plet spelletje blufpoker op het Binnenhof Gek worden van een glaasje prik ■^BINNENLAND £eidóC@ou*CMit Politiek Partij Parlement Waarschuwing tegen massahysterie ZATERDAG 2 APRIL 1988 PAGINA 5 jggapEN HAAG Eén van a-go driftigste ministers in 3E »het toch al zo onrustige 'a6 f^abinet-Den Uyl ('73 - *77) was drs. R.F.M. Lub bers, belast met Economi- «gche Zaken. Als iets de Emge Ruud echt niet be- Hiel, verliet hij woedend s oe'de ministerraad. Meestal jof «ging hij dan de tuin in van loldï'het Catshuis om te wach- rsisjjen tot iemand hem zou >pa. avragen terug te komen. kabinetsvoorstel dreef ,ubbers in die tijd drie keer gazon op: de invoering van oogden wettelijk minimumloon erzorgjyoor jongeren. Een gigantische "'SMftiunder, vond hij. Het plan jnlnK^k zo sociaal, maar op ter- 'reiatiffliijn zou het alleen maar nega- 5. 267tieve effecten hebben. Binnen de kortste keren zou de arbeid Van laaggeschoolde jongeren te M. ofiuur worden voor de meeste en dafoed rijven, met als gevolg een t0l23tors® van workloos- >4956klles afwegende vond de ■ti_!__Jbieuwbakken minister de zaak Bduwiniet belangrijk genoeg om af n, go^e treden. Maar hij bleef er Iszakff^t van overtuigd dat de lie, 3(overheid zich niet moest be- uw. ofrnoeien met de hoogte van de ïdSpn 8i7iLubb Jpet g; jeugdlonen. Als een werkgever niet méér behoefde te betalen dan hij verantwoord vond, zouden er vanzelf weer banen voor jongeren komen, meende de voormalige fabrieksdirec teur. Deze voorgeschiedenis is nodig om te begrijpen waarom de CDA-fractie aan het slot van het driedaagse sociaal-econo mische kamerdebat trilde van de zenuwen. Want hoe zou premier Lubbers reageren nu één van zijn liefste geesteskin deren van de laatste tijd, een verlaging van de lonen voor 23- tot 27-jarige jongeren, om zeep geholpen dreigde te worden door fractieleider Bert de Vries? Zou Lubbers het hoofd buigen of zou hij het „onaanvaard baar" uitspreken? En wat moest er in het laatste geval gebeuren? Zouden de CDA- kamerleden hun eigen pre mier naar huis moeten sturen? Niemand die het wist. Sommi ge fractieleden veronderstel den dat Bert de Vries als pun tje bij paaltje kwam het hoofd in de schoot zou leggen, omdat hij onder geen beding een ka binetscrisis wilde. Anderen gingen er evenwel vanuit dat hun voorzitter niet meer terug kon en dat een „afschuwelijke botsing" dus onvermijdelijk Redding Eén man kon echter nog red ding brengen: Joris Voorhoe ve. De fractieleider van de VVD had zich immers, tot ve ler verrassing, aan de zijde ge schaard van het CDA. Nadat hij lange tijd had geroepen dat De Vries „onverantwoorde ri sico's" nam, vond nu ook Voorhoeve sommige voorstel len van het kabinet niet meer zo goed. Over de redenen van die reu zenzwaai was men in de VVD weinig geheimzinnig. Door in het conflict Lubbers-De Vries de kant van de laatste te kie zen, hoopte Voorhoeve de CDA-fractie te kunnen bewe gen tot concessies. De „deal" die hij in gedachten had, kwam erop neer dat de VVD steun zou verlenen aan het torpederen van de jeugdloon- verlaging, in ruil waarvoor het CDA zijn kritiek op de extra belastingverlaging voor topin komens zou inslikken. De VVD werd daarbij ook ge motiveerd door de geruchten dat Lubbers en De Vries uit eindelijk tot een compromis zouden komen. De kans was groot dat in dat geval de verla ging van de fiscale toptarieven het loodje zou leggen. Dat was immers „toch maar" een VVD-verlangen en zou dus het gemakkelijkst door Lub bers opgeofferd kunnen worden. In werkelijkheid was er in de kwestie rond de jeugdlonen geen sprake van een vergelijk de één twee van het CDA. Lubbers ging er nog steeds vanuit dat De Vries wel zou inbinden. Desnoods zou de premier zijn veto uitspreken over één of meer CDA-moties, hoewel hij door zulk machtsvertoon