Achmed de Kom overweegt vestiging in Italië final Roda JC's Arnold Hendriks koopt ook voetbalclubs op SPRINTER ONTBEERT CONCURRENTIE BIJ NK IN DEN HAAG VonBoseen-hoff 'CeidócSoiiAatit' ZATERDAG 20 FEBRUARI 1988 AMSTERDAM - Achmed de Kom zou het liefst in de voetspo ren treden van zijn voorvaderen. Zijn opa was gouddelver in Surina me en vader De Kom mocht zich een succesvol bokser noemen. Ook spurter Achmed, die afgelopen dinsdag zijn 29e veijaardag vierde, speurt driftig naar goud. Niet zo zeer vandaag en morgen op de 60 en 200 meter bij de NK indoor-at- letiek in Den Haag, maar vooral bij de internationale sprint-top. „Ik reken op Seoul", meldt de Amster dammer, die zich wellicht nog dit jaar in Italië zal vestigen. „J1 De Kom zegt onwetend te zijn van I soortgelijke plannen van sprintster Nelli "l Cooman, zijn Rotterdamse evenknie. ül Maar hij ziet het wel degelijk zitten, zo laat-ie doorschemeren. Een verhuizing naar het land waar ook Ruud Gullit zijn heil heeft gevonden. „Je weet maar nooit", aldus de nationale sprint-kam pioen met een veelzeggende grijns. Zijn voorkeur voor het Appennijnse schierei land is onmiskenbaar. Het klimaat is 'm uitstekend naar de zin („hoe heter, hoe beter") en een trainingsstage in Venetië betekende tot nu toe de garantie voor sprintsucces. „Bovendien worden top sporters in Italië veel beter begeleid dan in Nederland. Vooral financieel". Slachtoffer Als jochie van dertien belandde Achmed de Kom vanuit het Surinaam se Zorg en Hoop op het platteland van Hoorn. De Kom („Eusebio was mijn voorbeeld") schopte het als junior tot het eerste team van de plaatselijke voet balclub Zwaluwen 1930, maar knapte af op zijn ploeggenoten. „Een individuele sport lag mij gewoon beter", kijkt re cordhouder De Kom (100 meter in 10,33; 200 meter in 20,60) nu achterom. „Op het voetbalveld was duidelijk ge worden dat ik snel was, maar ik deed nog niet echt serieus aan atletiek". Als slachtoffer van een gebrek aan begelei ding, zo vindt De Kom, hobbelde hij aanvankelijk gewoon een beetje mee, zonder records of titels in het vooruit zicht. Later, met Peter van Beusekom als trainer, kwam de vriendelijke spier bundel bovendrijven in de kleine lande lijke sprintpoel. „Maar toen was er geen vooruitgang meer. Ik bleef hangen", al dus de nu fulltime-atleet. Twee jaar geleden kwam hij in contact met Toine van de Goolberg, sinds vorig jaar weer trainer van de Nederlandse da- messprintploeg. „Goede begeleiding is het allerbelangrijkste", meent de sprin ter. Het succes van de nieuwe samen werking ontlaadde zich vorig jaar in nog geen vijf weken tijd: twee titels en vijf nationale records vielen als vruchten van de coöperatie. Als gevolg waarvan laatbloeier De Kom op de valreep zelfs een startbewijs verdiende voor de we reldkampioenschappen in Rome. Opvallende prestaties bleven echter uit gerekend daar, in de Italiaanse hoofd- Achmed de Kom, gedoodverfd winnaar op stad, achterwege. „Ik had toen veel beter gekund", vindt De Kom. „Maar ik was uitgeblust. Van voorbereiding was niets terecht gekomen. Juist voor de WK had ik me in Venetië moeten prepareren, maar daar was geen tijd meer voor". Financiële steun Venetië is zo'n beetje het sleutelwoord voor het succes van De Kom. Behalve water is daar immers ook een kunststof atletiekbaan, waar de internationale sprint-elite meerdere malen per jaar sa menschoolt. „Je kunt daar met hele snel le jongens aan de gang zijn. Een ideale manier om in vorm te komen voor be langrijke wedstrijden". Met dank aan