Japanse cultuur als antwoord op Nederlandse exportproblemen Oudere automobilist zit met gedachten vaker ergens anders FRÉDÉRIQUE BIJL EN INGRID VERSTRAATEN: Bitter weinig Relatiegeschenk Gokken binnen de perken Zwartgat £eidóc6ou4a*it „Japanologen" Frédérique Bijl en Ingrid Verstraaten die hun kennis over Japan in het land van de Rijzende Zon verder willen gaan aanvullen. FOTO: MILAN KONVALINKA Wat heeft Japanse cultuur te maken heeft met de exportproblemen van Nederlandse ondernemers? Heel veel. Een voorbeeldje: relatiegeschenken zijn bij zakelijke contacten in Japan „veiplicht". Maar een prachtig, wit damasten tafellaken kan de Hollandse zakenman of -vrouw beter in de koffer laten. Wit is in Japan immers de kleur van de dood. Culturele verschillen spelen een cruciale rol in de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Japan. Dat is het uitgangspunt van Frédérique Bijl en Ingrid Verstraaten. Tijdens hun studie sociale geografie aan de nieuwe lerarenopleiding in Delft nemen zij daarom een diepe duik in de Japanse cultuur. Nederlandse ondernemers die zich op de Japanse markt (gaan) wagen kunnen daar binnenkort hun voordeel mee doen, want hun kennis is te koop DEN HAAG - Dat het Nederland se bedrijfsleven fikse problemen heeft met de export naar Japan is bekend. De twee studenten Frédé rique Bijl en Ingrid Verstraaten denken dat voor een groot deel van die problemen een culturele oplos sing te vinden is. „Wij vonden het raar dat in al die verhalen over Ja pan en de Nederlandse uitvoer naar Japan zo weinig aandacht aan de cultuur wordt besteed", zo ver klaren zij het thema van hun afstu deerwerkstuk, waarin deze oplos sing wordt aangedragen. Zij hebben tijdens hun studie uitgebreid kennis gemaakt met Japan. „Vorig jaar hebben wij onder meer drie maanden stage gelopen bij het Museum voor Land- en Volkenkunde in Leiden. Daar hebben we meegeholpen aan het opzet ten van een speciale Japan-afdeling. Het is jammer dat die er uiteindelijk toch niet is gekomen, maar we hebben er wel veel van geleerd". „Er komen veel tegenstrijdige berichten uit Japan. Het is een land van tegenstel lingen, heel intrigerend. Aan de ene kant heb je het positieve beeld: de stroom beeldende kunst, toneel, muziek, film en literatuur. Aan de andere kant wordt Ja pan gezien als „kopieerder" van westerse kennis. Europese en Amerikaanse zaken lui vertellen ook vaak verhalen over hoe ontoegankelijk Japan wel is door alle handelsbarrières. Maar als je de cijfers bekijkt, valt dat wel mee. Hoe meer je leest, hoe tegenstrijdiger het beeld van Japan wordt. Je kunt niet zeggen: „Een Japanner is zus of zo" en dat is heel fas cinerend: je wordt telkens op een ander been gezet". Frédérique en Ingrid hebben in de eerste maanden van hun onderzoek heel veel over Japan gelezen. Daarna hebben ze gekeken wat de instanties die de export naar Japan ondersteunen doen aan de culturele verschillen tussen beide lan den. Dat bleek maar bitter weinig te zijn. De meeste instanties stuurden de bedrijven alleen een boekje over om gangsvormen „en dan heb je het wel ge had". Als je bij een bedrijf binnenkomt, moet je je jas onder de arm nemen. Doe je schoenen uit als je een Japans huis be treedt. Heel aardig, maar je verklaart er niets mee, vinden beide onderzoeksters. „Het is moeiiijk om je aan al die regels te houden, het is gewoon te veel om te onthouden. Als westerling maak je nu eenmaal altijd fouten, ie kunt dus beter jezelf blijven. Veel belangrijker is dat je weet wat er achter die regeltjes zit. Dan ben je verder dan wanneer je 120 eti- quette-regels uit je hoofd weet. Want dan blijven er nog 880 over om je aan te bezondigen". „Het bekende voorbeeld van de Japan ner die tijdens een zakengesprek ja zegt