grote schade zou berokkenen aan de verhouding met zijn „eigen" fractie. Maar zoals zo vaak ging Lubbers ook ditmaal uit van zijn favoriete stelregel „wat moet, dat moet". VVD wist niets De VVD wist daar echter alle maal niets van. Zij dacht de juistheid van haar vrees voor aantasting van het belasting voordeel voor de hoge inko mens bevestigd te zien door de massale steun die De Vries van zijn fractie kreeg. Dat kon toch niet anders betekenen dan dat Lubbers het onderspit zou delven en dus de fiscale maatregel voor de veelverdie- ners deels zou terugdraaien. Vanaf dat moment meende Voorhoeve dat hij zijn geld be ter van paard „Ruud" kon af halen om het op paard „Bert" te zetten. In de publieke opinie heeft de VVD-voorman daarmee goed gescoord. Hij was op slag geen „slaafs verlengstuk" meer van het kabinet. Bovendien kon hij f»oseren als redder van de coa- itie. Dank zij de liberale steun aan de eisen van het CDA zou het kabinet nu zelf wat moeten inschikken en zou een botsing in de Kamer uitblij ven. Een dergelijk imago in de media leek mooi meegenomen voor iemand die vast van plan is de politiek leider van de VVD te blijven, alle concur rentie vanuit Leeuwarden ten spijt. De wereld van de media is echter niet dezelfde als de rau we realiteit van het CDA- hoofdkwartier op het Binnen hof. Natuurlijk, Bert was Joris zeer erkentelijk. Maar hij moest niet denken dat het CDA nu op slag zijn bezwaren tegen de verlaging van de top tarieven zou vergeten. Voor trekken van hoge inkomens was er niet bij, vond De Vries, zeker niet nu tegelijk de koop kracht van de lagere inko mens dreigde te worden aan- op dat de VVD- kamergebouw verliet. Samen met vice-premier Rudolf de Korte ging hij naar het Cats-, huis om zich bij CDA-direc- teur Lubbers te beklagen over de halsstarrigheid van diens sous-chef De Vries. Tever geefs. Wist het liberale duo dan niet, informeerde Lub bers, dat de verhoudingen in het CDA ietwat gewijzigd wa ren? De Vries weigerde toch al twee weken zich te schikken naar de wensen van het kabi net? Nee, als Joris iets bij Bert wilde bereiken, moest hij dat op eigen kracht doen. Witte rook Toen was het spelletje Haagse blufpoker in feite beklonken. Voorhoeve stemde ermee in dat een extra belastingverla ging voor de rijken geheel door henzelf betaald zou v orden, doordat bepaalde af trekposten en slimme fiscale constructies onmogelijk zou den worden gemaakt. Ook zet te de VVD'er zijn handteke ning onder een CDA-motie te gen verlaging van de jeugdlo nen. Als tegenprestatie sig neerde De Vries liberale ka meruitspraken voor een extra verlaging van de belasting voor de middeninkomens en een onderzoek naar de moge lijkheden voor de verkoop van woningwetwoningen aan huurders. Om drie uur 's nachts meende Voorhoeve dit goede nieuws aan Lubbers te moeten door bellen. „Witte rook, Ruud. Je kunt gaan slapen". Het was de vraag of de premier daar nu zo blij mee was. Ten eerste lag hij allang in Morpheus' armen en ten tweede moest hij nu gaan nadenken over een manier, waarop hij de volgende dag zonder gezichtsverlies zijn voorstel tot verlaging van de jeugdlonen kon intrekken. RIK IN T HOUT 1,64 De organisaties en instanties die zich bezighouden net het verband tussen de chemi sche toevoegingen in voedsel en gedragsstoornissen worden al geruime tijd over spoeld met telefoontjes. Aan leiding: het NCRV-program- ma Rondom Tien dat televi siekijkend Nederland erop attent maakten dat sommige kinderen heel slecht reage ren op bepaalde chemische toevoegingen in voedsel. Sindsdien zoeken veront ruste ouders bij honderden tegelijk de verklaring voor het afwijkend gedrag van hun kinderen in bepaalde ingrediënten, de zogeheten additieven, van het voedsel. Groot probleem is tot nu toe is echter het gebrek aan