Omwegen
^Boekhandel Kooyker bestaat 125 jaar
en gaat aan Breestraat groots verder
De arm van de huisarts
als alternatief medicijn ^Mbaaw
r\
Casino Leidschendam
moet verdwijnen
Beiden omgeving
QeidóaQowumt
VRIJDAG 5 FEBRUARI 1988 PAGINA 13
varjfog een paar maanden en
Han de Nieuwe Rijn 13, 15 en
en*fe in Leiden wordt een blad-
;e Sjde in een historie van 125
dejlar omgeslagen. Boekhandel
"kziooyker, vermaard in stad
'er'|n ommeland, zich manifes-
erend tot ver buiten 's lands
_jrenzen, bestaat één en een
Jwart eeuw en gaat nu ver-
jassen. De boeken zijn de an-
jexe ruimten geheel over het
ioofd gegroeid. Er kon niets
neer bij. „Lebensraum", daar
|ing het om. Kooyker is niet
jo maar een boekwinkel ter
ievrediging van een toene-
hende populaire en weten-
Qphappelijke leeshonger. Ze is
^^en instituut geworden dat,
lok als uitgeverij, internatio
naal zijn vleugels heeft uitge
dragen en alles aanwendt om
,t Jen groot publiek ter wille te
;Junnen zijn. Verreweg uit-
•t ^tijgend boven de Leidse be-
jj -angen. Kooyker heeft een
st|ieuw nest gevonden (en de
wee lokeenden van het huis-
herk, met een kooiker-ach-
k jprgrond, gaan mee) aan de
,ntVeestraat 93, de voormalige
3t0^estiging van Perry Sport,
^g^et een diepte van bijna 40
gjieter, tot de Langebrug aan
ja/oe. Straks een nieuw Boe-
or^enhuis, dat qua opzet z'n
n weerga in de vaderlandse
jJoekenwereld nog niet kent.
JnU)p 19 mei a.s. is het zover.
g0Dan is inmiddels afscheid ge-
l0Jomen van die prachtige gie-
1 Jjzeren wenteltrap die ach-
tJerblijft, achteraf rijzend in
jjie oude behuizing, waar de
j.^j'Cooykerstaf dagelijks moei-
laam in korte draaien ge-
Druik van maakte. Je moest
™*r geen smak op maken,
""Vant dat kostte minstens een
lantal vervellingen, even
tueel kneuzingen. Een val
swam hard aan, en je werd
jr ook wel duizelig van, van
lie verdraaide trap. Maar het
was een wonderschoon ge-
r vioncipieerde ijzeren trap, met
d*l die gaten en openingen,
'getónd 1900 nog aangelegd
heioor de aartsvader van het
ngkedrijf, Cornelis Kooyker,
|lie het in zijn laat-19e eeuw-
v4e tijd allemaal wat rustiger
inijan kon doen dan de zaakge
lastigden anno 1988. Franzjo
sef Arkenau zal ook blij zijn
erijils ie van die trap af is. Hij
>eiying zowat de meeste klap-
•piBen op, want op de verdie-
>P°ping helemaal boven was zijn
Hoofdkwartier: „Voor men-
nvten met rugklachten is dit
anhelemaal niks". Eventueel
deitan heer Arkenau aan de
t sjfen lift (speciaal in het con-
i nept opgenomen voor licha-
:n (nelijk gehandicapte bezoe
kers). Fj. zal wel zien.
Onder Blackwell
franzjosef Arkenau is sinds
'78 algemeen directeur van
,-JCooyker, boekhandel mitsga-
'■Iflers de uitgeverij. Eigenlijk
mag je hem manager director
lAoemen. In '73 verkocht het
dirigerend driemanschap
Gast, Holst en meneer Valk-
hoff de zaak aan de gere
nommeerde, en „very Bri
tish", uitgeverij en boekhan
del Blackwell in Oxford,
refilaekwell (belichaamd in
!Z\f00rnaam ,old finish", te-
letfnidden van befaamde colle-
pjfees) werd eigenares van
kooyker, die overigens ge
De laatste maanden van boekhandel Kooyker aan de Nieuwe Rijn (sinds 1963) zijn ingegaan.
