via poster een skister van voorspringen naar vérspringen Steun ouders Kunstrijden KARELHANSE niet bij défilé Winterspelen GERRIT-JAN KONIJNENBERG: CeidóeSoiruwit MARTINE NOUWEN Echt onderdeel Vier jaar Spannend Genot- ZATERDAG 13 FEBRUARI 1988 Mart Smeets Heinze Bakker Bassie en Adriaan Journalistieke arbeid wordt nogal eens verward met hobbyisme. Onschuldige huisvlijt, bedreven door zwevend volk met een uit de hand gelopen fantasie. Een luchthartige bedrijfstak, die uiterst laag scoort in de rij der deugdzame beroepen. „Wat bent u eigenlijk van uw vak", werd ooit een collega gevraagd, nadat hij enkele uren een diepbeïegen dagloner uit de agrarische sector had laten vertellen over diens vaak slovende werkzaamheden tussen weerspannige granen en vijandige veenkloeten. Om er naderhand een onderhoudende reportage van te brouwen, 't Wilde er bij de doorgroefde grijsaard niet in dat een gave dertiger in z'n onderhoud voorzag met wat zorgeloos gebabbel over het schonen van weteringen en het wieden van weegbree en herderstasje. Ondanks hardnekkigemisverstanden behoort journalistiek als een eerbaar ambacht te worden gezien. Uitgevoerd door gewoonlijk redelijk onderlegde verslaggevers, die hun verantwoordelijkheden serieus nemen. Soms zelfs bijhei, Bordewijk en Bredero lezen, in een overmatige hang naar kwaliteit. Hun tragiek is, dat ze veelal een beperkte lezerskring hebben, die zich evenwel vaak als een vurige supportersgroep manifesteert. Fanatieke aanhangers, maar niet de doorsnee van de gemiddelde krantenlezer, wiens voorkeur uitgaat naar alledaagse gebeurtenissen als roofovervallen op benzinestations, dalende hypotheekrentes, succesvolle bevruchtingen van bekend vrouwvolk en het verdonkeremanen van schatrijke industriëlen. Het verwerven van dit genre berichten vergt een andere aanpak en illustreert meteen de grote onderlinge verscheidenheid tussen journalisten. Redacties zijn nadrukkelijk onderverdeeld in sterk verschillende segmenten, appellerend aan de talrijke disciplines onzer samenleving. Schrijvende journalisten hebben het voordeel correcties in hun publikaties te kunnen aanbrengen. Het kan de kwaliteit aanzienlijk verbeteren. Radio- en televisieverslaggevers missen die mogelijkheid. Hun produkties lijden er onder. Met name in de sportverslaggeving, wanneer onderhavige beelden rechtstreeks de huiskamer indwarrelen. Het begeleiden van televisie-uitzendingen is in de journalistiek een relatief nieuw fenomeen; kwetsbaar als een jonge twijg. De vaardigheid is navenant. Nog aangedikt door een tekort aan deskundigheid. Televisie commentatoren pretenderen - wellicht door de nood gedwongen - een overdreven capabiliteit. Fnuikend voor de aantrekkkelijkheid van de reportage. Tekenend voor in 't oog springende leemtes in kundigheid is overdreven hovaardij. Menige televisieverslaggever probeert met een ongebreideld aplomb zijn gemis te verdoezelen. Bij een deel van de kijkers met succes. Het verhief Theo Koomen ooit tot een nationale held. Waar bij de echte liefhebber de bilnaad van pure ellende samentrok, jubelde de oppervlakkige beschouwer. Slordige informatie en lekenpraat zijn nochtans niet de geijkte normen voor een verantwoord commentaar. Gewoontegetrouw komen deze weken schaatsbeelden kwistig op het scherm. Begeleid door het vaste koppel Smeets- Bakker. De Bassie en Adriaan van de kunstijsbanen. Op welke gronden het - duo het hardrijden in portefeuille kreeg is onduidelijk. Voor Bakker gold wellicht z'n Friese afkomst en dan is een link met de Elfstedentocht snel gelegd, maar zelfs dat kan Smeets niet aangewreven worden. Smeets en Bakker schieten te kort in hun kennis van de materie. Los van de enkele analfabeet, die moeilijk aan de cijfers drie en vijf een rondje van vijfendertig verbindt, onderkent iedere kijker onmiddellijk de rondetijden der rijders. Desondanks weet Bakker niets zinnigers te vertellen dan dat Gerard Kemkers opnieuw „laag in de vijfendertig zit". Doch als „Gemsers jonge hond" onderweg is om Hadschieff van het ereschavot te stoten, volhardt Heinze met de mededelingen, dat de Eeldenaar tien seconden voor ligt op de tijd van Emminger. Het gevecht van Kemkers tegen de tijd van