Boeiend romandebuut
van Cees Verburg
Omvang van geweld opvallend
in misdaad van de middeleeuwen
vö©ysfi
pp
Nieuwe vertaling van Xenophon's meesterwerk
De mooiste (paarden)
momenten van 1987
Voedselallergie bron van vele klachten
Stamboomonderzoek
is geen heksenwerk
Rachmaninov blijkt bijn;
„mozartiaanse" pianist
BOEKEN
QeidwOowuvnt
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1988 PAGING
De omvang van geweld is misschien wel
het meest opmerkelijke verschijnsel van
de middeleeuwse misdaad. Dit is een
van de conclusies van Dr. D.A. Berents
in zijn boek „Het werk van de vos; sa
menleving en criminaliteit in de late
middeleeuwen".
Statistisch gezien vormden agressiedelicten in
de vonnissen in de late middeleeuwen de groot
ste groep, met een aandeel van ongeveer veer
tig procent. Mishandeling kwam het meest
voor. gevolgd door doodslag en moord. Doordat
er van moord en doodslag waarschijnlijk vrij
wel altijd aangifte is gedaan, is er een redelijk
nauwkeurige indruk van de gepleegde misdrij
ven. Per 10.000 inwoners in de steden werden 3
tot 7 mensen om het leven door moord of dood
slag.
Het merendeel van de agressiemisdrijven (bele
diging, mishandeling, straatschenderij) werd
licht bestraft met in theorie de zwaartse straf
fen voor moord. Doodslag lag daar tussenin,
maar werd ook relatief licht bestraft.
Volgens Berents viel het vaak toch mee met de
strafmaat. De rechters vonden het volgens de
auteur wel prettig om als barmhartig en edel
moedig bekend te staan. En in de kleine mid
deleeuwse gemeenschappen kenden de mensen
elkaar en waren de families te zeer verstren
geld om elkaar zwaar te bestraffen. Zo werden
jonge kinderen niet vervolgd voor doodslag en
soms ook niet voor andere misdrijven en hiel
den de rechtbanken rekening met verzachten
de omstandigheden als krankzinnigheid en
dronkenschap.
Als een schuldige voor een zware straf berouw
toonde en in het openbaar om vergiffenis
vroeg, kon hij er met een veel lichtere straf
vanaf komen. Vaak leidde een proces ook tot
vrijspraak. Als er wel een straf volgde, kon
deze vaak worden afgekocht. Dit gold echter
voornamelijk voor de rijken. De armen konden
hun lijfstraf of verbanning door gebrek aan
geld vaak niet ontlopen.
„Het werk van de vos; samenleving en crimi
naliteit in de late middeleeuwen" gaat niet veel
in op de verschillen tussen de criminaliteit van
onze middeleeuwse voorouders en de criminali
teit van heden. Wel schetst de auteur aan de
hand van talloze voorbeelden óver zowel de sa
menleving als de criminaliteit een boeiend
beeld van de middeleeuwen die door een ge-
Misdaad in de middeleeuwen verschilde in wezen niet veel van dat van tegenwoordig, foto: sp
brek aan bronnen toch ook vaak als duister be- menleving en criminaliteit in de late mid-
kend staan. NANDA TROOST deleeuwen. Uitgeverij De Walburg Pers; 240
Dr. D.A. Berents: Het werk van de vos; Sa- pag's; geïllustreerd; 19,50.
Candlelight
is toe aan
zevende bundel
Ongelukkigheid is een dank
bare inspiratiebron voor ge
dichten. Wie dit nog niet weet
moet maar eens het radiopro
gramma Candlelight beluiste
ren dat sinds mensenheugenis
op maandagavond wordt uit
gezonden. Nog steeds sturen
luisteraars gedichten over hun
gevoelsleven, die door presen
tator Jan van Veen worden
voorgelezen. Een groot aantal
van die gedichten zijn in boek
vorm uitgegeven. Inmiddels
zijn wij aan de zevende bundel
toe. Gedichten over liefde,
rouw, eenzaam en alleen, don
kere nacht en afscheid. Kort
om het volle leven komt aan
bod. Voor de liefhebbers van
leed en weemoed.