onder meer de atletiekunie (KNAU) kon De Kom zich eind vorig jaar in Italië voorbereiden, maar erg enthousiast toont de sprinter zich niet over de (fi nanciële) steun van „de bond". „Ze heb ben mijn trainingsstage uiteindelijk wel betaald, maar dat ging na veel halen en trekken. Zo moet dat niet. Ze moeten hun topsporters spontaan en met liefde steunen. Bezuinigen op atleten kan nou eenmaal niet. En zeggen 'je hoort nog wel van ons', kan helemaal niet". De Kom heeft nog geen reactie ontvan gen op zijn bij de KNAU ingediende be groting voor 1988, nu toch al anderhalve maand aan de gang. „Exclusief zakgeld, arts en psycholoog gaat het óm twintig duizend gulden", onthult De Kom. „Maar ze hebben nog steeds niets bijge schreven op mijn bankrekening". Na twaalf ambachten (waaronder foto model) raakte Achmed de Kom vorig jaar werkloos, maar een WW-uitkering krijgt hij niet. „Dat moet de burgemees ter maar voor me regelen. Die wilde van Amsterdam toch een olympische sport- stad maken? Ik heb geen tijd om daar voor in de wachtkamer te gaan zitten". Het is dus maar goed dat De Kom voor de indoor-titelstrijd van dit weekeinde geen dure stage nodig dacht te hebben. Integendeel. De licht aan de „ham string" geblesseerde De Kom vulde zijn tijd de afgelopen week met het verven en behangen van zijn gerenoveerde wo ning. „Deze kampioenschappen mogen voor mij geen probleem opleveren. De Nederlandse sprinttop is veel minder breed dan toen ik begon. Daarom is dit weekeinde voor mij niet zo belangrijk". Ook de Europese titelstrijd, 5 en 6 maart in Budapest, beschouwt De Kom als „een aardig tussendoortje". Hoogtepunt van het seizoen moet, uiteraard, „Seoul" worden. „Mijn trainer is tevreden en ik ga er vanuit dat het bereiken van een fi naleplaats daar mogelijk is". Surinamer Als Achmed de Kom, die behoort tol de voorgeselecteerden voor de Spelen, in derdaad in Zuid-Korea belandt, zal hij daar in oranje tricot de 100 en 200 me ter afleggen. Oftewel, hij loopt voor Ne derland. „Maar ik voel me altijd Surina mer", meldt hij. „Een jaar of vier gele den ben ik voor een invitatie-wedstrijd in Suriname geweest. Ik sluit niet uit dat ik daar ooit weer eens definitief terug keer. Met de politieke ontwikkelingen houd ik me niet zo bezig. Een raar volk je trouwens hoor, die Surinamers. Ze zijn gek op sensatie en daarmee lijken ze wel een beetje op Nederlanders". Het maakt De Kom „echt niet" uit voor welk land hij loopt. „Ik loop natuurlijk voor mezelf. Dat zou bij wijze van spre ken ook onder'de vlag van Griekenland kunnen zijn". Of van Italië? „Ja, of van Italië. Ze hebben daar misschien zes top- sprinters, maar bij de centrale trainingen verschijnen er een stuk of vijftien. Ze rijden allemaal in keurige auto's en krij gen maandelijks een paar miljoen lires. Ja inderdaad, ik ben al door een aantal Italiaanse clubs benaderd. Of ik er heen ga, hangt af van mijn prestaties van dit jaar". ROB LANGEVELD HEERLEN - Elke dag trapt hij op de hometrainer een fors aantal ki lometers weg. In de wintermaan den een dikke tweehonderd per week, 's zomers het dubbele aan tal. Zijn snelheid ligt rond de 37 kilometer per uur. „Ik vind het niet leuk", zegt hij eerlijk, „maar ik ik voel me daardoor veel pretti- ïngër". Elke morgen trekt hij z'n baantjes in zijn bloedeigen zwem- ^bad en op vrijdagmiddag zit hij ir. met een een aantal kornuiten in de or sauna wederom gezond te doen. ws Arnold Hendriks, de geldschieter van lfp Roda JC. Het „suikeroompje" van de je|| betaald-voetbalclub uit