Hadschieff is evenwel het belangrijkste van de rit. Bakker gaat eraan voorbij, zoals het koppel voortdurend essentiële facetten over het hoofd ziet. Hoopvolle verwachtingen over een kwaliteitsverbetering blijken derhalve inmiddels ongegrond. Verontrustend. Het wijst op een misplaatst geloof in eigen prestaties bij de commentatoren en een onderschatting van de miljoenen aan de buis, die andermaal journalistieke arbeid snel met hobbyisme gaan verwarren, 't Biedt weinig perspectief voor Calgary! JAN J. RITZEMA na te denken. De achterdochtige blikken van de mensen in de Groningse parken als ik met mijn stoksalto's bezig was, konden me niets meer schelen en ik ging ook weer met plezier tussen de geta toeëerde boys in de sportschool met ge wichten in de weer". In de wintermaanden wordt de Neder landse skiballerina ondersteund door de Nederlandse Skivereniging (voor de helft van de reis- en verblijfkosten) en door haar ouders. Martine Nouwen vindt zichzelf daardoor bevoorrecht. Om de (sub-)top te bereiken moest ze niet al leen hard werken, maar vooral langduri ge eenzaamheid overwinnen. „Meestal was ik alleen op pad. Ik had geen trainer of een andere Nederlandse deelneemster bij me. Dat was vaak heel vervelend. In alles was ik op mezelf aangewezen. Ik deed maar wat, zonder dat ik door een coach gecorrigeerd werd". „In mijn eentje vormde ik altijd de Ne derlandse afvaardiging. Dat betekende dat ik naar de teamcaptains-bijeenkom sten moest gaan en bij het défilé met de vlag liep te sjouwen. Gelukkig heb ik het laatste jaar regelmatig gezelschap van Michiel de Ruyter, die zich met freesty- le-springen voor volgende Olympische Spelen probeert te kwalificeren. Ik reisde vroeger meestal met de Engelsen, fijne lui, maar je hebt toch meer aan een Ne derlander". De zesde positie in de wereld is voor Martine Nouwen zo'n beetje het hoogst bereikbare. „De echte top is voor de mensen aie het gehele jaar door in de sneeuw kunnen trainen en alles voor hun sport opzij zetten. Die meiden zijn ook bereid buiten het wedstrijdseizoen in een pizzeria te werken. Als ik na een zomer studeren voor het eerst de ski's onderbond, had ik een enorme achter stand op hen. Het lukte dan van geen kanten en vaak dacht ik: wat ben ik slecht, ik stop. Die perioden waren vre selijk. Met doorzetten ging het na ver loop van tijd altijd beter". Het skiballet is enigszins vergelijkbaar met kunstrijden op de schaats. De oefe ningen wordt gevat in een kür van ruim twee minuten. Qp een parcours van tweehonderd meter wordt de muzikaal begeleide dans afgewisseld met salto's en sprongen. Freestyle-skiën, dat voorts springen en buckelpiste als onderdelen kent, werd tot enige jaren geleden beoe fend door een kleine schare enthousias telingen die hun vaardigheden en durf demonstreerden voor geldprijzen. De In ternationale Ski Federatie maakte er via het wereldbekercircuit een amateursport van met als doel door te dringen tot het olympisch programma. Martine Nouwen doet in Calgary mee aan het toelatings examen. „Ik ben benieuwd of we slagen. Ik hoop het, want anders vervallen we weer in het professionalisme en blijft de sport beperkt tot Noord-Amerika en de Alpenlanden. We moeten via Calgary uit de schaduw treden". CALGARY - Nog maar kort geleden wist het Nederlands Olympisch Comité niet eens dat Karei Hanse uit Lemeler- veld de Nederlandse gehandicaptenspor ters in Calgary vertegenwoordigt. Hanse reist naar Canada op uitnodiging van het OCO '88, het Canadese organisatie comité van de Winterspelen en het ICC, het internationaal comité van alle we reldsportorganisaties voor gehandicap ten. De Sallander kreeg de uitnodiging nadat hij onlangs bij de winterspelen voor gehandicapten in Innsbruck een tiende plaats bereikte op de reuzensla lom. Direct na het ontvangen van de uitnodiging sprak hij de hoop uit, deel te mogen uitmaken van de nationale olym pische ploeg en te mogen meelopen in het openingsdefilé van de Winterspelen. Of dat gebeurt zal vanavond blijken. Volgens een woordvoerster van het NOC is echter besloten de demonstra tiesporters en dus ook Karei Hanse niet te laten deelnemen aan het défilé. De nationale olympische comités zijn door het IOC