Jan van Veen (samenstel
ler), Candlelight 7, uitgeve
rij Mingus, Baarn, prijs
ƒ13,90.
Christelijke
poëzie voor
dagelijks leven
Alles is betrekkelijk in het
licht van de eeuwigheid. Deze
gedachte dtent zich op bij het
lezen van het boekje „Tussen
aankomst en vertrek" van de
Heemskerkse dichteres Louise
Ouwersloot-Berg. Het bevat de
ondertitel „poëzie voor elke
dag". De gedichten roepen de
mens inderdaad op ruimte te
houden voor bezinning in het
gejaagde leven van alledag.
Vaak is de schoonheid van de
natuur tot inspiratiebron geko
zen. Veel van de gedichten
met titel als „Dank hem" en
„Help mij" hebben een uitge
sproken christelijk karakter.
Louise Ouwersloot-Berg,
Tussen aankomst en ver
trek, uitgeverij Miction, Bus-
sum, prijs ƒ12,50.
ADVERTENTIE
Algemene Boekhandel Couvee
Van Hoytemastraat 66
2596 ES Den Haag
Tel. 070-247930
Boekhandel H. Hoon houd
L. van Meerdervoort 213
2563 AA Den Haag
Tel. 070-600903
Boekhandel Houtschild
Papestraat 13
2513 AV Den Haag
Tel. 070-467949
Boekhandel Paagman
Frederik Hendriklaan 217
2582 CB Den Haag
Tel. 070-512041
Boekhandel J.B. van Seters
Theresiaslraat 123
2593 AE Den Haag
Tel. 070-856908
Van Stockum
Bellnfante Coebergh
Boekverkopers
Venestraat 11
2511 AR Den Haag
.Tel. 070-656808
Deze top 5 is samengesteld
naar aanleiding van de
verkoopcijfers bij de boven
staande boekhandelaren.
„KORT OPONTHOUD"-EEN VERSTOORDE REIS
In de korte roman „Kort op
onthoud", het debuut van
Cees Verburg, gaat een mid
delmatige, onopvallende Ne
derlandse man, vader van
een zoon, op reis om de stilte
in en de starheid van zijn le
ven te doorbreken. Zonder
dat er nu echt een conflict is,
en zonder dat deze Hans van
den Berg nu goed uit kan
leggen, waarom hij weg wil,
vertrekt hij op zijn eentje
naar het Oosten, eerst in de
trein door Rusland en dwars
door het Aziatische conti
nent, waar hij in China rond
zwerft en later zuidelijker,
met name in Nepal. Het boek
is een verslag van die reis,
van wat zich voordien in het
leven van de man afspeelde,
en van wat er in zijn verbeel
ding of in zijn veranderde
houding ten opzichte van de
werkelijkheid mogelijk is.
Het zoontje, Niels, van deze
ik-figuur, is het kernpunt
van zijn gedachten. Ergens in
een afgelegen oord in een on
bereikbaar Aziatisch plaatsje
hoort de vader in een kort
telefoongesprek dat zijn
zoontje is verongelukt en er
heel slecht bij ligt. De vader
wordt dan ook terugver
wacht in Nederland. Hij ver
laat zijn tijdelijke reis-vrien-
din en begint aan een moei
zame terugkeer naar huis.
Onderweg rijdt de buschauf
feur een Nepalees meisje van
een jaar of twaalf aan. Het
wordt meegenomen en de ik
figuur verzorgt haar zo'n
beetje. Haar sterven ver
schuift als het ware in de ge
voelens die de man over zijn
zoon heeft. Zo schuift er
meer ineen gedurende deze
uren en dagen van zijn reis,
zoals ook de werkelijkheid
langzamerhand verschuift en
er dingen plaats lijken te vin
den, die zich niet afspelen.