Arkenau blikt naar een nieuwe toekomst.
heel zelfstandig z'n bedrijf-
voering kon handhaven.
Kooyker paste prima op het
niveau van Oxford en Cam
bridge. Het Leidse bedrijf
werd al geschraagd door ko
ninklijke belangstelling, on
der andere die van het Bel
gisch koningshuis, en ko
ninklijke wapens (van Wil
lem III en Wilhelmina een
aanvraag voor de erkenning
van hofleverancier van Bea
trix lijkt rimpelloos gehono
reerd te worden trouwens,
Kooyker heeft prins Willem
Alexander als nieuwe „klant
op rekening") en, sedert "46,
is er ook het wapen van Mi
nerva, met de crest van het
Leidsch Studenten Corps:
Virtus Concordia Fides. Die
academische geur van deugd,
vertrouwen en eendracht
passen Kooyker.
Maar de Nieuwe Rijn is nu
bijna voorbij. Ter gelegen
heid van het 125-jaïig be
staan van Kooyker zal een
jubileumboek worden uitge
geven, gewijd aan leven en
werken van Kooyker en zijn
opvolgers en personeel. In
dat jubileumboek is ook een
hymne aan de Nieuwe Rijn
opgenomen. Die lofzang
werd geschreven door Leo
C.J.Roozen in zijn in 1941 ge
schreven bestseller „Dit is
Leiden". Roozen was toen
nog niet hoofdredacteur van
de Leidse Courant, maar als
journalist bezat hij wel een
„gouden pen". In dat boek
schouwde hij „den Nieuwen
Rijn", en dat vond Kooyker
mooi genoeg om in het jubi
leumboek op te nemen. „De
oever van den Nieuwen
Rijn", schreef Leo Roozen,
„is de gezelligste winkelwijk
van de geheele Stad, typisch
Hollandsch, al zijn alle oude
trapgevels reeds lang ver
dwenen. De stadhuistoren
domineert het riviergezicht.
De toren, die wij zoo lang
hebben moeten missen (sinds
de stadhuisbrand in '29, T.P.),
verlevendigt het aspect van
de stad in wijden omtrek.
Het gunstigste overzicht op
den geheelen modernen bij
bouw heeft men, staande aan
den overkant van den Rijn,
die Nieuwe genoemd wordt,
ofschoon het moeilijk te ach
terhalen is waarom de
Nieuwe Rijn niet de Oude en
de oude niet de Nieuwe heet.
Beide takken zijn even oud,
maar de Nieuwe Rijn is onge
twijfeld het eerste in de stad
opgenomen..." Soit.
Franzjosef Arkenau is blij,
dat Kooyker de Nieuwe Rijn
kan verlaten. Weliswaar met
enige weemoed en veel her
inneringen, maar toch op
weg naar veel meer armslag
voor de handel en de
ca.20.000 relaties. In zijn hui
dige kantoor boven, hangt
een muur vol met ontwerpen
van „de Breestraat". Arke
nau kent ze inmiddels uit z'n
hoofd, en hij geeft er tekst en
uitleg bij. Met enige trots en
opluchting. Hij heeft in tien
jaar een Kooyker-ruggegraat
gekregen, via een gedurfde
en vooruitstrevende aanpak.
Misschien ook wel vanwege
z'n onvervreemdbare
„Gründlichkeit".
De facsimiles
En niet te vergeten zijn
baanbrekend werk op het
uitzonderlijk rijke gebied van
de facsimiles uit Vaticaanse
bronnen. Uitgaven die volko
men identiek zijn aan het
oorspronkelijke werk (en
door de Apostolische Biblio
theek gegarandeerd): kunst
met je reinste opg
bladgoud en verpakt
meest ongehoorde banden en
cassettes en priizen die tot
in de vele duizenden guldens
kunnen lopen. Een uitsteken
de belegging. Door zowel het
ene als het andere aspect van
de facsimiles wordt men met
stomheid en respect geslagen.
Het lijkt een beetje op de tul
penwindhandel der 17e
eeuw. Alleen: een mode tulp
vergaat, verwelkt, en staat op
straat; een ongeëvenaarde
facsimile (volgens Belser
Faksimile Editionen aus der
Biblioteca Apostolica Vatica-
na) daarentegen, kan de tand
des tijds een heel eind door
staan.
