Hollandse vormgevers en architecten doen internationaal goed mee -Vastgoed „Zo vroeg mogelijk overleg kunstenaar en architect" CcidócSoirtaTit KUNST IN HET MODERNE BEDRIJF: Naarmate de natuur steeds verder wordt teruggedrongen ten behoeve van de bebouwde omgeving, wordt ons leefmilieu in toenemende mate bepaald door menselijke bedenk sels en constructies. In ons kleine land met veertien miljoen inwo ners is ruimtelijke ordening al ja renlang een noodzaak. We kunnen het ons niet veroorloven klakke loos wegen aan te leggen en zonder nadenken bouwwerken op te trek ken. Generaties na ons moeten ook nog leven in dit land en dat gaat niet als wij uitsluitend staal, beton, asfalt en glas voor hen achterlaten. Dat voortdurende afwegen (gebrek aan ruimte, maar toch de nood zaak onderkomens te bouwen om in te wonen en te werken) heeft er voor gezorgd dat de Nederlandse architectuur al heel vroeg belangrij ke invloed in het buitenland had. Als een van de jongste staaltjes van ons kunnen op dit gebied gelden de Deltawerken. Die worden al „de kathedraal van de twintigste eeuw" genoemd. Omdat vrijwel onze gehele omgeving al geruime tijd door mensenhanden ge maakt wordt en er nog maar heel weinig natuurlijks in te vinden is, is de vorm van de dingen om ons heen steeds be langrijker geworden. De belangstelling voor architectuur en industriële vormge ving is de laatste jaren dan ook duidelijk gegroeid. De hoeveelheid publikaties op dit gebied groeide mee. Een van de recente uitgaven op dit ge bied is Bouwheer meester van Gert Staal. Hij geeft een duidelijk en prettig leesbaar overzicht van de architectuur van kantoorgebouwen van de laatste eeuw. Een eeuw waarin door samenwer king tussen architect en opdrachtgever prachtige kantoorgebouwen zijn ont staan. In het boek komen de internatio nale ontwikkelingen uitvoerig aan de orde waarbij de Nederlandse inbreng als een belangrijke draad door de geschiede nis loopt. Aandacht voor onder meer de Chicago School, het Larking Building van Frank Lloyd Wright en het Seagram Building van Mies van der Rohe. Tribune In het boek ook dit verhaal over de Amerikaanse Chicago Tribune. Deze krant wilde in 1922 het mooiste en in drukwekkendste kantoorgebouw ter we reld hebben. Daarvoor werd als reden aangevoerd dat niet alleen de stad Chi cago van een klein plaatsje in het moe ras was uitgegroeid tot een reusachtige metropool maar dat ook de krant in drukwekkend was gegroeid. In zijn geschiedenis had de Tribune ver slag gedaan van vier grote oorlogen en bijgedragen aan de politieke, sociale en economische ontwikkelingen van Chica go en het Middenwesten van de Verenig de Staten. Wekelijks verschenen van de Chicago Tribune miljoenen exemplaren. Dus schreef de krant in 1922 een wed strijd uit voor architecten. De winnaar zou beloond worden met vijftigduizend dollar en zijn ontwerp zien uitvoeren. Aan die wedstrijd deden 263 architecten uit alle hoeken op aarde mee. Elf van hen waren Nederlanders, onder wie de bekende Bijvoet en Duiker. Wereldbe roemde mannen als Gropius en Saarinen stuurden hun tekeningen naar Amerika. De keus viel op een ontwerp van de Amerikanen Raymond Hood en John Mead Howells. Niet zo verwonderlijk. De Amerikaanse architecten uit die tijd hadden veel meer ervaring met het bou wen van wolkenkrabbers waarvan inder tijd in Europa nog nauwelijks sprake was. In Amerika heerste grote vreugde dat de wedstrijd gewonnen werd door landge noten. In Europese bouwkringen vatte men de keus wat zuur op. De wedstrijd heeft echter geleid tot een grotere samen werking tussen Amerikaanse en Europe se architecten en tot wederzijdse beïn vloeding. Het kantoor van de Tribune („zo'n 35 verdiepingen met een Tudor kathedraal er bovenop") werd in twee jaar uit de grond gestampt. Het gebouw staat er nog maar is nu omgeven door veel hogere stapelkantoren. En in Euro pa weten architecten tegenwoordig ook alles over het bouwen van wolkenkrab bers. Kantoren Bij de Nederlandse gebouwen die uit voerig in het boek van Staal worden be handeld onder meer het kantoor van Centraal Beheer in Apeldoorn (architect Hertzberger) en het nieuwe gebouw van de NMB in Amsterdam (van Alberts). Een van de belangrijkste architecten die Nederland ooit heeft voortgebracht is J. J. P. Oud. In 1906, Oud was toen pas zestien jaar, ontwierp hij zijn eerste bouwwerk. Een