De curieuze onderschatting van het damesvoetbal Aids: hoe gevaarlijk? Moed Ruilhandel binnen het hele gezin 'VAN HUIS UIT EeidóeSouttnit 18 APRIL 1988 PAGINA Els van den Hoek, politie-agente, h'onda-coureur en keepster van het nationaal dameselftal: prestaties leveren en verder niet zeuren. foto: jeroen de jong Wel eens een regionaal A-l team zien voetbal len? Dan gebiedt de eer lijkheid te zeggen dat zo'n partij zeker het aan zien waard is. Ons natio naal damesvoetbal-team gebruikt de 16- tot 18-ja- rige A-l-spelers als spar ring-partners. Over het algemeen leggen de da mes het af tegen deze boys. Maar toch hun niveau hangt er dicht te gen aan. Is het dan niet curieus en zelfs een beet je zot om het nationale damesvoetbal af te schil deren als „derderangs", „slap gedoe" en „geen gezicht"? Toch zijn dat de etiketten, weet Els van den Hoek, die de doorsnee sportredacteur op het spelniveau plakt van zelfs de beste dames voetballers van ons land. Een restant vermoedelijk van een achterhaald, en inmid dels haast anachronistisch, mannen-chauvinisme waarover Els van den Hoek meer verbaasd is dan kwaad. „We moeten volgende maand in China wereldkampioen worden", luidt haar remedie. „Dan kan ook Studio Sport niet meer om ons heen en zal 'de beoordeling opeens een stuk objectiever worden". Wereldkampioenschap? Vol gende maand in China? Pre cies. Doordat het damesvoet bal in de media nauwelijks aandacht krijgt, weet vrijwel niemand dat er überhaupt een wereldkamioenschap in aantocht is. Els zelf weet eer lijk gezegd ook niet in welke plaats in China. „Tjaptjoy of zo in ieder geval in de buurt van Sjanghai". Straatvoetbal De landelijke competitie voor damesvoetbal draait sinds het begin van de jaren zeventig. Toen was Els, nu een Delftse politie-agente van 24, een hummel van zeven, acht jaar en beoefende ze te Haas trecht het straatvoetbal „Bij ons in de buurt woonden alleen jongens. Die voetbal den. En ik voetbalde en ra votte haast vanzelf met ze mee. Mijn ouders stimuleer den dat alleen maar. want die waren en zijn gèk op voetbal. Mijn vader speelde in het eerste van de V.V. Haastrecht. Toen er daar een damesteam werd opgericht, gaf mijn moeder zich op en kwam voor de dames in het doel te staan. Zelf ben ik, toen ik tien jaar was, in het meisjesteam van G.S.V. in Gouda gaan spelen. Op mijn twaalfde hebben ze me toege laten tot het damesteam van de V.V. Haastrecht en daar heb ik toen jarenlang in het zelfde team als mijn moeder gespeeld. Zij als keepster en ik in het veld en allebei even fanatiek. Als we verlo ren, waren we de hele week in de rouw". Het klimmen van de jaren plus een langdurige armbles- sure noopten moeder Van den Hoek er uiteindelijk toe de verdediging van het Haas trechtse doel definitief te sta ken. „Joh Els, kan jij je moe der niet opvolgen?", was de reactie van het team en dat leidde er toe dat de dochter zich binnen de kortste keren ontwikkelde tot niet alleen de beste vrouwelijke doelver-. dediger van haar regionale klasse, maar van heel Neder land. Vijf jaar keept ze nu bij het Nederlands damesteam, en in die periode speelde ze zo'n 20 interlands. „Fysiek zullen we altijd de mindere blijven van mannen, maar tactisch, technisch en conditioneel kunnen we op hetzelfde niveau komen als de heren-amateurs. En naar dat niveau groeien we toe, al heeft het grote publiek dat nog niet in de gaten. Een tijdje geleden speelden we een wedstrijd tegen het na tionaal jeugdteam van de heren. Knapen van 14 