Papegaaienrusthuis
op Geldropse zolder
Er gebeurt weer wat in en om de tuin
finali
LEUSDEN - Tineke Janzen kent
de problematiek door en door. Zij
is de moeder van Marco Hartjes-
veld, een levens- en reislustige jon
geman die 8,5 jaar geleden tijdens
een trektocht door Amerika in
Long Beach bij Los Angeles werd
overvallen, daarbij blijvend hersen
letsel opliep, daarna een lange lij
densweg langs drie verpleeghuizen
aflegde, en nu als tuinman in De
venter eindelijk zijn draai en nieuw
levensgeluk heeft gevonden.
Ze valt meteen maar met de deur in
huis: „Ik mag niet zeggen dat ik blij ben
met wat er in Dordrecht is gebeurd.
Want zoiets is af-schu-we-lijk. Maar het
heeft gelukkig óók onder de aandacht ge
bracht dat er mensen zijn die in nood en
ellende verkeren", zegt de vrouw die het
verterende verdriet om haar nu 28-jarige
zoon, die tijdens een studiereis door
Amerika door nimmer opgespoorde
overvallers letterlijk voor drie maanden
in coma werd geslagen, voorbeeldig
heeft verwerkt. Ze is nu weer zover dat
ze openlijk kan praten over het pro
bleem dat onnodig lang onder de opper
vlakte kon voortwoekeren doordat (bij
na) niemand er aandacht aan schonk.
Dat wil zeggen: in Nederland. Want de
zorg die haar zoon èn haarzelf in het
misdadig-harde Los Angeles ten deel
viel, was in haar ogen werkelijk perfect
en heeft haar ervan overtuigd dat
„Dordtse toestanden" voorkomen kun
nen worden. Daarom heeft het voorval
in dat verpleeghuis, hoe intens triest op
zichzelf ook, voor haar en haar stichting
toch ook iets positiefs, iets leerzaams.
„Dat vrouwtje in Papendrecht", leeft Ti
neke Janzen zich moeiteloos in de situa
tie in, „is na al die uitzichtloze jaren in
een gigantisch isolement geraakt. Zij kon
het gewoon niet meer aan. En dan kan
er iets ergs gebeuren. Dat kun je haar
niet kwalijk nemen. Ze moet dan ook
worden vrijgesproken. Hoewel ik bang
ben dat justitie een voorbeeld zal willen
stellen". Maar dan, als in een droom,
ziet ze toch ook een lichtpuntje: de pu
blieke opinie. „Die kan in haar voordeel
werken - daar hopen we dan maar op".
„Vóór alles moet deze vrouw geholpen
worden. Maar ook moet er op het hoog
ste politieke niveau een discussie komen
over dit enorme probleem. De regels
voor euthanasie moeten worden bijge
steld èn voorkomen moet natuurlijk
worden dat iemand in zo'n psychische
noodsituatie komt. Dat kan. Als die me
vrouw aangesloten was geweest bij de
Stichting Brein of de Coma Vereniging
Nederland, was dit gegarandeerd niet ge
beurd", is haar overtuiging.
Dat het anders en (veel) beter kan, heeft
ze in Amerika, dat toch niet bepaald be
kend staat als een toonbeeld van sociale
zorg, van zeer nabij meegemaakt. „Ik
ben daar vijf maanden geweest en heb
het hele revalidatieproces van Marco
van a tot z gevolgd. Alles was daar wer
kelijk perfect geregeld. Elke week was er
een avond voor de familieleden. Daar
verschenen een psycholoog, een fysiothe-
Een vrouw uit dé buurt
van Dordrecht
probeert ten einde
raad het loze leven van
haar al zestien jaar in coma
liggende zoon te beëindigen.
De poging mislukt: het mes
in haar bevende hand mist de
vitale halsslagader. De patiënt
blijft leven, gaat althans niet
officieel dood. En de moeder,
die al die jaren steeds verder
in die tragische richting werd
gedreven? Die is alleen maar
nog dieper in de put geraakt,
is de overtuiging van Tineke
Janzen uit Leusden, vice-
voorzitter van de Stichting
Brein, die als eerste
doelstelling heeft de
samenwerking tussen
hulpverleners en naaste
relaties van patiënten met
hersenletsel te verbeteren. Het
relaas van Tineke Janzen, een
moeder, die met de neus op
de keiharde feiten werd
gedrukt, die hulpeloos was,
maar nu anderen de helpende
hand wil toesteken.
