CDA steekt stokje voor Benelux TV final# „Van Kooten moet niet denken dat wij volslagen idioten zijn WRAAK ZATERDAG 13 FEBRUARI De verwarring bij de Nederlandse tv- kijker heeft de laatste tijd krachtig toegeslagen. Dagelijks worden we bestookt met berichten dat nog voor het einde van het jaar Nederlandstalige commerciële radio- en tv-stations via de kabel de huiskamer zullen binnenkomen: Benelux TV, Cable One, Radio 10, Eurosport enz. Ex-discjockey Willem van Kooten kondigde van de week al trots aan dat zijn Cable One nu al via de kabelnetten van Rotterdam en Amsterdam te beluisteren is. Mag dat allemaal zomaar in dit landje met zijn publieke omroepbestel? Zit er soms een reusachtige maas in de op 1 januari van dit j aar in werking getreden mediawet? We staken ons licht op bij Piet van der Sanden, de mediaspecalist en vice- voorzitter van de CDA-fractie. Sinds jaar en dag voert deze nu 64-jarige oud- journalist, die sinds 1971 in de Tweede Kamer zit, een verbeten gevecht tegen het oprukken van de commercie in de ether. Daarbij verkeert hij in de bijzondere situatie dat hij steun moet zoeken bij de oppositie, vooral de PvdA dus. Coalitiegenoot VVD heeft al eens een kabinet (Marijnen) laten vallen over de omroepkwestie en is ook vandaag de dag nog graag bereid het Hilversumse bestel onmiddellijk open te breken. DEN HAAG - Piet van der San- den wil één ding onmiddellijk dui delijk maken. Hij is geen pleitbe zorger van de publieke omroep omdat hij van katholieke huize is en dus de KRO zo'n warm hart toedraagt. Nee, het gaat hem in de allereerste plaats om de bescher ming van democratisch tot stand gekomen instellingen. „Krachtens artikel 10 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft een staat de vrijheid naar eigen wens een omroepbestel in te richten. Men kan een commercieel bestel nemen, zoals Luxemburg, een staatsomroep, zo als West-Duitsland, een duaal bestel, zo als Engeland en een publiek bestel, zoals Nederland. Dat is de volledige vrijheid van de regeringen en parlementen in die landen". „En wat is er nu aan de hand? Bepaalde lieden proberen uitsluitend omwille van commercieel gewin, via slimme con structies onze nationale wetgeving on deruit te halen. Dat doet men door het begrip buitenlandse zender op een ande re manier te vertalen dan de wetgever heeft beoogd. Neem de mensen van Ra dio 10. Die betrekken een Italiaanse zen der bij hun plannen. Een zender in Mi laan, die daar Nederlandse programma's gaat uitzenden. Via een satelliet worden die programma's dan naar de Neder landse kabelnetten gestuurd, zodat ze ook bij ons te beluisteren zijn". Het CDA-kamerlid kan buitengewoon boos worden over dergelijke opzetjes. „Laten mensen als Van Kooten nu niet denken dat we in Den Haag volstrekte idioten zijn. We weten toch precies wat de bedoeling is. En ze hoeven zich niet te vleien met de gedachte dat er mis schien een maas in de wet zit. Want als dat zo is, wat ik ontken, dan zal die maas gedicht worden. Bij een wet gaat het immers niet om de letter, maar om de gedachte die erachter zit. Als men een commerciële omroep wil, dan kan dat. Maar dan wel op de in het regeerak koord omschreven manier. Niet op deze uitermate slinkse wijze". Geurtsen De VVD kijkt heel anders tegen deze zaak aan. Daar zegt men dat het gaat om het aanbieden van programma's uit het buitenland. De inhoud daarvan vinden de liberalen niet belangrijk. Voorzitter Geurtsen van het commissariaat voor de media, oud-kamerlid voor de VVD, heeft openlijk verklaard dat de plannen van Willem van Kooten in overeenstem ming zijn