woonhuis in Purmerend. Daarna tekende hij voor zeer uiteenlo pende bouwwerken. Vooral in Rotter dam staat veel van zijn werk. De woon wijken Blijdorp en Spangen bijvoor beeld. Wereldberoemd werd zijn ont werp voor Café De Unie aan de Coolsin- gel in Rotterdam. Andere belangrijke werken die hij verder op zijn naam heeft staan: het Neder lands Congresgebouw in Den Haag, het raadhuis van Almelo, het Bio-vakantie- oord in Arnhem en het monument op de Dam in Amsterdam (de beelden op dat monument zijn overigens van J. en H. Raedecker). In de Serie Architectuur van Uitgeverij 010 is dan ook een nieuw deel geheel ge wijd aan Oud. Voor het eerst wordt daarin een chronologisch overzicht gege ven van al zijn werken. Dat Oud ook in ternationaal tot de grootste architecten gerekend wordt, mag blijken uit het feit dat dit boek oorspronkelijk in Italië ver scheen. Het is geschreven door Umberto Barbieri. In deze serie verschenen eerder delen over Aldo Rossi en Mies van der Rohe. Binnenhuis Niet alleen de buitenkanten van bouw werken horen tot de leefomgeving, ook wat we aan de binnenkant te zien krijgen is belangrijk. En ook daar blazen Neder landse ontwerpers al geruime tijd een forse partij mee in het internationale or kest van vormgevers. Gerrit Rietveld is een van de bekendste maar ook Paul Bromberg en Cor Alons hebben indruk wekkende bijdragen geleverd aan verbe tering van de leefomgeving. Bromberg (1893-1949) werkte in de ja ren twintig voor Metz Co in Amster dam en later voor de firma Pander in Den Haag. De meubels die hij ontwierp en die over het algemeen in serie werden gemaakt, tonen grote verwantschap met de architectuur van de Amsterdamse school. Hij heeft veel invloed gehad op de binnenhuisarchitectuur in de eerste helft van deze eeuw. Uitgeverij 010 heeft aan Bromberg een deel gewijd in de Serie Interieurarchitec tuur. Evenals aan Cor Alons (1892- 1967). Deze ontwerper heeft veel gedaan aan het ontwikkelen van functionele meubelen en gebruiksartikelen. Hij hield rekening met de eigenschappen van het materiaal en de mogelijkheden van ma chinale massaproduktie. Hij ontwierp onder meer keukengerei voor emailleer fabriek De IJssel in Dieren en een nieu we collectie stoffen voor Van den Bergh in Oss. De grootste bekendheid kreeg hij door zijn ontwerpen voor buismeubelen voor Oostwoud Fabrieken in Franeker. Op het ogenblik worden van veel van die meubelen replica's gemaakt. JAN VAN KOOTEN Gert Staal. Bouwheer -meester, 45.-. Umberto Barbieri. J. J. P. Oud. 37,50 gulden. Monique Teunissen. Paul Bromberg. I9J0 gulden. Marg van der Burgh. Cor Alons. 19,50 gulden. Alle uit gaven van uitgeverij 010 in Rotterdam. Een monumentaal kunstwerk van Henk Visch dat te vinden is in de tuin van het nieuwe Amsterdamse hoofdkantoor van de Amro-bank. DEN HAAG - „Kunst wordt in toenemende mate in nieuwe bouw ontwerpen verwerkt. Maar het hangt van de filosofie van elk be drijf afzonderlijk af, wat er gebeurt en hoe. Daarin valt een ontwikke ling te constateren. Wanneer in de jaren zeventig aan kunst in het be drijf werd gedacht, dan moest de daarvoor aangezochte kunstenaar maar uitzoeken hoe en wat. In deze tijd wordt daar anders over gedacht. Een architect zal nu in een zo vroeg mogelijk stadium contact zoeken met een kunste naar, waarbij de grens kunst en ar chitectuur vervaagt. Dan zal in overleg met alle betrokkenen een abstracte plek moeten worden ge vonden, waarin een kunstwerk een autonome plaats krijgt, maar ook nergens anders zal kunnen staan dan juist daar". Aldus ir. P.G. Ver meulen, project-architect bij het ar chitectenbureau Van Mourik, on der meer ontwerper van het Mu ziektheater aan het Haagse Spui. In dit theater is dan ook een mooi voor beeld te vinden van deze theorie: de wandsculptuur van Marte Röling. Zij ontwikkelde daarvoor een luipaardmo tief „voor het mooi", maar onderhand moest zij rekening houden met de akoes tische eisen van het Residentie Orkest (de opdrachtgever) en de architecten Van Mourik en Vermeulen. Dit kunst werk heeft een autonome plaats, maar kan toch alleen in deze muziektempel worden gedacht. Stilzwijgend Het Haagse kunstadviesbureau „Link- kunstpromotie" maakt duidelijk waar om het nu zo gewoon is om kunst in be drijven tegen te komen. Link: „Moderne kunst kan stilzwijgend duidelijk maken hoe een bedrijf over zichzelf denkt en bovendien