Kerkrade. Het ian[ tennis - vroeger een van z'n favoriete -ei3 sporten - is wat minder geworden. i Gammele knieën laten al te uitbundige 1(jJ capriolen op het gravel niet meer toe. r(j.: Toen dit euvel zich nog niet manifes- teerde, speelde hij drie Limburgse finales (d bij de 45-plussers. „Ik ben een winnaar, tei(, geen verliezer", aldus de textielkoning. Helemaal ondersteboven is Nol Hen- van het betaalde voetbal. „Ik zou I geen weekend hebben als er geen voetbal zou zijn. De spanning, de sfeer, ik kan het-niet missen". Nadat hij jarenlang al leen oog had voor z'n duiven, ging de interesse langzaam maar zeker uit naar het voetbal. „De laatste zes jaar is het al lemaal erger geworden. Eerst was ik ge woon supporter van Roda JC. Nu sta ik garant voor de exploitatietekorten bij de club. Ik voer het technische beleid, de aan- en verkoop van spelers", aldus Hendriks die nog drie en een half jaar contractueel aan Roda JC verbonden is. „Dan denk ik dat ik quitte zal spelen. Maar als er winst is, gaat deze naar Roda. Het uitgangspunt is een gezond Roda te creëren. Een goeie subtopper". En als de geldschieter uitgeschoten is? „Als de pot leeg is, houdt alles op. Is best wel eens een probleem. Maar op is op, hoewel ik wel eens de indruk krijg dat ze bij Roda alles normaal gaan vin den. De sport moet het algemeen belang dienen. Om twee rondjes om de kerk te sponsoren, is voor mij niet interessant. Iedereen leest de verhalen over het be taalde voetbal. Al moet ik zeggen dat in Nederland de sportpers vrij negatief is. In België hebben ze een totaal andere be nadering. Stellen de sportjournalisten zich veel positiever op. Daar krijgt het voetbal in de pers ook veel meer aan dacht". Mopperkonten -,De mopperkonten op ons betaald voet bal doen dat op de hoek van de straat. Die gaan nooit naar een wedstrijd. Ne- derland speelt niet slecht. De spelers zijn individueel veel beter geworden. Ook conditioneel. En wat ze met de bal kun nen doen, is helemaal te gek. Dat de tac tiek een vooruitgang heeft geboekt, staat buiten kijf. Alhoewel dit niet altijd in „Ook als ik om een uur 's nachts thuis kom kruip ik eerst op de hometrainer, dan in bed. Ik heb een ijzeren zelfdisci pline. Als ik me voorneem drie maan den geen druppel alcohol aan te raken, dan doe ik dat ook niet. Dan eet ik ook geen rumboon", verhaalt hij in z'n kan toor van z'n zaak in Heerlen. Peilers Arnold Hendriks op de tribune met Jan Reker (rechts). „Hij is de beste trainer van Nederland". FOTO: PERS UNIE het voordeel van het publiek is. Het gaat goed met het betaalde voetbal in Neder land. Probleem is wel, dat er minder jeugd gaat voetballen. Maar dat heeft weer als voordeel dat de andere takken van sport beter aan hun trekken komen. Kijk maar naar de zaalsporten. Die ma ken toch een geweldige vooruitgang door". „Ik zou er een voorstander van zijn, dat de buitenspelval verdwijnt. Of minimaal bij de zestienmeterlijn zou liggen, 't Wordt allemaal veel te moeilijk ge maakt. Ook het terugspelen op de keeper zou verboden moeten worden. We moeten herkenbaar voetbal brengen, 't Liefst met drie spitsen. Voetbal is een volkssport. Je moet het simpel houden. Het publiek moet zich op de tribune thuisvoelen. Moet het spel kunnen be grijpen. Daar komt het voor. En dan komt het ook terug". „Ik geef Nederland een heel goeie kans over twee jaar in Italië de WK-finale te spelen. In West-Duitsland halen we dit jaar de eindstrijd. Heel zeker. Wij heb ben gewoon de beste voetballers. Oké, Italië heeft wellicht nog