Het virus
van de
besmetting
p
linal
lë
Bloemen en planten, bijgeloof en waarheid rfe.fr.Ete...
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1988
TILBURG - Gedragsbesmetting.
Het is weer eens iets anders dan
mazelen, maar het bestaat en prof.
dr= Theo Verhallen heeft er onder
zoek naar gedaan. Het virus komt
ter sprake wanneer hij bespiegelt
over de beurskrach van het afgelo
pen najaar waaraan de economie
een akelig hoestje heeft overgehou
den dat maar niet weg wil gaan.
En dit was pas het begin, waarschuwt de
financiële deskundige Ravi Batra uit
Amerika in zijn zojuist verschenen boek
„De Grote Depressie van 1990". Vol
gens hem heeft de rampspoed op de we
reldbeurzen van 19 oktober slechts een
voorproefje gevormd van het onheil dat
komen gaat. Daarbij baseert deze hoog
leraar aan een universiteit te Dallas zich
op de door hem ontwikkelde golftheorie
dat er ééns in de zestig jaar een wereld
omspannende depressie moet optreden.
Dit moment breekt aan zodra een bui
tensporige concentratie van welvaart ten
beurze tot gigantische speculatiegolven
leidt.
Waar? Niet waar? Prof. Verhallen in elk
geval acht het bestaan van dergelijke
wetmatigheden twijfelachtig. In zijn
ogen was de beurskrach waarvan de ka
pitalistische wereld nog nahijgt, veeleer
een typisch voorbeeld van gedragsbes
metting. En een volgende, nog ergere
krach zal niet uitsluitend plaatsgrijpen
omdat dit nu eenmaal in de loop der
dingen besloten ligt, nee, hij zal zich vol
trekken als er een nieuwe epidemie van
gedragsbesmetting toeslaat.
Prof. Theo Verhallen is zojuist, nog pas
39 jaar oud, benoemd tot bijzonder
hoogleraar psychologisch marktonder
zoek aan de Katholieke Universiteit Bra
bant. Daarmee aanvaardde hij een leer
opdracht die tot dusver in Nederland
onbekend was. Zijn veelzijdigheid, aldus'
de door de universiteit uitgegeven le
vensloop, blijkt onder meer uit het feit
dat zijn naam voorkomt op recente
lijsten van Nederlandse top-economen.
Sinds 1985 geeft hij als onderzoeksdirec
teur mede leiding aan Research Interna
tional Nederland, voorheen SOCMAR,
dat dezer dagen een halve eeuw bestaat
en bijgevolg het oudste instituut voor
marktonderzoek in Nederland is.
Neuzen tellen
Maar geen opinie-onderzoeker in de ge
bruikelijke zin des woords blijkt hij te
zijn. Tijdens het gesprek zal hij herhaal
delijk afgeven op wat hij bestempelt als
„neuzen tellen", zijnde de traditionele
manier waarop uitgeplozen pleegt te
worden hoe de Nederlander over van al
les en nog wat denkt. Wat hij, zowel psy
choloog als econoom van zijn stiel, na
streeft, is het zoeken van verklaringen
voor menselijk gedrag - en dat hoeft be
paald niet alleen koopgedrag te zijn. Zo
bekijkt hij op het ogenblik in opdracht
van hef ministerie van binnenlandse za
ken wat er verbeterd zou kunnen
worden aan het beeld dat de burgerij
van de politie heeft. „Wat willen burgers
eigenlijk? En hoe kunnen we de diensten
die de politie biedt, daarop afstemmen?
Mijn vak is eigenlijk het meest democra
tische ter wereld; het houdt zich immers
bezig met de wensen van mensen".
Met tal van onderwerpen is prof. Ver
hallen gedurende zijn nog korte carrière
al wetenschappelijk in de slag geweest.
Met de zorg voor het milieu onder meer.