Als een klant bij Kooyker
naar bovën wordt geloodst,
naar het domein van Fj.,
voetje voor voetje langs die
ijzeren Kooyker- booby trap,
dan weet men beneden: dat is
een bijzondere relatie van
meneer Arkenau; daar gaan
weer de schoonste zaken,
eventueel met oud rood flu
weel bekleed, van de hand.
Onder vriendelijke begelei
ding van een kopje koffie
met melkpoeder, en een si
gaar en met een knipoog van
de allround secretaresse, als
„Dritte im Bunde" die be
scheid weet. Dan wordt er
genoteerd en aan automati
sche banden gelegd. Onder
dank voor de order.
Franzjosef (42) werd in 1945
geboren in Lohne, tussen Os-
nabrtlck en Cloppenburg; een
laat oorlogskindje uit een oud
boerengeslacht. Na z'n gym
nasiumopleiding begon hij 25
jaar geleden als leerling in de
boekhandel: Fj. zit op 1 mei
a.s. een kwart eeuw in het
vak. „Zo ben ik verder ge
groeid en heb veel geleerd".
Algemeen directeur Franzjosef
FOTO: WIM VAN NOORT
In '70 kwam hij naar Neder
land en trouwde daar; 2 jaar
Utrecht en 6 jaar weer Duits
land, tot hij in '78 definitief
in Leiden terechtkwam, als
algemeen directeur van
Kooyker.
Fj. staat nu voor een nieuwe
stap in zijn ondernemersle
ven; samen met zo'n 70 me
dewerkers, mannen en vrou
wen, zet hij z'n brede schou
ders eronder, geruggesteund
door een feilloos werkend ge
automatiseerd systeem. Druk
op de knop, en een klant
wordt uit het bestand gelicht.
Makkelijk, als je 30.000 tijd
schriftklanten moet verzor
gen... Kooyker zwemt in een
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch ol' schriftelijk vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik beri_ bereikbaar via 071
- 12 22 44 op toestel 10.
ALGEMEEN DIRECTEUR
FJ. ARKENAU:
„ALS WE DE LIEFDE
VOOR HET VAK, HET BOEK,
MAAR NIET VERLIEZEN"
boekenzee; importeert uit
ruim 100 landen en heeft
klanten in meer dan 60 lan
den, tot Israel en Nieuw-Zee-
land, werkt met 30 verschil
lende valuta's. „Let wel",
zegt Fj., „automatisering,
„het systeem" met z'n com
puters, kan nooit m'n mede
werkers vervangen. Maar
hierdoor hebben we ook wel
weer veel meer tijd voor
onze klanten gekregen".
Köoyker is dus een interna
tionaal bedrijf, opererend on
der Britse vlag en de schutse
van vadertje Blackwell. Met
een jaarlijkse omzet van „ver
boven de 10 miljoen". „Toch
zijn we nog steeds een ouder
wetse boekhandel", aldus een
tevreden Arkenau. In '86
werd op het Leidse Plein van
het nieuwe AZL een tweede
filiaal geopend „Toen ik in
'78 hier kwam hadden we 45
man personeel, nu staan er,
buiten parttime krachten, 70
op de salarislijsten. Ongeveer
de helft verhuist mee naar de
Breestraat, de anderen
worden ondergebracht in een
kantoorpand van de Sanders-
parkeergarage, hierover zijn
de onderhandelingen nog
gaande. 1000 m2 willen we
daar hebben. In de Breestraat
krijgen we een totaal nieuw
concept, uitzonderlijk in onze
branche en nog onbekend in
de Nederlandse boekhandel".
