Suriname weer terug bij af finall Stof, puinhopen en bloed .nea jSSSg~r'zèzT^'m T H B 1 KOEKOEK Het is niet eenvoudig in Paramaribo een chauffeur te vinden die bereid is naar het „oorlogsgebied" in het oosten te rijden. „Wij gaan daar niet heen. Het is te gevaarlijk", zegt de manager van het taxi- en autoverhuurbedrijf De Paarl. Na een aantal telefonades en gefluisterde contacten in de lobby van hotel Torarica blijkt tenslotte één man, die we omwille van diens veiligheid Roy zullen noemen, bereid. Er meldt zich een tweede belangstellende „Ron", die dierbare herinneringen bewaart aan de stad Albina en met eigen ogen wil aanschouwen hoe de stad erbij ligt. PARAMARIBO - De reis begint met de oversteek van de Suriname- rivier in Paramaribo naar de oude plantage Meerzorg in het aangren zend district Commewijne. De af tandse veerboot zwoegt tegen- strooms langs het roestend wrak van een Duits schip, dat daar in de Tweede Wereldoorlog is vergaan. Op de gescheurde flank staat in verschoten letters gekalkt: Vijf Jaar Revolutie. De tekst dateert dus van drie jaar geleden, toen Desi Bouter- se nog vast in het zadel zat. Aan de overzijde van het water is het in de Javaanse nederzetting een drukte van belang. De auto baant zich een weg over de stoffige straten, langs piramides van watermeloenen, bergen papaja's en zak ken rijst. Dan is het plotseling afgelopen met de bedrijvigheid en strekt de weg zich verlaten uit in de richting Moengo, ons eerste reisdoel op negentig kilometer afstand. Aan weerszijden verheft zich de'jungle. Hier en daar zijn kleine akkertjes uitge spaard in de bosrand. Daar wonen Ja vaanse families in hun boerderijtjes met twee of drie koeien en wat tuinbouw op hun „kosgrondje". Even na het dorp Ta- maredjo doemt in de verte de eerste mi litaire post op. Roy en Ron turen ge spannen naar het naderend obstakel van olievaten en zandzakken. Gijzeling Eenmaal daar gebaart een onverschillig kijkende soldaat dat we zo door mogen rijden. De speciale doorgangspasjes, die we de dag tevoren in het roemruchte Fort Zeelandia - plaats van de „decem bermoorden" - hebben,afgehaald bij de commandant van de militaire politie, blijven vooralsnog ongebruikt. „Tenez votre gauche", staat bij benade ring van de Commewijne-rivier op een verkeersbord. Suriname rijdt immers links en we gaan oostwaarts richting Frans Guyana. Er ligt een platgereden beest op het wegdek. „Dat was een aap je", zegt Ron. Dan verrijst aan de einder de brug bij Stolkertsijver over de Com mewijne. Hier begon in de zomer van 1986 de Su rinaamse burgeroorlog, toen het Jungle Commando van Ronnie Brunswijk bij die post een aantal militairen in gijzeling nam. Thans heeft het staakt-het-vuren, dat al enkele maanden in acht wordt ge- nom^p, het zestal soldaten dat hier bij hun verschansing de wacht houdt goed lachs gemaakt. Maar oh', wat zijn ze nog jong en wat straalt van zo dichtbij be zien de angst uit hun ogen. Zoals elke oorlog is ook de Surinaamse er een die wordt gestreden door kinderen. We rijden het district Marowijne bin nen, strijdgebied bij uitstek en van ouds her overwegend bewoond door bosne gers. Maar Marowijne is nu uitgestor ven. Slechts om de paar kilometer ont waren we een menselijke gestalte, die op grote afstand van de naderende auto verdwijnt in het oerwoud. Op een enke ling na is de boslandbevolking gevlucht naar Paramaribo of naar Frans Guyana. Voor hun verlaten woninkjes staat in de wegberm een tak met daaraan een wit vlaggetje. Spookstad Zo brachten de bewoners in het begin van de strijd tussen Brunswijk en Bou- terse tot uitdrukking dat zij neutraal en vredelievend waren, met het doel ge spaard te blijven voor geweld en roof. Maar al gauw bleek een gerafeld wit doekje het kwaad niet te kunnen tegen houden. Na tientallen kilometers van groene ver latenheid wijst een piepklein bordje linksaf naar Moengo, het stadje waar Su- ralco de grootste bauxietmijn van Suri name exploiteert. Moengo en de aan grenzende dorpen telden twee jaar den nog zo'n vijftienduizend Vandaag is het een spookstad. Suralco produceert nog maar een fractie van zijn capaciteit, want van de 4500 ar beiders zijn maar 300 onverschrokkenen op hun post gebleven. De wachter bij de ingang van de mijn heeft niets te doen. Een poster achter hem waarschuwt de arbeiders in het Surinaams om bij het tillen niet de rug te breken: „No broko joe baka". Maar er wordt weinig meer getild dezer dagen. In het stafdorp van het bedrijf staan op drie