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1988
Tineke Janzen en haar zoon Marco.
Marco werd ruim acht jaar geleden door
overvallers in elkaar geslagen, hij raakte
in coma en daarna volgde een lijdensweg.
Maar met een happy end.
FOTO: PERS UNIE
rapeut, een ergotherapeut en de hoofd
verpleegster van de afdeling hersenletsel
om uitleg te geven. Wat me vooral op
viel was de openheid waarmee het pro
bleem werd benaderd, bijvoorbeeld aan
de hand van dia's. En je kreeg ook altijd
een kussen. Als je er behoefte aan had,
kon je daarmee gooien, om je af te rea
geren. En dan was er altijd een arm om
je heen. De opvang en begeleiding waren
werkelijk perfect".
Afgrond
Des te dieper was de afgrond waarin ze
FOTO: ANP
ogels die veel behoefte hebben aan sociaal contact.
na terugkeer in Nederland belandde.
„We kwamen uit een ideale situatie, en
dan val je ineens in zo'n diep gat. De
opvang zoals die in Amerika was, heb ik
hier helemaal gemist. Ik wist niet eens
waar ik met Marco naar toe moest", be
schrijft Tineke Janzen het begin van een
lange, niet zelden deprimerende tocht
langs Nederlandse verpleeghuizen.
„Eerst zijn we naar De Hoogstraat in
Leersum gegaan. Voor dwarslaesie-pa-
tiënten is dat een uitstekend revalidatie
centrum, maar de afdeling waar Marco
verpleegd werd functioneerde niet zoals
ze zou moeten functioneren. Via kennis
sen zijn we toen terecht gekomen bij de»
Lucas-Stichting in Hoensbroek. Daar
had je een aantal opleidingsmogelijkhe
den. Marco had havo-B en zat op de
Kunstacademie in Den Haag, maar na
zijn ongeluk was de opleiding in Hoens
broek te hoog gegrepen. Motorisch kon
hij het niet aan. Bovendien was de op
vang ook daar niet toegesneden op zijn
situatie. Daardoor liep hij er als een een
ling rond".
„We zijn toen verder gaan zoeken en
kwamen uit bij Werkenrode in Nijme
gen. De lagere tuinbouwopleiding kon
hij daar op zijn sloffen aan. Alleen met
de Latijnse namen had hij wat moeite",
verhaalt Tineke Janzen van het succes
dat nog aan bemoediging won omdat het
niet werd aangereikt, maar werd bevoch
ten.
Wrang detail daarbij: niet de mensen
van de nota bene met Werkenrode sa
menwerkende Lucas-stichting, maar
kennissen hadden haar en haar zoon de
weg gewezen naar de mogelijkheden in
Nijmegen. De maatschappelijk werker
van Werkenrode bewerkstelligde dat
Marco Hartjesveld via een sociale werk
plaats als tuinman aan de slag kon bij
een bejaardencentrum. Maar het werd
geen succes. „Marco heeft een diep in
nerlijk leven, maar door zijn hersenletsel
maakt hij moeilijk contact met anderen.
In Oude water was hij daardoor vreselijk
eenzaam".
Ommekeer
Maar de Grote Ommekeer kwam toen
maatschappelijk werker Kees van Kam
pen, een kennis van zijn in Deventer
wonende zus, het pad effende naar een
werkkring bij het bouw- en cultuurtech
nisch bedrijf van het Sallandschap. Nu
verzorgt de jongeman, wiens revalidatie
proces tot in Deventer werd gevolgd
door de Californische krant Press Tele
gram, onder meer het in ruime mate
voorhanden groen op een rustieke be
graafplaats even buiten Deventer. „Mar
co is altijd een natuurmens geweest. Ik
weet zeker dat hij met bomen kan pra
ten", zegt zijn moeder in een milde
mengeling van ontroering en geluk.
„Toen hij bij dat bejaardencentrum
werkte, wilde ik elke dag wel naar hem
toe, zo eenzaam was hij daar. Maar tege
lijk wist ik dat we van elkaar los moes
ten komen. Bijna elk weekend kwam hij
thuis. Maar nu hij in Deventer werkt en
er een eigen huisje heeft, komt hij nog
maar eens in de zes weken. Hij is nu zo
mateloos gelukkig, en zo lief, en zo wijs,
ja vooral zo wijs. Een triest verhaal heeft
toch nog een happy end gekregen", mij
mert Tineke Janzen, intens dankbaar dat
haar zoon eindelijk in een warme, koes
terende omgeving is beland. „In Deven
ter wordt bewust een gehandicapten-
vriendelijk beleid gevoerd. Toen Marco
nog op kamers woonde, heeft hij, zonder
dat ik daar om had gevraagd, een heel
goede begeleiding gekregen. Daar was ik
erg blij mee".