Het aardige van „Kort opont
houd" is, dat het eenvoudige
verhaal op zo'n mooie manier
is gestructureerd. Allerlei
episoden en fragmenten, in
tijd, ruimte, ervaring en
waarneming heel verschil
lend, wisselen elkaar af en
vullen door die sterke com
positie elkaar heel sluitend
aan. Door deze structuur lijkt
„Kort oponthoud" een vinge
roefening van een schrijver
die zich aan het bekwamen is
in zijn metier en die begrijpt
dat goede verhalen meer zijn
dan het opbiechten van al
dan niet autobiografisch leed,
zoals in de meeste debuutver
halen het geval is. Wat dat
betreft onderscheidt Cees
Verburg zich op een opval
lende en prettige manier.
JAN VERSTAPPEN
Cees Verburg: „Kort opont
houd" - roman. Prijs 22,50.
Uitgave: De Boekerij (Am
ber).
De classicus Mare Moonen
werkte twintig jaar aan een
nieuwe vertaling van de
Tocht van de Tienduizend'
(Anabasis), de memoires van
de Griekse schrijver Xenop-
hon (430-350 voor Chr.). Het
doorwrochte resultaat van zijn
werk is onlangs verschenen in
de 'Klassieken'-reeks van uit
geverij De Haan.
De wegens landverraad ver
bannen Athener Xenophon
zocht avontuur en fortuin bij
de Perzische koningszoon Cy
rus. Samen met de Griekse
huurlingen waarmee Cyrus in
401 voor Christus zijn broer
Artaxerxes van de troon wilde
stoten, belandde hij in verre
Perzië. Daar versloegen de
veertienduizend Grieken de
honderdduizenden Perzen.
Opdrachtgever Cyrus sneuvel
de echter in de strijd, en de
Grieken moesten maar zien
hoe ze thuis kwamen. Onder
de leiding van Xenophon be
gonnen de Tienduizend de
lange en gevaarlijke terug
tocht. Na maandenlange aan
vallen van Perzen en barbaar
se bergvolken, zagen zij ten
slotte vanaf een bergtop de
Zwarte Zee, waar Griekse ste
den hen wachtten. Maar daar
ontbrandde de rivaliteit weer:
voortdurende strijd om het op
perbevel, koehandel met het
leger, processen, rellen, steni
ging en muiterij.
Van de oorspronkelijke veer-
tienduizend Grieken waren er
slechts zesduizend over. Acht
duizend huurlingen waren tij
dens de terugtocht gesneuveld,
doodgevroren, aan ziekte ge
storven, als slaven verkocht of
gedeserteerd. De tocht had on
geveer anderhalf jaar geduurd
en de overlevenden hadden
zesduizend kilometer afgelegd.
Mare Moonen heeft met zijn
boek voldaan aan de toene
mende behoefte, met name in
het onderwijs, aan een eigen
tijdse vertaling van het klas
sieke meesterwerk van Xe
nophon. De eerste integrale
vertaling (Jan ten Brink, 1808)
was immers hopeloos verou
derd, en de tweede (H.C. Mul
ler, 1893) onbetrouwbaar.
Moonen hoopt met zijn verta
ling gehoor te vinden bij
„gymnasiasten en oud-gymna
siasten, bij liefhebbers van
oorlogsromans en bij alle jon
gelieden die zich voorbereiden
op een officiersloopbaan". Het
is te hopen dat het na al die
eeuwen nog boeiende verhaal
van de Griekse 'verslaggever-
generaal' een wat breder pu
bliek bereikt. Maar of deze
nieuwste vertaling daar een
bijdrage aan levert, valt te be
twijfelen.
EDDIE DE PAEPE
Xenophon: Tocht van de
Tienduizend, vertaald door
Mare Moonen. Uitgeverij De
Haan, Houten; 282 pag.; prijs
f 34,90.
Dat paarden een uitste
kend object zijn voor een
fotograaf blijkt weer eens
uit het album „De mooiste
momenten van 1987" van
de Haagse fotograaf Wim
Huybers, die bijna dage
lijks met paarden in de
weer is. Hij werkt onder
meer voor het toonaange
vende paardenmagazine
„Paardesport in Ren en
Draf".
