speeld.
28...20-25 29.40-34 8-13. De partij komt
in een beslissende fase. Zie diagram.
30.50-45. De witte positie is bijzonder
a o
m 9 a a m
W
lastig te hanteren. Naast de tekstzet
kwam ook in aanmerking het door
Wiersma aangegeven - de Telegraaf 2-4-
1988 - 30.27-22: na 12-18 31.23x12 7x27
wint wit de schijf met 32.41-37 gevolgd
door 33.37-31 terug. Wel kan zwart na
30.27-22 doorbraak afdwingen met 14-
20 31.23x14 20x9 32.41-37 (38-32?) 35-'
40 33.44x24 15-20 34.24x15 4-10
35.15x4 9-14 36.4x18 12x41, maar het
afspel is na 37.38-32 onduidelijk (Wiers
ma).
30...13-18! 31.45-40 4-9 32.41-37. Dit
blijkt de beslissende fout te zijn. Nood
zakelijk was 32. 27-21, en na 9-13 33.
41-37 15-20 (A) 34.37-32. (Op 34.21-16?
3-8f) 18-22 35.28x8 19x37 36.8x10 20-
24 37.29x20 25x5 38. 34x25 37-41 39.25-
20 moet zwart het eindspel nog winnen.
(A) Aan 33...2-8 34.21-16 16-20 of 3-9
35.37-32 18-22 36.28x17 19x37
heeft zwart niets vanwege 37.17-11.
32...2-8 33.27-21. Gedwongen; zwart
dreigt zowel met 7-11 enz., als met 18-22
33.27x18 14-20 enz. Op 33.37-31 volgt
14-20 34.23x14 7-11 met winst, terwijl
wit na 33.37-32 9-13 geen goede zet
meer heeft.
33...19-24! Het begin van het einde.
34.29x20 15x24 35.21-16. Opnieuw de
enige: na 35.34-29 volgt 9-13 36.29x9
8x19 waarna altijd de slag 12x41 komt.
35...18x29 36.34x23 9-13 37.28-22. Wat
anders? Na 37.40-34 13-18 38.34-29
combineert zwart met 8-13 enz. weer
naar 41. 37...12-18 38.23x12 8x28
39.33x22 24-29. De strijd is gestreden; er
volgde nog:
40.39-33 30-34 41.33x24 34x45 42.38-33
14-19 43.37-32 19x30 44.32-28 30-34
45.44-39 45-50 46.39x30 35x24 en in
deze verloren positie viel de witte vlag.
Océ problemen
Volgend jaar het eerste lustrum van het
internationale Océtoernooi en dat wordt
een gelegenheid om eens extra bij stil te
staan, aangezien de toernooi-organisatie
er in 1985 in is geslaagd eindelijk weer
eens een topparentoernooi binnen onze
landsgrenzen te organiseren en in stand
te houden. Dat in stand houden is voor
veel sponsors een probleem, voorname
lijk van publicitaire aard, maar met het
doorgroeien van de „bridgemarkt" zul
len die problemen zich hopelijk in de
meeste gevallen zelf oplossen.
Wij als bridgers hebben andere proble
men op te lossen, zoals het volgende:
WEST
OOST
B 5 3
A H 10 8
<3 7 3
H V 10 8 4
O 10 9 6
O A B
4A 9 4 3 2
*H7
Aan een van de Océtafels ging de bie
ding (Z/OW):
ZUID WEST NOORD OOST
pas pas 1 KI dbl.
1 Ru pas 2 Ru 3 Ru
pas 3 Sch* pas 4 Sch
ap.
Dit bod liet een poosje op zich wachten, waar
door het volbieden van de manche door oost
enigszins dubieus werd, maar aan deze tafel
werd daar geen probleem van gemaakt. Na af
loop zeker niet meer, want west ging down...
Noord startte met ruitenheer, voor het
aas op tafel en je speelt hartenheer na,
voor zuids aas en die speelt klaver na
(de 8). Hoe luidt het speelplan verder?