Daarover straks. En tot die vele activi
teiten heeft ook een onderzoek naar ge
dragsbesmetting behoord, een goeddeels
onbetreden pad. „Ik heb dat gedaan op
postzegelveilingen. Wanneer komt het
moment dat mensen als gekken tegen el
kaar gaan opbieden, heb ik me afge
vraagd. Je zou verwachten dat dit ge
beurt als er een kavel postzegels onder
de hamer komt waarover weinig bekend
is - u weet wel, zo'n dikke enveloppe
vol en geen hond weet welke zeldzaam
heden er misschien tussen zitten. Maar
nee. De mensen bleken als gekken tegen
elkaar op te gaan bieden bij iets heel be
kends. Bij een postfrisse zegel waarvan
je de waarde zo in de catalogus kunt op
zoeken. Gedragsbesmetting dus. Hetzelf
de verschijnsel doet zich voor als ie
mand op straat omhoog gaat staan kij
ken. In een wip vormt zich een kring
van mensen om hem heen die eveneens
de blik hemelwaarts richten, ook al is
daar absoluut niets te zien. Bij panieksi
tuaties zie je het verschijnsel veel. Men
sen die allemaal dezelfde kant op begin
nen te hollen zonder dat daar een ratio
nele verklaring voor is".
Spiraal
Zijn observaties op postzegel veilingen
leerden prof. Verhallen het volgende.
„Gedragsbesmetting beperkt zich niet
tot situaties van grote onzekerheid. Zie
de postfrisse zegel. Veeleer gaat het om
een onbewuste inschatting van wat an
deren zullen gaan doen. Daar stemt men
dan vervolgens zijn gedrag op af. Bij die
recente beurskrach heeft naar mijn me
ning niet zozeer de feitelijkheid van de
markt, de koers van de dollar, het te ver
wachten begrotingstekort in Amerika de
doorslag gegeven als wel de inschatting
Economen plegen door een theoretische bril naar
de mens te kijken en vervolgens ingewikkelde
wiskundige berekeningen los te laten op zijn
gedrag. Niet zo prof. Theo Verhallen.Reeds als
student economie „geloofde hij er geen pest van",
reden voor hem om zich op de psychologie te
werpen. En nu is hij benoemd tot hoogleraar
psychologisch marktonderzoek aan de
Katholieke Universiteit Brabant. „Mijn vak is het
meest democratische ter wereld; het houdt zich
bezig met de wensen van mensen".
Theo Verhallen doceert aan de
Katholieke Universiteit Brabant
psychologisch marktonderzoek.
FOTO: DIJKSTR.4
hoe anderen zouden gaan handelen. Dan
gaat een mens dingen doen die hij nor
maal nooit gedaan zou hebben. De be
kende spiraal. Op die golftheorie van
prof. Ravi Batra zou ik dus willen ant
woorden: op basis van louter economi
sche karakteristieken kun je onmogelijk
een nieuwe en ergere krach voorspellen.
Voor zo'n catastrofe is meer nodig".
Traditionele economen, maakt Verhal
len zijn vertoog meer algemeen, gaan uit
van een bepaald mensbeeld. Van de
homo economicus die bepaalde behoef
ten heeft en daarvoor zoveel mogelijk
bevrediging tracht te zoeken binnen het
kader van de middelen die hem ten
dienste staan. Daar worden dan allerlei
ingewikkelde wiskundige berekeningen
mee gedaan en op papier ziet het er
prachtig uit, maar als men het probeert
te vertalen naar de praktijk van alledag,
komt men in de problemen. Wat moet
bijvoorbeeld precies onder inkomen ver
staan worden? Besteedbaar inkomen?
Netto besteedbaar inkomen? De meeste
mensen weten niet eens precies hoeveel
ze hebben. En misschien is dat ook hele
maal niet zo doorslaggevend bij de keu
zen die ze doen. Een verhaal als: wan
neer de prijs van een produkt zakt, zal
de vraag ernaar toenemen. Meestal gaat
het wel zo, ja, maar het hoeft niet. Het
voorspelt niets over het concrete gedrag
van de consument. De manier waarop
mensen op een prijsverandering reage
ren, hangt van een heleboel dingen af.