maar nee bedoelt is een kwestie van taal. Het Japanse woord „ja" betekent: „Ik heb je gehoord, ik zal mijn best doen om je probleem op te lossen". Vervolgens neemt hij dan over die zaak contact op met alle mensen in zijn bedrijf die met het probleem te maken hebben. Dat gaat van de man op de vloer tot aan de direc teur. Er gaan misschien wel maanden overheen voordat er overeenstemming is bereikt. Maar als het contract dan geslo ten wordt, is het ook heel solide". Het geven van (relatiegeschenken is in Japan heel belangrijk. Dal kan ook hele rare vormen aannemen, want de ontvan ger is „verplicht" de gever een waarde voller geschenk terug te geven. Relatie geschenken stellen westerse zakenlui vaak voor problemen. En een misstap is snel gemaakt, getuige het voorbeeld van het witte tafellaken. „Voor een Japanner hebben alle voor werpen een ziel. Hij gaat daarom voor zichtig met de dingen om. In het westen wordt hard werken bijvoorbeeld vaak verbonden met lawaai maken. Maar een Japans restaurant waar met borden en bestek wordt gesmeten, is heel snel zijn klanten kwijt". „Schoenen worden in Japan met vuil ge associeerd. Je mag nooit met je schoen een voorwerp aanwijzen. Of wat wij doen als we een muntstuk laten vallen: meteen je voet erop zetten. Dat is het vertrappen van een ziel. Als je in een stoel gaat zitten, moet je voorkomen dat de ander de zolen van je schoenen ziet. Dat is heel onbeleefd. En in het westen is het uitdoen van schoenen, een status symbool, een soort vernedering. In Ja pan is dat net andersom. Als je een wo ning binnenkomt, doe je je schoenen uit: je laat alle „vuiligheid" buiten". „Het is niet voldoende als je weet dat je op je sokken een woning moet betreden. Daar zit een bredere, culturele verkla ring achter. Cultuur is nu eenmaal meer dan etiquette, geisha's, tatami's (matjes) en de Fuji-berg". „Als je je aan al die kleine regeltjes pro beert te houden, krijg je hooguit een glimlach. Ze denken dan: „Je zult het toch nooit leren, want wij Japanners zijn uniek en onbegrepen". Japan is een eiland en eeuwenlang van de rest van de wereld afgesloten geweest. Het Japanse woord voor buitenlander betekent letter lijk: iemand van buiten onze gemeen schap". „De Japanners doen alles in groepen. Werken, maar ook bijvoorbeeld reizen. Een westerling wilde eens bij een Japans bureau een reis boeken. De Japanner achter de balie wilde weten hoe groot zijn reisgezelschap was. Wat, hij reisde alleen? Daar snapten ze echt niets van. Na veel heen-en-weer-gepraat met colle ga's werd er een oplossing gevonden: de klant was: een groep van één". Voor veel Nederlandse bedrijven is het in Japan een kwestie van gokken. Met kans op een aardige miskleun. Een be kende Nederlandse koekfabrikant wilde zijn produkt in Japan verkopen. Dat liep helemaal niet, wanter zaten gaatjes in de ontbijtkoek. En voor een Japanner betekent dat slechte kwaliteit. Markton derzoek had dat kunnen voorkomen, ge ven Frédérique en Ingrid toe, maar de echte verklaring voor het gedrag van een Japanner zit veel dieper. De beleefdheid,; het groepsdenken, het Japanse manage-; ment: alles komt voort uit een diepere, culturele ondergrond. De tijdens de studie opgedane, voorna-' melijk theoretische kennis moet wordeni getoetst aan de praktijk. En daarvoor moeten zij toch echt naar het Land van de Rijzende Zon. De studenten zoeken; daarom sponsoring van het Nederlandse' bedrijfsleven. „Die verschillende cultu rele achtergronden vormen een barrière. Daar zitten de problemen en daar moet je aan gaan werken. Ons onderzoek kan de bedrijven die op de Japanse markt! opereren van veel nut zijn". Zij denken! aan steun bijvoorbeeld in de vorm van een ticket naar Japan, of een bureau inj Tokyo. Het is hun bedoeling