Het uit bijna honderd pagina's
bestaande boekwerk mag in de
boekenkast van de echte paar
denliefhebber niet ontbreken.
Het zijn bijna allemaal nieuwe
foto's, de meeste in kleur, die
in dit goede naslagwerk zijn
ondergebracht.
Het is de bedoeling dat het
boek, met deskundige tekst
van de in „Langs de Lijn-krin-
gen" niet onbekende John
Brandsen, jaarlijks zal ver
schijnen.
In „De mooiste momenten van
1987" zit naast het fotowerk
ook een schat aan informatie.
Natuurlijk veel aandacht voor
de Draver van het Jaar, Ac
tion Skoatter, maar ook der
by's en de Grote Prijs der
Lage Landen alsmede de Prijs
der Giganten ontbreken niet.
John Brandsen en Wim
Huybers: „De mooiste mo
menten van 1987". Uitgever
Publico B.V. Prijs 25,00.
Paarden blijven goed voor dikke boekwerken.
Het voorwoord van het boek
„Voedselallergie" begint met
een ellenlange opsomming van
symptomen die bij voedselal
lergie kunnen optreden. Het
zal de lezers aanspreken een
mogelijke oorzaak voor hun
klachten te ontdekken. De au
teur beschrijft in 268 pagina's
de behandelings-methodes van
en opvattingen over allergie
van negentien artsen, een kli
nisch psycholoog en een volks
genezer in verschillende delen
van Groot-Brittannië. Tevens
bevat het boek de verhalen
van meer dan 80 patiënten, die
de schrijfster gedurende twee
jaar heeft gevolgd. Deze men
sen werden vaak van de ene
arts naar de andere verwezen,
onderworpen aan de nodige
operaties en zelfs langdurig
opgenomen in ziekenhuizen of
inrichtingen. Daar werd de
conclusie „neurotisch" of „psy
chosomatisch getrokkèn", ter
wijl achteraf bleek dat de pa
tiënt ziek was geworden door
de dageljkse consumptie van
bijvoorbeeld melkproducten
en aardappelen.
Barbare Patterson hoopt dat
door dit boek meer bekend
heid wordt gegeven aan voed
selallergie. Volgens haar is de
toename van het aantal aller
gie-patiënten veroorzaakt door
de verandering in het voe
dingspatroon, en de enorme
toename van chemicaliën in
ons milieu. De verontreiniging
doet een aanslag op ons af
weersysteem en mensen
worden allergisch. Dit niet
meer verdragen van voedings
stoffen kan volgens Patterson
zelfs erfelijk worden.
Allergische verschijnselen be
ginnen veelal in de ba by tijd
(vaak ook al in de baarmoe
der) met koliek, exceem of ast
ma. Dit valt meestal samen
met het beginnen van flesvoe
ding of met spenen. De baby
kan zelfs reageren op allergie
opwekkende stoffen in de
moedermelk. Veelvuldig ho
ren moeders de opmerking
„elke baby kent zijn huiluur-
tje" of „uw kind is een typi
sche huilbaby", terwijl een
speurtocht naar de allergene
stoffen een goedlachse gezon
de baby kan opleveren. Achter
in het boek is een hoofdstuk
gewijd aan de hulpverlenende
instanties en personen die zich
bezig houden met het opspo
ren van door allergie veroor-
BEEK
Barbara Patterson: Voedse
lallergie, een klinisch-ecolo-
gischc benadering. Uitgeve
rij Het Spectrum. Prijs:
ƒ34,90.
Genealoog en docent Rudolf Hennik heeft onlangs een nuttige
handleiding voor stamboomonderzoek het licht doen zien. Dat
hij met dit nog geen 150 pagina's tellende boekje niet naar volle
digheid streeft, geeft Vennik volmondig toe. „Toch hoop ik dat
het een bron en een leidraad mag zijn voor hen die geïnteres
seerd zijn in een boeiende tijdspassering, waarmee u nooit hele
maal gereed komt".