tot 16 jaar- die al gauw zo'n ander halve kop groter zijn dan wij en die stappen van drie me ter maken. Daar hobbelen wij met onze beentjes maar zo'n beetje achteraan, dus de toeschouwers zaten zich al te verkneukelen: dat werd weer 's lachen met de dames. Niet dus. Wij wonnen met 1-0". Prestaties De vooroordelen tegen da- mes-voetballers zijn volgens Els van den Hoek op dezelf de wijze te bestrijden als de vooroordelen tegen dames politie-agenten. Gewoon door goede prestaties te leveren: „Ik zit nu anderhalf jaar bij de surveillance-dienst in Delft. En hoewel de vrouwe lijke politie-agent al lang geen nieuw femoneen meer is, merk je nog steeds dat wij worden onderschat. „Zal zo'n vrouwtje dat wel aankun nen?", zie je de mensen den ken als ik bij een aanrijding met-gewonden word geroe pen. Of: „Dat wijffie zal ik wel even onder de tafel klet sen', als ik een meneer een parkeerbon geef. Je moet dan vriendelijk, beleefd, maar kordaat optreden. Als je dat jarenlang doet en ie dereen een keer in de prak tijk heeft meegemaakt dat vrouwelijke politie-agenten het net zo goed doen als de heren, dan kijk je op een dag om je heen en merk je: hé, de vooroordelen zijn verdwe nen". Goed presteren en niet zeu ren. Dat is de levenshouding van waaruit Els van den Hoek zich op haar 400 cc Honda-motorfiets moeite loos een weg baant door de cross-country van de man nen-maatschappij. Vanuit die houding heeft ze ook lak aan de vrouwenbeweging. Niet dat ze zich stoort aan haar fe ministische zusters, maar hun strijd interesseert haar een voudig geen fluit. „Als ik samen met een vrou welijke collega in de surveil lance-dienst zit, merk ik dat veel mensen dat raar vinden. De combinatie heer plus dame binnen een surveille rend politie-duo, daar schrik ken ze niet meer zo van. Maar twee vrouwen?! Ik zie dat, ik registreer het, maar ik krijg er geen feministische idealen van. Het is allemaal een kwestie van wennen voor de mensen en het gaat vanzelf over". Intussen signaleert de kee pende politieagente wel een factor die de gewenning aan het damesvoetbal, vergele ken met die aan het dames politiewerk, nog tot in lengte van jaren extra zal bemoeilij ken. Dat is het fenomeen profsport. „Vrouwelijke en mannelijke politie-agenten werken op één en hetzelfde professione le niveau. Maar in het voet bal bestaat de top van de heren uit profs en zijn de da mes amateurs. De televisie zendt bijna alleen topvoetbal uit. Dus dan krijg je dat de mensen het professionele spel van de heren gaan vergelij ken met het amateur-werk van de dames. Hallo dan is het natuurlijk nogal mak kelijk om te concluderen dat wij slappe wedstrijdjes spe- Hockey „Bij een sport als hockey ont breekt die mogelijkheid om te vergelijken met het profes sionele niveau. Daar zie je dan ook dat de prestaties van de dames wél een hoop aan dacht en waardering krijgen. Nou hebben vrouwen in die tak van sport natuurlijk ook een langere ervaring, en op grond daarvan zou je kunnen denken: hun spel is attractie ver. Maar dat lijkt me onzin. De spelkwaliteit van de da mestop in het voetbal doet niet onder voor die van de damestop in het hockey". Tot slot het ondervyerp ge meenheid. Is het ook niet zo, vragen we Els van den Hoek, dat de dames-voetballers minder stompen, klappen en doodschoppen uitdelen en al leen al om deze reden min der aantrekkelijk zijn voor het op spektakel en sensatie beluste voetbalpubliek. Maar dit acht de keepster een le- ken-opmerking. Op de eerste plaats