Blond haar, zwart haar, en allebei uit Holland?"
Chinese
indrukken (1)
-foidóe Qowiwnt1
Chinese indrukken. Onder deze noemer
schrijft Marilou den Outer een serie
verhalen over haar ervaringen in China.
Sinds enkele maanden verblijft ze in het
kader van een studenten-
uitwisselingsproject in Xiamen, een stad in
Zuid-China, vlakbij Taiwan. Ze zal daar
ruim een jaar blijven om er
wetenschappelijk onderzoek te verrichten
onder Chinezen die enige tijd in het
buitenland zijn geweest. Marilou den
igen Outer (31) werkte aanvankelijk als
oorijournaliste, onder meer bij onze krant. In
1980 begon ze met een studie geschiedenis
in Leiden, met als bijvakken Chinees en
1 Aziatische geschiedenis, die ze later - na
haar huwelijk - in Hamburg en
■hi Amsterdam voortzette. Vandaag de eerste
aflevering van de serie, ondertekend met
lanS haar naam in Chinese karakters, die
je 1 worden uitgesproken als „Ou Meilu".
XIAMEN - De kaartjesverkoopster bij
een toeristische attractie kijkt vreemd op
als de buitenlandse bezoekers haar ver
tellen dat zij beiden uit hetzelfde land
komen. ..Hoe kan dat nu?", vraagt ze,
niet begrijpend. „Jij hebt blond haar en
hij zwart!". De bezoekers zijn op hun
beurt verbaasd en leggen uit dat er in
Holland en in andere westerse landen
mensen zijn met verschillende haarkleu
ren. Een ander voorval: In dorpen, ver
weg van de grote steden, kunnen buiten
landers interessante reacties verwachten
als zij vertellen uit welk land zij komen.
Een Hollander, die in zijn beste Chinees,
„Helan" zegt, wordt vaak niet begrepen.,
Meestal weet men niet waar Helan ligt.
Sommige Chinezen zeggen na enig diep
nadenken: „O, Henan". Henan is een
Chinese provincie. Ze knikken tevreden
dat ze het hebben begrepen en vragen
niet verder. Ze staan er niet bij stil of
weten eenvoudig niet, dat buitenlanders
onmogelijk uit Henan afkomstig kunnen
zijn. Toch hebben vrij veel mensen wel
van Holland gehoord. In China luidt in
dat geval de eerste reactie niet, zoals in
veel „buitenlanden", „Ah, Cruyffl",
maar „Filipu" (Philips). Vaak volgt dan
een verhaal over een grootmoeder die
acht jaar geleden (voor veel geld) een
Philipsradio heeft gekocht die „het nog
steeds doet. Goede kwaliteit!". Uit deze
en vele andere voorbeelden blijkt ook
anno 1988 dat China zich lange tijd
heeft afgesloten van de rest van de we
reld. Dit is op oude landkaarten nog te
zien. China wordt in het Chinees
„Zhongguo". „Rijk van het Midden" ge
noemd. Hoewel er altijd wel (handels)
contacten hebben bestaan, zijn de bui
tenlandse invloeden minimaal gebleven.