betere spelers, maar met dat systeem komen ze niet verder. Gullit is de beste van de wereld. Daar kan ik écht van genieten. Die heeft veel meer in huis dan Maradona. Gullit is fysiek veel sterker - ook in de lucht is hij beter dan Maradona. Bovendien is hij op veel plaatsen inzetbaar". Dat Arnold Hendriks geen Cruijff-fan is, steekt hij niet onder stoelen of banken. „Dat ben ik beslist niet. Het is heel moeilijk om met CruijfT te werken. Waar CruijfT is, zijn conflicten, 't Is een alles weter". En Michels: „Dat weet ik gewoon niet. Een redelijk succesvolle trainer. Bij FC Kóln heeft-ie het niet kunnen maken. Zijn top lag in de tijd van Cruijff. Mi chels had CruijfT nodig. CruijfT heeft het voetbal wel een nieuwe dimensie gege ven. Is een geweldige ambassadeur voor het Nederlandse voetbal geweest. Toen ik in de binnenlanden van Afrika was, wisten ze me precies te vertellen wie Croeff was - van Nederland hadden ze daar nog nooit gehoord". Jan reker Een paar weken geleden contracteerde Roda JC Jan Reker voor de komende drie jaar als trainer-coach. Waardoor in terim-trainer Rob Jacobs bij de Heerlen- se club overbodig werd. De inmiddels door Sparta voor de komende twee jaar als trainer vastgelegde Rob Baan diende door het aantrekken van Reker te ver dwijnen - naar verluidt omdat de nieu we technische man in, Kerkrade na zijn slechte ervaringen met Hans Kraay bij PSV geen manager naast zich wilde heb ben. Arnold Hendriks daarover: „Jan Reker is in mijn ogen de beste trainer van Ne derland. 't Is een geweldige psycholoog en een keiharde werker. Die is minimaal honderd uur per week met voetbal bezig. Baan staat bij de top-vijf van Nederland. Als je nummer één kunt krijgen, dan pak je nummer vijf niet. Da's toch dui delijk!". En over z'n club zelf: „We hebben goed materiaal in huis. Dit seizoen hebben we echter alle pech van de wereld. Per wed strijd hebben we gemiddeld zes gebles seerden. 't Is wel eens voorgekomen, dat er acht basisspelers geblesseerd waren. Nu maar hopem dat ze voor de laatste periode hersteld zijn. Roda zit nog in de bekerstrijd na de overwinning op Fortu- na Sittard". Dit bereiken van de halve finales sterkte de geldschieter in zijn ver trouwen in de club. Hendriks: „Anders had ik m'n centen er niet ingestopt". „Jammer is het, dat we in Nederland maar twee topclubs hebben. Het gat tus sen de nummers een en twee is veel te groot. Er zou een Europese competitie moeten komen. Of beter: een eredivisie met tien ploegen. Of nog beter: de beste acht ploegen van België en Nederland in 'één competitie. Dan maak je het voetbal aantrekkelijk. Ons land heeft veel te wei nig inwoners om een eredivisie van zes tien clubs te hebben". Een gezonde geest in een gezond li chaam. Dat gaat zeker op voor de vrien delijk ogende Arnold Hendnks, die de Limburgse evenknie kan worden ge noemd van FC Den Haags Dé Stoop. Textiel, schoenen en sportartikelen zijn de peilers waarop z'n bedrijven rusten. Hij bezit zes van dergelijke zaken. Ook een paar in België. Zevenentwintig jaar geleden begon hij een groothandel in kousen en sokken. Veertien jaar terug lanceerde hij de formule waarop z'n be drijven nu draaien. Vorig jaar kocht hij vijftigduizend paar snowboots in. Geen hond die er deze „winter" belangstelling voor toont. In ons landje valt momen teel immers alles, behalve sneeuw. Ver der zit hij met vijfentwintigduizend paar schaatsen in z'n maag - het kan vriezen of dooien. „Geen paniek. We hebben een kerngezond bedrijf. We kunnen ons dat permitteren", aldus