vormen de sensatiezoe kers onder de voetbalsuppor ters maar een kleine minder heid. En op de tweede plaats zijn de dames-voetballers, binnen de grenzen van het aanvaardbare, wel degelijk even gemeen als hun manne lijke collega's. „Maar dat zou ik eigenlijk geen gemeenheid willen noe men. De tegenstander aan haar shirtje of broekje trek ken of een duw in de rug ge ven als de scheidsrechter het niet ziet dat is geen kwes tie van gemeenheid maar van inzet. En onze inzet is even groot als die van de heren. Je wilt de bal hebben, je wilt winnen. Een beetje trekken en duwen, op het ge vaar af van een vrije schop, is daarbij onvermijdelijk". Broekje-trekken Of het ruggetje-duwen en.het broekje-trekken ook tot de Chinese voetbalcultuur hoort, weet Els niet. Dat zal ze over twee weken aan den lijve on dervinden. Het (officieuze) wereldkamioenschap in Chi na wordt gespeeld van 1 tot 12 juni. Nederland is in een poule geplaatst waarvan be halve Canada en Ivoorkust ook China zelf deel uitmaakt. Of onze dames inderdaad kans hebben op de hoogste eer, durft Els niet te voor spellen. Voor de status, van het damesvoetbal alsmede de bevordering van een meer objectieve beoordeling van deze tak van sport door de heren sportredacteuren is het nochtans te hopen. WILLEM SCHEER „Angst voor Aids" heette het NOS- programma van afgelopen woens dag. Thema: „Het risico van ^aids- besmetting op werksituaties" en met dat neuzelwoord 'werksituatie' werd ongetwijfeld 'werk' bedoeld. Dus: hoe groot is de kans om op het werk aids op te lopen? Politiemen sen, zo bleek uit korte flitsen, ma ken, zich steeds meer zorgen; kap pers, straatvegers, schoonheidsspe cialisten, ambulancepersoneel en wegenwachters voelen zich steeds minder veilig. De een na de andere deskundige (Moerkerk, Danner, Roscam Ab- bing) draafde op om het grote kij kersvolk uit te leggen dat aids wel iswaar een enorm gevaar is voor de volksgezondheid, maar dat er geen reden is tot paniek. Besmetting op het werk is met hygiënische maat regelen heel wel te voorkomen: je moet echt moeite doen om aids op te lopen. Op één chirurg na (prof. Terpstra uit Leiden) waren alle deskundigen het op één punt, dat als een zwaard van Damocles bo ven de discussie .hing, eens: een verplichte aidstest is „onzin, over bodig, onnodig, ondenkbaar en veel te duur". Je mag je afvragen hoe lang dit front gesloten zal blijven. Officieel is de eensgezindheid groot. De KNMG - de bond waar bijna alle artsen aangesloten zijn - is tegen een verplichte aidstest; de bedrijfsartsen zijn tegen, staatsse cretaris Dees van volksgezondheid, minister De Koning," de Gezond heidsraad: allemaal tegen. Maar wie goed oplet kan zien dat dit soli de front barsten begint te vertonen. Het proefballonnetje van Philips (alle sollicitanten op aids controle ren) werd een half jaar geleden nog snel doorgeprikt. De voetzoeker van prof.dr. P.F. Maas van vorige week (meldingsplicht, verplichte test en verplicht afkicken) kun je nog afdoen met de opmerking dat Maas weliswaar professor is, maar niet in de geneeskunde. Anders ligt het bij een opmerking van minister Brinkman, baas van Dees, in de Gay-krant: „Geen gezeur. Opere ren?, dan ook testen!" Hij was tegen een test tegen de zin van de pa tiënt, en tegelijk, zoals een politicus betaamt, eigenlijk ook weer niet. Maar het meest opmerkelijke is de openlijke rebellie onder artsen die een 'snijdend vak' beoefenen: chi rurgen en anesthesisten. Ik doe het toch... Een tuiltje bloemlezing