Tenni Ook wij zitten niet stil Rabobank ■■BIS® SIB KSHlBIni „l kzou het zo weer over doen" Leidse Courant Tennis Circuit Shirt ECONOOM EN 11 VOORMALIG TENNISPROF LOUK SANDERS: Ik heb zeker iets unieks meegemaakt" De Rabobank is een moderne bank. Ook voor sportieve jongeren die graag tennissen. U houdt niet van stilzitten. Ook wij blijven het liefst volop in beweging. Vandaar dat we het Leidse Courant Tennis Circuit sponsoren. We wensen alle deelnemers een succesvol seizoen. Blijft aktief. LEIDEN-HOLLAND RACKET CENTER SLA UW SLAG EN WORDT LID VAN TENNIS VERENIGING HOLIDAY INN LEIDEN Als lid van onze tennisvereniging kunt u een seizoen lang (1 april tot 1 oktober) onbeperkt tennissen volgens het afschrijfsysteem. U kunt op ieder moment van de dag (08.00- 24.00 uur) een partij spelen. Er zijn vier "all weather" outdoor en drie indoor tennisbanen. Plaats genoeg. Als u verzekerd wilt zijn van een baan, kunt u telefonisch reserveren. Leden mogen bovendien gratis gebruik maken van zwembad, sauna en whirlpool. En dat is na alle inspanning een verademing. Een lidmaatschap kost 245,- p.p. Sla uw slag en geef u vandaag nog op bij het Holiday Inn Racket Center. Tel. 071-355100. NEDERLAND UIT DE BOL bankrekening: 70 7070 554 jubileum-infolijn: 020-326272 Postbus 323, 3500 AH Utrecht De jubileum-pakketten kunt u ook kopen bij de erkende tuincentra, aangesloten bij de NVT, herkenbaar aan het aktie-spandoek. Ter gelegenheid van het komende Leidse Courant Tennis Circuit hebben wij speciale sweatshirts laten maken met opgefeorduurd vignet. Het sweatshirt is van een prima kwaliteit, verkrijg baar in de kleuren wit, lichtblauw, lichtgeel en donkerblauw. In de maten M (medium), L (large) en EL (extra large). Een sportieve manier om u in de stemming te brengen voor de komende wedstrijden. En dat voor de speciale prys van 2£,9S per stuk. Als b onderstaande strook ingevuld naar ons opstuurt ontvangt u uw sbirt(s) zo spoedig mogelijk thuis. -i rfp Voor meer informatie: telefoon 070-190 544. BESTELBON bestelt onderstaand(e) Leidse Courant Tennis Circuit sweatshirt(s): M wit M lichtgeel L wit L lichtgeel EL wit EL lichtgeel M lichtblauw M donkerblauw L lichtblauw L donkerblauw EL lichtblauw ELdonkerblauw ZOETERWOUDE Hij is op het oog niet veel veranderd. Louk San ders, heeft nog steeds dat magere bekkie, dat pezige en die vel over been handen. En ook nog steeds dat studenti koze koppie met haar van zo'n twaalf jaar ge leden, toen hij twijfelend zat te wikken en te we gen over de vraag „Word ik nou tennisprof of ga ik als econoom aan de slag"? Die profcarrière kwam er, evenals een betrekking als econoom. En met dat laat ste is er een hoop veran derd voor de achtvoudig voormalig Nederlands kam pioen. Het magere komt na melijk niet van het tennis sen, want sinds een jaar heeft hij nauwelijks nog een bal geslagen. „Het tennis in teresseert me nu niets meer. Ik mis het echt niet. Dat wil niet zeggen dat dat voorheen ook zo was, want tot mijn 33e was ik echt ge dreven, maar ik vind het nu gewoon niet zo leuk meer. En er zijn andere dingen voor in de plaats gekomen. Ik heb mijn baan en mijn gezin en that's it", aldus het erelid van Unicum met A2 status. Tegen een Terug blikken op zijn succesvolle tennisleven doet hij echter met plezier. „Het was een mooie tijd en ik zou het als ik moest kiezen zo allemaal weer over doen". Elf lentes jong meldde San ders zich aan bij het Leidse Unicum. „Bij Unicum trof ik het al meteen, want ik kreeg Jan Goedraad als trainer. Die heeft me een hoop ge leerd", begint Sanders. Al vlot volgde selectie voor de kring Leiden, waarop de tenniskunsten van de voor malig topper leidden tot se lectie voor bondstraining. „Maar de intensiteit was niet te vergelijken met nu. Ik had een keer in de week bondstraining en stond een keer per week op de club te spelen", aldus de huidige senior account manager bij de tennisbank van Neder land. Toevallig Talent had Louk wel, al had het niet veel gescheeld of er was geen bekende tennis- topper Sanders geweest. In het verleden meldde hij al eens: „Ik pikte het tennis ei genlijk min