finalë' Weekpuzzel door Nr. 16 - Overlapper ft a OAÖ s ZATERDAG 30 APRIL 1988 PAGINA 24 Oplossing vorige puzzel De winnaars van puzzel 15 zijn: Mevr. H.M. v.d. Krogt-Deckers, Wiardi Beckmanstraat 8, 2321 CR Leiden. D. Kniest, Duinzichtstraat 44, 2341 BZ Oegstgeest. Zij krijgen hun prijs binnen drie weken per cheque toegestuurd. Oplossingen onder vermelding van puz zel nr. 16 rhoeten uiterlijk woensdag middag in bezit zijn van: LEIDSE COURANT, Postbus 11, 2300 AA Leiden. Op elke rij dienen twee of drie antwoorden te worden ingevuld. De laatste letter van het eerste woord is ge lijk aan de beginletter van het tweede, terwijl - indien per regel drie antwoorden moeten worden ingevuld - de laatste letter van het tweede antwoord dezelfde is als de beginletter van de derde antwoord. HORIZONTAAL: 1. Typisch - Onverplichte goedheid. 2. Gebrek, Fout - Apparaat. 3. Ellende - Routine - Kleefmiddel. 4. Dikhuidig dier - Buitendijks land - Winters voertuig. 5. Verouderd vervoermiddel - Herinneringsvermogen. 6. Middagvoorstelling - Uitbouw - Vuurpijl. 7. Bewaarplaats voor geld - Beklagenswaardig persoon - Opsporingsapparatuur. 8. Een enkele maal - Vooruitspringend gezichtsgedeelte bij gewervelde dieren - Signaal, sein. VERTICAAL: 1. Vrolijkheid - Metselspecie - Vaartuig. 2. Toezichthoudende tak van dienst betreffende het wegverkeer - Telwoord. 3. Persoon die met een ander dezelfde naam draagt - Situatie. 4. De eerste verf waarmee hout- of ijzerwerk bestreken wordt - Beroep. 5. Metaal - Land in Europa - Ootmoedig. 6. Los overtreksel van een beddekussen - Gelijkenis. 7. Eén van de kleine planeten in een baan tussen Mars en Jupiter - Vertrouwelijk - Dichterbij. Hoeveel maal komt de letter H na oplossing van deze puzzel in het diagram voor? De letter H komt maal in het diagram voor. Ad Sijbrands Twee weken geleden zag u de notaties van de overwinningen die Sijbrands in de eerste drie ronden van het kampioen schap van Nederland boekte op respec tievelijk Heusdens, Van den Borst en Schotanus. Met name de laatste partij was bijzonder fraai, en daarom kom ik nu uitgebreider op dat duel terug. A. SCHOTANUS^T. SIJBRANDS Derde ronde NK 1988. 1.34-29 20-25. Eigenlijk meteen al een opvallende zet. Na in de eerste twee ron den, tegen Heusdens en Van den Borst, nadrukkelijk te hebben aangevallen, kiest Sijbrands nu voor de omsingeling. 2.40-34 15-20 3.45-40 10-15 4.32-28 17- 21. De hekstelling met 4... 19-24 is dus niet de bedoeling. Waarschijnlijk zou zwart wel met die zet vervolgd hebben als wit nu 5.31-26 had gedaan: 6.26x17 11x22 7.28x17 12x21 belooft dan een in teressante strijd. Wit heeft echter andere plannen. 5.37-32 5-10 6.29-24. Een duidelijke ver klaring, en in het vervolg zal Schotanus het hierbij niet laten. 6...20x29 7.33x24 19x30 8.35x24 21-26 9.41-37 11-17 10.39-33 6-11 11.43-39 17-21 12.33-29. Wit vertrouwt kennelijk op de kracht van zijn positie; voorzichti ger lijkt 12.31-27 gevolgd door 13.37-31 26x37 14.42x31. 12...11-17 13.38-33 18-22 14.31-27. Wit stelt zich bijzonder agressief op. 14...22x31 15.36x27 14-20 16.27-22. Een opmerkelijke beslissing. Wellicht heeft wit gedacht dat de komende ontwikke lingen zeker niet ongunstig voor hem waren, anders had hij wel gewoon 16.46- 41 gedaan. 16...13-19. Met deze logische zet - 16...7- 11 17.24-19 13x24 18.22-18 12x23 19.28x30 moet zwart natuurlijk niet heb ben - switcht zwart naar een speltype met een witte schijf op 6. 