uit diverse interviews! De anesthesist prof. B. Smalhout: „Zo'n patiënt opereren; het is als het werken aan een ra dioactief vat". Chirurg prof. Witte- bol: „Als ik een redelijk vermoeden heb dat de patiënt besmet is met aids vraag ik toestemming voor een test. Weigert hij, dan doe ik het toch". Prof. Terpstra, chirurg: „Ik ben voor een verplichte aidstest". Verder is het een publiek geheim dat in heel wat ziekenhuizen zon der dat patiënten toestemming is gevraagd aidstesten worden afge nomen. Op dit moment lopen vijf zaken voor de medische tuchtcolle ges en waarschijnlijk is dat het top je van een ijsberg: artsen omzeilen het probleem door eerst een aid stest te doen en dan pas toestem ming te vragen. In het geval van een negatieve uitslag hoeven ze dan niets te zeggen. De klemmende vraag: hoe besmettelijk is dat aids- virus nou eigenlijk? Het aidsvirus is, zoals u vanaf deze week in bij postkantoren verkrijg bare folders kunt lezen, buitenge woon weinig besmettelijk. Het zit in bloed, sperma, vaginaal vocht en moedermelk, en dit in afnemende volgorde: bloed is besmettelijker dan sperma', sperma besmettelijker dan vaginaal vocht. Het kan in de buitenlucht niet overleven, zodat het niet, zoals het griepvirus, kan komen aanwaaien. De enige ma nier om het op te lopen is door di rect bloed op bloed-, bloed/sperma- en bloed/vaginaal-vochtcontact. Huisgenoten en collega's van aid- spatiënten lopen geen gevaar. Die kunnen zonder bezwaar onder de zelfde douche staan, hetzelfde be stek gebruiken of hetzelfde toilet. Om het virus op te lopen moet je echt moeite doen, vandaar dat het virus in afnemende frequentie cir culeert in de beperkte risicogroep van mannelijke homoseksuelen (die zich niet houden of gehouden hebben aan de regels van de 'safe sex'), spuiters, partners van aidspa- tiënten en klanten van heroïnehoe- rer.. Theoretisch loopt ook iedereen die beroepsmatig met bloed omgaat kans op het krijgen van aids: chi rurgen vooral en ander medisch personeel. Hoe groot is die kans? Kansen Medische rekenmeesters die met rekenkundige modellen speelden, kwamen tot een kans van tussen de 1 op 10 en 1 op 10.000 per 30 chi rurgische beroepsjaren om het vi rus op te lopen. Daar heb je dus weinig aan. De Amsterdamse aids- deskundige, dr. R. Coutinho, houdt de besmettingskans op 1,5 op 1000 per 30 jaar, en om de ziekte daad werkelijk te krijgen op een kans van 1 op 2000. Dat is ongeveer de kans om aan een verkeersongeluk te overlijden. In Amerika is divers onderzoek ge daan om de gevolgen van besmet tingsongelukjes (bijvoorbeeld prik ken aan besmette naalden) in zie kenhuizen te bepalen. In het San Fransisco General Hospital volgde men 270 werkers 15 maanden lang. Er kwamen 343 prikongelukken voor, maar toch raakte niemand besmet. Er is meer van dergelijk onderzoek en steeds kwam er als resultaat uit dat het aidsvirus zelfs bij prikongelukjes buitengewoon weinig besmettelijk is. Maar het veelzeggendste is wat Amerikanen de 'circumstantial evidence' noe men, het bewijs van de praktijk: in Amerika zijn nu 70.000 aidspatiën- ten en lopen enkele miljoenen be smettelijke 'seropositieven' rond. Het aantal contacten tussen me disch personeel en besmettelijke patiënten moet daar in de miljoe nen lopen, en toch zijn in de loop der jaren minder dan tien mensen beroepsmatig door het virus besmet geraakt. Aidstest Maar ja, als dokters - professoren nog wel - niet onder de indruk zijn van dergelijke argumenten, kun je dan nog