Chinezen zijn tot op de dag van vandaag
trots op hun eigen cultuur. China's lei
der na Mao tse-toeng, Deng Xiaoping,
heeft weliswaar zo'n tien jaar geleden be
sloten het land open te stellen voor het
buitenland met het doel China snel te
moderniseren, maar stelde daarbij dui
delijk dat dit een „modernisering Chine
se stijl" moest zijn. De Chinese politici
blijven benadrukken dat zij, om uit de
onderontwikkeling te geraken, niet klak
keloos de westerse (lees: kapitalistische)
methoden willen overnemen. Tien jaar
van toenemende contacten met het bui
tenland zijn te kort om te kunnen zeggen
of China niet toch de kant op gaat van
vele andere ontwikkelingslanden, met
andere woorden, of China ook een
„Coca-Colacultuur" zal krijgen. Nog
maar weinig Chinezen hebben ooit een
buitenlander in levenden lijve gezien. Ze
weten niet veel meer van hen af dan wat
zij over hen lezen in kranten en tijd
schriften of zien op de televisie of in de
bioscoop. Verschijnt er op het witte
doek in een Chinese film plotseling een
buitenlander (wat nog al eens voorkomt
omdat regisseurs een voorliefde schijnen
te hebben voor buitenlanders in hun
script), dan slaakt het publiek kreten van
verbazing en klapt of fluit enthousiaste
De groep die werkelijk contact heeft met
buitenlanders is maar klein. Het zijn bij
voorbeeld Chinese studenten die in het
buitenland hebben gestudeerd, mensen
die met buitenlanders samenwerken (bij
voorbeeld in joint ventures), personeel
in hotels voor buitenlanders, Chinezen
die kennismaken met buitenlandse stu
denten en docenten op een Chinese uni
versiteit, jongeren die in hotels voor bui
tenlanders naar de disco gaan en winke
liers en zwart-geldwisselaars die in toe
ristische gebieden werken. Toch moet
dit contact niet worden overschat. De
meeste toeristen spreken niet veel meer
Chinees dan „Ni hao" (hallp) en
„Xiexie" (dank u). De meeste Chinezen
uit de genoemde groepen kunrfen niet
veel meer zeggen dan „Hello, goodbye"
of „Money changing" (geld wisselen).
Toch zijn het de mensen die contact
hebben met buitenlanders die zich be
wust zijn van de culturele verschillen
tussen China en het buitenland. Zo
blijkt een zwart-geldwisselaar te weten
dat het ongepast is een vrouw te vragen
hoe oud zij is. Ook weet hij dat het niet
gebruikelijk is aan iemand boven de der
tig te vragen waarom hij of zij nog niet
is getrouwd; voor Chinezen heel gewone
vragen aan onbekenden, evenals de
vraag hoeveel iemand verdient. Deze
laatste vfaag is voor een buitenlander
werkelijk pijnlijk omdat hij een voor
Chinese begrippen belachelijk hoog be
drag moet noemen en een, meestal onbe
grepen, omstandig verhaal moet houden
over de hogere kosten van het westerse
levensonderhoud.
Het is vooral door het gebrek aan kennis
van de Engelse taal dat de westerse disco
nog geen grote opgang heeft gemaakt in
China. Veel Chinezen zijn dol op mu
ziek, maar ze willen de teksten wel kun
nen verstaan. In de trein kan men de
uitgeleende walkman met Engelstalige
tophits al na enkele ogenblikken terug
verwachten met de mededeling: „Be
dankt, maar ik versta niet wat ze zin
gen". Deze reiziger is niet te vermurwen
een oordeel te geven over de muzikale
kwaliteiten. Nog heel wat westerse be
zoekers zullen naar China moeten ko
men,. „Filipu" nog heel wat radio's aan
grootmoeders moeten verkopen en er
moeten heel wat buitenlandse films
worden vertoond voordat het gros van
de Chinezen niet meer in verwarring
raakt bij het zien van een blonde en een
zwartharige westerling die zeggen uit
hetzelfde land te komen.
MARILOU DEN OUTER
Aarzelend komt de
discussie op gang waar
Nederland met zijn
hoog-radioactieve afval
naartoe moet als
Frankrijk en Groot-
Brittannië in 1992
mochten besluiten het
spul retour afzender te
sturen. Opslag in
Nederland- boven-of
ondergronds -stuitop
technische problemen
en fel verzet van de
bevolking. Biedt in die
situatie de Derde
Wereld uitkomst?
Gewaagde en niet
minder omstreden
plannen verschijnen aan
de horizon: kernafval in
ruil voor technologie,
dumping in de
oceaanbodem en opslag
in Chinese
woestijngebieden. De
Nederlandse overheid
wil voorlopig alle
mogelijkheden open
houden.
De woestijn, nagenoeg onbewoond en daarom uitermate geschikt voor langdurige opslag.
