De andere klank van „onder ons" BEATRIX 50 JAAR ZATERDAG 30 JANUARI 1988 Koningin Beatrix met prins Claus en prins Willem-Alexander op weg naar een van haar vele taken: het voorlezen van de troonrede. FOTO: MILAN KONVALINKA iEN HAAG - Geen tonderdéén uutschoten zoals er ij een zoon afgevuurd juden zijn, maar :nenvijftig, want de .rsteling was een ochter. Wel beschuit iet oranje muisjes in klas voor alle ihoolkinderen, zonder ijfel de laatste keer in e vaderlandse ;schiedenis. Maandag 1 januari 1938, ochtends te 9.47 uur *38 wecies. Kerkklokken iegonnen te beieren, renes te loeien als NWare het een Tnieuwjaarsnacht. „De ipynastie gered", (daroenden de extra "g kdjdities van de kranten. En nu wordt ze alweer T fijftig, Beatrix („Zij die Wl) gelukkig maakt") ierenWilhelmina Armgard, Dij de gratie Gods koningin der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 5ion Noor modale beroepsbeoefe naren een leeftijd die de drempel markeert waarachter de vut wenkt dan wel dreigt. Maar Beatrix zit nog geen acht jaar op de troon. Wil ze de bijna 32-jarige regeerperio de van moeder Juliana evena ren, dan zal ze dienen door te gaan totdat ze 74 jaar is. Ze heeft, kortom, nog een heel wat werkzamer leven voor de boeg dan de onderdanen die rond deze klok een Abraham jeschonken krijgen. ,Geen ander streven heb ik", irak ze toen ze op 30 april >80 in de Amsterdamse ieuwe Kerk werd ingehul- igd, „dan me in te zetten roor u en voor ons hele volk, 'i en het land te dienen. Met ernst heb ik me voorbereid op deze zware taak en ik besef lat er veel van mij gevraagd :al worden". Ware woorden, uister naar wat haar oudste kroonprins Willem- lexander, de schrijfster Re- ate Rubinstein toever trouwde toen die hem bij het bereiken 1 an de leeftijd der volwassenheid aan de and mocht voelen. „Moeder werkt zo lard, elke nacht tot één of twee uur in de ochtend", aldus Willem-Alexander :met heilig ontzag, want straks moet hij look. „Als ik uit de disco thuis kom en nog even een hengst geef aan de stereo, stampt ze boven mijn hoofd op de vloer. Of meneer wat minder herrie wil maken, want ze werkt nog, en of ik even goede nacht kom zeggen. Het is ook wel eens C gebeurd dat ik om twee uur thuis kwam, boven mijn hoofd niets hoorde, dacht dat moeder al was gaan slapen en om vijf over twee weer het huis uit glipte. Maar moeder was om kwart over twee nog even komen kijken en toen ze zag dat mijn bed leeg was, heeft ze de hele nacht niet lever Défilé Inzet voor heel het volk. Onder meer heeft Beatrix haar kroningsbelofte inge lost door te breken met het traditionele défilé op koninginnedag in de paleistuin - dit tot verdriet van menige Oranjever eniging die met de krentenwegge of het gekantkloste tafelkleed bleef zitten. Een snufje eigenbelang zal deze beslissing ge kruid hebben. Hoe vaak had ze moeder Juliana tijdens haar koningschap in de besloten familiekring niet horen ver zuchten dat het steeds vermoeiender werd elk jaar zo lang op de been te moeten zijn om in weer en wind te kij ken naar hetzelfde vendelzwaaien of klompendansen? Of misschien herinner de ze zich de inspanning die het Juliana in de loop der jaren ging kosten om kroost plus kleinkroost zo ver te krijgen dat ze zich voltallig aan de defïlerenden vertoonden en wilde ze haar eigen gezin een dergelijke trammelant besparen. Maar zeker ook heeft haar overtuiging meegespeeld dat de koningin op konin ginnedag onder haar volk dient te zijn. Zich tussen de feestgangers moet men gen. Telkens weer op andere plaatsen, daarbij achterhoeken niet schuwend, zo dat een optimaal aantal onderdanen van nabij kennis kunnen maken met datgene wat hen bindt: de vorstin. Dit actief in contact treden met haar volk doet Beatrix welbewust, weten inge wijden. 