met de mediawet. En op grond daarvan heeft Van Kooten voor zijn Be nelux TV al van de PTT een kanaal ge huurd op een communicatiesatelliet. Van der Sanden: „Ik heb niks tegen het doorgeven van buitenlandse program ma's, zolang die ook gemaakt zijn voor buitenlanders. De BBC maakt mooie programma's voor de Britse bevolking. Er is geen enkel bezwaar tegen die pro gramma's in de Nederlandse huiskamers te brengen. Als ik The Times wil lezen, kan ik immers ook naar een kiosk gaan om die krant te kopen. Waar het hier om gaat is dat men dit argument mis bruikt om ons omroepbestel, dat nog steeds gesteund wordt door een brede meerderheid in de Tweede Kamer en in de bevolking, onderuit te halen". „Dat is de kern van mijn bezwaar. Men moet mij niet misverstaan. Ik heb geen bezwaar tegen het maken van winst, te gen de commercie als zodanig. Maar ik kom wej ^et geweer tegen het feit dat men elke keer weer probeert te negeren dat de omroep een culturele activiteit is. Natuurlijk, niet elk programma is onder het begrip cultuur te vangen, maar ook de massamedia hebben een puur culture le invalshoek. Ze maken ook deel uit van de cultuur van een volk. Want naast amusement is er ook informatie en dat is de grondslag van onze democratie". „Napoleon heeft ooit gezegd: Als ik de pers vrij laat, ben ik over drie maanden de macht kwijt. Nu hebben we vrijheid van meningsuiting en die wil ik bescher- men. Daar praat ik over. Dat is een cul tureel goed. De commercie heeft daar al lemaal niets mee te maken. Die heeft maar één doel: het optimaliseren van de winstmogelijkheden. En dat kan strijdig zijn met de culturele doelstelling van onze massamedia als het gaat om infor matievoorziening. Daarom zeg ik tegen al diegenen die niet binnen ons bestel willen opereren en de culturele invals hoek daarvan ontkennen, doch uitslui tend proberen onze wetgeving onderuit te halen om winst te maken: Nee men sen, zo gaan we in Nederland niet met elkaar om". Tegenhouden Dat zijn mooie woorden. Maar hoe gaat u Willem van Kooten nu in de praktijk „Dan komen we bij de techniek. Men mag met z'n programma pas op de ka belnetten, als men voldoet aan de voor waarden in de mediawet. Het zijn meestal de gemeenteraden die als mach tigingshouder de kabelnetten beheren. Als via de kabel een programma wordt doorgegeven dat niet aan de mediawet voldoet, dan zal een gemeenteraad op de vingers worden getikt". „Minister Brinkman (Welzijn, Volksge zondheid en Cultuur) heeft, na kamer vragen van CDA en PvdA, daarover een brief geschreven aan het commissariaat voor de media, dat in eerste instantie toezicht houdt op het omroepgebeuren. In die brief zegt Brinkman dat artikel 66 van de mediawet, waar Van Kooten zich op beroept, alleen betrekking heeft op de verspreiding van programma's die door een buitenlandse omroepinstelling in overeenstemming met de daar geldende regelgeving worden uitgezonden. Daar zit de zwakte van Van Kooten. Hij kan niet volhouden dat hij een buitenlandse omroepinstelling is die buitenlandse pro gramma's maakt in overeenstemming met de daar geldende regels. Datzelfde geldt voor Radio 10, dat zogenaamd in Milaan opereert. Italianen zijn grote lief hebbers van muziek en die houden van meezingen. Maar dat ze nu ineens in Milaan dol zijn op Nederlandse liedjes en dat die daar dus om die reden worden uitgezonden We zijn wel goed maar niet gek in Nederland". Toch zegt Van Kooten deze week in een advertentie dat zijn radioprogramma Ca ble One al in Rotterdam en Amsterdam op de kabel te horen is. „Ik verwacht van het commissariaat voor de media dat