DEN HAAG - Het zit de atoomindus
trie ook niet mee. Hoewel een kernsmel
ting statistisch eens in enkele tienduizen-
1 den jaren kan voorkomen, beleefde de
mensheid er twee in relatief korte tijd:
Harrisburg en Tsjernobyl. Maar niet al
leen de kerncentrales zelf worden ge-
i plaagd door pech. Ook op het onderzoek
naar opslagmogelijkheden voor kernaf
val lijkt een vloek te rusten.
Twaalf mei vorig jaar stortte een 225
meter diepe mijnschacht in van de
Westduitse proef-opslagplaats voor kern-
'l afval te Gorleben. Het hele project, dat
enkele honderden miljoenen marken
i heeft gekost, staat nu op de helling om
dat getwijfeld wordt aan de stabiliteit
i van de zoutkoepel waarin vele duizen-
j den kubieke meters splijtingsafval moest
worden opgeslagen.
Een soortgelijk onderzoeksproject in de
Amérikaanse staat New Mexico verging
het niet veel beter. Hier hadden de we-
I tenschappers hun hoop gevestigd op dik-
i ke granietlagen. Bij een boring voor een
ventilatieschacht werd echter een misre
kening gemaakt: in plaats van lucht
stroomde water de bergruimtes binnen.
Het project van totaal 1,4 miljard dollar
i kon grotendeels worden afgeschreven.
1|In Nederland heeft de overheid evenmin
een gelukkige hand bij het onderzoek
naar opslagmogelijkheden voor kern-
j splijtingsafval. Proefboringen zijn tot
dusverre door allerlei beroepsprocedures
opgehouden. Een inspraakronde die vo
rig jaar in de Achterhoek gehouden
?jwerd, moet vanwege procedurefouten
I worden overgedaan. In het vriendelijke
plaatsje Borssele keerde negentig procent
1 van de bevolking zich tegen tijdelijke
opslag van kernafval bij de centrale. En
s tenslotte wees onderzoek uit dat de ver-
pakking van kernsplijtingsafval over
duizenden jaren kan gaan lekken.
Definitief
„Er is nog geen definitieve oplossing
voor het hoog-radioactieve afval", er
kent voorlichter H. Velthuis van het
Energie Onderzoek Centrum in Petten.
Maar de tijd gaat intussen wèl dringen.
Tot dusverre hebben de opwerkingsfa
briek Cogéma in Frankrijk en British
Nuclear Fuel het Nederlandse kernsplij
tingsafval (KSA) keurig bewaard. Maar
vanaf 1992 kunnen, deze bedrijven het
terugsturen. Afval waar Nederland niet
bepaald om zit te springen. Totaal gaat
het om enkele honderden kubieke me
ters vloeibaar in glas en roestvrij staal
verpakt zéér giftig en hoog-radioactief
materiaal. In Frankrijk wordt dat afval
opgeslagen en bewaakt in betonnen bun
kers met twee meter dikke muren. Nu
cleaire grafmonumenten van de twintig
ste eeuw. In Borssele zou in 1992 ook
zo'n hedendaagse piramide moeten ver
rijzen, een oplossing die tenminste vijf
tig jaar respijt biedt.
Het is nog niet zeker dat de bouw van
een bunker in Zeeland ook werkelijk van
start gaat. Het Covra, de organisatie die
verantwoordelijk is voor de verwerking
van radioactief afval, is er voorstander
van. Maar het ministerie van economi
sche zaken houdt het liefst alle mogelijk
heden voor opslag van hoog-radioactief
afval open.
Ruil
Minister De Korte van economische za
ken liet eind vorig jaar al doorscheme
ren dat de kernindustrie zélf een rol zou
kunnen spelen bij het vinden van een
oplossing. „Indien te zijner tijd besloten
zou worden in Nederland kerncentrales
bij te bouwen, zou bezien kunnen
worden of en in hoeverre reactorleveran
ciers bereid zouden zijn ons land bij te
staan in het vinden van een internatio
nale oplossing", aldus De Korte in ant
woord op kamervragen.