Nu zij Marco gelukkig weet, is ze in
staat zich te uiten over wat haar zoon en
de verdere familie is aangedaan. „Hij
was er heel, heel erg aan toe. Zijn
spraakcentrum was beschadigd, aan de
rechterzijde was hij verlamd, hij zou
waarschijnklijk nooit meer kunnen zien
en we moesten ér rekening ipee houden
dat er karakterdeformatie kon plaatsvin
den. Op een gegeven moment zei een
dokter legen mij: „Welk slangetje zullen
we losmaken als er over tien dagen geen
verbetering is opgetreden? Maar gelukkig
ging het wél de goede kant op, ook al
was dat voor mij als leek niet zichtbaar
en ging het heel, heel langzaam".
Zelfs na terugkeer in Nederland was er
nog twijfel of hij het wel zou halen. „De
behandelende neurochirurg heeft tegen
vrienden van oris gezegd dat het te ho
pen was dat Marco dood zou gaan, zo
ernstig waren de beschadigingen volgens
de röntgenfoto'sdie wij uit Amerika
hadden meegekregen. Later hebben we
die dokter nog eens opgezocht. En toen
zei Marco: „Kijk, hier ben ik nou".
HARRY BRINK
Contactpersonen Slichting Brein: Gerda Laar-
man-ten BrummelhUis (voorzitter), Mozarlslraat
142 Twello. tel. 05712-72135Tiny Janzen (vice-
voorzitter). Hunzewijk 5 Leusden, tel. 033-
950069; Gea Prummel, Oude Pekela, tel. 05978-
13857.
GELDROP - Zijn handen zitten
vol kloven. Ontstaan door de vele
happen die hij van zijn papegaaien
kreeg. Niet elke vogel is dol op
hem. Hij verplaatst ze, sjouwt met
ze of haalt ze uit de kooi voor een
bezoek aan de dierenarts. Een ech
te vogelgek is hij wèl. Want als je
172 papegaaien onder je hoede
neemt, dan moet er iets van gekte
aan te pas komen.
Tonny van Meegen heet die liefhebber
voor wie hel houden van papegaaien iets
meer is dan zomaar een hobby. Sinds fe
bruari van het vorig jaar heeft hij zijn le
vende have ondergebracht in een Stich
ting Nederlandse Opvang Papegaaien
(NOP). Op de zolder van de meubelfa
briek waar hij werkt, mocht hij een paar
jaar geleden zijn toen nog kleine collec
tie vogels onderbrengen. En vanaf dat
moment liet hij aan iedereen weten dat
alle afgedankte vogels welkom waren, als
het maar papegaaien waren. Uit Maas
tricht, Bodegraven, Den Helder, uit ei
genlijk het hele land kwamen mensen
met hun ara's, kakatoes of amazones.
Waarom wil iemand van zijn papegaai
af? Van Meegen noemt als een van de
belangrijkste redenen de angst van oude
re mensen om hun liefste huisdier te
„overleven". „Een papegaai kan vijftig,
zestig jaar worden. Als je zelf tegen de
tachtig loopt, eri je hebt een papagaai
van twintig', dan komen de problemen.
Verknocht als oudere mensen aan hun
papegaai zijn, willen ze zekerheid over
de toekomst van het dier. En dan bellen
ze mij". Uit een kast tovert hij een brief
van een Nederlands echtpaar dat woon
achtig is in Spanje. Daarin doet de hoog
bejaarde vrouw een dringend beroep op
Van Meegen om haar twee papegaaien
onderdak te bieden. Ze komt haar lieve
lingsdieren zelf brengen. Een voor een.
„Je weet nooit zeker of je met twee pa
pegaaien door de douane komt. Daarom
breng ik ze maar apart", zo schrijft ze in
haar brief.