Arnold Hen driks, die niet gauw van z'n stuk is te brengen. „Paniek is er bij mij niet bij. En mocht dat eens gebeuren, dan zou ik dat toch niet laten merken. Ik heb op één dag wel eens een ton verloren - dat wist zelfs m'n vrouw niet. Ik heb ook wel eens een ton gewonnen. Ook op één dag".. Even later, na een dialoog met z'n assis tent-inkoop: „Dit weer heeft ook z'n voordelen. De partijen waar anderen mee blijven zitten, kopen wij op. Daar zijn we in gespecialiseerd". Vakantie Arnold Hendriks heeft 160 man in dienst. Om de twee jaar neemt hij de hele club mee op vakantie. Hij heeft zelfs een keuzepakket gecreëerd. De zo- naanbidders kunnen kiezen uit een va kantie in Tunesië of op de Canarische Eilanden, terwijl de sportievelingen naar de wintersport mogen. Met de bedrijf sleiders is hij twee jaar geleden naar het WK voetbal in Mexico geweest. Deze uitstapjes kosten hem zakken vol geld. Maar daar wordt hij niet heet of koud van. „Het personeel doet het uitstekend. Waarom zou ik dat dan niet doen?", verhaalt Hendriks, die vorig jaar vijftig werd en vanwege die Abraham-happe ning een feestje vierde. „Drie dagen lang. Zevenduizend feestvierders zaten daar en smulden mee". Dc baas ligt goed bij z'n werknemers. „Het is één grote familie. De laatste vijf jaar is er niet een vertrokken", zegt de man, die niet boven maar naast z'n per soneel staat. „In de zaak ben ik niet te herkennen". Elke woensdag doet hij de ronde bij z'n vijf andere zaken. „Feeling houden", noemt hij dat. Z'n succesfor mule? „Wel, je moet goedkoper zijn dan de concurrentie. Je moet niet alleen een goed produkt maar ook mode brengen. En een goeie service". JAN KRUITHOF door Frank Werkman De hoge borst, waarmee NOC-officials dezer dagen in Calgary rondlopen schreeuwt om een stevige stomp in de ribben. Snorkerig alsof ze zelf hebben geprofiteerd van de val van Jansen, het in te vee! snelheid uitmondende gebrek aan techniek van Fokitsjev en Zjelezovski en de pikstart van Ykema stappen ze parmantig rond in de olympische kringen. Niet in het hoogste milieu; die eer is slechts weggelegd voor Anton Geesink, die ondanks hard studeren toch tijdens het IOC-congres een paar woorden kwijt was van zijn eedverklaring. Dat zou Henk Vonhoff, wiens naam zo treffend twee olympische ringen en twee guldentekens bevat als aanhangsel van de V van victorie, nimmer zijn gebeurd. De meest sportieve commissaris van de koningin van ons land na het vertrek van Van Agt vanuit het provinciale Noord- Brabant naar het kosmopolitische Tokyo is na Ronald Reagan 's werelds beste menselijke tekstverwerker. Met dien verstande dat de import-Groninger zijn zegje inhoudelijk redelijk in zich opneemt, maar vervolgens in een veredeld koeterwaals weergeeft. Alleen om die reden al zou Vonhoff niet geschikt zijn geweest om lid te zijn van het achtenswaardige college, waartoe sinds begin vorige week aus Anton Geesink officieel behoort. In zijn argeloosheid verklaarde Geesink nog onlangs dat hij vertrouwde op een goede samenwerking met de vaderlandse NOC-bonzen. Ik ben zo vrij van hieruit, dus zonder een directe blik in de Calgary-keuken te kunnen werpen, ernstig te twijfelen aan het welslagen daarvan. Er is bij de gepasseerde ojfcials te veel sprake van oud zeer en zeer gekrenkte trots. Vonhoff wilde immers maar wat graag behoren tot de slippendragers van Juan Antonio Samaranch. Dit nu zal nqoit en te nimmer meer gebeuren, want de club van de Spaanse edelman wordt benoemd voor het leven. En zo veel tijd heeft Vonhoff