Nederlandse be drijven op allerlei manieren van infor matie over Japan te gaan voorzien, ookj in voor computers leesbare vorm. Daari naast zijn de studenten bereid voorlicht tingsmiddagen te geven aan mensen diw naar Japan uitgezonden worden. Maar eerst moet hun scriptie worden af gerond. De eerstvolgende stap in het on-1 derzoek is het telefonisch enquêteren van bedrijven die naar Japan exporte- EDDIE DE PAEPE Telefoonnummers en dat soort kleine zaken vergeten, daarmee schijnen we rondom ons vijfenveertigste levensjaar te beginnen. Niet zo erg, want zulke dingen kun je opschrijven. Maar hoe staat het dan, en een paar jaar later, met ons gedrag in het wegverkeer? Ook daar een lichte verstrooidheid? De ANWB heeft hierover in de loop van de tijd heel wat gegevens verzameld. Een gesprek hierover met F. Schalk (61), chef van de afdeling rijvaardigheidsvraagstuk- ken en M. Evers (40), chef van de sectie rijvaardigheidstraining. DEN HAAG - In de file of bij het stoplicht zie je geen verschil. Oude re en jongere chauffeurs zitten on geduldig op het stuur te tromme len, een sigaretje te draaien of lijd zaam te wachten, al naar hun aard. Maar gaan de geesten zich scheiden als het verkeer weer op gang komt? Jawel, zeggen de ANWB'ers Schalk en Evers, maar dan op een heel andere ma nier dan je misschien zou denken. Het verschil zit niet tussen de jongeren en de 55-plussers, maar in de 55-plussers on derling. Met name telt dan of ze nog werken dan wel met pensioen zijn: bij - Tuinieren op radio, tv en videofilm Als rechtgeaarde tuinliefhebbers hebben we een niet aflatende belangstelling voor het weer. En dat weer is op het ogenblik zeer ongebruikelijk. Zonder noemens waardige vorst en sneeuw sukkelt de winter naar het voorjaar. In de tuin is al heel wat jong groen te zien, de tuincen tra hebben de nieuwe zaden al binnen en dus kan het werk binnenkort weer begin nen. Welke invloed de zachte en natte winter op de insecten en ziekten zullen hebben, moeten we de komende maan den afwachten. Zeker is dat het aantal schadelijke insecten groter zal zijn dan in andere jaren. Door het vrijwel ontbre nog werkenden valt niet zelden waar te nemen dat ze zich in het verkeer gedra gen alsof ze een mijlpaal op de weg moeten halen in plaats van in hun leven. Te weinig afstand houden. Scherp inha len. Niet-werkenden in dezelfde leeftijds groep leren dat zoetjes aan af, ze hebben geen volle agenda's en reizen doorgaans ook in de „daluren" van het wegverkeer. De ANWB-cracks zijn zich bewust van de onmogelijkheid deze gegevens weten schappelijk te onderbouwen en daarom willen zij gezegd hebben, dat hun uit spraken berusten op indrukken. Het ver keer is voor iedereen iets alledaags, ook voor die ouderen. Maar vaak hebben' zij juist op hun leeftijd grote verantwoorde lijkheden in hun werkkring, moet er nog ken van vorst is daaronder hoegenaamd geen opruiming gehouden. We zullen dus naar manieren moeten zoeken om de komende plagen te bestrij den. Daarbij kan de Teleac-cursus Mi lieuvriendelijk Tuinieren in de moestuin behulpzaam zijn. Vanaf zondag 17 april worden de lessen op de tv uitgezonden. De daaraan ^voorafgaande radiolessen kunnéri nu al beluisterd worden: elke maandagavond van negen uur tot half tien op radio 5? De tv-cursus komt op de nieuwe zender Nederland 3, elke zon dagavond van half zeven tot zeven uur. De cursus gaat over de groenteteelt waarbij de nadruk gelegd wordt op het. milieuvriendelijke karakter. Hij is be- doeld voor beginnende tuinders. Uiter aard is het voorjaar een prima periode om met dit soort tuin werkzaamheden te beginnen. De lessen zijn gemaakt in nauwe samenwerking met het Buiten centrum De Kemphaenvan de Rijks dienst voor 'de IJsselmeerpolders. Ten behoeve