's Lands meest bekende inge nieur J. Sipkema over haar onderbreking van een wintersportvakantie teneinde de winnaar van de Elfstedentocht te kun nen huldigen: „Ze voelde gewoon dat ze bij dat geweldige volksfestijn hoorde. Ze stond er zelfs op Evert van Benthem aan de finish te feliciteren hoewel de ijsvloer door de toeloop van zoveel mensen ge vaarlijk geworden was. Ze wilde per soonlijk het ijs op; er was geen sprake van dat er een andere weg zou worden bewandeld". Toen Beatrix, een bakvis nog, de vaartocht op het Amsterdamse IJ bijwoonde die haar ouders ter gele genheid van hun zilveren bruiloft voor een aantal gekroonde hoofden hadden aangericht, moet ze zich hebben laten ontvallen: „Nu zijn we eindelijk onder ons". Die uitspraak heeft haar nog lang achtervolgd. Vergeven en vergeten ech ter. „Onder ons" heeft voor Beatrix sindsdien een gans andere klank gekre gen. Nuchter „Spontaan. Zeer geanimeerd. Het mid delpunt zonder die positie op te eisen", oordelen de onderdanen die haar aldus ontmoeten. „Waar mogelijk, zoekt ze contact met mensen buiten het officiële ontvangstcomité om. Daarbij maakt ze indruk door haar grote kennis van zaken en door de innemende wijze waarop ze iedereen van hoog tot laag tegemoet treedt". Of de herinnering van Ed Nij- pels aan zijn eerste kennismaking ten paleize nadat hij, een broekje, de routi nier Hans Wiegel als VVD-fractieleider was opgevolgd. „Ik kreeg van Beatrix enkele persoonlijke raadgevingen over de manier waarop je mensen op moet vangen als ze teleurstellingen ondervin den in hun politieke of maatschappelijke leven. Het was een warm menselijk ge sprek in de sfeer van: je zit daar nou in eens en ik voel met je mee". Anderzijds echter wordt er door kringen rond de ko ningin de aandacht op gevestigd dat het niet louter aangeboren innemendheid is wat bij Beatrix de klok slaat. Ze verstaat ook de moderne kunst van de public re lations - het bevorderen van goede be trekkingen met de buitenwereld ter ver hoging van de reputatie. Neem het hoofdstuk vrede en veiligheid. Beatrix, aldus haar biografen, mist het ietwat zweverige pacifisme dat Juliana beleed. Bij haar zit er een portie nuchtere calcu latie achter. Voorstanders van raketten, luidt de redenering, zijn van nature toch al koningsgezind. Maar een handreiking naar de tegenstanders van neutronen bommen of kruisvluchtwapens, niet zel den met een republikeinse inborst, daar kan de monarchie garen bij spinnen. En waarom zou een eigentijdse monarch niet aan public relations mogen doen? Het hoort bij de bedrijfsvoering. Horoscoop Vijftig jaar geleden. Terwijl de namen van de borelinge plechtig werden inge schreven, gingen er elders minder orfi- ciële pennen aan de gang. Die der ster renwichelaars. En reeds de volgende morgen kon Nederland in de kranten kennisnemen van de horoscoop die het nieuwe kroonprinsesje was toebedeeld. „Ze zal veel persoonlijke wilskracht be zitten, van nature goedaardig zijn, maar wee degenen die de baas over haar wil len spelen", las Nederland met rode oor tjes. „Ze zal vastbeslotenheid, koppig heid, concentratie bezitten. Succes oog sten door haar persoonlijke inspanning. De prinses is zelfbewust en kan zeer aan vallend te werk gaan, hoewel vanuit een kalme beslistheid handelend. Ze zal eer zuchtig, maar gezellig in de omgang zijn, gastvrij en genoeglijk. Op latere leeftijd verraadt ze zich door bijvoorbeeld: kleerkeuze en uiterlijke verschijning. Ze zal een criticus, een opmerkster zijn met een knappe, brede aanleg, enigszins filo sofisch, geestig en gevat. Ze zal voor spoed, vooruitgang en geluk in haar le ven hebben. Ze zal bekwaamheden be zitten jegens ondergeschikten en recht vaardig zijn. Ze zal leven voor anderen en persoonlijk belang in het lot van haar medeménsen stellen. Ze zal weinig rust kennen. Onafhankelijkheid, op zichzelf vertrouwen en in staat zijn tot veel per soonlijke, krachtige inspanning". Tot zo ver de geboortehoroscoop van een halve eeuw geleden. „Hij blijkt verrassend be waarheid", tekent Oranje-biograaf Fred J. Lammers erbij aan in zijn jongste boek „Beatrix, 50 boeiende momenten uit haar leven". Maar dat van die kleerkeuze en uiterlij ke verschijning klopt niet. Sanne van Liemt, moderedactrice van het vrouwen blad Libelle, heeft ooit nagegaan of de wijze waarop Beatrix zich pleegt te kle den, iets verraadt over haar persoonlijk heid en haar conclusie luidde: nee. Bea trix draagt koninginnekleren die met mode nauwelijks iets van doen hebben en die niets zeggen over karakter, smaak of gemoedstoestand. Hooguit valt een voorkeur voor blauw vast te stellen, vol gens de kleurenpsychologie de kleur van lucht en wolken, van de oneindigheid, de richting, de structuur. Van oudsher de koninklijke kleur ook. En bij de hoe den past een kanttekening. „Ze zijn van kloek formaat, met een hoge bol. In ze kere zin een vervanging van de kroon en dus een symbool van macht". Maar voor de rest? „Japonnen, pakjes en man tels, voorbeeldig gemaakt door de Am sterdamse couturière Theresia Vreug- denhil bij