Stokpaardje
Een stokpaardje van de jonge hoogle
raar. Hij is indertijd op het onderwerp
gepromoveerd. Economie betekent het
aanwenden van schaarse middelen, zo
leert de theorie. Immers: wanneer er
geen schaarste is, kan iedereen precies
doen wat hij wil. Dan is er geen econo
mie, dan is het alle dagen kermis. Maar
wat betekent schaarste voor de keuze
van de consument? Om die vraag te be
antwoorden, heeft Verhallen mensen in
laboratoriumsituaties gebracht waar hij
kunstmatig schaarste creèerde. „Ik wilde
weten: wat gebeurt er als ik landkaarten
schaarser maak, flessen wijn, gewone
dingen? En wat bleek? Schaarste hoeft in
zijn algemeenheid helemaal niet het ef
fect te hebben dat mensen een produkt
liever kopen en dat dus de prijs omhoog
gaat, zoals werd aangenomen. Wanneer
je geen reden geeft waarom een produkt
schaars is, dan heeft de schaarste nul
komma nul invloed op de keuze van de
consument".
Het begrip schaarste moet voorzien
worden van een menselijke inhoud, wil
het een rol spelen bij koopgedrag - daar
komt het volgens Verhallen op neer. „En
dat leer je als je gewoon naar mensen
kijkt in plaats van naar theorieën. Zo
De beurskrach waarvan de wereld nog nahijgt: een typisch voorbeeld van gedragsbesmetting.
ben ik ook in dit vakgebied terecht geko
men. Als student economie al had ik on
vrede met dat oeverloze getheoretiseer.
Ik geloofde er gewoon geen pest van.
Daarom ben ik dus psychologie gaan
studeren. Dat was in die tijd wel iets
nieuws, ja. Om op die schaarste terug te
komen: pas als je een oorzaak op de
schaarste plakte, bleek de belangstelling
voor een produkt toe te nemen. Je
moest zeggen: het is erg exclusief, daar- i
om zijn er zo weinig van. Of: het is zo
populair dat het de winkel uitvliegt en
niet aan te slepen valt. Pas dan zag je
een uitwerking op het keuzegedrag. Het
geen me op drugs of porno brengt. Je
hoort wel eens pleidooien om de be-
schikbaarheid ervan te beperken. Maar
of het werkelijk zou helpen? Drugs en
porno worden er juist aantrekkelijker
door, zeker als het om een beperking i
gaat waar een aureool van exclusiviteit
omheen komt te hangen - het idee: ze
zijn schaars omdat het iets heel aparts
betreft".
Elk wat wils
Verhallen ziet zijn vak, de combinatie
van econoom en psycholoog, als een ty
pische verbreding van het onderzoeksge
bied. Ooit werd de markt van goederen
en diensten geheel beheerst door maat-
en stukwerk. Maar toen kwam de indus
triële revolutie en daarmee de geest van: I
wij maken en u dient slechts af te ne-
men. Een produktie-economie. De Oost-
bloklanden worden er sterk door geken- i
merkt. Het Westen echter geeft meer en
meer een ontwikkeling te zien in de rich
ting van een markteconomie, door Ver
hallen aldus gedefinieerd: „Naar mensen
kijken om ideeën op te doen voor verbe
terde of nieuwe produkten". Het bete
kent volgens hem dat de markt steeds
gevarieerder gaat worden. Terug naar
het „elk wat wils van de goede oude
tijd". Niet voor niets gaat hij zich aan de
Katholieke Universiteit Brabant in het
bijzonder bezighouden met onderzoek
naar leefstijlen. In hoeverre hebben psy-
chologische karakteristieken een uitwer-
king op koopgedrag? Die vraag. „Vol
gens mij is namelijk niet louter iemands
financiële budget bepalend, maar even
zeer zijn psychologische budget. Wat wil
iemand met zijn leven? Welke opinies
worden belangrijk gevonden? Hoe kijkt
iemand aan tegen de maatschappij en j
zijn plaats daarin? Die dingen zijn veel
meer bepalend dan een dikke portemon- j
nee".