vrij gelaten om de demon stratiesporters die meekomen naar Ca nada en de minder validen, die verschil lende ski-demonstraties zullen geven aan de openingsceremonie te laten deelne men. De demonstraties van de gehandi capte skiërs staan helemaal los van het olympisch programma. Van het IOC moeten wel alle equipes die deelnemen aan het openingsdefilé uniform gekleed izijn. Maar Hanse is in elk geval in Cal gary. De maatschappelijk werker kon de reis naar Canada maken dank zij een gift |van een schildersbedrijf uit Lemelerveld jen mocht zelfs zijn vrouw meenemen. CALGARY - Martine Nouwen zorgt in Calgary voor een primeur. De 24-jarige toekomstige tandarts 1 uit Poeldijk wordt de eerste Neder- landse freestyle-skister op de Olym- s pische Spelen. Zij neemt deel aan het skiballet, één van de drie on derdelen van het freestyle-skiën, 5S dat met short-trackschaatsen en curling als demonstratiesport op het programma staat. Eerder (in 1936) kwam een Nederlandse dame uit op het onderdeel skiën, freule Gratia Schimmelpenninck van der Oye. 1[ Martine Nouwen is al een hele tijd ski ballerina. Maar in de afgelopen vier jaar was slechts een handvol Nederlanders op de hoogte van haar sportieve activi teiten. „Calgary" veranderde alles. Als bij toverslag werd zij een nationale be kendheid. Martine Nouwen werd over spoeld door de publiciteit. „Het was net of iedereen wakker was geschud. Kran ten, radio, televisie, ze stonden ineens allemaal voor mijn deur". De hoofdpersoon onderging alle belang stelling gretig. „Mijn sport heeft propa ganda nodig. Ik hoop namelijk dat er ie mand komt die het vaandel van mij overneemt. Op het ogenblik is er nie mand als ik stop. Met Calgary als kap stok is de kans groter geworden. De Olympische Spelen doen wonderen". Het skiballet begon voor de charmante Martine Nouwen als een lolletje. „Ik was op wintersportvakantie en zag een poster hangen van een skiër die op zijn kop door de lucht vloog. Dat leek me leuk. Toevallig was daar een skischool waar training voor freestyle werd gegeven. Ik was direct enthousiast. Angst voor onge lukken had ik totaal niet. Dat kwam waarschijnlijk door mijn achtergrond als turnster. Daardoor was ik niet bang uit gevallen". De freestyle-skiërs willen dat hun sport via het demonstratieprogramma in Cal gary een echt olympisch onderdeel wordt en zich zo ontdoen van de kwali ficatie „onbeduidend". Met de beste vijf van de wereldbekerwedstrijden en verte genwoordigers uit zo veel mogelijk lan den moet worden aangetoond dat deze kleine sport wereldomvattend is. Met kwaliteit naast kwantiteit moet in Calga ry het Internationaal Olympisch Comité worden overgehaald. Martine Nouwen was al een jaar zeker van de uitnodiging uit Canada. „Daar was ik wel blij om, want dat gaf me de inspiratie om er weer een jaar hard te genaan te gaan". Dat betekende het hele jaar doortrainen, ook al ontbeerde zij vanaf maart de sneeuw. „Ik moest in Groningen natuurlijk ook hard studeren aan de academie voor tandheelkunde. In de winters raakte ik steeds flink achterop met mijn studie. Ik zag het daarom aan vankelijk niet meer zo zitten, maar toen ik die uitnodiging voor de Olympische Spelen kreeg, hoefde ik niet lang meer 1 CALGARY - Skispringer Gerrit- Jan Konijnenberg (24) staat dezer dagen op de olympische schans in 1 Calgary. Als voorspringer. „Ik zie 1 ,dat als een enorme erkenning voor 1 mij als sportman", aldus Konijnen berg, die dit seizoen het uit 1932 j stammende Nederlandse record schansspringen op 69 meter heeft gebracht. Internationaal gezien een ad weinig voorstellende prestatie. De wereldtop springt bijna twee keer zover. 