In de energie-industrie hoopt men er
stilletjes op dat bijvoorbeeld Frankrijk
zo'n deal zou willen maken. In ruil voor
een vette order (de levering van een of
twee kerncentrales) zou het land dan het
Nederlandse kernafval niet in 1992 te
rugsturen maar langer opslaan. Ook met
West-Duitsland en Engeland, belangrijke
leveranciers van kernbrandstof en cen
trales, is in die zin van gedachten gewis
seld. De instemming van de Bondsdag
en het Britse en Franse parlement is ech
ter hoogst twijfelachtig.
Het is goed denkbaar dat een „interna
tionale oplossing" uiteindelijk zal neer^
komen op het verplaatsen van het afval
probleem naar de Derde Wereld. „Die
landen hebben de ruimte, ze hebben het
geld nodig, zitten te springen om nucle
aire technologie en hun regeringen heb
ben meestal minder te vrezen van geor
ganiseerd verzet van de bevolking", con
stateert Thijs de la Court van de Vereni
ging Wise met een duidelijke cynische
boventoon. Voor de „World Informa
tion Service on Energy" heeft De la
Court zich onder meer verdiept in de-
vaak geheime - plannen van het Wes
ten om kernmateriaal in de Derde We
reld op te slaan.
Het initiatief daarvoor gaat niet zelden
uit van de ontwikkelingslanden zelf, ver
telt De la Court. „In 1979 was wijlen
president Sadat van Egypte de eerste om
toestemming te geven voor de berging
van Westduits en Oostenrijks kernafval
in het Egyptische woestijngebied. Oppo
sitie van plaatselijke milieu-activisten en
wetenschappers hebben die opzet ver
hinderd".
Uit de documentatie van Wise blijkt dat
het Egyptische initiatief veel navolging
heeft gekregen. Zo kwam enkele jaren la
ter de Namibische woestijn in beeld. In
ternationaal ontstond grote beroering
toen het plan bekend werd van een aan
tal Europese bedrijven om hier tegen be
taling van 500 miljoen dollar radioactief
afval te storten. Ook Sudan werd ge
polst: het Westduitse bedrijf W. Gettys
zou ex-dictator Numeiry gouden bergen
hebben beloofd als hij kernafval wilde
accepteren. Naar verluidt - maar nooit
bewezen - zou Sudan voor deze „vrien
dendienst aan het Westen" vier miljard
mark opstrijken.
Van recenter datum is het aanbod van
president Amata Kabua van de Mar
shall-eilanden aan de VS om hoog-radio
actief afval op de toch al besmette
„atoomeilanden" in de Stille Zuidzee op
te slaan. Met name Bikini en Enewak
zouden zich prima voor opslag lenen,
schreef Kabua 16 december vorig jaar.
De diplomatieke vertegenwoordiger van
de eilandengroep in Washington verdui
delijkte luchthartig: „De verontreiniging
is door atoomproeven in het verleden
toch al aanwezig. Waarom zouden we
dit blok aan ons been niet omzetten in
economische winst?".
Bescheiden
Vergeleken met landen als Japan, Frank
rijk, de VS en West-Duitsland is het Ne
derlandse afvalprobleem van relatief be
scheiden omvang. Toch overweegt de
Nederlandse regering wel degelijk om
KSA te exporteren, mogelijk naar de
Derde Wereld. „Het is één van de moge
lijkheden die nog open staat. We zijn
nog niet aan het schrappen van opties
toe", verduidelijkt een woordvoerster
van Economische Zaken. Eén optie die
Nederland in elk geval niet wil schrap
pen is het genereuze aanbod van China
om Westduits - en mogelijk ook Neder
lands - afval op te slaan in de Gobi-
woestijn.