17.22x11 19x30 18.11-6. Vermoedelijk is wit over deze gang van zaken niet onte vreden geweest: zeker, schijf 6 is dikwijls zwak, maar oogt de witte centrumstand daarentegen niet zeer gezond? Met de nu komende ruil toont zwart aan dat het witte spel niet zo vrijblijvend is als mo gelijk is gedacht. Een interessant - en bij komend? - gegeven is overigens dat in de laatste ontmoeting tussen deze twee spe lers, de competitiepartij Schotanus-Sij- brands uit 1983, wit eveneens een schijf op 6 kreeg. Dit was tevens de laatste ver- liespartij van Sijbrands, die in een kans rijke positie een verraderlijke slagzet overzag. In die partij had zwart verder een opgedrongen randschijf op 36, en doordat zwart in het vervolg dit veld eveneens bezet, zal de overeenkomst met het competitieduel zelfs nog groter worden! 18...21-27! 19.32x21 16x27! Wit mag zich nu niet op 38 (en 36) vertonen we gens 27-32 (-31) gevolgd door 7-11 enz. met schijfwinst voor zwart. En omdat moeten, ofwel zwart toe zal moeten la ten op het randveld 36. Schotanus kiest voor de tweede mogelijkheid. 20.46-41 30-35 21.37-32 27x38 22.48-43 26-31! 23.43x32 31-36. Er is nu een bij zonder boeiende stelling ontstaan. 24.49-43 10-14 25.42-38 14-19 26.29-23. Waarschijnlijk gespeeld om te voorko men dat zwart met 19-24 de witte korte vleugel vastlegt. 26...9-14 27.34-29. I Hierdoor krijgt zwart meer greep op de witte stand. Beter is m.i. 27.32-27. 27...25-30! 28.32-27. Natuurlijk -niet 28.40-34? wegens 12-17 29.34x25 17-22 enz., en na 27.41-37? is wit links uitge speeld. 28...20-25 29.40-34 8-13. De partij komt in een beslissende fase. Zie diagram. 30.50-45. De witte positie is bijzonder a o m 9 a a m W lastig te hanteren. Naast de tekstzet kwam ook in aanmerking het door Wiersma aangegeven - de Telegraaf 2-4- 1988 - 30.27-22: na 12-18 31.23x12 7x27 wint wit de schijf met 32.41-37 gevolgd door 33.37-31 terug. Wel kan zwart na 30.27-22 doorbraak afdwingen met 14- 20 31.23x14 20x9 32.41-37 (38-32?) 35-' 40 33.44x24 15-20 34.24x15 4-10 35.15x4 9-14 36.4x18 12x41, maar het afspel is na 37.38-32 onduidelijk (Wiers ma). 30...13-18! 31.45-40 4-9 32.41-37. Dit blijkt de beslissende fout te zijn. Nood zakelijk was 32. 27-21, en na 9-13 33. 41-37 15-20 (A) 34.37-32. (Op 34.21-16? 3-8f) 18-22 35.28x8 19x37 36.8x10 20- 24 37.29x20 25x5 38. 34x25 37-41 39.25- 20 moet zwart het eindspel nog winnen. (A) Aan 33...2-8 34.21-16 16-20 of 3-9 35.37-32 18-22 36.28x17 19x37 heeft zwart niets vanwege 37.17-11. 32...2-8 33.27-21. Gedwongen; zwart dreigt zowel met 7-11 enz., als met 18-22 33.27x18 14-20 enz. Op 33.37-31 volgt 14-20 34.23x14 7-11 met winst, terwijl wit na 33.37-32 9-13 geen goede zet meer heeft. 33...19-24! Het begin van het einde. 34.29x20 15x24 35.21-16. Opnieuw de enige: na 35.34-29 volgt 9-13 36.29x9 8x19 waarna altijd de slag 12x41 komt. 35...18x29 36.34x23 9-13 37.28-22. Wat anders? Na 37.40-34 13-18 38.34-29 combineert zwart met 8-13 enz. weer naar 41. 