En een leidraad is het boekje ontegenzeggelijk. Voor de begin
nende genealooog op zoek naar zijn voorgeslacht kan het als
reisgids in de „jungle van vergeeld papier en perkament" die
nen. Vennik behandelt stap voor stap zaken als de burgerlijke
stand, kwartierstaten, notariële archieven, namen, portretten en
familiewapens (heraldiek). Hij laat duidelijk zien dat het samen
stellen van een familiegeschiedenis geen heksentoer is, maar
voor iedereen mogelijk „ongeacht leeftijd, inkomen of begaafd
heid".
EDDIE DE PAEPE
Rachmaninov (1873-1943) is
een voorbeeld van een com
ponist over wie zeer ver
schillend wordt geoordeeld.
Eigenlijk kan men beter zeg
gen: een componist van wie
collega's en critici zeiden dat
zijn muziek niet de moeite
waard is, maar dat een groot
publiek diverse van zijn
composities hoog in het
vaandel heeft staan.
We kennen Rachmaninov
eigenlijk alleen als compo
nist; zelf had hij voortdu
rend het gevoel geen echte
keuze te kunnen maken: pi
anist, dirigent of componist.
Anderen hebben hem er van
overtuigd dat zijn grootste
verdienste lag in zijn pia-
niospel. Niet voor niets werd
hij wel de grootste pianist
van de eeuw genoemd.
Dat Rachmaninov als com
ponist toch ook niet een ge
ringe betekenis heeft, moge
blijken uit de geweldige po
pulariteit van met name zijn
tweede pianonconcert. En
juist over dat concert is zo
veel te doen (geweest): Eerst
door Rachmaninov zelf. Tij
dens het componeren viel hij
ten prooi aan aanvallen Van
diepe zelftwijfel. Vrienden
en bewonderaars probeer
den hem te helpen, zonder
veel resultaat. Uiteindelijk
kreeg hij de moed om weer
te componeren. De eerste
uitvoering van deel twee en
drie vond plaats in Moskou
in het jaar 1900. Het publiek
was erg enthousiast; in het
voorjaar van 1901 schreef hij
het openingsdeel en in de
herfst van dat jaar vond de
eerste uitvoering van het
complete werk plaats.
Kenmerkend is dat Rachma
ninov het concert opdroeg
aan dr. Nikolai Dahl, een
Moskouse psychiater die on
der meer met behulp van
hypnose Rachmaninov weer
wat zelfvertrouwen had ge
geven zodat hij weer durfde
componeren.
Het is enerzijds curieus, an
derzijds een beetje pijnlijk te
zien hoe de waardering voor
dat tweede pianonconcert ei
genlijk model staat voor die
voor het hele oeuvre. Want
in diverse overzichtswerken
van de muziekgeschiedenis
vooral uit de jaren vijftig
komt de naam Rachmaninov
niet eens voor. Maar ook
Friedrich Blume bijvoor
beeld „vergeet" Rachmani
nov in diens latere inleiding
op de klassieke periode en
de romantiek, maar noemt
wel Max Reger. Als het van
daag zou gaan om een keuze
tussen Rachmaninov en Max
Reger als componisten, dan
was de uitslag wel duidelijk.