Allergie kan ook een struikélblok zijn
voor het houden van een papegaai. En
voor heel veel mensen voldoet een pape
gaai niet aan de vocabulaire verwachtin
gen. Van Meegen lacht. „Er bestaat nog
steeds een misverstand over het napra
ten door zo'n dier. Mensen die hun dier
allerlei woorden proberen te leren, grap
pig, aardig of schunnig. Maar een pape
gaai blijft een papegaai en neemt alleen
die woorden over die hij belangrijk
vindt. Luister maar". Tussen het gegil en
gekrijs van de 172 pagegaaien door
klinkt de hoge stem van Lolita: hal
lo Feijenoord hallo hallo Een
onvervalste Rotterdammer.
„Mensen bellen mij op en vragen wat ze
moeten doen wanneer blijkt dat hun pa
pegaai zich helemaal kaal plukt. Meestal
is de oorzaak zo aan te wijzen. Ara's
kunnen bijvoorbeeld moeilijk alleen
zijn. Zet je er een vriendje bij dan zie je
de vogel weer opleven. Het zijn echte ge
zelschapsdieren met een zeer sterke be
hoefte aan sociaal contact. Een papegaai
kiest uit een gezin meestal één persoon
uit. Dat is dan zijn „partner". Aan dat
lid van de familie toont hij zijn aanhan
kelijkheid en zijn liefde". Om zijn ver
haal te illustreren wijst hij op een van de
ruime hokken. Een kleurige Ara kijkt
verrast door de spijlen van zijn hok.
„Dit is zo'n geval waar een gezin op een
gegeven moment geen raad mee wist. De
papegaai had de vrouw des huizes als
partner uitgezocht. Hij was wild van
haar. Toen ze besloot een baan buitens
huis te nemen, plukte de papegaai zich
helemaal kaal: liefdesverdriet". En nu zit
de vogel, al helemaal opgeknapt, in het
Geldropse.
De verstandhouding tussen de mens en
zo'n kleurige vogel is, gezien het bestaan
van de NOP, toch niet helemaal in orde.
Terwijl een papegaai nou toch typische
menselijke eigenschappen bezit. Hij
heeft sociaal ^eer hoogstaande contacten
en een ijzersterk geheugen. Wordt een
papegaai iets aangedaan, dan zal hij dat
niet snel vergeten. Jaren later kan hij de
dader nog eens te grazen nemen door
hem eens flink in de vingers te bijten.
Maar hij is ook trouw tot aan de dood,
of dat nu om een mens gaat of om een
mede-papegaai.
Roosvicee
De meeste papegaaiebezitters zijn vol
gens Van Meegen slecht op de hoogte
van het voer. „Het meeste voedsel dat
in de dierenwinkel te koop is, voldoet
niet aan de eisen. Papegaaienvoer be
staat voor negentig procent uit zonne
bloempitten: puur vet en olie. Uit liefde
voert de mens zijn vogel de dood in. Er
is maar één juist recept: dagelijks een
eetlepel grof parkietenvoer, een eetlepel
eivoer en een eetlepel Brinta, vochtig ge
maakt met water of Roosvicee. Zo af en
toe wat fruit is ook heel gezond".
De 172 zolderbewoners kunnen naast
een gezonde maaltijd drie maal per week
rekenen op een weldadige douchebeurt.
Boven de hokken heeft Van Meegen een
soort drainage-systeem gebouwd, waar
mee elke kooi van een zacht suizende en
tropische regenbui wordt voorzien. Om
het eigenhandig in elkaar gedraaide sy
steem te demonstreren draait Van Mee
gen de kraan open. Een gejoel en ge
schreeuw van jewelste. Heerlijk vinden
ze dat en dan zomaar op een „niet-dou-
che- dag". Van Meegen is onverbiddelijk
en draait weer snel de sproeier dicht.
Drie maal per week, en niet overdrijven.
De papegaaien van Tonny van Meegen
zijn niet bestemd voor de handel of de
verkoop. Gesteund door enkele vrijwilli
gers en een dierenarts, die alleen medi
cijnen berekent, zorgt hij vol toewijding
voor zijn 172 makkers, een aantal dat
waarschijnlijk nog veel groter wordt. Uit
eigen middelen en bijdragen van gulle
gevers wordt de achthonderd gulden op
gebracht die per week nodig is voor de
verzorging van zijn papegaaien. Onder
handelingen zijn al gaande over een
groot buitenpark. Van Meegen wil daar
niet veel over kwijt; hij heeft al een
Geldropse lokatie in gedachten maar het
overleg daarover is nog volop gaande.