37...12-18 38.23x12 8x28 39.33x22 24-29. De strijd is gestreden; er volgde nog: 40.39-33 30-34 41.33x24 34x45 42.38-33 14-19 43.37-32 19x30 44.32-28 30-34 45.44-39 45-50 46.39x30 35x24 en in deze verloren positie viel de witte vlag. Océ problemen Volgend jaar het eerste lustrum van het internationale Océtoernooi en dat wordt een gelegenheid om eens extra bij stil te staan, aangezien de toernooi-organisatie er in 1985 in is geslaagd eindelijk weer eens een topparentoernooi binnen onze landsgrenzen te organiseren en in stand te houden. Dat in stand houden is voor veel sponsors een probleem, voorname lijk van publicitaire aard, maar met het doorgroeien van de „bridgemarkt" zul len die problemen zich hopelijk in de meeste gevallen zelf oplossen. Wij als bridgers hebben andere proble men op te lossen, zoals het volgende: WEST OOST B 5 3 A H 10 8 <3 7 3 H V 10 8 4 O 10 9 6 O A B 4A 9 4 3 2 *H7 Aan een van de Océtafels ging de bie ding (Z/OW): ZUID WEST NOORD OOST pas pas 1 KI dbl. 1 Ru pas 2 Ru 3 Ru pas 3 Sch* pas 4 Sch ap. Dit bod liet een poosje op zich wachten, waar door het volbieden van de manche door oost enigszins dubieus werd, maar aan deze tafel werd daar geen probleem van gemaakt. Na af loop zeker niet meer, want west ging down... Noord startte met ruitenheer, voor het aas op tafel en je speelt hartenheer na, voor zuids aas en die speelt klaver na (de 8). Hoe luidt het speelplan verder? West moet nog een belangrijke vraag be antwoorden en wel deze: in welk con tract zit „het veld"? Dat zal waarschijn lijk 3 SA zijn en wat dat betreft begint west met 10 punten achterstand- Die klaver 8 is gezien de doubleton kla ver in de dummy vermoedelijk een sin gleton en een introever kan west zich ze ker niet permitteren. NZ beschikken samen over 15 honneur- punten en daarvan heeft zuid er al 4 la ten zien, terwijl noord - weliswaar in de derde hand - met 1 klaver heeft geo pend. Waarom noord niet op de ontbre kende plaatjes gespeeld, dat wil zeggen vooral schoppenvrouw en hartenboer? Noord heeft 9 (en misschien 8) kaarten in de lage kleuren. Van vrouw-derde schoppen en boer-derde harten maakt hij altijd een slag, aangezien er dan van wege de enkele entree maar over een van beide kan worden gesneden. Hoe zit het met: Die zitsels moet west in de gaten hou den, want bij het tweede gaat hij name lijk een overslag maken in 4 schoppen! Het klavernaspel wordt met het aas in de hand genomen, gevolgd door een kleine schoppen naar de 10. Die houdt. Schoppenaas na en in geval de vrouw nu valt (mogelijkheid twee), kan schoppen naar de hand worden teruggespeeld om de hartensnit ook nog te nemen. Zo lag dit spel en aangezien mogelijk heid één het feitelijke zitsel was, kon de overslag niet binnen komen: Z/OW NOORD V 9 4 <?B 2 OH V 2 f V B 10 6 5 WEST OOST ♦B 5 3 A H 10 8 *7 3 V H V 10 8 4 O 10 9 6 O A B A 9 4 3 2 *H7 ZUID ♦7 6 2 A 9 6 5 087543 8 In de tweede tFoefronde verscheen schoppenvrouw niet ten tonele, dus ook schoppenheer meegenomen, gevolgd door hartenvrouw. Nu verschijnt de boer en wordt er een hartenslag aan zuid afgegeven. De schoppenmanche scoorde evengoed nog: 148-38, en dat zal dege nen die in dit contract zaten, niet tegen gevallen zijn. Het tweede probleem was een biedkwes- tie. West heeft: A B 10 7 4 3 O A B 4 A9 8 7 2 en dit is de bieding (N/-): ZUID WEST NOORD OOST pas 1 Ru 1 Ha pas 1 Sch 1 SA is met dit klaverbezit te automa tisch, 2 harten is te speculatief. Resteert 2 Ru, in de hoop dat dat net iets meer oplevert dan een sanscontract. Voor de vierde kleur (2 klaver) is de westhand te zwak. vei Be He De uil tw gel va: we op op HÉ en we Dc ge: uil In va NA- NOORD 10 