West moet nog een belangrijke vraag be
antwoorden en wel deze: in welk con
tract zit „het veld"? Dat zal waarschijn
lijk 3 SA zijn en wat dat betreft begint
west met 10 punten achterstand-
Die klaver 8 is gezien de doubleton kla
ver in de dummy vermoedelijk een sin
gleton en een introever kan west zich ze
ker niet permitteren.
NZ beschikken samen over 15 honneur-
punten en daarvan heeft zuid er al 4 la
ten zien, terwijl noord - weliswaar in de
derde hand - met 1 klaver heeft geo
pend. Waarom noord niet op de ontbre
kende plaatjes gespeeld, dat wil zeggen
vooral schoppenvrouw en hartenboer?
Noord heeft 9 (en misschien 8) kaarten
in de lage kleuren. Van vrouw-derde
schoppen en boer-derde harten maakt
hij altijd een slag, aangezien er dan van
wege de enkele entree maar over een
van beide kan worden gesneden. Hoe zit
het met:
Die zitsels moet west in de gaten hou
den, want bij het tweede gaat hij name
lijk een overslag maken in 4 schoppen!
Het klavernaspel wordt met het aas in
de hand genomen, gevolgd door een
kleine schoppen naar de 10. Die houdt.
Schoppenaas na en in geval de vrouw nu
valt (mogelijkheid twee), kan schoppen
naar de hand worden teruggespeeld om
de hartensnit ook nog te nemen.
Zo lag dit spel en aangezien mogelijk
heid één het feitelijke zitsel was, kon de
overslag niet binnen komen:
Z/OW
NOORD
V 9 4
<?B 2
OH V 2
f V B 10 6 5
WEST
OOST
♦B 5 3
A H 10 8
*7 3
V H V 10 8 4
O 10 9 6
O A B
A 9 4 3
2 *H7
ZUID
♦7 6 2
A 9 6 5
087543
8
In de tweede tFoefronde verscheen
schoppenvrouw niet ten tonele, dus ook
schoppenheer meegenomen, gevolgd
door hartenvrouw. Nu verschijnt de
boer en wordt er een hartenslag aan zuid
afgegeven. De schoppenmanche scoorde
evengoed nog: 148-38, en dat zal dege
nen die in dit contract zaten, niet tegen
gevallen zijn.
Het tweede probleem was een biedkwes-
tie. West heeft:
A
B 10 7 4 3
O A B 4
A9 8 7 2
en dit is de bieding (N/-):
ZUID WEST
NOORD OOST
pas 1 Ru
1 Ha pas 1 Sch
1 SA is met dit klaverbezit te automa
tisch, 2 harten is te speculatief. Resteert
2 Ru, in de hoop dat dat net iets meer
oplevert dan een sanscontract. Voor de
vierde kleur (2 klaver) is de westhand te
zwak.
vei
Be
He
De
uil
tw
gel
va:
we
op
op
HÉ
en
we
Dc
ge:
uil
In
va
NA-
NOORD
10 5 4 3 2
^V986
06 5
4 A 4
WEST
OOST
H 9 7 6
B 10 7 4
3 V H
6A B 4
O H V 10 7 2
£9 8 7 2
4 H 6 3
ZUID
V B 8
7A52
o9 8 3
4V B 10 5
Tegen Bob van de Velde op de oosthand
startte zuid met ruiten, maar dat kon
niet verhinderen dat oost 10 slagen
maakte, voor een score die aardig boven
het midden lag. Met +120 was de OW-
score onder het midden geweest.