Verkoop op vier lagen
De heilzame lokeenden blij
ven zwemmen op de voorge
vel, in de hoop dat tal van
wilde eenden erop af zullen
komen (wat altijd de bedoe
ling van een kooiker was en
nog is), en ze worden geflan
keerd door de koninklijke en
academische wapens voor het
voorname en accentuerende
cachet. Tj.Arkenau: „Op vier
lagen gaan we de verkoop
doen. Er is onlangs ook nog
een oude kelder uit de 14e
eeuw ontdekt. Die wordt ge
restaureerd en ingericht als
verkoopplaats voor mooie
boeken, oude handschriften,
facsimiles en zo. Het inte
rieur van het Breestraatpand
(bijna 40 meter diep, tot aan
de Langebrug) ondergaat een
totale gedaanteverandering.
Het voornaamste binnen is
de geheel open ruimte, zon
der hindernissen voor de
klant, die zoveel mogelijk
aan de wanden z'n boeken
zal kunnen vinden. Tot aan
Het exterieure wereldje van Kooyker aan de Nieuwe Rijn 16 van vóór 1900.
de derde verdieping (met
kantoor en kantine) komt er
een lift, speciaal voor gehan
dicapte mensen. Op de eerste
en tweede verdieping komt
„wetenschappelijk", en de
begane grond wordt meer
„algemeen", met ook kran
ten- en tijdschriftenverkoop
en een algemeen assortiment
met, onder andere, een
„Leidse hoek" met boeken
over Leiden en de regio.
Achterin komt een mooie
kinderboekenafdeling met
een crèche-idee: stoeltjes,
speelgoed. Overigens krijgen
de klanten ook zit- en leesge-
legenheden. De klant krijgt
veel ruimte. Men moet zich
zich welkom voelen". Neder
landse architecten ontwier
pen de outillage; de inrich
ting komt uit Duitsland. Ge
sponsord en gepantserd.
Het is prettig te horen, dat Fj.
het niet ovér „cliënten"
heeft. Het zijn voor hem
klanten die geen drempel
vrees meer hoeven te heb
ben. Het gaat er Fj.Arkenau
maar om, Kooyker veilig en
wel naar de volgende 125
jaar te leiden. Het ziet er
goed uit. Hij zet nog even een
paar dingen op een rijtje:
„Het belangrijkste is: je zaak
staat of valt met het perso
neel. Dan is er het assorti
ment dat je etaleert; je klan
tenkring bepaalt wat je aan
biedt. Dan is er de service
aan de klanten. Als dat klqpt,
komt vanzelf de vierde poot
tot z'n recht: de verkoop en
de omzet". Tot zover de han
delingen van Franzjosef Ar
kenau, boekverkoper en vor
ser van zielen van boekver-
slaafden, op de grens van een
nieuw, veelbelovend tijd
perk.
Op 19 mei is de openingsdag.
Een bijeenkomst in de Pie
terskerk, met een officieel
programma met toespraken
rond 125 jaar Kooyker en de
start van het nieuwe Boeken-
huis. De Pieterskerk. Oprich
ter Cornelis Kooyker (die
van dit allemaal nooit heeft
kunnen dromen) was behal
ve boekverkoper in z'n
eentje, wellicht samen met
z'n vrouw die mogelijk wat
boek hield en wat bijhandel
(schrijfmachines) had ook
nog „een ijverig kerkganger
en aldaar hulporganist". Dus
terug naar de wortels van
een bedrijf, dat na 125 jaar de
tanden er opnieuw in zet en
geen enkel boek of (tijd-
)schrift verloren wil doen
gaan. Op 20 mei kan het pu
bliek het nieuwe gezicht van
Kooyker aanschouwen. De
detachementen van Fj. staan
daar dan klaar voor; met het
systeem op scherp. „Waar het
om gaat", zou Fj.Arkenau
zeggen, „is, dat we de liefde
voor het vak, voor het boek,
niet verliezen".