Het gezaghebbende tijdschrift Nucleo
nics Week onthulde vorig jaar dat
bondskanselier Kohl tijdens een bezoek
aan China de formele overeenkomst had
ondertekend voor de opslag van hoog-
radioactief afval in de Gobiwoestijn. Dit
bericht veroorzaakte in de nucleaire we
reld de nodige opwinding, omdat deze
woestijn niet alleen de droogste ter we
reld is maar ook nog eens nagenoeg on
bewoond en daarom uitermate geschikt
voor langdurige opslag. In ruil voor het
bewaren van westers afval zou China de
levering van enkele kerncentrales verlan
gen.
Serieus
Dat het Chinese aanbod serieus geno
men kan worden blijkt wel uit het feit
dat het beruchte Duitse Nukem-concern
al een dochteronderneming heeft opge
richt (Internuclear Service) die als voor
naamste doel heeft: het lobbyen in Bonn
om toestemming te verkrijgen voor het
transport van afval naar de Volksrepu
bliek. Ook de Duitse centralebouwer
Kraft Werk Union (KWU) heeft toege
hapt. Directeur Klaus Bartheld van
KWU was juli vorig jaar de eerste om
toe te geven dat er inderdaad een „deal"
met China ophanden was. Ingenieurs
van KWU trachten al jaren kerncentra
les aan China te verkopen. Een „ruil" te
gen kernafval (en dat met gesloten beur
zen) zou de onderhandelingen aanzien
lijk kunnen bespoedigen.
Wise-medewerker Thijs de la Court ziet
in de openlijke discussie rondom het
Chinese aanbod een teken dat het na
eerdere „proefballonnetjes" menens
wordt met de plannen voor export naar
de Derde Wereld: „Naarmate het afval
probleem nijpender wordt, kun je je
voorstellen dat steeds serieuzer gekeken
wordt naar ver verwijderde landen zoals
China. Een probleem is alleen dat je mét
het afval ook een hoeveelheid plutoni
um exporteert. Het is de vraag in hoe
verre dat in strijd is met het non-prolife
ratieverdrag, dat China niet ondertekend
heeft. Als China internationale controle
op de dumpplaats "zou toestaan, is dat
probleem misschien wel te overkomen".
Ook Economische Zaken erkent dat er
nogal wat „haken en ogen" zitten aan de
Chinese optie, maar de woordvoerder
benadrukt dat China voor Nederland
nog niet afgeschreven is: „Zo lang het
kabinet nog geen knopen heeft doorge
hakt, blijft opslag in de Gobiwoestijn als
één van de mogelijkheden in de lade lig
gen". Rechtstreeks contact tussen Neder
land en China over het aanbod aan
West-Duitsland is er volgens EZ overi
gens niet geweest. In hoeverre de Duitse
overheid of KWU (overigens bouwer
van de centrale in Borssele, red.) na
mens Nederland in Peking bemiddelt is
niet bekend.
Een alternatief voor export naar de Go
biwoestijn vormt het plan om kernsplij
tingsafval in torpedovormige containers
in de oceaanbodem te „schieten". Aan
het onderzoek naar het bergen van kern
afval in de oceaanbodem is nooit veel
aandacht gegeven en wordt in publika-
ties van de overheid slechts zijdelings
genoemd. Toch is Nederland al jafen-
lang serieus betrokken bij internationaal
onderzoek naar oceaanberging. Met
name de milieu-organisatie Greenpeace
is daar niet erg gelukkig mee. „Het is ei
genlijk onvoorstelbaar dat het schieten
van hoog-radioactief afval in de oceaan
bodem serieus wordt onderzocht, terwijl
Nederland nog in 1984 besloten heeft
geen laag- en middel-radioactief afval
meer op zee te dumpen. Als lid van de
Londense Dumping Conventie zoekt
Nederland nu naar sluipwegen om onder
de bepaling uil te komen dat de oceaan
niet als vuilnisbelt gebruikt mag
worden", zegt Greenpeace-medewerker
Hans Guyt die traditionaal de tweejaar
lijkse vergaderingen van de Conventie
bezoekt.