onderstreept kunst de allure van dat bedrijf. Waarbij komt", aldus Link, „dat een plezierig werkklimaat door kunst wordt verbeeld". Ir. Vermeulen: „Kunst in het bedrijf is geen uitzondering, al wordt dat door elk bedrijf verschillend opgelost. Sommige opdrachtgevers hebben eigen voorkeu ren, anderen zoeken een adviserend bu reau op. De Rijksgebouwendienst bij voorbeeld heeft een adviesgroep beel dende kunst, de PTT heeft een eigen dienst esthetische vormgeving en in Am sterdam zit de stichting Kunst en Bedrijf die particulieren adviseert. Ook anderen, zoals de Amsterdams/Delftse galerie houdster Liesbeth Lips, dienen van ad vies". Bij welke kunstenaar een bedrijf uitein delijk terechtkomt, is afhankelijk van wat dat bedrijf zich ten doel stelt; naamsbekendheid van kunstenaars is niet onbelangrijk, maar ook niet door slaggevend. Vermeulen: „Er zijn kunste naars die zich op dit terrein naam heb ben verworven, zoals Henk Vis, Auke de Vries, Joost van Rooijen of Jeroen Hen- neman. Maar door tussenkomst van een adviserend bureau kan een bedrijf ook bij een minder bekende kunstenaar te recht komen, aan wie aanvankelijk geen moment is gedacht. Kunst en Bedrijf heeft een groot archief met gegevens van kunstenaars die voor hen kunnen wer ken". Eigen collectie Link-kunstpromotie kan in grote zaken, zoals bij monumentale kunstopdrachten, regelend en begeleidend optreden, maar ook in kleinere zaken die strikt genomen buiten de beeldende kunst vallen. Ver lichting en kleur (plafonds, muren en meubilair) hebben hun kunstzinnige in breng die ongemerkt maar zeker invloed uitoefent op de werksfeer. Bovendien be schikt Link over een collectie die uit 12.000 kunstvoorwerpen bestaat uit alle hedendaagse stromingen: schilderijen, tekeningen, aquarellen, grafiek en sculp turen: binnen een dag ter plaatse De Amsterdamse (vroeger Delftse) gale riehoudster Liesbeth Lips heeft weer haar eigen ervaringen: „Ik heb voorna melijk te maken met jongere bedrijven die nog houden van de spanning van het ontdekken. Hoewel directies van grote bedrijven vaak heel wat minder zakelijk zijn dan ze zich voordoen, blijven ze toch wat aan de conservatieve kant. Maar het pleit weer voor hen dat ze zich eerst laten adviseren door jongere mede werkers, waarna ze uiteindelijk zelf naar mij toe komen om hun keus te maken; ze behouden hun verantwoordelijkheid". Adviescentrum De stichting Kunst en Bedrijf in Amster dam, advies- en informatiecentrum voor Kunst in Babyion: de samenwerking tussen architect en kunstenaar ging zo ver, dat kunst in architectuur kon worden verweven. Waardoor een speels effect ontstond. FOTO: SP beeldende kunst, opgericht in 1950, ziet de ontwikkeling van kunst in bedrijven zonnig in. Mevrouw C. van der Veen namens deze stichting: „Er zit een posi tieve groei in. Directies komen in el- kaars bedrijf, zien hoe de ruimten bij de ander beter zijn aangekleed en willen dan óók. Bovendien blijkt uit een ge sprek, dat een goed schilderij niet meer hoeft te kosten dan zo'n woud van groen, dat hier en daar maar wordt neer gezet. Want die planten zijn ook duur, na jaren van kweken en verzorging". De stichting Kunst en Bedrijf beschikt over foto's, dia's, informatie en knipsels van zevenduizend beroeps beeldende kunstenaars. Mevrouw Van der Veen: „Directies, maar ook gemeentebesturen, want die komen ook, zijn niet altijd op de hoogte van de mogelijkheden. Wan FOTO: SR neer ze bij ons komen, persoonlijk, maar het kan ook een bedrijfscommissie zijn, dan gaat het ons nog niet om de namen van de kunstenaars. We praten eerst over de beste plaats, de opdrachtformu lering en eventueel de betrokkenheid van de architect. Dan pas zoeken we de juiste kunstenaar daarvoor". Met het groeiend inzicht dat kunst be langrijk kan zijn voor werksfeer in en het gezicht van het bedrijf, groeit ook het bedrag dat een bedrijf voor kunst over heeft. Mevrouw Van der Veen: „Kunst is geen sluitpost meer. Maar in tijden waarin bezuinigd moet worden, gaat het uitgetrokken bedrag voor kunst er als eerste aan. Dat wel. Aan de andere kant is die groeiende belangstelling toe te juichen. Kunst in bedrijf, het lééft". FRITS BROMBERG Het gebouw van de Sociaal Economische Raad kreeg deze wandversiering mee. Misschien om de onderhandelingen te bespoedigen? FOTO: SP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 29