in formatie. Wetenschappelijk onderzoek is er nog nauwe lijks naar verricht. Het is gissen welke chemische stof fen wel en welke geen in vloed hebben op het mense lijk gedrag. De synthestische kleurstoffen hebben elk eer» eigen E-nummer, maar in Nederland is het niet ver plicht die op de verpakking te vermelden. De ene fabri kant doet het wel, de andere niet. Het gevolg is algehele verwarring. Marianne Hollman van BAS, de ouderorganisatie in oprichting, zegt geschrokken te zijn van de algehele roep om informatie. „Het is onge looflijk. We kunnen het nauwelijks aan. Het is triest dat het zolang heeft moeten duren voordat er iets is los gekomen". Edith Kunnen van de Ne derlandse Voedsel Allergie Stichting staat niet te jui chen bij al die belangstelling voor chemische intolerantie, zoals het slecht reageren op chemische middelen wordt genoemd. Volgens haar is een massahysterie aan het ontstaan. „Het wordt uit z'n verband gerukt. Ouders van wie de kinderen weieens een paar slagen uitdelen, denken direct dat er een verband is met die zoge noemde additieven. Kinde ren worden onnodig op' dieet gezet. Alle gedrag dat enigs zins afwijkend is, wordt di rect hiermee verklaard. Er zijn zeker kinderen die er extreem op reageren. Maar het is niet zo omvangrijk als nu wordt gesuggereerd Maar Marianne Hollman zegt er geen problemen mee te hebben dat de verklaring voor afwijkend gedrag nu door veel ouders in de sa menstelling van de voeding wordt gezocht. „Het blijkt uit de reacties die bij ons binnenkomen dat veel men sen na jarenlang tobben, opeens geholpen kunnen worden. En ons principe is: baat het niet dan schaadt het niet. Het gaat niet ten koste van de kinderen als je hun voedselpatroon verandert.' Wij geven ook altijd het ad vies: probeer het een maand. Is er geen verbetering, zoek dan de oorzaak ergens an ders". De BAS en het Voorlich tingsbureau voor de Voeding hébben elk een folder ge maakt. BAS somt daarin zo wel zeer kwalijke als on schuldige E-nummers op. Zo kunnen volgens Marianne Hollman E-102 en E127 tot zeer ernstige gedragsproble men leiden, terwijl E-330 en E-161 volkomen onschuldig zijn. Van E-102 (tatrazine, een gele kleurstof) is bekend dat het al bij kleine hoeveel heden kan leiden tot extre me vormen van agressiviteit en depressiviteit. Het komt met name in veel snoepgoed voor en is verboden in Noor wegen en Zweden. In het blad van BAS wordt er te vens op gewezen dat via de huisarts een lijst kan worden aangevraagd van de Data bank voor Voedselallergieën in Zeist. Het gaat hierbij om wat Hollman „de gemeenste chemische toevoegingen" noemt. Hollman en Kunnen waarschuwen tegen allerlei lijsten die in omloop zijn. „Ze zijn lang niet altijd be trouwbaar en leiden vaak tot onnodige paniek'-', zeggen ze. Voor meer informatie: Voorlichtingsbureau voor de Voeding, Postbus 85700, 2508 CK Den Haag, tel. 070- 503777. Oudervereniging BAS, Jos Gennekeweg 1, 2104 TM Heemstede, 023-293487. Nederlandse Voedsel Al lergie Stichting (NVAS), Postbus 21, 1300 AA Almere. ,DE KOELKAST WAS OPEENS EEN GIFKAST KAMPEN Kinderen die horendol worden van een glaasje grenadine. Het kan. Als gevolg van syn thetische kleurstoffen. Die chemische toevoegingen, ook wel additieven ge noemd, hebben op sommi ge kinderen dezelfde uit werking als een rode lap op een stier. Ze worden er extreem agressief van. Soms depressief. Veel is er nog niet over bekend; we tenschappelijk onderzoek is er nog nauwelijks naar verricht. Toch wordt langzaam maar zeker dui delijk dat er zeer zeker sprake is van een serieus probleem. Het blijft ech ter gissen naar de om vang. Voor Henk en Her- ma Fleurke uit Kampen staat vast dat de gedrags stoornissen van de nu achtjarige Jan Jaap ver oorzaakt werden door de chemische toevoegingen in