van de cursus werd op De zo veel gebeuren en dat kan in die alle daagsheid van het verkeer een knappe belasting zijn. Aan die gepresseerdheid van de oudere werkende automobilist tilt de ANWB veel zwaarder dan aan verhalen over af nemend reactievermogen. Schalk: „Wij geloven niet zo erg in afnemend reactie vermogen op die leeftijd, zeker niet als iemand z'n hele leven lang al auto gere den heeft. Maar afgezien daarvan zien we veel meer narigheid door te laat - onoplettendheid! - reageren dan door langzaam reageren. Wie overigens aanleg heeft om te laat te reageren doet dat ook op z'n dertigste jaar al. Waarbij ik dan toch wil aantekenen dat ouderen vaak eerder geneigd zijn om dat - mogelijk Kemphaen een speciale Teleac-moestuin aangelegd. Die doet dienst als modeltuin en is het gehele jaar door vrij toeganke lijk. De twaalf radioprogramma's die vooraf gaan aan de televisiecursus bestaan deels uit theorie en voor een deel uit praktijk. De theorie wordt gegeven aan de hand van het bij de cursus horende boek dat bij Teleac te koop is voor 19,50 gulden. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer: milieuvriendelijke groententeelt, vruchtwisseling, de platte glasbak, kinderen in de moestuin en tui nieren met beperkingen. Verder worden in de radioprogramma's vragen beant woord van cursisten die tijdens het tele fonisch spreekuur (dat ook bij de cursus hoort) kunnen worden gesteld. De drie tv-lessen die in april beginnen hebben in grote lijnen de volgende in houd. Les 1 geeft informatie over de in richting van de moestuin, het tuinplan, de bemesting, het zaaien en de wissel- en aangeboren - manco te onderkennen dan jongeren en degenen'die dat doen zijn in feite betere rijders, ook al zijn ze ouder. Reageren ze toch te laat dan komt het vaak doordat ze met hun ge dachten ergens anders zijn, wat in 't al gemeen gesproken bij ouderen wèl weer vaker voorkomt dan bij jongeren. Ooit onderweg een ervaring gehad in de geest van: „Hé, ben ik nou Utrecht al voor bij?", doe dan iets met zo'n ervaring, want het is knap gevaarlijk". Zo zijn er nog wel meer gevaren die op leeftijd rakende automobilisten en hun omgeving bedreigen. Bijvoorbeeld de combinatieteelt. Bij dat laatste moet ge dacht worden aan het combineren van verschillende gewassen waardoor insec- tenbestrijding eenvoudiger wordt. De tweede les gaat over het onderhoud van de tuin en over milieuvriendelijke gewasbescherming. In de laatste les wordt ingegaan op de verwerking van de geoogste produkten. Als conserverings methoden komen het moderne diepvrie zen aan de orde maar ook het klassieke drogen en wecken van fruit en groenten. Een andere vorm om informatie over tuinieren op te doen is een videofilm. Sinds kort is er een beschikbaar over aanleg en onderhoud van het gazon. „Hoe zit het nu met gras?" is de titel en de cassette is voor ongeveer drie tientjes te koop bij tuincentra. Elk gazon vraagt om onderhoud. Maai en, harken, verticuteren en bemesten zijn werkjes die elk jaar terugkomen. Elke keer dat het gazon gemaaid en ge harkt wordt, verdwijnen voedingsstof kennis van verkeersregels, oude en nieu we. Een aantal van die oude regels is weggezakt en nieuwe regels blijken vaak helemaal niet opgepikt te zijn. Dan vraagt men zich bij de ANWB af waar om een mens op allerlei gebieden zijn vaardigheid controleert en bijhoudt, be halve in het verkeer: daar zijn zelfcon trole en bijscholing ondergewaardeerde begrippen. De ANWB heeft er niet min der dan vijftien verschillende program ma's voor, met als meest bekende de rij- vaardigheidstrainingen. De meeste deel nemers worden gestuurd door de bedrij ven waar ze werken, anderen komen op eigen initiatief en van die laatsten is een groot deel ouder dan vijfenvijftig