na alle 36 luxe huizen van het hoj personeel leeg. Een bungalow is afj_ brand, een andere vertoont schietgaten Eén van de geblevenen heeft alles gemaakt sedert Ronnie Brunswijk voo het eerst van zich deed horen. Hij vertelt: „Na de gijzeling bij Stolkert sijver bleef alles hier nog maandenlang zijn gewone gang gaan. Toen is in sep tember 1986 op het Suralco-terrein een bosneger door een politieman doodge schoten. Hij was betrapt op illegaal vis sen en hij bedreigde de agent die hem wilde arresteren met een kapmes. Sinds dien is de zaak hier gaan escaleren. Brunswijk heeft het huis in brand gesto ken van de man die de doodgeschoten bosneger had aangegeven bij de politie". Dynamiet „Een paar weken later volgde de aanval van Brunswijk op het militair kampe ment in Albina, hier 35 kilometer van daan. Toen kwamen de eerste vluchte lingen naar Moengo. We hebben vijftien huizen aan ze afgestaan. Maar het duur de niet lang of ook Moengo werd aange vallen. Het Jungle Commando kwam met twaalf man, meer niet, uit de bos rand. Ze leenden auto's en varkens. In het begin kregen we die nog terug, later niet meer. Iedereen moest een bijdrage leveren aan de strijd tegen Bouterse, zei den ze. Er waren zestig militairen gele gerd op het vliegveld van Moengo. Maar die durfden niet uit het kampement te komen". „We hebben het leger gewaarschuwd dat er een grote hoeveelheid dynamiet op ons terrein ligt. Maar ze durfden dat niet te komen bewaken. Na een paar weken is Brunswijk het komen halen. Hij heeft ZATERDAG 9 APRIL ■w^—iii. - r- De opgeblazen brug in de weg van Moengo naar Albina is pro er de bruggen in de weg naar Albina mee opgeblazen. Het leger is toen een klop jacht begonnen op alles wat bosneger was. Die kennen Brunswijk allemaal. Als de soldaten aan ze vroegen, waar zit-ie, en ze zeiden het niet te weten, dan wer den ze meegenomen. Op een dag waren er veertien lijken in Mooiwana, hier dichtbij. Er waren oude mannen en kin deren bij. Brunswijk heeft ze hier in de recreatiezaal van Moengo tentoonge steld. Om de misdaden van het leger te laten zien. Alles bij elkaar moeten er on geveer tweehonderd bosnegers vermoord zijn". Spoorlijn Ondanks angst voor herhaling begint de zer dagen dank zij het nu al geruime tijd aanhoudende staakt-het-vuren en de be ginnende bemiddeling tussen Brunswijk en de regering, een aantal vluchtelingen weer terug te keren naar hun huizen. Zelfs enkele bosnegers, die in Paramari bo geen middelen van bestaan hebben, wagen het om hun huisjes in Moengo en Albina weer op te zoeken. De verteller van Suriname's oorlogsge schiedenis steekt de hand op als over de stoffige grindweg een gammele pick-up truck komt aanrijden. Aan het stuur 'blijkt de burgemeester, de „Loera", te zitten van het aangrenzende Javanen- dorp Wonoredjo. En naast hem zit een man uit Paramaribo van het Elektrici- teits Bedrijf Suriname. Ze gaan de door Brunswijk opgeblazen elektriciteitscen trale inspecteren en wij rijden in de laad bak met ze mee. Weer gaat het over desolate straten, maar inderdaad zien we hier en daar in dit klein Indonesië een menselijke ge daante scharrelen in een tuin. En aan de andere kant van de verwaarloosde spoorlijn, waar strikt afgescheiden de bosnegerhuisjes staan, ontwaren we wa rempel ook enkele diepzwarte gestalten. „Dat gezin is dit weekeinde teruggeko men. Ze zijn zeer dapper", zegt de bur gemeester. Langs de toegangsweg naar de centrale staan twee riante huizen van ESB-direc- teufen leeg. ..Hie maanden in gelo meester. Hij de EBS oog in oog niet het elektro-\nstallatie 1r inspecteren ..Ik heb mijn eigen handen niet langer aanzien" cus. De Loera is hu en zegt: „Een zware ij door de kracht van l Verkoolde Na een lunch in de dé na lege stafclub „C.iv ralco gaat de reis stad aan de Marowij met Frans Guyana H blazen brug is een hou tic aangebracht. Ron met de auto overheen dert achter ons een i soldaten. Een van 0 jongens springt uit dé- een plank zo. dat naar de andere oever tair vraagt niet eens n. Langs het dorp Mo door een nu heuvelai 1 blieme uitzichten eens is daar de bocht cn Roy houden dé- udi omgevallen telefoon wirwar van kabels r hobbelen. Daar is het huis. Meteen gevolgd ruïne. En daar een der met alleen nog wat Op de hoek an de En vicroever kijkt Ro\ heen. „Hier was het hier stond hotel Mar stem. Hij kan op niet half omgevallen muré staketsels wijzen. deze driesprong de les kapot. „Mijn We moeten ons. al\é door Piet Snoeren Wat kindertjes tegenwoordig