bcilieuw plan voor
^loysiuscomplex
DETERWOUDE. Binnen
ofjet al te lange tijd zal het ge
meentebestuur van Zoeter-
Pipude een beslissing moeten
Vpien over het aantal én type
1 koningen op het Aloysiuscom-
ex. De heer Willem van der
ilm, van het gelijknamige te-
jn^n- en adviesbureau, heeft bij
entt college en fractievoorzit-
gis een plan ingediend dat
ortorziet in 21 driekamer-wo
rdingen. Voorts worden in het
artale plangebied 49 parkeer-
géaatsen gerealiseerd en dat
m.jn er 19 meer dan in de con-
bipt-plannen van de gemeen-
srh Van der Salm heeft in het
bjcente verleden al eerder een
ran ingediend. Dat waren
er|en 29 woningen met twee
ijf&mers. Omdat gebleken is dat
teiieekamer-woningen erg
e |ein zijn is in de nieuwe opzet
deikozen voor driekamer-wo-
?n|ngen. Het plan voorziet aan
"I kant van de Jan van Ban-
b(ngstraat in twee blokken
win drie woonlagen en in to-
nejal 15 woningen. Haaks daar-
Bó en aansluitend aan het
ikérkeerterrein van Don Bosco
et zijn twee hoekwoningen en
ezin blok van 4 woningen gesi-
Df leerd bestaande uit twee
n oonlagen waardoor het ge-
uieel goed aansluit aan de hui-
b(ge bebouwing van de biblio-
n teek. Uitgaande van de
gfond kosten moeten de wo-
ïiiingen circa 118.000 gulden
an&an kosten. Diverse wonin-
;gin hebben een flinke tuin.
te^ellicht zouden de kosten om-
&ag kunnen indien blijkt dat
:tolet mogelijk is een premie te
idferkrijgen. Onmogelijk is dat
rfiisschien niet omdat er spra
ke is van een stukje dorpsver
nieuwing.
Restauratie
Waaghoofdbrug begonnen
Vorige week is de restauratie
van de Leidse Waaghoofdbrug
tussen Boommarkt en Stille
Mare begonnen. Het zal vier
maanden duren voor de ver
nieuwde brug in gebruik geno
men wordt. De houten nood
brug is inmiddels verdwenen.»
Hiervoor in de plaats komt een
stalen brug met een houten
wegdek. De onderbouw be
staat uit stalen palen. De kos
ten van deze restauratie be
dragen 810.000 gulden. De
nieuwe brug zal in mei worden
opengesteld. Tijdens de werk
zaamheden kunnen voetgan
gers en fietsers gebruik maken
van de route via Visbrug/
Hoogstraat of Kippenbrug.
FOTO: WIM VAN NOORT
LEIDSCHENDAM Het casino dat is gevestigd aan de Oude
Raadhuisstraat in Leidschendam moet weg. Dat heeft de recht
bank in Den Haag gisteren beslóten naar aanleiding van het
kort geding dat de eigenaren van het pand vorige week hadden
aangespannen. Nadat de casino-exploitant van de uitspraak op
de hoogte is gesteld, heeft hij acht dagen de tijd het pand te ont
ruimen.
De eigenaren, de gebroeders T., waren naar de rechtbank ge
gaan, omdat de exploitant van het casino zich zonder echt of ti
tel in het pand heeft gevestigd. Deze heeft echter verklaard, dat
hij wel een huurovereenkomst met de gebroeders heeft gesloten.
De gebroeders T. hebbén dit ontkend. Volgens hen hadden ze
een huurcontract gesloten met twee huurders die tot voor kort
in het pand een winkel in onder meer auto-accessoires dreven.
Zij zouden het casino tot het pand hebben toegelaten.
LEIDEN Prof. dr. K.
Gill schudt zijn hoofd.
„Nee", zegt hij. „Huisart
sen moeten niet in eerste
instantie pillen voorschrij
ven aan verdrietige pa
tiënten met lichamelijke
klachten. Die mensen zijn
immers niet ziek". Over
het antwoord op de vraag
wat zijn vakgenoten dan
wèl moeten doen hoeft de
hoogleraar in de huisarts
geneeskunde niet na te
denken: „Een arm om de
patiënt heen slaan, luiste
ren". Kennis over verdriet
en ziekte zodanig ordènen
dat de hulpverleners er
mee aan de slag kunnen.
Dat was het doel van de
Boerhaave-cursus Ver
driet, Verliesverwerking
en Gezondheid die giste
ren en vandaag in Leiden
werd gehouden.
Meer dan 200 artsen, assisten
ten, verpleegkundigen, maat
schappelijk werkenden, gees
telijk verzorgers, psychologen,
psychotherapeuten en politie
functionarissen waren daarbij
aanwezig.