levensmiddelen. „Maar nu is het weer de Jan Jaap die we kenden", zeggen Herma (35) en Hans Fleurke (40), die een paar jaar ellende achter de rug hebben, zicht baar opgelucht. Jan Jaap was de laatste jaren onhandelbaar, zeggen ze. Agressief en depres sief. Ze liepen met hem vele specialisten af. Niets hielp. Het bleef gissen naar de oorzaak van zijn buien, waarin hij bij tijd en wijle volkomen onhan delbaar was. Dank zij Rondom Tien, het tv- programma van de NCRV, en een attent familielid ontdekten ze de oorzaak van hun zoons gedragsstoornissen: chemische toevoegingen in z'n voedsel. Synthetische kleurstoffen die door de industrie met een E- nummer worden aangeduid. Ze zijn verwerkt in veel voe dingsmiddelen. Soms zijn ze volkomen onschuldig; in ande re gevallen is er sprake van het tegenovergestelde. Deze synthetische middelen met een E-nummer zijn onder meer te rug te vinden in snoepgoed (omdat het zo mooi kleurt). Door voedsel met chemische Het zeilschip De Vrijheid 29) Nu treft het dat Kapitein Rob in zijn jongensjaren een ster was in de toneelclub op school en dat hij bepaald prachtig kan imiteren. Zo komt het, dat de marconist, die zo'n beetje zat te dutten, niets bijzonders vindt aan de wat hoge temerige stem van zijn kapitein, die hem een codetelegram komt opgeven. Au- I tomatisch gaat de marconist aan het seinen en dan beginnen plotseling overal op zee andere, slaperige marconisten in actie te Ipmen. Ze worden wakker en maken een nachtrapportje. Ergens op het eindeloze water zet een motorschip van de mijnmaat- schappij nu koers naar de plaats van de misdaad. Twee vliegbo- ten op patrouille vangen het geseinde op en haasten zich die kant uit. Nu hij zo alles in rep en roer heeft gebracht, vindt Kapi tein Rob het tijd worden zich bescheiden terug te trekken. „We zullen het wel klaren", denkt hij tevreden grinnikend als hij zich zelf geruisloos overboord zet en zich in zijn gummiboot laat zak ken toevoegingen zoveel mogelijk te mijden is Jan Jaap zichtbaar opgeleefd, zo heeft de familie Fleurke (en Jan Jaap zelf niet in het minst) tot haar opluch ting gemerkt. Driftbuien Drie jaar geleden Jan Jaap was vijf begonnen de pro blemen. Z'n moeder: „Tot dan toe hadden we nauwelijks moeilijkheden met hem gehad. Het was een heel gewoon kind. Vanaf z'n vijfde begon hij te veranderen. Steeds va ker werd hij op bepaalde mo menten onhandelbaar. Hij ging dan echt door het lint, was door het dolle heen. Tie ren, met van alles en nog wat smijten. Het werd steeds erger. Er was dan geen land met hem te bezeilen. Maakte niet uit waar hij was. Op school, thuis, op straat met vriendjes; het gebeurde overal. Maar wat wel opmerkelijk was, was dat het altijd 's middags gebeurde. Vaak rond dezelfde tijd. Ja, hij had het vrijwel elke dag. Hij kwam er door in een isole ment. Thuis, in de buurt, op school. Vriendjes had hij niet meer. Logisch, die bleven bij hem uit de buurt". „Hij was ook vreselijk depres sief. Dat kwam na zo'n drift bui. Lag hij op z'n bed; hele maal ontdaan. Een nietig hoopje mens. Zei hij tegen me: mama, ik wil dood. En dat zegt dan een kind van zeven, acht jaar. Daar schrik je enorm van. Dan moet er iets ernstigs aan de hand zijn". „Natuurlijk hebben we profes sionele hulp gezocht: de huis arts, de RIAGG's. Maar de echte oorzaak kwam niet bo ven water. Eigenlijk zagen we geen uitkomst meer. De span ning in ons gezin werd steeds groter. De drie andere kinde ren gingen er ook onder lij den". Schuldgevoel Zoals gezegd, door het NCRV- pogramma Rondom Tien ont dekte de familie Fleurke de boosdoeners. Zij het niet on middellijk. Een attent familie lid had de Fleurkes getipt na de uitzending van net pro- synthetische kleurstoffen in allerlei levensmiddelen. Her- ma Fleurke weet nog dat ze aanvankelijk