verwachten dat politie mensen, kappers, enzovoort zich wél laten geruststellen? De roep om een verplichte 'aidstest zal in de toekomst steeds luider gaan klin ken, en het is de vraag of de over heid daar weerstand aan kan bie den. Een verplichte test zal bijna niemand beschermen maar wel duizenden mensen letterlijk als 'uitschot' in de Buitenste Duisternis werpen; ook mensen die geen aids hebben, want de test is tamelijk on nauwkeurig. Onderzoekers Meier en Pauker in de New England Journal of Medi cine: „Hoeveel relaties mogen worden verbroken, hoeveel verze keringspolissen geschrapt of gewei gerd, hoe vaak mag worden gea borteerd eh hoeveel paren mogen kinderloos blijven om een geval van aids te voorkomen?" door Joke Forceville-Van Zijn daad wordt de angst uw moed. kunnen moeders en dochters vaak bij elkaar leentje buur spelen. Als kind trok de Links: sweatvest 39,-; broek 59,-, pullover 39,- en sous pull 11,75. Rechts: colbert 69,-, rok 45,- en blouse met rozenmotief ƒ39,-. („Kien", o.a in Delft). Bij een discussie op een verjaardag waar een jongeren bij elkaar was zitten, heb ik je kunnen toegehoord, hoe kun je nu beter aan weet komen wat jonge bezielt, dan door naar luisteren. Het gesprek ging over kerkbezoek. Een jongen een jaar of zestien hoogste woord en zei kleur van opwinding en, ik denk, ook wel enige dat je er een flinke dosis voor moet hebben zondags niet naar de gaan. De moed om de opinie van de kleine, besloten gemeenschap hij thuishoorde, te Moed om gewoon nee te zeggen tegen wat hij een ingewortelde gewoonte noemde, maar waar hij mee „kon". Toen de harde uitval Ji jongen wat was het een poosje stil was geweest, dook er. als iel tastends in de ruimte, ander geluid op. Een niet veel ouder dan zei het een beetje blozend: Weet je dat il juist zoveel moed voor opbrengen om wèl te Óf beter, dat naar de gaan kost me niet zoveel moeite, maar wel het feit eerlijk voor uit te Daar gezien te worden later daar dan voor te verantwoorden in de Is dat eigenlijk niet wat vreemd? Dat een mens, jongen, zich tegenover omgeving zou moeten verantwoorden voor de kerk gaan op zondag? haast iets ongerijmds in, in onze tijd, waarin meent zijn eigen levt moeten leiden, eigen mogen stellen en vooral voortdurend te vanuit zijn verantwoorde. constateren immers zo dat het individualisme iksisme zelfs, Het heeft eigen persoon in het middelpunt van het stellen, maar omgekeerd bekennen tot de (ongeschreven) wetten en bepalingen van de groep. Ouderen en opvoeders heb nogal eens de neiging zich )0 boos te maken over dit soo gedrag. „Wij trokken ons vroeger weinig aan van m anderen, ook onze vriendjt en vriendinnetjes, over om oordeelden", wordt gemakkelijk beweerd. Afgezien van het feit dat andere tijden andere zeden IR met zich meebrengen, zout ons kunnen afvragen o ,Wl het waar is wat die opvoei beweren. Laten we er maa eens even bij stilstaan dat onze jeugd ouders er algemeen genomen vrij eendere opvattingen op hielden. We gingen, als gezinnen, om met gelijkgezinden, uit de para of kerkelijke gemeente. Met „andersdenkenden" lie we ons weinig in. De scha die we bezochten was van es, bepaalde signatuur en daar vond je vriendjes en vriendinnetjes met eenzelfi achtergrond. Het is onrechtvaardig onze opgroeiende jeugd te verwi'j dat ze aan menselijk opzieI lijdt, als ze zich voegt naar normen van de groep waai ze behoort. We zouden de hand in eigen boezem moe steken en ons ervan bewus ie dienen te zijn dat wij, tot d Ihi