1 Toch verdienen de prestaties van Konij- j nenberg enig respect. Als enige Neder- lander heeft hij de euvele moed met een j gang van tegen de honderd kilometer per uur de buitenlandse schansen af te glij- 'den om daarna tientallen meters als een r. „flying Dutchman" door het luchtruim J af te leggen. „Der Hollander" is ook po- pulair in de vaak Duitstalige ski-naties. -| Ook in het Canadese Calgary drong de naam Konijnenberg door. De organisa- J toren van de Olympische Winterspelen nodigden hem, samen met vier andere 5j springers uit verschillende landen om voor de wedstrijden beginnen een zo j goed mogelijk „glijspoor" te trekken i voor de wedstrijdspringers. Vier jaar al begeeft Gerrit-Jan Konijnen berg zich op de buitenlandse schansen. Voor die tijd deed hij aan „freestyle- skiën, zeg maar een soort van kunst- (j schaatsen op ski's. „Ik woonde toen in de buurt van Soest. Met een paar jon gens hadden we een twaalf meter hoge J schans gebouwd die uitkwam in een 3 meertje. Als je dan de schans afging i maakte je boven het water nog even een j salto". Op een gegeven moment kwam Konij- ,j nenberg via de televisie in aanraking met het schansspringen. „Dat wil ik ook", dacht ik toen. Zo ben ik dus schansspringer geworden. Omdat ik al aan freestyle-springen deed was het voor mij niet zo'n grote stap. In het begin I spring je alleen maar van kleine schans- jes. Na verloop van tijd ga je van steeds hogere schansen springen", j „De eerste, echte schans waar ik afging was een 60-meterschans in het Sauer- land. Als je voor de eerste keer op zo'n schans staat is er die spanning, die twij fel: spring ik wel of spring ik niet. Maar op een gegeven moment doe je het toch. Een tussenweg is er niet". „Als ik in de herfst weer ga springen - je hebt dan een paar maanden niet ge sprongen - keert dat eerste-keer-gevoel steeds weer terug. Na drie sprongen ben je er doorheen. Ook elke nieuwe schans is spannend. Ook dan heb je weer dat eerste-keer-gevoel". Schansspringers hebben altijd vlak voor ze aan hun sprong beginnen zo'n sterk gefixeerde, havikachtige blik. Konijnenberg beaamt dit. „Schansspringen is voor zeventig procent een mentale kwestie. Elke keer sta je weer onder enorme spanning. Het kan natuurlijk fout gaan. Voor je aan je sprong begint, zijn de hartslag en de adrenalinespiegel maximaal, hoewel je lichamelijk gezien nauwelijks enige in spanning verricht hebt. Naast de juiste mentaliteit is een goed coördinatiever mogen erg belangrijk". Een half jaar na zijn besluit te gaan schansspringen maakte Konijnenberg zijn eerste sprong. „Voor je aan het springen begint moet je weten wat er ge beurt. Net als bijvoorbeeld bij het tur nen. Je zet het eerst in je hoofd. Je moet weten hoe je moet reageren. Dat bete kent bijvoorbeeld: niet schrikken van de winddruk, jezelf overwinnen en gewoon gaan". „Van elke sprong geniet ik enorm. Elke keer heb ik toch maar weer het genot van bijna tachtig meter lucht gehad. Da's over een heel voetbalveld. Ik geef voor de sport veel op om wat te kunnen bereiken. Mijn studie bestuurskunde in Leiden heb ik er voor moeten opgeven. Momenteel studeer ik public relations in Utrecht. Het is de bedoeling dat ik in de toekomst een zelfstandig pr-bureau open". De eerstkomende jaren blijft Konijnen berg springen. Deze winter was hij van plan zijn Nederlandse record boven de 75 meter te brengen, een voornemen dat hij nog niet kon uitvoeren. Over vier jaar moet zelfs de honderd-metergrens in zicht komen. Tot die tijd wil hij in elk geval zo goed mogelijk presteren. „Ik sta echter overal alleen voor. Een trainer heb ik niet. Momenteel heb ik voor een proefperiode van een maand een auto in bruikleen van de Japanse autofabrikant Subaru. Binnenkort wordt bekeken of daar een vast sponsorcontract uit kan voortvloeien. Voor de proefperiode reed ik in een „duizend-gulden-auto" die het om de haverklap begaf, zodat ik altijd weer in de spanning zat of ik wel op tijd bij de verschillende buitenlandse wed strijden zou wezen". „Bij Europa-Cupwedstrijden, waar ik vorig jaar nog steeds laatste werd, houd ik tegenwoordig zo'n zeven man achter me. Bij Wereld-Cupwedstrijden een k twee van de circa honderd deelnemers. Een Zweedse trainer zei pas tegen mij: „Als jij bij de eerste vijftig komt dan be schouw ik je als God en kus ik je voe ten". Ik denk echter dat een plaats tus sen de zeventig en tachtig bij de Wereld Cup in de toekomst wel reëel is". Gerrit-Jan Konijnenberg: Een Zweedse trainer zei pas tegen me: „Als jij bij de eerste Ivijftig komt, kus ik je voeten'". Martine Nouwen hoopt via de prestaties in Calgary erkenning voor het freestyle- skien (zeg maar: skiballet) te verwerven. FOTO: ANP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 27