niet al te enthou siast reageerde. „Ik kon me niet voorstellen dat de proble men van Jan Jaap daar uit voort zouden kunnen komen. Ik heb het advies om Jan Jaaps eetpatroon te verande ren aanvankelijk naast me neergelegd. Ik moest er eerst eens over nadenken. Maar eind januari dacht ik: laat ik het eens proberen. Baat het niet, schaadt het niet. Ik heb hem vervolgens alleen nog maar dingen gegeven waarin weinig tot geen chemische stoffen zaten. Echt hij klaarde zichtbaar op. Na veertien da gen was hij al een heel andere jongen. Die driftbuien kwa men steeds minder en bleven op den duur vrijwel uit". Achteraf kunnen ze het alle maal verklaren. Zo begon het met de verandering van Jan Jaaps dagelijkse drankje: de overstap van Roosvicee op fel gekleurde ranja. Jan Jaap was toen vijf. „Daarna is het mis gegaan. En steeds in de mid dag. Ja, inderdaad een half uurtje nadat hij die ranja had gedronken. Op zondag was het ook altijd mis. Dat was ver schrikkelijk. Nu zeg je: logisch, hij kreeg dan gele vla. Of dat weekeinde dat hij een zakje van die fel gekleurde snoepjes kreeg. At hij heel snel achter elkaar op. Ik vergeet het nooit meer: hij was volledig van slag. Nee, toen legde ik dat verband niet. Maar nu zeg ik: natuurlijk, dat kwam door die snoepjes". Ze spreken zelf over „een wondertje". Hun omgeving re ageert verbaasd. „Mensen staan met hun oren te klappe ren. Begrijpen het niet. Ik denk zelf ook vaak: het is ook eigenlijk wel erg simpel. Dat we daar niet zelf op zijn geko- Informatie Net nadat hen duidelijk was dat er een verband was tussen het gedrag van Jan Jaap en de additieven in z'n voedsel, be gonnen ze een speurtocht naar informatie. Zonder al te veel resultaten. „Er is heel weinig over bekend. We zijn er ach- uitgezocht waar Jan Jaap wel en waar hij niet op reageert. Dat is overigens niet makke lijk. Het staat er lang niet al tijd op en je weet niet welke E-nummers wel of niet slecht voor hem zijn. Dat moet je uit proberen. Kijken hoe hij rea geert. Ja, je merkt het direct als hij weer eens iets ver keerds krijgt. Ik zie het aan z'n gezicht; dat krijgt dan on middellijk een speciale blik. Dat krijgt hij dan niet meer". Inmiddels zijn ze een heuse speurtocht begonnen naar le vensmiddelen die geen nega tieve uitwerking hebben op het gedrag van Jan Jaap. „Ik ken de supermarkt op m'n duimpje", zegt mevrouw Fleurke. „Je loopt steeds te zoeken. Kijkt constant op de etiketten. Het zit allemaal in m'n hoofd. Langzaam maar ze ker krijg je het op een rijtje. Maar soms staat er op de ver pakking dat er „kleurstoffen" in zitten. Daar heb ik niets aan. Ik moet de nummers van die stoffen hebben". En Hans Fleurke: „Je koelkast verandert van de ene op de andere dag in een gifkast. Dat is wel even schrikken als je aan den lijve ondervindt hoe veel rotzooi er in voeding zit. Daar hadden we eerder nooit bij stilgestaan. Het is eigenlijk ongelooflijk. Het zit vrijwel overal in. Laatst nog: een sim pele rol beschuit. Zat het ook in. Dat verwacht je toch niet". Jan Jaap zelf heeft er niet de minste moeite mee dat veel lekkernijen voortaan taboe hem zijn, zeggen z'n ou- il het niet eens Hij kijkt zelf al tijd. Zoekt de E-nummers op. Jan Jaap voelt zich veel beter. Hij is ook blij dat 'ie van die nare buien af is. Hii vond het zelf heel vervelend. Hij had Nu niet hem is het ook duidelijk dat die problemen door die stoffen kwamen". Overigens: ze willen ook weer niet te streng voor hem ziin. „Het is ook niet zo erg als hij een keer weer wat van die ad ditieven binnenkrijgt Alleen grotere hoeveelheden vermij den we". GOOS DE BOER Uit het dagboek van Bert de Vries Maandag 28 maart. De wekkerradio sleurt me om zeven uur vanuit een zwart gat naar de werkelijkheid van alledag. Langzaam schuiven de hersencellen