5 4 3 2 ^V986 06 5 4 A 4 WEST OOST H 9 7 6 B 10 7 4 3 V H 6A B 4 O H V 10 7 2 £9 8 7 2 4 H 6 3 ZUID V B 8 7A52 o9 8 3 4V B 10 5 Tegen Bob van de Velde op de oosthand startte zuid met ruiten, maar dat kon niet verhinderen dat oost 10 slagen maakte, voor een score die aardig boven het midden lag. Met +120 was de OW- score onder het midden geweest. Correspondentie: p/a Leharstraat 10, 2162 AC Lisse. Schaak Grand Prix In navolging van andere sporten is nu ook in de schaaksport een Grand Prix- toernooiencyclus georganiseerd. In de ja ren '88/'89 spelen de 25 eerste spelers op de wereldranglijst een aantal toernooien, waarbij een totaalstand wordt opge maakt. De winnaar hiervan mag zich of ficieus wereldkampioen toernooischaak noemen. Het geheel is georganiseerd door de GMA (Grand Masters Associa tion), een vereniging van topgrootmees- ters. Met hulp van Kasparov is deze or ganisatie er in geslaagd belangrijke spon sors te vinden, die garant staan voor en kele tonnen prijzengeld (de eindwinnaar krijgt 100.000 dollar!). Voor het schaakpubliek èn de 25 top- schakers is deze ontwikkeling prettig, want ieder jaar zijn er nu minstens drie toptoernooien met zo'n 16 deelnemers. Minder gelukkig zijn de beroepsschakers die niet bij de top-25 zitten. Voor hen blijven slechts de kruimels over; veel. geld komt bij een relatief klein aantal spelers terecht. Dit is een veel gehoorde klacht bij beroepssporters. M.i. niet te recht, want geen enkele schaker wordt verplicht om van zijn hobby zijn beroep te maken. Het SWIFT-toernooi te Brus sel was de eerste in de reeks van zes toernooien. Bij afwezigheid van Kaspa rov was natuurlijk Karpov de grote fa voriet. Alleen een Timman in vorm zou dan in staat zijn de ex-wereldkampioen bij te houden, maar dat bleek al snel niet het geval te zijn. In de beginfase leek ook Karpov niet in vorm te zijn, kijk maar mee naar het volgende fragment uit de vijfde ronde: 4 A - ABAj m i 1 m m. m a A. BELJAVSKY-A. KARPOV Stelling na de 34e zet van wit. In tijdnood overziet Karpov nu de be trekkelijk eenvoudige remiseweg 34...Taxb7 35.cxb7 Pd6 36.Tcl Pxf5! 37.Txc5 Pd6. In plaats daarvan werd hij na 34...Td8? 35.Tcl Ta5 36.Lh3 g6 37.Ph6 Pd6 38.Pxf7! Pxf7 (38...Pxb7 39.Pxd8 Pxd8 40.c7 verliest direct) 39.c7 Te8 40.c8D en zwart verloor na nog taai tegenstand te hebben geboden. In de volgende ronde bleek Karpov ech ter weer helemaal de oude. Voor Tim man was het jammer dat hij nu net te genover Karpov zat: SL s AA AAA AH4 A 41 BA m 0 &k SMSi A. KARPOV-J. TIMMAN Stelling na de 16e zet van wit. 16.dxc6! Een spectaculaire zet, die echter door beide spelers al voorzien was, want na andere zetten zou wit slecht staan. 17...Txdl 18.cxb7+ Kb8 19.Tfxdl Lc5. Na afloop gaf Timman aan dat zwart na 19...Ld6 20.g3 Df6 minder te vrezen zou hebben. 20.Lxc5 Dxc5 21.Td7 f5 22.Tadl Pc6 23.Pa4 Db5 24.Tcl Dxa4 25.Txc6 Dxa5 35.Tf4 Dd2? Betere kansen bood 35...c4 36.Lfl Txb7 37.Lxc4 Dal 36...fl Txb7 37.Txa6+ Kb8 38.TI8+ Kc7 39.Lg2 Dd7 40.Th8 c4 41.Le4. Zwart geeft het op. Na deze partij stevende Karpov prak tisch onbedreigd op de eerste plaats af. Een andere ex-wereldkampioen, Michael Tal, maakte in Brussel veel indruk met een paar fraaie overwinningen, maar he laas voor hem werden deze afgewisseld door even zo veel nederlagen. In sommi ge van deze nederlagen was Tal onher kenbaar. De volgende miniatuur is daar een schrijnend voorbeeld van. J. NUNN-M. TAL Caro-Kann. I.