Blijkens informatie van het ministerie
van economische zaken is totaal tien
miljoen gulden aan het zogeheten
„DORA-project" (Diepzee Opberging
Radioactief Afval) besteed. Wetenschap
pers van het Rijks Geologisch Instituut,
het ECN, het Nederlands Instituut voor
Onderzoek op Zee en het laboratorium
grondmechanica van de TU in Delft zijn
betrokken bij de „verkennende" studies.
En evenals' bij het woestijn-scenario
wordt het afval in dit plan vér over de
grens gebracht.
Eén van de locaties die Nederland met
name onderzoekt is de zogeheten Nares
Abyssale Vlakte, een gebied zo'n 500 ki
lometer ten noordoosten van de Domi
nicaanse Republiek en Haïti. Hoewel de
betrokken landen de schijn proberen te
vermijden dat de operatie „DORA"
méér is dan een proefbalonnetje, hebben
de peilingen in het Caribisch gebied al
geleid tot een officieel protest van de
Nederlandse Antillen.
Dumping
Hans Guyt van Greenpeace gelooft ove
rigens niet dat plannen voor berging in
de oceaanbodem ooit gerealiseerd kun
nen worden: „Tijdens de laatste vergade
ring van de 44 lidstaten van het verdrag
van Londen schaarden zich al 25 landen
achter een resolutie waarin het storten
van afval in de oceaanbodem wordt ver
boden. Dat waren er al weer acht meer
dan bij de vorige vergadering. De weer
stand tegen dergelijke oplossingen neemt
elk jaar weer toe, maar we moeten alert
blijven. Als andere alternatieven opra
ken, kan de oceaan weer serieus in beeld
komen". De la Court van Wise meent:
„Ik denk dat er psychologisch tegen
dumping in een woestijn minder weer
standen zijn. Een woestijn is toch al
dood en afgeschreven, zullen de mensen
denken".
De la Court is om voor de hand liggende
redenen niet gelukkig met opslag van
kernafval in de Derde Wereld. „Het gaat
niet aan arme landen met onze rotzooi
op te zadelen. Moreel is dat gewoon niet
in orde. Wij zullen zelf de verantwoor
delijkheid moeten dragen voor het afval
dat we produceren. Dan zeg ik: sla het
op bij de bron, de kerncentrale zelf. Als
je ziet wat je voor afval produceert laat
je het wel uitje hoofd om extra centrales
bij te bouwen. Zo maak je de situatie
glashelder; dat is de enige methode om
wat milieubewuster met onze omgeving
om te gaan".
Hans Guyt benadrukt dat alle scenario's
voor het opslaan van het hoog-radioac
tieve kernafval alleen al door de factor
tijd vrij onzeker zijn. Wie garandeert
immers dat het in de nu kurkdroge Go
biwoestijn over duizend jaar niet plenst
van de regen? Sommige vooraanstaande
wetenschappers voorspellen vergaande
klimaatveranderingen als gevolg van
luchtverontreiniging binnen de komende
honderd jaar! Welke wetenschapper kan
hard maken dat de zoutvoorkomens niet
ergens tussen nu en twintigduizend jaar
later oplossen? En - nog onzekerder -
welk regime zwaait over vijfhonderd
jaar de scepter in China? Een vraag van
belang als China afval zou accepteren
waarin ook plutonium voorkomt.
Guyt: „Het krankzinnige feit doet zich
voor dat je met een hoeveelheid gevaar
lijk afval zit die je twintigduizend jaar
lang verantwoord zult moeten opslaan.
Doe je dat bovengronds, dan moet je
monumenten bouwen en bewaken die
nog langer meegaan dat de piramides
van Cheops. Hoe dan ook stuit je op
zeer complexe problemen. Zo gaan we
tenschappers er van uit dat de contai
ners met kernafval die in de oceaan zou
den worden geschoten pas gaan lekken
als het afval over vele duizenden jaren
door het radioactief verval vanzelf geen
bedreiging voor het milieu meer vormt.
Dan zeg ik: dat is geen wetenschap meer.
Daar raak je aan de religie".
PAUL KOOPMAN