Correspondentie: p/a Leharstraat 10,
2162 AC Lisse.
Schaak Grand Prix
In navolging van andere sporten is nu
ook in de schaaksport een Grand Prix-
toernooiencyclus georganiseerd. In de ja
ren '88/'89 spelen de 25 eerste spelers op
de wereldranglijst een aantal toernooien,
waarbij een totaalstand wordt opge
maakt. De winnaar hiervan mag zich of
ficieus wereldkampioen toernooischaak
noemen. Het geheel is georganiseerd
door de GMA (Grand Masters Associa
tion), een vereniging van topgrootmees-
ters. Met hulp van Kasparov is deze or
ganisatie er in geslaagd belangrijke spon
sors te vinden, die garant staan voor en
kele tonnen prijzengeld (de eindwinnaar
krijgt 100.000 dollar!).
Voor het schaakpubliek èn de 25 top-
schakers is deze ontwikkeling prettig,
want ieder jaar zijn er nu minstens drie
toptoernooien met zo'n 16 deelnemers.
Minder gelukkig zijn de beroepsschakers
die niet bij de top-25 zitten. Voor hen
blijven slechts de kruimels over; veel.
geld komt bij een relatief klein aantal
spelers terecht. Dit is een veel gehoorde
klacht bij beroepssporters. M.i. niet te
recht, want geen enkele schaker wordt
verplicht om van zijn hobby zijn beroep
te maken. Het SWIFT-toernooi te Brus
sel was de eerste in de reeks van zes
toernooien. Bij afwezigheid van Kaspa
rov was natuurlijk Karpov de grote fa
voriet. Alleen een Timman in vorm zou
dan in staat zijn de ex-wereldkampioen
bij te houden, maar dat bleek al snel niet
het geval te zijn. In de beginfase leek
ook Karpov niet in vorm te zijn, kijk
maar mee naar het volgende fragment
uit de vijfde ronde:
4
A
-
ABAj
m i
1
m
m.
m
a
A. BELJAVSKY-A. KARPOV
Stelling na de 34e zet van wit.
In tijdnood overziet Karpov nu de be
trekkelijk eenvoudige remiseweg
34...Taxb7 35.cxb7 Pd6 36.Tcl Pxf5!
37.Txc5 Pd6. In plaats daarvan werd hij
na 34...Td8? 35.Tcl Ta5 36.Lh3 g6
37.Ph6 Pd6 38.Pxf7! Pxf7 (38...Pxb7
39.Pxd8 Pxd8 40.c7 verliest direct) 39.c7
Te8 40.c8D en zwart verloor na nog taai
tegenstand te hebben geboden.
In de volgende ronde bleek Karpov ech
ter weer helemaal de oude. Voor Tim
man was het jammer dat hij nu net te
genover Karpov zat:
SL
s
AA
AAA
AH4 A
41
BA
m
0
&k
SMSi
A. KARPOV-J. TIMMAN
Stelling na de 16e zet van wit.
16.dxc6!
Een spectaculaire zet, die echter door
beide spelers al voorzien was, want na
andere zetten zou wit slecht staan.
17...Txdl 18.cxb7+ Kb8 19.Tfxdl Lc5.
Na afloop gaf Timman aan dat zwart na
19...Ld6 20.g3 Df6 minder te vrezen zou
hebben.
20.Lxc5 Dxc5 21.Td7 f5 22.Tadl Pc6
23.Pa4 Db5 24.Tcl Dxa4 25.Txc6 Dxa5
35.Tf4 Dd2?
Betere kansen bood 35...c4 36.Lfl Txb7
37.Lxc4 Dal
36...fl Txb7 37.Txa6+ Kb8 38.TI8+ Kc7
39.Lg2 Dd7 40.Th8 c4 41.Le4.
Zwart geeft het op.
Na deze partij stevende Karpov prak
tisch onbedreigd op de eerste plaats af.
Een andere ex-wereldkampioen, Michael
Tal, maakte in Brussel veel indruk met
een paar fraaie overwinningen, maar he
laas voor hem werden deze afgewisseld
door even zo veel nederlagen. In sommi
ge van deze nederlagen was Tal onher
kenbaar. De volgende miniatuur is daar
een schrijnend voorbeeld van.
J. NUNN-M. TAL
Caro-Kann.