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pd7 5.Pg5 Pdf6?! 6.P1B e6 7.Pe5 Ph6 8.Ld3 Ld6 9.c3 Dc7 10.De2 c5?! Dit vergt te veel van de zwarte stelling, aangewezen was 10...a6. II.Lb5+ Ke7. Gedwongen, want na Pd7 of Ld7 volgt Pexf7. 12.0-0 cxd4 13.cxd4 Pf5 14.Le3 Pxe3 15.fxe3 Lxe5 16.dxe5 Dxe5 17.Dd3! Dxg5 18.Da3+ Kd8 19.Tadl+ Ld7 20.Lxd7. Zwart geeft het op. Correspondentie-adres: Leo Hofland, C.Fockstraat 113, 2613 DE Delft. De postzegel klautert langzaam uit het dal De filatelie klautert langzaam maar ge staag uit het dal. Beursorganisatoren tel len een kleine stijging van bezoekers, veilingen raken meer spulletjes kwijt te gen iets hogere prijzen en verenigingen kunnen nieuwe leden bijschrijven. Daar naast is er sprake van kwaliteitsverbete ring in postzegelland. Meer mensen gaan dieper in op de postzegelmaterie. Een voorbeeld daarvan is de toegenomen be langstelling voor tijdrovende poststuk ken- en stempelverzamelingen. De ma laise in postzegelland is zo'n vijf jaar ge leden ontstaan toen kleine en grote be- Venus domineert Venus domineert de komende de noord westelijke avondhemel. De planeet is veel opvallender dan welke ster of ande re planeet ook. Op 6 mei gaat Venus om 16.22 uur door het zuiden. Het is dan nog volop dag, maar bij heldere hemel is de planeet met het blote oog te zien; u moet hoog aan de hemel zoeken, want met 66° staat Venus zelfs hoger dan de zon in Nederland ooit komt. Venus is trouwens in de gehele eerste helft van mei tussen drie en vijf uur in de middag heel goed zichtbaar. Venus nadert deze maand langzaam de zon. In de eerste helft van juni verdwijnt Venus in de schemering. Vóór die tijd is er eerst nog de ontmoeting tussen Venus en maan: op 18 mei staat de smalle sik kel van de jonge maan bij Venus. Het niet door de zon verlichte deel van de maan is dan heel flauw zichtbaar. Men noemt dit het asgrauw schijnsel van de maan, dat wordt veroorzaakt door weer kaatsing van het licht van de zonbesche nen aarde op de nachthelft van de maan. Zo'n samenstand van Venus en maan sikkel levert altijd een sfeervol plaatje op: gebruik daarvoor een fototoestel op statief; enkele seconden belichten is vol doende. STERBEDEKKING De maan bedekt vaak sterren op haar maandelijkse tocht langs de hemel. Daaronder elke maand ook enkele ster ren die met het blote oog en zeker met een verrekijker goed te zien zijn. Zo wordt op 30 mei de ster Pi van de Schorpioen bedekt, een ster van groot teklasse 3. Zo'rt bedekking is altijd een opmerkelijk verschijnsel omdat het plot seling gebeurt. De maan heeft immers geen atmosfeer en de ster dooft dus niet langzaam uit, maar is in een fractie van een seconde verdwenen. In de maand mei is er een bijzondere be dekking: een ster die achter een planeet verdwijnt. Op 11 mei 1988 verdwijnt De sterrenhemel omstreeks 23.00 uur (half mei) of 24.00 uur (begin mei), kij kend naar het noorden en zuiden. De pla neet Venus staat nu laag in het noordwes- kort na zonsondergang een ster uit het sterrenbeeld Stier achter Venus. Met een kleine telescoop is de bedekking om 21.31 uur goed te volgen; 25 minuten la ter is de ster weer zichtbaar. Hier is wel sprake van een geleidelijke uitdoving van het licht, want Venus heeft in tegen stelling tot de maan wel een