jaar. Volgens Mike Evers komen de 55-plus- fen. Als die niet aangevuld worden met een juiste bemesting gaat de kwaliteit van het gazon achteruit. De film geeft duidelijke instructies over de verschil lende vormen van bemesting. Ook de bestrijding van onkruid in het gazon is onderdeel van de film. Zowel in jonge als in oude gazons komt soms plotseling onkruid op. Tal van oorzaken kunnen onkruidgroei in de hand werken of bevorderen. Uitwintering van goed gras bijvoorbeeld, of gebrek aan mest stoffen, te weinig zuurstof in de bodem of een teveel aan water. De mogelijkhe den om onkruid te bestrijden zijn legio. Het kan op natuurlijke wijze met de hand: al het onkruid stuk voor stuk uit steken is een grondige manier om de kwaal aan te pakken. Maar soms is het voldoende om door verticuteren (met een verticuteerhark. verkrijgbaar in het tuincentrum) meer zuurstof in de bodem te brengen waardoor het gras het on kruid kan overwoekeren. De film duurt zeventien minuten en Wie op zijn vijfenvijftigste laat reageert, deéftdat ook toen hij dertig was". FOTO: PERS UNIEl sers best aardig uit de bus. „Maar dat zijn de mensen die het hebben opge bracht zichzelf kritisch te bekijken. En dan denk ik wel eens dat juist degenen die er het meest aan toe zijn, niet ko-; men". Een flink aantal van de 55-plussers die zich aanmelden voor zo'n training blijkt niet meer te werken. Soms komen ze omdat ze een caravan hebben aange schaft waarvoor een speciale rijtechniek nodig is. Maar veel vaker is het argu ment: Ha fijn, nu heb ik er eindelijk de tijd eens voor. Een moment van mis noegd stilzwijgen van de instructeur kan zijn deel zijn. Kennelijk heeft de auto mobilist wel de noodzaak ingezien, van' het verbeteren van de rijtechniek, maar! is dat uitgesteld tot rustiger lijden. Kritische zelfbeschouwing, daar gaat het om. Niet de jaren tellen, maar de instel ling die de autobestuurder heeft ten op zichte van zichzelf en van het verkeer. Mocht hij er na enig zelfonderzoek ach terkomen dat hij beter zou kunnen stop pen met autorijden dan moet hij. vinden ze bij de ANWB, niet gaan zoeken naar smoesjes als: „Ik rij alleen maar korte af standen" of de veelgehoorde verzeke ring: „Ik rij alleen maar bij daglicht'.'. Maar stoppen met autorijden kan heel moeilijk zijn. Schalk, er geen geheim van makend dat deze situaties hem toch ook aan 't hart gaan: „Pas geleden nog, een dame. Met een dure Peugeot. Vijf duizend kilometer per jaar. Maar ik wist absoluut zeker dat ze hem moest laten staan. Ik heb tegen haar gezegd: „Me vrouw, als u voor die vijfduizend kilo meter per jaar een taxi neemt met de slechtste chauffeur van het westelijk halfrond, maakt u meer kans er zonder! ongelukken af te komen dan wanneer u zelf blijft rijden". Je moet dan maar hoj pen dat je iemand écht hebt kunnen overtuigen van de waarheid". AAD SCHOUTEN maakt ook duidelijk dat gazononder- houd afgestemd moet worden op het ge bruik. Gras waarop gejogd, intensief ge speeld of gelopen wordt, vraagt een to taal andere verzorging dan een siergazon dat enkel gemaaid wordt en vooral mooi moet zijn. Als een gazon nieuw aangelegd wordt o vernieuwd moet worden krijgen we tf maken met de samenstelling van he grasmengsel. Ook bij de keus daarvai speelt het toekomstige gebruik van hei gazon een belangrijke rol. Gazonvernieuwing hoeft overigens nie altijd te betekenen dat alles op de schol moet. Er bestaan verjongingskuren vooi de grasmat die binnen zes weken eei frisgroen nieuw gazon opleveren zondei dat er een spade voor in de grond hoef te worden gestoken. Ook over deze zaken geeft de film „Ho< zit het nu met gras?" duidelijke informa tie met professionele beelden. JAN VAN KOOTEf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 24