het daartegen zal op treden conform artikel 66 van de media wet. In de brief van de minister staat immers dat de origine van het program ma en van de aanbieder ONVERKORT buitenlands dient te zijn. Welnu, je kunt niet volhouden dat Van Kooten een bui tenlandse aanbieder is. De bewindsman voegt er in zijn brief aan het commissa riaat nog aan toe dat aan deze bepaling van de wet BIJZONDERE AAN DACHT besteed moet worden, voordat men Van Kooten definitief toestemming wil verlenen voor uitzending van zijn programma's. Een afschrift van de brief is gestuurd aan de PTT en aan de minis ter van verkeer en waterstaat. Men kan dus nu niet meer zeggen dat men niet op de hoogte is. Met deze brief is geen mis verstand meer mogelijk. Ik ben er de mi nister buitengewoon erkentelijk voor. Ik denk dat we er nu wel op kunnen ver trouwen dat de CDA-fractie, de minister en het commissariaat voor de media weer op één lijn zitten. De PTT, die ressorteert onder WD-mi- nister Smit-Kroes, mag dus geen defini tief contract sluiten met Van Kooten voor de verhuur van een kanaal op een satelliet? „Ik denk van nietf Minister Brinkman heeft een afschrift van zijn brief ge stuurd aan de PTT. Die is dus ook ge waarschuwd. Wat Van Kooten betreft is er een zogeheten optiecontract gesloten dat vóór 1 april omgezet moet worden in een definitieve huurovereenkomst. Ik denk dat de PTT zich wel twee keer zal bedenken eer ze deze optieovereenkomst hard maakt". Europese richtlijn VVD-Europarlementariêr Gijs de Vries heeft voorspeld dat de Europese Gemeen schap binnen een jaar met een richtlijn zal komen, waardoor de Nederlandse mediawet krachteloos wordt. „Er is inderdaad al jaren sprake van een Europese richtlijn op mediagebied. Dat is een initiatief van de Britse EG-com- missaris lord Cockfield. Van hem is de uitspraak: „Tv cultuur? Lariekoek! Het is dienstverlening en commercie". Nou, daarmee krijgt 'ie mij natuurlijk onmid dellijk tegen zich. Maar dat is terzijde. Veertien dagen geleden heeft het Euro pees Parlement een resolutie aangeno men waarin het zich uitspreekt voor zo'n richtlijn. Men heeft de verwachting uitgesproken dat tegen het einde van dit jaar de richtlijn tot stand komt". „Een ander feit is echter dat de eerste ac tiviteiten voor een Europees mediabe leid niet afkomstig zijn van de Europese Gemeenschap maar van de Raad van Europa, waarbij eenentwintig landen zijn aangesloten. Ik heb het al eerder over het Verdrag van Straatsburg gehad, betreffende de rechten van de mens. Dat is het verdrag waar de Raad van Europa op gebaseerd is. Men moet dus niet doen of de EG het voortouw heeft. Dat ligt bij de Raad van Europa. In december 1986 is er een conferentie in Wenen geweest, waar de eenentwintig Europese ministers hebben uitgesproken dat er een dwingen de conventie moet komen op het gebied van grensoverschrijdende televisie". „Over deze conventie is nu op ambtelijk niveau voor vijfentachtig procent over eenstemming bereikt. De resterende vijf tien procent zullen de ministers zelf moeten oplossen. De Oostenrijkse rege ring heeft de ministers uitgenodigd weer een bijzondere vergadering in Wenen te houden om de laatste puntjes op de „i" te zetten. Ik ga ervan uit dat dit ook zal gebeuren en dat de conventie officieel van kracht kan worden op de reguliere ministersconferentie, die in november in Stockholm wordt gehouden". „Mijn standpunt is dus dat als het gaat om grensoverschrijdend tv-verkeer Eu ropa groter is dan de Europese Gemeen schap. We hebben ook rekening te hou den met de democratieèn in Zwitser land, Zweden, Noorwegen en