I.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pd7
5.Pg5 Pdf6?! 6.P1B e6 7.Pe5 Ph6 8.Ld3
Ld6 9.c3 Dc7 10.De2 c5?!
Dit vergt te veel van de zwarte stelling,
aangewezen was 10...a6.
II.Lb5+ Ke7.
Gedwongen, want na Pd7 of Ld7 volgt
Pexf7.
12.0-0 cxd4 13.cxd4 Pf5 14.Le3 Pxe3
15.fxe3 Lxe5 16.dxe5 Dxe5 17.Dd3!
Dxg5 18.Da3+ Kd8 19.Tadl+ Ld7
20.Lxd7.
Zwart geeft het op.
Correspondentie-adres: Leo Hofland,
C.Fockstraat 113, 2613 DE Delft.
De postzegel klautert
langzaam uit het dal
De filatelie klautert langzaam maar ge
staag uit het dal. Beursorganisatoren tel
len een kleine stijging van bezoekers,
veilingen raken meer spulletjes kwijt te
gen iets hogere prijzen en verenigingen
kunnen nieuwe leden bijschrijven. Daar
naast is er sprake van kwaliteitsverbete
ring in postzegelland. Meer mensen gaan
dieper in op de postzegelmaterie. Een
voorbeeld daarvan is de toegenomen be
langstelling voor tijdrovende poststuk
ken- en stempelverzamelingen. De ma
laise in postzegelland is zo'n vijf jaar ge
leden ontstaan toen kleine en grote be-
Venus domineert
Venus domineert de komende de noord
westelijke avondhemel. De planeet is
veel opvallender dan welke ster of ande
re planeet ook. Op 6 mei gaat Venus om
16.22 uur door het zuiden. Het is dan
nog volop dag, maar bij heldere hemel is
de planeet met het blote oog te zien; u
moet hoog aan de hemel zoeken, want
met 66° staat Venus zelfs hoger dan de
zon in Nederland ooit komt. Venus is
trouwens in de gehele eerste helft van
mei tussen drie en vijf uur in de middag
heel goed zichtbaar.
Venus nadert deze maand langzaam de
zon. In de eerste helft van juni verdwijnt
Venus in de schemering. Vóór die tijd is
er eerst nog de ontmoeting tussen Venus
en maan: op 18 mei staat de smalle sik
kel van de jonge maan bij Venus. Het
niet door de zon verlichte deel van de
maan is dan heel flauw zichtbaar. Men
noemt dit het asgrauw schijnsel van de
maan, dat wordt veroorzaakt door weer
kaatsing van het licht van de zonbesche
nen aarde op de nachthelft van de maan.
Zo'n samenstand van Venus en maan
sikkel levert altijd een sfeervol plaatje
op: gebruik daarvoor een fototoestel op
statief; enkele seconden belichten is vol
doende.
STERBEDEKKING
De maan bedekt vaak sterren op haar
maandelijkse tocht langs de hemel.
Daaronder elke maand ook enkele ster
ren die met het blote oog en zeker met
een verrekijker goed te zien zijn. Zo
wordt op 30 mei de ster Pi van de
Schorpioen bedekt, een ster van groot
teklasse 3. Zo'rt bedekking is altijd een
opmerkelijk verschijnsel omdat het plot
seling gebeurt. De maan heeft immers
geen atmosfeer en de ster dooft dus niet
langzaam uit, maar is in een fractie van
een seconde verdwenen.
In de maand mei is er een bijzondere be
dekking: een ster die achter een planeet
verdwijnt. Op 11 mei 1988 verdwijnt
De sterrenhemel omstreeks 23.00 uur
(half mei) of 24.00 uur (begin mei), kij
kend naar het noorden en zuiden. De pla
neet Venus staat nu laag in het noordwes-
kort na zonsondergang een ster uit het
sterrenbeeld Stier achter Venus. Met een
kleine telescoop is de bedekking om
21.31 uur goed te volgen; 25 minuten la
ter is de ster weer zichtbaar. Hier is wel
sprake van een geleidelijke uitdoving
van het licht, want Venus heeft in tegen
stelling tot de maan wel een dampkring.