of meer toevallig op. Destijds voetbalde ik veel. Ik kreeg een racket in handen, maar na een jaar heb ik er de brui aan willen geven omdat ik het zo moei lijk vond". Bij Unicum had hij het rond zijn achttiende qua niveau wel gezien („Ze schoten niet op. Te weinig sterke jon gens om tegen te oefenen") en via één jaar bij het Haag se Lucky Stroke en vier jaar DDV in Amsterdam („Voor het eerst voor geld, maar de bedragen waren heel klein") kwam Sanders bij Pellikaan in Tilburg terecht. De pres taties stonden voorop, maar „ik had het eigenlijk bij al die clubs wel heel erg naar mijn zin. Zeker bij mijn eer ste club Unicum". Waarop hij illustrerend vraagt: „Ken je Har Meijer"? Inmiddels had hij in 1974 zijn eerste nationale titel be haald, de eerste noot van de gave „oktaaf" buitentitels die hij bijeensloeg. Die suc cessen kwamen niet vanzelf. „Ik had zeker een hoop ta lent", meldt kredietverstrek ker Sanders. „Maar ik heb er ook consciëntieus aan gewerkt en dat was in die tijd helemaal niet gebruike lijk. Een opoffering was het niet, ik wilde het maximale uit mezelf halen. Winnen en te weten komen waar mijn grenzen lagen". Die grenzen overstegen het nationale niveau, waardoor hij zich tijdens de slotjaren van zijn studie economie in Rotterdam en tijdens zijn militaire dienstplicht ge plaatst zag voor de vraag „Word ik tennisprof of zoek ik een baan als econoom". Sanders twijfelde, wilde al les goed afwegen, een ei genschap die hem nu nóg siert. Over twee dingen werd niet getwijfeld: die stu die moest af en vriendin Pauline moest mee bij een eventueel tennisavontuur. „Dat was ook logisch, want toen ik echt goed werd, was ik al ver met de studie ge vorderd; het zou zonde zijn geweest ermee te stoppen. Ik vergat daarbij niet dat er na een profcarrière nog on geveer 30 arbeidsjaren ko men, waarin ik ook graag iets leuks om handen wilde hebben. En alleen op reis gaan leek me niks". Toeren en tennis sen jaar. Het werden zeseneen half sportief en financieel succesvolle jaren, van rond toeren en tennissen, waarbij de frêle Hollander op de ranking bivakkeerde tussen plaats 80 en 120. „In het begin kreeg ik wat steun van de bond en ik heb Dun- lop lang als persoonlijke sponsor gehad. Ik heb ook altijd met hetzelfde racket gespeeld. De Dunlop eh", het type schiet hem on danks de jarenlange trouw niet te binnen. Een zoek tocht door de kamer, opge vuld met een uiteenzetting over de faam („Een begrip was het") en de ermee be haalde prestaties („Er zijn tientalen Wimbledontitels mee gewonnen") van het slaginstrument, brengt een exemplaar waarmee de kin deren tegenwoordig spelen boven water en maakt vol tooiing van de zin mogelijk: „De Dunlop Maxply. Een beetje geluk had ik met die sponsoring wel, want jaren achtereen was ik afgete kend de beste speler van Nederland en dus commer cieel interessant". Interessant was het ook met de trips waarmee Sanders en Co, vriendin Pauline reis de graag mee, zo'n zes maanden per jaar „druk" waren. „Het was bepaald een apart gevoel om te we ten tot de beste 100 spelers te behoren die met tennis hun brood verdienen. Ik speelde op prima accommo daties, had steeds goede fa ciliteiten en natuurlijk was er de kans om te ontdekken waar mijn grenzen lagen". Hij heeft die grenzen ook gevonden. „Ik ben door de laatste studiejaren en mijn diensttijd namelijk laat aan het profavontuur begonnen en ik ben te lang in Neder land moeten blijven, waar door ik te weinig tegen heel sterke tegenstanders ge speeld heb. Ik ben in mijn proftijd beter gaan spelen, maar er waren grenzen waar ik niet overheen kwam. Jammer, maar het hoorde bij de keuze de studie af te maken". Niet alleen voor Louk was allemaal heel apart, Pauline verveelde zich als reisge noot geen seconde. De hui dige mevrouw Sanders: „Natuurlijk was het heel erg leuk. Wie krijgt op zo'n leef tijd de kans om de hele we reld over te gaan. Ik liep overdag altijd in die steden rond, alles bekijkend. Ik ver zamelde massa's informatie over waar we heen zouden gaan en als we er dan wa ren wist ik precies wat er te zien en te beleven viel. We zochten er de