dampkring. PLANETEN In de tweede helft van mei kan Venus als richtingwijzer fungeren voor de veel lichtzwakkere planeet Mercurius die dan rechts onder Venus staat. Gebruik daar voor bij voorkeur een verrekijker. Mer curius is overigens het best te zien rond het midden van de maand in het west noordwesten, laag boven de horizon. Op 17 mei is Mercurius gemakkelijk te vin den onder de smalle maansikkel. Het stipje boven de maan is de ster Bèta van de Stier. Mars is in de ochtend in het zuidqosten te vinden. De planeet komt geleidelijk hoger boven de horizon en wordt ook helderder. Op 9 mei gaat hij vergezeld van de maan die dan in het laatste kwar tier is. Ook Saturnus wordt steeds beter zichtbaar. De planeet komt even na middernacht op en staat tegen de och tend in het zuiden, maar niet hoog bo ven de horizon. Voor meer informatie kunt u bellen met de stichting De Koepel te Utrecht (tel. 030-311.360). leggers zich massaal met postzegelhandel begonnen te bemoeien. Na een spectacu- stortte de markt in. Vergeleken met de prijzen in de topjaren zijn de zegels na de crisis niet veel meer waard. Daarmee is de postzegel - een beetje overdreven - weer terug aan het begin, namelijk als een goedkoop, maar bijzonder behang. Want voor zover be kend plakte de eerste filateliste haar ver zameling als illustratie op de muur. Het was uiteraard een Engelse die in de veer tiger jaren van de vorige eeuw, via een advertentie, om zegels vroeg met de be doeling ze als behang te gebruiken. De eerste echte postzegelverzamelaars - zo omstreekts 1860 - verzamelden de hele wereld. Dat kon nog. Er waren op dat moment weinig zegels. Ze pasten makkelijk in één album, het zogenaam de wereldalbum. In het Postmuseum in Den Haag ligt zo'n boekwerkje; uitgege ven door W.F. Dannenfelser, ter grootte en dikte van een chequeboek. De catalo gi bevatten ook alle zegels van de aard bol. Van de nog bestaande makers van handboeken is Stanley Gibbons de eer steling. Het Engels bedrijf startte in 1865 met het maken van een catalogus. Yvert en Tellier doen het vanaf 1896 en Mi chel vanaf 1920. OOK ALBUMS Waar vraag is komt aanbod. Postzegels vormen op die oerregel uit de economie geen uitzondering. Precies 18 jaar (de postzegel werd volwassen) na de eerste zegel, de Engelse Penny Black uit 1840, ontstond er in Parijs een openluchtpost- zegelbeurs. Met de komst van steeds meer zegels van meer landen steeg het aantal postzegelhandelaren. Die ver kochten niet alleen zegels maar ook in genieuze albums en andere toebehoren. Het geplakte wereldalbum werd vervan gen door schroefbanden en klemalbums waar gemakkelijk supplementen in pas ten. In 1884 wordt de vereniging voor post zegelverzamelaars opgericht en ver scheen een heus postzegelblad, toen nog: tijdschrift voor de postzegelkunde. De fransoos M. Herpin bedenkt een woord voor het verzamelen van kleine stukjes papier: filatelie. Het woord komt uit de Griekse taal. 'Filos' is vriend en 'ateleia' vrij van belasting of rechten. Volgens schattingen - van ondermeer de PTT - zijn er in Nederland iets meer dan een miljoen verzamelaars van post zegels. De helft verzamelt alleen Neder land. Tante Pos en de Nederlandse fila- listische verenigingen hopen dat de ten toonstelling Filacept'88 in Den Haag voor meer filatelisten zorgt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 24