PLANETEN
In de tweede helft van mei kan Venus
als richtingwijzer fungeren voor de veel
lichtzwakkere planeet Mercurius die dan
rechts onder Venus staat. Gebruik daar
voor bij voorkeur een verrekijker. Mer
curius is overigens het best te zien rond
het midden van de maand in het west
noordwesten, laag boven de horizon. Op
17 mei is Mercurius gemakkelijk te vin
den onder de smalle maansikkel. Het
stipje boven de maan is de ster Bèta van
de Stier.
Mars is in de ochtend in het zuidqosten
te vinden. De planeet komt geleidelijk
hoger boven de horizon en wordt ook
helderder. Op 9 mei gaat hij vergezeld
van de maan die dan in het laatste kwar
tier is. Ook Saturnus wordt steeds beter
zichtbaar. De planeet komt even na
middernacht op en staat tegen de och
tend in het zuiden, maar niet hoog bo
ven de horizon.
Voor meer informatie kunt u bellen met
de stichting De Koepel te Utrecht (tel.
030-311.360).
leggers zich massaal met postzegelhandel
begonnen te bemoeien. Na een spectacu-
stortte de markt in.
Vergeleken met de prijzen in de topjaren
zijn de zegels na de crisis niet veel meer
waard. Daarmee is de postzegel - een
beetje overdreven - weer terug aan het
begin, namelijk als een goedkoop, maar
bijzonder behang. Want voor zover be
kend plakte de eerste filateliste haar ver
zameling als illustratie op de muur. Het
was uiteraard een Engelse die in de veer
tiger jaren van de vorige eeuw, via een
advertentie, om zegels vroeg met de be
doeling ze als behang te gebruiken.
De eerste echte postzegelverzamelaars -
zo omstreekts 1860 - verzamelden de
hele wereld. Dat kon nog. Er waren op
dat moment weinig zegels. Ze pasten
makkelijk in één album, het zogenaam
de wereldalbum. In het Postmuseum in
Den Haag ligt zo'n boekwerkje; uitgege
ven door W.F. Dannenfelser, ter grootte
en dikte van een chequeboek. De catalo
gi bevatten ook alle zegels van de aard
bol. Van de nog bestaande makers van
handboeken is Stanley Gibbons de eer
steling. Het Engels bedrijf startte in 1865
met het maken van een catalogus. Yvert
en Tellier doen het vanaf 1896 en Mi
chel vanaf 1920.
OOK ALBUMS
Waar vraag is komt aanbod. Postzegels
vormen op die oerregel uit de economie
geen uitzondering. Precies 18 jaar (de
postzegel werd volwassen) na de eerste
zegel, de Engelse Penny Black uit 1840,
ontstond er in Parijs een openluchtpost-
zegelbeurs. Met de komst van steeds
meer zegels van meer landen steeg het
aantal postzegelhandelaren. Die ver
kochten niet alleen zegels maar ook in
genieuze albums en andere toebehoren.
Het geplakte wereldalbum werd vervan
gen door schroefbanden en klemalbums
waar gemakkelijk supplementen in pas
ten.
In 1884 wordt de vereniging voor post
zegelverzamelaars opgericht en ver
scheen een heus postzegelblad, toen nog:
tijdschrift voor de postzegelkunde. De
fransoos M. Herpin bedenkt een woord
voor het verzamelen van kleine stukjes
papier: filatelie. Het woord komt uit de
Griekse taal. 'Filos' is vriend en 'ateleia'
vrij van belasting of rechten.
Volgens schattingen - van ondermeer de
PTT - zijn er in Nederland iets meer
dan een miljoen verzamelaars van post
zegels. De helft verzamelt alleen Neder
land. Tante Pos en de Nederlandse fila-
listische verenigingen hopen dat de ten
toonstelling Filacept'88 in Den Haag
voor meer filatelisten zorgt.