toernooien ook voor uit". En Louk, bij vlagen onderbroken door dat zijn twee kinderen, die bij pappie op schoot sprin gen of anderszins enig aan dacht behoeven: „Ik heb een keer in Kanton in com munistisch China gespeeld. Ik hoorde dat er een toer nooi gehouden ging worden en ben er natuurlijk heenge gaan; het was de eerste keer dat het er was en het kon ook wel eens meteen laatste keer zijn. En dan pak je zo'n toernooi toch even mee". Noodlanding Louter vertier was het ech ter niet, zeker voor Pauline wat het reizen per vliegtuig betreft. Sinds een noodlan ding op de Filippijnen was het vliegen voor haar tel kens weer een beangstigen de onderneming. „We moesten van Manila naar Taipeh en vlogen met zo'n twijfelachtige maatschappij in een tweedehands vlieg tuig van even twijfelachtige kwaliteit. De man naast ons had al verhalen verteld over wat hij allemaal voor engs had meegemaakt tijdens vliegreizen, toen het toestel vlak na de het opstijgen te rug moest omdat het begon te roken". De noodlanding lukte, op de reparatie en de herstart wachtte het tweetal, met de zes andere tennis sers die ook naar Taipeh moesten, niet. Louk: „De bagage werd midden op het vliegveld uitgeladen en die hebben we van de karretjes geplukt. Over de startbaan renden we toen naar de ge bouwen om een nieuwe vlucht te boeken en met de Tennis vind ik gewoon niet zo leuk meer, al weet ik echt niet waarom". FOTO: ARCHIEF V*. koffers in de hand was het daarna weer rennen gebla zen naar om die vlucht te halen". Gespeeld heeft San ders in Taipeh overigens niet. „We kwamen te laat en mochten niet meer mee doen". Het bleef voor bei den niet bij herinneringen, uit de bezochte landen werd regelmatig iets eigen mee genomen. Huize Sanders drinkt bijvoorbeeld uit glas werk uit het oostblok, terwijl twee witte rieten olifantjes (Pauline: „Die heb ik op la ten sturen, dat is een gou den greep geweest") en een schilderij uit het verre oos ten de huiskamer sieren. „Maar je neemt achteraf ge zien altijd te weinig mee", merkt Pauline op. „Het pro bleem was, dat je zeven we ken met je koffers liep te sjouwen en dan kijk je wel uit om al te veel mee te ne men. Verder wist je natuur lijk nooit wanneer het de laatste keer zou zijn dat je in die stad of in dat land zou zijn". Leuk hebben beiden de periode als tennisnoma- den zeker gevonden. San ders: „Ik ben me bewust dat ik met dat tennisleven een unieke ervaring heb opge daan, wat maar voor heel weiningen is weggelegd". 'Normale baan' Minder uniek is de huidige positie van Sanders. Com pleet anders ook, maar hij is er minstens zo content mee als met zijn „vorige be staan". In 1983 zette de te genwoordig in Zoeterwoude residerende en in de resi dentie werkende bankman een punt achter het tennis- beroepsleven. „Ik had het gezien. De gedrevenheid was weg. Ik ging vérliezen van mensen waarvan ik niet hoefde te verliezen. Dan gaat de lol er gauw af". De nieuwe lol diende zich gauw aan. De inmiddels 33-jarige Sanders vond begin 1984 een „normale" baan bij de „wereld tennistoernooi bank", waar hij het erg naar zijn zin heeft als senior ac count manager. Genieten op de baan is er wat Sanders betreft niet meer bij. Pauline geksche rend: „Die slome komt de baan vrijwel niet meer op". Het contact van de voorma- ig topper met het tennis be perkt zich tot het lidmaat schap van Leimonias, waar hij in de jubileumcommissie festiviteiten rond het 100 ja rig bestaan voorbereidt en die van de International Lawn Tennis Club, waarin tennissers verenigd zijn „die Nederland internationaal vertegenwoordigd hebben; een tamelijk elitair clubje, maar wel erg gezellig". Sanders over zijn huidige sportleven: „Tegenwoordig ga ik één keer per week met een paar mensen van de bank hardlopen. Tennis vind ik gewoon niet zo leuk meer. En als je vraagt waarom, dan moet ik zeggen dat ik het echt niet weet". En na even peinzen: „Ja, als het met een paar oude maten zou zijn, dat zou ik leuk vin den, maar dat komt er steeds niet van". Waarop eega Pauline opmerkt: „Maar dan moet je ze ook opbellen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 20