En dat blijft voorlopig zo, denkt Verhal
len. „Ik acht het een permanent ver
schijnsel. Goederen of diensten die zijn I
toegesneden op duidelijk te onderschei
den groepen van individuen in plaats
van op de massa. Produkten die van el- j
kaar verschillen door de mensen op wie
ze zich richten. Mensen onderscheiden
zich nu eenmaal graag van anderen, en j
groepen onderscheiden zich graag van!
andere groepen. Het zit in de aard van
het beestje. Dat is altijd al zo geweest,1
maar hel wordt steeds breder. Het mani
festeert zich op -steeds meer manieren.1
Vandaar die snelle opeenvolging van
trends. Die nadruk op leefstijl. En ja, er
speelt de nodige gedragsbesmetting bij
mee, dat ook, zeker".
Genoeg
Hoe zit het ondertussen met de tot voor i
kort vol zorg gesignaleerde grenzen aan
de groei? Met de economie van het ge-1
noeg - en liefst wat minder - die werd
gepredikt? „O, maar dat is een heel an-1
der verhaal", veert Verhallen op. „Dat
had te maken met het milieu. Toevallig
heb ik me ook daar druk mee bezigge- j
houden in de tijd dat ik als wetenschap-1
pelijk hoofdmedewerker verbonden was
aan de Katholieke Universiteit Brabant, l
Er werd heel veel onderzoek naar ge
daan. We zaten er wel met vijftig man
van allerlei verschillende vakgebieden I
bovenop. Ik heb bijvoorbeeld, samen j
met een collega van de Rotterdamse
Erasmus Universiteit, als eerste een stu
die verricht op het gebied van het gedrag
van de Nederlander ten tijde van de
energiecrisis. Want toen kon het kenne
lijk wel, die matiging, die soberheid. Het
probleem van vandaag is: hoe maak je j
de consument duidelijk dat hij met zijn
koopgedrag kan bijdragen tot een beter
milieu? Want op zich bestaat er geen en
kele reden waarom er niet een ruime
markt zou zijn voor milieuvriendelijke
wasmiddelen. Waar vraag naar is, dat
wordt gemaakt, want daar valt geld aan
te verdienen. Nee, het belangrijkste pro-
bleem is dat maatregelen op het gebied
van het milieu een heel ongunstige ver
houding tussen kosten en baten te zien
geven. Ik bedoel dit. Van het individu j
wordt op korte termijn een offer ge
vraagd waarvan de uitwerking op de to
tale samenleving pas veel later zichtbaar
zal zijn. Je zou dus eigenlijk milieu-1
vriendelijke produkten moeten verzin-1
nen die minder het karakter van een of
fer hebben. Scharreleieren, daar heb je
zoiets. Je dient er de natuur mee en ze
zijn nog lekkerder ook. Ik ben ervan j
overtuigd dat hier een groeimarkt ligt. j
Want het schort de mensen niet aan be
wustzijn. Het schort ze aan het inzicht
dat ze door hun koop- en ander gedrag
concreet een steentje kunnen bijdragen".
PIET SNOEREN
Panoramix is de druïde van de Galliërs
die het in de verhalen van Asterix altijd
met de Romeinse bezetter aan de stok
hebben. In tijden van grote nood brouwt
hij voor zijn stamgenoten een tover
drankje dat hen reuzenkracht geeft. Er is
één Galliër die dat drankje niet nodig
heeft. Ook zonder toverdrank verslaat
hij tientallen Romeinen tegelijk: Obelix.
Als baby is hij een keer in de ketel geval
len waarin Panoramix zijn kruidendrank
maakte.
In het verleden hebben veel planten ge
neeskundige en andere krachten toege
dacht gekregen die soms maar voor een
klein deel op waarheid berusten. Onze
voorouders keken vrouwen die in bos en
veld kruiderijen verzamelden met een
scheef oog aan en noemden die vrouwen
heksen. Kluizenaars die zich ver van de
bewoonde wereld ophielden en met be
hulp van natuurlijke produkten probeer
den zo gezond mogelijk te leven, werden
voor tovenaars aangezien.
Toverdrankjes bestaan niet meer. Het is
vrijwel zeker dat al die drankjes die
oude volksstammen tot reuzenmoed en -
kracht aanzetten, voor het grootste deel
op alcohol of andere geestverruimende
middelen waren gebaseerd. Waardoor de
gebruikers .ervan een vertekend beeld
van de werkelijkheid kregen en hen
moediger maakten dan ze onder norma
le omstandigheden zouden zijn.