In zijn inleidende toespraak
hield Gill zijn gehoor gisteren
voor dat verdriet net zo oud is
als de maatschappij. „Maar de
geneeskunde heeft lange tijd
geen aandacht besteed aan dit
onderwerp". Daar is echter
langzaam maar zeker verande
ring in gekomen en de opvat
ting dat „ziekte wordt toege
schreven aan het gestel" doet
opgang. „Vroeger dachten
huisartsen vaak dat mensen
zeurden die verdriet hadden
èn lichamelijke klachten", al
dus Gill. „Maar er blijkt wel
degelijk een biologisch proces
te zijn dat de klachten ver
klaart".
Gill noemt dat proces het
„vertaalsysteem van emoties,
in ons lichaam". Dat wil zeg
gen dat het verdriet een uit
werking heeft op een bepaald
deel van de hersenen, dat in
verbinding staat met andere
organen. Zo kan iemand met
verdriet bijvoorbeeld klagen
over moeheid, hoofdpijn of
rugpijn. Maar ook minder
vage klachten zijn denkbaar:
„Ik ken een vrouw die op de
dag dat haar man werd begra
ven, een heel dikke duim had.
Gewrichtsontsteking", geeft
Gill een voorbeeld uit de prak
tijk.
Onderzoeken hebben uitgewe
zen dat verdriet een ernstige
bedreiging vormt voor de ge
zondheid en zelfs de dood tot
gevolg kan hebben. Een Ame
rikaans onderzoek, uitgevoerd
in 1963, toonde aan dat het
sterftecijfer onder weduwna-
ren de eerste zes maanden na
het overlijden van hun echtge
note veertig procent hoger lag
dan bij gehuwde, even oude
mannen.
„Verdriet maakt mensen
kwetsbaar", meent Gill, die
voor het staven van deze over
tuiging gebruik maakt van de
resultaten van weer een ander
onderzoek dat aantoonde dat
de immuniteit van weduwna-
ren een tijd na het overlijden
van hun vrouw laag was. „Na
tuurlijk zijn er ook andere oor
zaken voor aan te wijzen",
haast Gill zich te zeggen.
„Mensen die verdriet hebben,
gaan vaak minder en slechter
eten. Ze slapen slecht, gebrui
ken soms medicamenten, gaan
vaak meer alcohol drinken en
meer sigaretten roken. Daar
door wordt ook de immuniteit1
verlaagd". Daarom vindt hij
dat er „multi-disciplinair on
derzoek" moet worden ver
richt naar de verlaging van de
immuniteit bij mensen met
verdriet.
„Helpen door er te zijn, troos
ten, luisteren en beluisteren of
er nog hoop is", zijn volgens
Gill taken die de omgeving
van verdrietige mensen op
zich moeten nemen. „Het her
stel hangt voor een groot deel
af van het sociaal netwerk, de
omgeving. En van het vermo
gen van de patiënt om zelf
problemen op te lossen", aldus
Gill.
Het vermogen om problemen
onder ogen te zien en op te
lossen, komt iemand met ver
driet niet zomaar aanwaaien,
betoogde prof.dr. R. Diekstra.
De Leidse psycholoog ging in
op de vraag of iemand zijn
verdriet moet „uiten of nege
ren". „Uiten én negeren. In
die volgorde", luidde het ant
woord dat Diekstra zelf gaf
Wie af en toe een flinke huil
bui of woede-uitbarsting heeft,
is volgens hem ook in staat om
in een „tegenovergestelde",
een opgewekte stemming te
komen. Maar huilen alleen is
niet voldoende voor herstel
van de gezondheid en het ko
men in een goede stemming.
Diekstra: „Het is ook van be
lang dat iemands aandacht er
gens anders op wordt gericht".
Hij citeerde in dit verband een
gedeelte uit een boekje dat in
het jaar 32 voor Christus werd
geschreven: „Als uw vrouw u
verlaat, treur dan niet alleen,
maar kijk rond in de wereld
en zie hoeveel mooie vrouwen
er nog zijn".
In maart verschijnt een boekje
met de teksten van de 17 toe
spraken die tijdens de cursus
zijn gehouden.