oudere generatie behorend, minstens hebben meegewenIe aan de ontwikkelingen van nu. Ontwikkelingen die ei hebben geleid dat jongeren zich zeer hechten aan de bevestiging van leeftijdgenoten. Daar krij_ ze bovendien veel kans toe Jongeren worden politiek economisch steeds meer èi vroeger losgeweekt van hel gezin waaruit ze stammen. Ook daarom sluiten ze zich meer en meer bij elkaar aai Zo laten ze zich dus beïnvloeden door de normef)E van de groep. Misschien moeten ouders geduldig wachten tot zich d iii groeiproces heeft voltooid, i ioi ondertussen hun eigen, ieln< andere normen zó beleven ze waarden blijken te word z< Waarden die toekomst hebtfm i iel actuele mode te gen scherpe prij zen. „Kien" en je hebt beet! Het beste voor de „ruilbeurs" is de combinatiemode voor het hele ge zin. Een anorak in streepdessin met tegengevoer- de kraag wil de voetballende zoon ook nog wel eens van ma lenen. En als hij met vakan tie is, vist de dochter die voor hetzelfde geld uit de kleerkast van haar moeder. Of misschien heeft vader die al te pakken om mee naar de reünie van zijn jaargeno ten uit Leiden te gaan Kortom: er valt heel wat te rommelen met polo's, overhem den, vesten, ber muda's en shawls. Uit de praktijk: er bestaat een Voor- burgs leraarsge zin, waar moeder .(39), zoon (14) en dochter (16) om beurten een swe ater van pa (40) pikken om „even bij een be paalde gelegen heid te dragen. En hij vindt het nog best ook. Maar dit is dan ook een kleding stuk van een kwalitatief zeer goed en duur zaam merk. Sok ken en jerseys, shorts en regen jassen, cardigans en T-shirts, ze zijn gemaakt voor de familieruil handel. om van ceintuurs, (H)das- sen en blousons maar te zwijgen. Ze verhuizen van het ene lijf naar het andere en waarom ook niet? Het is alleen wat lastig als de doch ter of zoon aan de Sorbonne in Pa rijs studeert TINY FRANCIS hooggehakte schoenen aan van ma, om voor de spiegel „dame" te spelen; maar er komt een tijd dat ze de rode blouse van haar moeder (gedragen onder een zwarte bla zer) graag wil le nen als ze met haar vriend uit gaat. Op gebleek te jeans. Vooropgesteld dat dochterlief niet liever met drie truien over el kaar op een roya le bandplooibroek rondstruint, valt er in tijden van krappe beursin- houd wel iets in gezinsverband te ruilen. Natuurlijk zal geen ma met een behoorlijk verstand zich kle den naar de En gelse frase mut ton dressed as lamb" (een schaap gekleed als lam Als voorbeeld echter kunnen simpele pakjes in simpele ruitjes genomen worden. Moeder Elisabeth draagt het jasje op bijpas sende knielange rok; dochter Bet ty slingert een breed ceintuur om de cardigan, stroopt de mou wen op en trekt er een kort zwart rokje ver boven de knie bij aan. Hierbij wordt niet uitgegaan van pe perdure. aan het lijf gegoten exclu sieve creaties, maar van gezelli ge dagkleren van niet te kostbare komaf. Je denkt daarbij bijvoor beeld aan de slan ke stijl van de KIEN-mode, die langzamerhand een woordje mee spreekt in het Ne derlandse mode beeld. De formule van „Indemode Kledingbedrij ven" met 43 ves tigingen door het hele land is een volle dochter van Vendex Interna tional, die vijf jaar geleden de beslissing nam zich een plaats te veroveren op de „budget-mode- markt". De naam „Kien" is geen toevalstreffer. De formule is vlotte. Sportieve anorak in streepdessin met effen contrasten op seersucker bak kersruitje voor de broek. McGregor zo mercollectie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 10