Zo blijkt hoe betrekkelijk
oordelen kunnen zijn. In dat
besef zijn deze regels ook-ge
schreven en die houding
moet ook maar gelden ten
aanzien van de uitspraak
van de criticus Frank On-
nen uit 1949: Hij vindt dat
maar beter is om te zwijgen
over het tweede pianocon
cert: „het is reeds voldoende
te betreuren zoveel energie,
talent en tijd aan een over
bodigheid gespendeerd te
Het is duidelijk dat de laat
ste jaren de waardering voor
Rachmaninov is toegeno
men. Terecht mijns inziens
en niet alleen wegens de pi-
aconcerten, inclusief de Pa-
ganini-Rhapsodie. Want wie
zijn orkestwerken beluistert,
bijvoorbeeld de drie symfo
nieën en gevoelig is voor de
pathetiek en de wat sombere
lyriek, die zal Rachmaninov
hoog op het verlanglijstje
van langspeelplaten of cd-
platen zetten. Ook al is dii
delijk dat de vormkracj
van Rachmaninov andej
dimensies heeft dan die we
ke in het algemeen lij
meest wordt gewaardeerd]
Historisch
Het is een gekke gedachj
anno 1988 luisteren
namen van Rachamanint
tweede pianoncert, in
uitvoering van de eomponi
zelf. Toch is het werkelijl
heid, dankzij een cd-plr
van Fidelio, die een plaat
1929 „copieerde" naar
cd-plaat. En het is een sen:
tie, ondanks getik, gekras
gespetter. Want Rachmai
beeld dan we gewend zijnj
Je zou kunnen zegen: Q
Russische Amerikaan sped
bijna mozartiaans fijnzinna
Niet die „dikke" pathetiJ
die we zo goed kennen i|
interpretaties van zijn wen
maar een slanke toon in ea
heel beheerste speelstijl. I
Omdat we weten dat Rac|
maninov een fenomenaal a
anist was, dus een componil
die geen „technische" bi
lemmeringen had om zij
muziek uit te voeren zoa
hij het wilde, is die opnam
van groot belang, afgezia
.van het curieuze aspect.
Met in het achterhoofd ni
de „authentieke" Rachmanl
nov is het spannend om Vit
dimir Ashkenazy met h(
Concertgebouw onder 1&
ding van Bernard Haitin
met diezelfde muziek te h|
ren.
Natuurlijk moet je eerst l
volstrekt verschillende tecf
nische luistervoorwaardi
filteren: De piano van As)
kenazy is mooier opgenli
men, het orkest zweeft
en er is geen krasje te hore
Voor zover het mogelijk
om dan die twee opnami
naast elkaar interpreters
te beluisteren, kom je
best aardige conclusies,
voorbeeld dat Ashkena
toch méér typisch roman
sche uitdrukkingsmiddel
te baat neemt om de muzi
haar reliëf te geven, I
blijkt uit de tempi (Rachn
ninov speelt echt behoorl
sneller), maar ook uit
vertragingen bij inzetten
de dynamische verschill('
Heel grappig dus om te 1|
ren hoe moderne uitvoert
den méér „dramatiek'
hun Rachmaninov stopj
dan de componist zelf.
Inmiddels duidelijk zijn
de opnamen van Rachmai
nov in Amsterdam bijzond]
de moeite waard zijn. A$
kenazy en Haitink maken
muziek waarvan toch
deel bijna platgespeeld is,
een nieuwe belevenis,
moet eigenlijk zoeken n;
dingen die je anders
wensen. En dat is onzi
Dus: prachtige muziek
voorbeeldige wijze ui
voerd.
De cd-plaat met „Rachmai
nov speelt Rachmaninol
doet daar niets aan af: d
opname heeft haar eigi
unieke waarde. Maar
kan natuurlijk niet zo zi
dat de componist-pianist
toen de huidige uitvoereni
musici voorspeelt hoe
moet.
LÜTSEN KOOIST:
Rachmaninov: Pianoci
certen 2 en 3 gespeeld di
resp. Rachmaninov en hl
Philadelphia Symphoi'
Orchestra onder leidii
van Leopold Stokovsl
(1929) en door Wladin
Horiwitz, met het Lond<
Symphony Orchestra
der leiding van Albi
Coates (1930). Fidelio
8819 (cd).
Rachmaninov: pianonci
1 en de Paganini-rhapsoi
pianoconcert 2 en 4 en pi
noconcert 3 door Vladim
Ashkenazy en het Concei
gebouworkest o.l.v. Bi
nard Haitink. Dccca
613-2; 414475-2 en 41723!
(cd); ook op lp.