weer in het gelid. De stem van de nieuwslezer lijkt van oneindig ver weg te komen. Hij zegt dat vandaag het grote kamerdebat over het paaspakket van het kabinet begint. Wat een nieuws zeg! Alsof ik dat niet weet. Ben benieuwd hoe 't afloopt. We zullen Ruud in ieder geval een flink poepje laten ruiken. Zaterdag zei hij nog tegen me: „Bert, als jii je kont tegen de krib gooit, ben je nog niet jarig". Nou, we zullen eens zien wie er jarig wordt. Hij niet, ik wel. Morgen al. Vluchtig ontbijt met Joke. „Ik zal voor je duimen", zegt ze als ik de deur uit ga. En vannacht, als ik vijftig word, heeft ze een verrassing voor me. Bij het naderen van het parkeerterreintje naast de Tweede Kamer word ik gefilmd door een cameraploeg van het Journaal. Ze willen me de eerstkomende uren volgen. Als het maar niet hinderlijk is. Samen met mijn perschef, steun en toeverlaat Jan S. nog even m 'n speech doorgenomen. Wrang grapje tegen Ruud op aandringen van Jan verwijderd. Half één. Op naar de vergaderzaal. Volle bak. Ook de tribunes voor pers en publiek puilen uit. Da's lang niet voorgekomen. Wim Kok bijt het spits af. Heeft nog weinig geleerd van dat nieuwe reclamebureau. Ik probeer Ruud toe te knikken, maar hij doet net of hij me niet ziet. Zelfs als ik op de katheder m 'n verhaal afdraai kijkt hij stug langs me heen. Knijpt-ie 'em somsJoris moet nog even geduld hebben. Hij is de voorlaatste spreker. Wat zegt die Van der Vlies van de SGP nouHij is bedroefd over de zondagsontheiliging door politici. Het kabinet heeft onlangs op zondag vergaderd en gisteren nota bene de hele VVD-fractie. Daar kan geen zegen op rusten, vindt Van der Vlies. Hoor de liberalen eens gniffelen. „Let maar op!", zie je ze denken. Eindelijk de beurt aan Joris. Begint potverdrie over de verkoop van woningwetwoningen aan huurders, terwijl hij weet dat wij daar weinig trek in hebben. En dan dat hoera geroep over de belastingverlaging voor de hoge inkomens! Ik krijg er een wee gevoel van. Moet hem over deze dingen nog eens stevig onderhouden. Nu alleen nog Andrée van Es van de PSP en dan hebben we 't gehad voor vandaag. Tsjonge, die zwangerschap van haar zet wel flink door zeg. Maandje of vier al, schat ik. Tien uur thuis. Joke zit al met een borrel klaar. Om twaalf uur klinken niet alleen de klokken maar ook de glazen en zoenen. Als het goed is moet ik nu Abraham zien, maar hij is nergens te bekennen. Vannacht misschien, in een droom. Voor het slapen nog even m 'n nieuwe surfpak gepast dat ik als verjaarscadeau van Joke heb gekregen. Dinsdag 29 maart. Vroeg uit de veren en snel naar de Kamer. Ruud zal al om kwart over tien van wal steken. In de fractiekamer staat een taart met 50 kaarsjes klaar. Veel persfotografen aanwezig. Ik kom handen te kort om de gelukwensen in ontvangst te nemen. Vóór Ruud met z'n speech begint, feliciteert hij mij zowaar in het openbaar, maar verder toont hij zich niet bijster vriendelijk jegens mij. In m 'n hoofd zit ik al enkele moties te schrijven. Joris biedt me 's avonds na afloop een Abraham aan. Aardig, maar ik heb nog wel wat met hem te verhapstukken. En hoe! Tot drie uur 's nachts bekvechten we over mijn en zijn moties. Soms heb ik ïin die Abrahamspop op z'n hoofd kapot te slaan. Als we eindelijk tot een vergelijk zijn gekomen, belt Joris zowaar Ruud uit z'n bed om te zeggen dat er witte rook is. Zal Ruud leuk gevonden hebben. Woensdag 30 maart. Het lijkt al jaren geleden dat ik vijftig werd. Politiek maakt oud. Gelukkig komen we deze laatste debatteérdag zonder kleerscheuren door. We laten Ruud nog wel een paar kniebuigingen maken. Da's goed voor hem, want dat was je haast verleerd. Lenig blijven, Ruud, want volgend jaar staat Abraham bij jóu voor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 5