leren, wordt ■Igens boze tongen in niet geringe mate bepaald door de maatschappelijke opstelling van de onderwijskrachten waartoe ze veroordeeld zijn. maar vroeger leerden de kindertjes dogma's en ien van die dogma's luiddein mei /eggen alle vogels een ei behalve de koekoek en de spriet, die leggen in de meimaand niet. Joechei, mei 1988 is nabij, de tijd van het grote terugblikken en nabeschouwen over mei 1968 en reeds nu kan vergif ingenomen worden •n hei volgende: de media van hoog tot laag zullen concluderen dat de koekoek twintig jaar geleden, op 13 mei 1968 om i \act re zijn. wis en waarachtig een ei legde Het koekoeksei van de studentenrevolte. A/ dijk was de koekoek er al eerder bij, want de troebelen begonnen ob*22 maart in het Franse universiteitscenuuhi Paris- \anterre. een intellectuele buitenplaats van Bijlmermeerse geestdodendheid. en dc oorzaak was meer dat de daar ingekwartierde studenten zich te pletter verweiden dan dat ze de benoeming ■isten van Che Guevara tot hoofd van de wereldregering, met Xlao Zeodong als zijn profeetmaar het strovuur sloeg over naar de Parijse binnenstad, stak de vakbonden aan en toen sloeg de vlam in de pan. 13 mei 1968 dus. Een miljoen betogers in, het Quartier Latin, beurtelings opgejut door de toepasselijk r< -odharige studentenaktivist Daniel Cohn-Bendit en de filosoof Jean Paul Satre die gezien zijn kalende kruin beter had moeten weten. Inspraak. Democratisering. Zelfbestuur. De anti-autoritaire heilsboodschap. Het aktiewezen. Wat wurmde zich niet allemaal uit dal koekoekseiOmdat in Sedert and alles later gebeurt, moest ten onzent gewacht worden tot mei 1969. maar toen de Tilburgse studenten hun katholieke hogeschool eenmaal met veel van zachte g"s hadden omgedoopt tot Kart Mar.x Universiteit, was de beer en danste hij ras zijn vreugdedans >nder de rode vlag die wapperde uit hel t Ferdinand Domela Nieuwenhuis I Mversiteit omgedoopte Maagdenhuis te \msterdam. Bezetten werd de mode van Je Jag en als nakomertje wurmde zich Je kraakbeweging uit het koekoeksei. \akomertjes willen wel eens vaker niet Je besten zijn. Twintig jaar later echter de alternatieve staat in de staat met oIs absurdistisch toppunt Amsterdam 'rstad onder Repelsteeltje Roel snel sloeg hel deurtje we hier hem dicht De tragikomedie van •ndergang laat zich aardig ir maken aan de hand van twee enn kranteberichten plus een ingezonden brief Twintig jaar geleden, aldus bericht nummer 1. kocht Imstcrdam, om het democratiserende Jan Hagel klein te krijgen, bij wijze van k noet m allerijl drie waterkanonnen. I erouderd inmiddels. ..Ze begonnen mankementen te vertonen" zegt ilitiewoordvoerder Klaas Wilting. ..En n groot nadeel van die antieke bakken dal ze alleen op 10 atmosfeer spoten. Een pisslraalje". In plaats daarvan zijn >;:i vier fonkelnieuwe waterwerpers aangeschaft waarvan Den Haag en R> oer dam er elk centje hebben gekregen n Amsterdam de resterende twee. Kosti n: ruim zeven ton per stuk. Maar Jan ook een electroniscn regelbare spankracht van 15 atmosfeer. Daar gaat een demonstrant geheid van tegen het asfalt, meldt Wilting. al wil alleen dat er in geen velden of wegen meer den bekennen vallen. Bericht i e, Muite, het oproerkraaiende aktieblad Bluf heeft zichzelf opgeheven. Gebrek ,i m akties. ..Hel is allemaal niks meer aldus de redactie in zijn laatste snik. .Iedereen neemt tegenwoordig een afwachtende houding aan. Er is niks meer om over te schrijven. De alternatieve beweging lijdt aan een •chele malaise. H 'at we doen. is hartmassage op een tijk. We hebben 'iisze/f al jaren overleefd". Weggegooid geld dus. die peperdure waterkanonnen. Geen hond om tegen het asfalt te spuiten. Maar een ingezonden brief in 's lands kwaliteitskrant doet ïaal de deur dicht. ..Graag wil ik", t hij. ..het volgende rechtzetten. Niet Boerlage, zoals u berichtte, heeft te inne dc heer H J. L. 1 'onhoff in het hl gespuugd, maar ik, en wel twee Dit was géén aktie van hel Komitee it hij mij met ongefundeerde ïildigingen heeft aangetast in mijn 'joede naam Was getekend: G. oh Hoe definitief de jaren zestig root zijn. bewijst die klodder kwijl gelanceerd door de heh z waardje op haar hobbypaardje, muur opgeëist door een rancuneuze enkeling, van achterbannen vrij. De kroon op het werk van het ik-tijdperk. Koekoek. it Frans Guyana Saint Laurent) naar zijn eigen „stek" i i de eerste Indiaan die terugging. FOTO'S: PERSUNIE ■£eidóc6ou/u2 ii)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 23