SASKIA MINKMAN
Tonny van Meegen en enkele van zijn 172 papegaaien.
Zonder twijfel hebben veel amateur-ho
veniers het afgelopen weekeinde weer
flink de handen uit de mouwen gesto
ken. Het weer was goed voor tuinwerk
en zo langzamerhand hoeven we niet
meer op een echte winter te rekenen.
Er valt in de meeste tuinen nog heel wat
schoon te maken. Hoewel hét niet ver
standig is alle afval en dorre bladeren nu
al helemaal te verwijderen. Er kan, zo
blijkt op het ogenblik wel, nog heel goed
nachtvorst komen en dan geeft zo'n bla
derdek toch nog enige bescherming aan
de uitbottende bollen en andere planten
soorten.
Het vooruitzicht op een nieuw tuinier-
binnen de perken
seizoen wordt extra plezierig wanneer we
bekijken wat zich allemaal rond dat
groene gebeuren gaat ontwikkelen. Naast
de eerder in deze rubriek aangekondigde
Teleac-cursus over de tuin begint op 22
maart een andere tv-cursus. „Eten uit ei
gen tuin" heet die en de lessen zijn tot
stand gekomen in nauwe samenwerking
tussen het blad Moestuin, uitgeverij Ti-
rion en de TROS die ook voor de uit
zendingen zorgt.
De cursus bestaat uit dertien lessen. Te
beginnen met een algemeen overzicht
dat gevolgd wordt door voorlichting
over de inrichting van de tuin, het zaai
en en planten, het onderhoud en via al
lerlei andere onderwerpen mondt de les
senserie uit in een aantal aanwijzingen
voor het winterklaar maken. Die les
komt op 27 september op het scherm.
Het aardige van deze cursus is dat hij
helemaal meeloopt met het seizoen en
met de werkzaamheden die er op een be
paald moment in de tuin moeten gebeu
ren.
De tv-lessen worden drie keer onderbro
ken. De eerste keer op 23 april. Dan zijn
er mogelijkheden om bij zeven Intra-
tuincentra, (verspreid over het hele land:
Zoetermeer, Assen, Arnhem, Amers
foort, Heemstede, Halsteren en Berg en
Terblijt) praktisch onderricht te krijgen.
Ook vragen die opwellen bij het spitten
en bemesten kunnen dan beantwoord
worden. De cursus ligt stil tijdens de zo
mervakantie. Eind augustus, als op de
Flevohof de Nationale Moes- en Volks
tuindagen worden gehouden is daar voor
cursisten weer een kans om in de prak
tijk aan het werk te zijn.
Een belangrijk onderdeel van déze cur
sus is het bijbehorende boek. In vakkrin
gen wordt dat nu al gezien als het stan-
daard-tuinboek voor de jaren negentig.
Het is samengesteld door een aantal me
dewerkers van het blad Moestuin onder
leiding van Hans van den Bosch. Ook
als de cursus afgelopen is blijft het boek
een waardevolle vraagbaak. Er is over
een breed groen-terrein informatie in te
vinden. Enkele voorbeelden: kas- en
bakteelt, het zelf verbeteren van de
grond, groenteteelt van A tot Z en het
zelfde voor fruit, de kruidentuin en het
aanleggen van een wintervoorraad op
verschillende manieren.
Behalve het boek bevat het cursuspakket
praktische materialen zoals plantstok,
tuinhandschoenen, enkele zakjes zaad en
verschillende aanbiedingen die alleen
voor cursisten gelden. Bovendien de mo
gelijkheid om mee te doen aan de prak
tische scholingsactiviteiten.
Een cursus die heel geschikt lijkt voor
beginners maar ook veel te bieden heeft
aan mensen die geen groentjes meer zijn
in de wereld van het groen. Vooral de
laatste jaren zijn de inzichten in het mi
lieuvriendelijk tuinieren immers dras
tisch gewijzigd. Er zijn methoden ont
wikkeld die het een tuinier mogelijk ma
ken zonder gebruik van gifstoffen en an
dere schadelijke zaken voor de natuur,
toch een goede oogst van zijn vierkante
meters tuingrond te halen.
Het totale cursuspakket kost ongeveer
zeventig gulden en is bij tuincentra en
de boekhandel te koop.
JAN VAN KOOTEN
'£eidóe@ou4a*ita