niet meer. Dezer dagen kreeg ik Olympisch Palet (OP) onder ogen. Dat is een enige keren per jaar verschijnend periodiek, waarmee het Nederlands Olympisch Comité ook in jaren zonder Spelen zijn bestaan aan de buitenwacht kenbaar wil maken. OP doet zijn naam eer aan door in een kleurige omslag te verschijnen, maar de inhoud blijft daarmee niet in de pas. Het is een wat mager geschrift, dat door een paar schnabbelaars wordt volgeschreven, maar niets toevoegt aan wat een sportieve lezer langs andere kanalen bereikt. Dank zij adverteerders kan het blad geheel in overeenstemming met de jacht op goud, zilver en brons in koperdiepdruk worden gepresenteerd - dat wel. OP belooft veel, maar maakt weinig waar. Zoals in het juist verschenen februari-nummer blijkt. Je zou verwachten dat de honorabele voorzitter van het NOC op zijn minst een \aanmoedigend aandeel zou hebben in de tekst. Niets van dat al. Zo Vonhoff in sportief opzicht at iets heeft te meiden, de geïnteresseerde is daarvoor aangewezen op een groot landelijk ochtendblad. Daarin heeft Vonhoff nota bene een eigen column, waarmee hij rechtstreeks indruist tegen het olympisch handvest, dat pennevnichten van officials verbiedt. Erboven prijkt een smal fotootje dat nauwelijks de imposante wangpartij van de - zoals wordt gemeld - president van het NOC kan bevatten. De tekst is al net zo dun als het afgebeelde portretje van het VVD-kopstuk, dat zich onlangs nog, maar dan in veel breder „verband" liet afdrukken met gelijkgestemde maar evenzeer op donkere-kamerbrede publiciteit beluste leiders uit zijn partij. Vonhoff ontbreekt in Olympisch Palet, waarin ook geen kleurtje is ingeruimd voor het kersverse IOC-lid Geesink. Wie wel uitgebreid aan bod komt is Gees inks andere, gewezen concurrent in de race naar het olympische pluche, Ruud Frese. Deze naamgenoot van onze premier heeft ook een voorkeur voor een no-nonsense aanpak en d\e kan hij tegenwoordig botvieren als voorzitter van het Comité Topsport. Deze instantie is de zoveelste poging tot een bundeling van allerlei krachten met de pretentie iels te betekenen voor de vaderlandse sportman en -vrouw op niveau. Dat betoogt althans Frese in ziin verhaal, waarboven de intrigerende kop „Comité Topsport Wat is dat nu weer?". En dat is nu juist de vraag, die mij het meest intrigeert en waarop de gesjeesde IOC-kandidaat een antwoord tracht te geven. Frese komt dan met de constatering dat topsport in ons land in het begin van de jaren tachtig niet „echt comme il faut" was en dat het comité, waarin hij de man met de hamer is, kort samengevat alle mogelijke moeite zal doen om een goed prestatieklimaat te scheppen. Hel Comité heeft, meldt Frese trots, inmiddels „zijn eerste vergadering gehad" en „een eerste prioriteit gezet". Het zal niemands verbazing wekken dat deze is: het beter concentreren van alle overkoepelende activiteiten die momenteel plaatsvinden. De directeur van het NOC, deze maand eveneens opgevoerd in Olympisch Palet, zit op dit moment - uiteraard - ook in Calgary. Waar de man, Rob von Bose, zich een enormiteit van de bovenste plank permitteerde door te stellen dat de gehandicapte skiër Hanse niet mocht meelopen in het openingsdéfilé, omdat „er met zijn kleding problemen zouden ontstaan". Hanse is eenbenig. Von Bose doet voor het IOC cursussen en reikt dan diploma's uit. Voor hem hierbij ook één: een brevet van onvermogen! Het NOC van Vonhoff en Vonbose. Je zult er maar door wórden beoordeeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 29