Oostenrijk en voor mijn part ook Liechtenstein. De EG mag deze zaak niet afgrendelen. Bo vendien vermag ik niet in te zien hoe de twaalf ministers van de EG, die in 1986 hebben uitgesproken dat er een conven tie moet komen, het nu plotseling eens kunnen worden met lord Cockfield, die grensoverschrijdende televisie niet wil zien als cultuur maar als een puur com merciële dienstverlening. Ik ben dus niet zo bang voor hetgeen de Europese Ge meenschap zou kunnen doen. De Raad van Europa is er ook nog. Wie het eerst komt, het eerst maalt. Dezelfde minis ters kunnen geen twee handtekeningen zetten". Hoe staat hel nu met de plannen van AVRO, TROS en Veronica om legale commerciële tv in Nederland te gaan ver zorgen? „Het probleem voor die omroepen is dat ze verschillende invalshoeken hebben. De AVRO wil bijvoorbeeld gewoon een vereniging blijven. En dan is er nog de positie van de uitgevers. In de mediawet heb ik één wezenlijke doorbraak bereikt: de participatie van de uitgevers in de STER. Er is nu een overeenkomst tussen de dagbladuitgevers (NDP), de tijd schriftuitgevers (NOTU) en de NOS, waarin staat dat de meeropbrengst van de STER mede ten goede moet komen aan de uitgevers". „Die meeropbrengst ontstaat als we bin nen de mogelijkheden van de wet de STER wat uitbreiden. Ik ben daar voor stander van. Dan kunnen we ruim vol doen aan de behoefte van het Neder landse bedrijfsleven om op radio en tv te adverteren. Daardoor zou voorkomen worden dat reclamegelden naar het bui tenland vloeien. En de uitgevers behoe ven ook geen bezwaar meer te hebben, omdat zij van de meeropbrengst pakweg twintig procent zullen ontvangen". „Die mogelijkheid lijkt me heel wat aan trekkelijker voor hen dan meedoen met AVRO, TROS en Veronica in de oprich ting van een commerciéle zender. Het effiencybureau McKinsey heeft berekend dat een commercieel tv-station forse in vesteringen vergt. Bovendien zal er de eerste zes jaar vrijwel geen mogelijkheid zijn uit de kosten te geraken. Al die tijd ontvangen de uitgevers dus ook geen op brengsten van hun investeringen. Ter wijl ze, als ze meedoen in de STER, aan het eind van het jaar alleen de hand hoe ven op te houden". RIK IN 'T HOUT door Piet Snoeren In Nederland geeft 40 jaar Israël voornamelijk aanleiding tot gekrakeel over de vraag of die parlementariërs er al dan niet een Elfstedentocht mogen faan fietsen. De Israëliërs zelf pakken et grondiger aan. De complete Scala van Milaan laten ze overvliegen om, i tegen het decor van de Klaagmuur en ten koste van meer dan twintig miljoen gulden, Verdi's opera Nabucco op te voeren. Kan iedereen lekker meegalmen met het Slavenkoor. Bij een journalist ondertussen die verslag heeft moeten doen van de oorlogen in 1967 en 1973 waarmee Israël toentertijd zijn bestaan bevocht, roept de viering gemengde gevoelens op. Die reporter van de New York Times zag het meteen al niet zitten. Hij had zich in het Dan Hotel te Tel Aviv, waar de halve wereldpers was ingekwartierd, even naar de receptie begeven om zijn redactie te bellen, en bij terugkeer bleek de mat-gouden Dunhill die hij op het tafeltje in de lobby had laten liggen, spoorloos verdwenen. „Met een volk dat van verslaggevers die nota bene aan zijn kant staan, aanstekers jat, kan het nooit goed aflopen voorspelde hij duister. Overdag waren de oorlogscorrespondenten te vinden aan een van de vier fronten, maar 's avonds verzamelden ze zich in de bar van het Dan Hotel. Ze deden dat - merkwaardig voor zo'n internationaal gezelschap - rond Jaques Gans, de persvader van het Nederlandse zuurpruimen, die er