Maar het bijgeloof tiert nog welig en
rond vele planten, bloemen en vruchten
bestaan prachtige verhalen die soms te
ruggaan tot voor het begin van onze
jaartelling.
Appel
Neem bijvoorbeeld de alledaagse appel.
In het paradijs, de Hof van Eden, ge
bruikte de slang een appel om Eva te
verleiden. Je mag een appel dus nooit
eten zonder hem van tevoren goed
schoon te wrijven, want anders ligt de
duivel op de loer. Ondanks deze kwalij
ke geschiedenis van de appel wordt de
appelboom op heel veel plaatsen als een
heilige boom beschouwd, het rooien van
een appelboom brengt dan ook ongeluk.
In de liefde speelt de appel een belangrij
ke rol. Een meisje dat verliefd is op een
jongen en wil weten of ze ooit met hem
zal trouwen kan daar op een simpele
manier achter komen. Ze schilt een ap
pel, zorgt ervoor dat de schil heel blijft
en gooit die over haar linker schouder.
Als de schil dan nog niet breekt en bo
vendien valt in de vorm van de eerste
letter van de naam van haar held, dan
trouwt ze hem. Ook op een andere ma
nier kan ze de toekomst lezen uit een
appel. Daarvoor snijdt ze een appel
open en telt de pitten. Is het een even
getal dan trouwt ze al gauw. Zijn er een
of meer pitten doorgesneden dan vergaat
het haar slecht en zal ze als weduwe ein
digen.
Het bijgeloof wil verder dat de eerste ap
pel van een jong boompje gegeten wordt
door een vrouw met veel kinderen. De
boom zal dan in de toekomst overvloe
dig vruchten dragen.
Geen bijgeloof maar waarheid is het ver
haal over een andere appel; de denneap-
pel. Dat is een echte weerprofeet. De
denneappel die zijn schubben openzet
kondigt droog weer aan, als de schubben
zich sluiten komt er regen.
Heksen
Door de steeds verder oprukkende cul
tuur wordt de brandnetel in de verdedi
ging gedrongen. Het is ook niet bepaald
een plant die de sympathie van velen
heeft hoewel van jonge brandneteltop-
pen een voortreffelijk soepje getrokken
kan worden. In vroeger dagen speelde de
brandnetel een belangrijke rol bij de be
strijding van vermeende en echte geva
ren. Als een handvol van deze planten
tijdens een onweer in het vuur werd ge
worpen kon blikseminslag afgeweerd
worden. De rook die van brandende ne
tels komt was ook goed voor het verdrij
ven van heksen en andere duistere be
dreigingen. En men geloofde in het ver
leden vast dat brandnetels alleen maar
goed wilden gedijen op plekken waar een
moord gepleegd was. Een nuttige toepas
sing vroeger was het gebruik van de
stengels voor de vervaardiging van ne
teldoek.
Het charmante sneeuwklokje dat op het
ogenblik volop in bloei staat heeft in het
verleden een kwalijke naam gehad. Het
symboliseert dan wel de reinheid maar
het was altijd een voorbode van dej
dood. Het mocht niet binnenshuis ge-j
bracht worden als er iemand ziek lag en!
ook in andere gevallen konden de bloe-j
metjes maar beter buiten blijven. Ditj
bijgeloof heeft te maken met de bloeipe
riode van de klokjes; laat in de winter.
Door gebrek aan goede voeding en vita
mines waren er vroeger in deze tijd van
het jaar talloze mensen ziek. Veel meer
dan in andere seizoenen. Gebrek aan
kennis bracht een verband tussen ziek
zijn en dood gaan en de bloeiende
sneeuwklokjes.
Nog een bloem met een verdachte ach
tergrond is de sering. De zware geur van
deze bloem zou een slechte invloed heb
ben op de gezondheid. Witte seringen
mochten daarom nooit binnenshuis
worden gezet en zeker niet in een zie
kenhuis of een onderkomen met zieke
kinderen.
JAN VAN KOOTEN
£eidóe<3outtmt