het hoogste woord voerde totdat hij achter zijn glas werd geveld door een hartinfarct. Onvergetelijk blijft het gezicht van een Belgische collega die zich op een onbewaakt ogenblik liet ontvallen dat hij niets snapte van zo'r, oorlog tussen joden en arabieren. „Hei zijn toch allebei semieten?". Jaques wees hem kort maar krachtig aldus zijn plaats. „Wat ik niet snap, dat is die taalstrijd van jullie. Jullie zijn toch allebei Belgen?". De man heeft zich niet meer in de bar vertoond. De gesprekken die er werden uitgewisseld gingen vooral over de heldenmoed van de Israëlische soldaten. Over hoe ze de al-Aksa- moskee waarin de arabieren ter provocatie zwaar geschut hadden opgesteld, met het mes tussen de tanden hadden veroverd om niet de naam te krijgen dat ze dit heiligste der heiligen van de islam met bommen en granaten zouden hebben geschonden. Over hoe vrijwilligers, kinderen nog, I zingend per bulldozer tegen de Golan hoogte naar boven waren gekropen om zich te laten opblazen in mijnenvelden, aldus de weg vrijmakend voor hun strijdmakkers. Gezien deze sfeer vermocht de aankondiging bij de balie dat de Joods-Arabische Liga de volgende dag een persconferentie zou geven, amper aandacht te trekken. Het initiatief bleek uit te gaan van Nina Denur, een dijk van een vrouw, fetrouwd met een wrak uit Auschwitz, etgeen haar boodschap nog pregnanter 'maakte. „Laten wij joden, nu we gewonnen hebben, de arabieren meteen de verzoenende hand toesteken", zei ze op haar flatje. „De enige wraak die zin heeft, is liefde". Ongewoon wijze woorden in die triomfale dagen van juni 1967. Ze I werden dan ook niet gehoord. Het waarom hiervan is door Renate Rubinstein verklaard in het nog steeds actuele boek „Jood in Arabië, Goi in i Israël", dat ze kort na die zesdaagse oorlog schreef Ze herinnert eraan dat het zionistische kopstuk Theodor Herzl in zijn standaardwerk „De Joodse Staatwerkelijk geen detail onbesproken liet. Hoe de werktijden geregeld moesten zijn. Hoe de huizen gebouwd moesten worden. Hoe de vlag eruit moest zien. Maar over de 300.000 Palestijnen die het land bevolkten, geen woord. Niet één. Het bestaan van arabieren wordt door Israël eenvoudig ontkend, concludeerde Renate Rubinstein. Arabieren in Israël horen j er niet te zijn, en dus zijn ze er niet. Inmiddels echter zijn ze er wèl, getuige het feit dat ze bij het minste neergeknald of, als zulks de wereldopinie te gortig blijkt, kreupel geknuppeld worden. Dat is erg. Maar minstens even erg is het dat ae arabieren er inmiddels zijn in het spraakgebruik van Israëliërs. Die hebben het over arabierenwerk wanneer ze minderwaardig werk bedoelen, over arabierenkfeur wanneerj ze een kleur smerig vinden. Nog even, en termen als jodenstreek, jodenlawaai, jodenwinst die hier van Joke Kniesmeijer uit de Van Dale geschrapt moesten worden, komen daar als arabierenstreek etc. in het Groot Woordenboek der Israëlische Taal. Men schijnt zich slechts in te tomen wanneer er pers in de buurt is. „Niet knuppelen; er zijn journalisten", klinkt het aan. Voor correspondenten die indertijd de oorlogen versloegen, werden uit dank bomen met een plaquette geplant. Zo heeft er nabij Jeruzalem ook een Snoeren-boom gestaan. Een naast familielid is er onlangs nog naar wezen zoeken, maan kon hem niet vinden. Zeker knuppels van gemaakt. Ëetdóc Qowuvnt1 CDA-kamerlid Van der Sanden: „Bepaalde lieden proberen uitsluitend omwille van commercieel gewin, via slimme constructies onze nationale wetgeving onderuit te halen". FOTO: MILAN KONVALINKA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 20