wie ze al twintig jaar klant is, en van de mooist denkbare stoffen. Met op effect berekende vormen zoals wijde mouwen die de gebaren onderstrepen, en een ruime valling waarvan een waar dige, maar niet plechtstatige indruk uit gaat. Rages en grapjes zijn taboe. Er moet met de koninklijke kleding zo wei nig mogelijk mis kunnen gaan. Geen kreukende of opwaaiende rokken. Een stormvast gelakt kapsel en hoofddeksels die met spelden zijn vastgezet. Elegante, maar ook makkelijke schoenen. Altijd klaar voor de foto". Bij de instandhouding van zo'n star en stereotiep zelfbeeld kunnen verrassingen niet uitblijven. Koningin Beatrix moest de afgelopen zomer door een milde vorm van hersenvliesontsteking getrof fen worden voordat mocht uitlekken hoezeer ze bevriend is met waarempel de bierbrouwer en levenskunstenaar Freddie Heineken aan boord van wiens jacht „Something Cool" ze tot veler ver bazing bleek te spelevaren op de Middel landse Zee. Maar ook in andere zin voegde de ziekte iets toe aan haar imago. Oververmoeidheid had de vorstin vat baar voor de infectie gemaakt, stelden de specialisten vast. Ze was te veel opgegaan in haar werk - alleen haar gemiddeld zestig officiële werkbezoeken per jaar al, de meer dan vijftig officiële ontvangsten ten paleize, de dertig keer dat ze jaarlijks ergens in het land informeel haar licht op gaat ste ken, altijd grondig voorbereid - en ze had daarbij over het hoofd gezien dat ze ook maar een mens is. Zo betaalde ze de tol voor de hardwerkende vrouw zonder tijd om aan persoonlijke ongemakken te denken, die ze wilde zijn. Haar kwets baarheid moet voor haarzelf als een ver rassing gekomen zijn en in haar omge ving wordt gehoopt dat ze er iets van ge leerd heeft. Prins claus Van geheel andere orde, onvergelijkbaar veel ernstiger, was de ziekte waardoor prins Claus in 1982 getroffen werd - de man met wie Beatrix op 10 maart 1966 (door ruiten en roeien gaande; het Rook bomhuwelijk) was getrouwd en over wie ze bij haar inhuldiging had gesproken als: „Hij die mij steunt, mij aanvult en mij zonodig corrigeert". Dr. M. Ruppert, de voormalige vice-president van de Raad van State, vond dat indertijd mooi gezegd. „Ze vormen een uitstekend paar", heeft hij eens gekenschetst. „Ze praten met elkaar over de dingen". Te genover de buitenwereld probeerde Claus een schijn van monterheid op te houden. In de schaarse interviews die hij gaf, gekscheerde hij: „Eigenlijk is er bij ons nooit discussie over de vraag wie er thuis de baas is. We zijn een zeer demo cratisch gezin. Maar nu ik erover na denk, vrees ik dat het steeds meer de jongens zijn die beslissen". Achter die krampachtig overeind gehouden facade echter verschool zich een mens die ge kweld werd door ziekelijke depressies, dieper en dieper. Zo ernstig liet de situa tie zich aanzien dat het meer vrome volksdeel bedevaarten naar Kevelaer ge boden achtte teneinde zijn genezinjg af te smeken. Weinig vrienden, een nauwelijks inspire rende directe omgeving, mislukte pogin gen om zinvol werk te vinden, taalpro blemen, daar bleken achteraf de oorza ken van zijn geestesziekte gezocht te moeten worden. Daar, plus in het feit dat ontsnappingswegen zoals prins Hen drik en prins Bernhard die voor zichzelf hadden gecreëerd, in zijn geval onge wenst of onbegaanbaar waren. Vakvrouw Wie in politiek Den Haag op zoek gaat naar een oordeel over koningin Beatrix, hoort allereerst lof en bewondering voor de manier waarop ze ondanks haar hechte emotionele en intellectuele ban den met haar man - „nog steeds haar eerste raadgever" - toch haar zorgen over diens gezondheidstoestand geschei den wist te; houden van wat haar als vor stin te doen stond. Daarin toonde ze zich een ware vakvrouw. Wellicht heeft deze praktische instelling - „het is Claus gewoon allemaal'te veel geworden" - een steentje bijgedragen tot het uiteinde lijke herstel van de prins. Maar de oor delen strekken zich verder uit. Is zij als koningin meer de kleindochter van. grootmoeder Wilhelmina dan de dochter van moeder Juliana? Of zal ze inderdaad het door haar aangekondigde koning- schap-nieuwe-stijl weten te ontwikkelen? Snel bleek het antwoord op die vraag: het laatste. Zo heeft Beatrix langzaam maar zeker de vroegere hofkliek uitge bannen en haar Huis op een zakelijke leest geschoeid. Kleurrijke^ adellijke na men hebben het veld moeten ruimen voor mannen en vrouwen die vooral zijn geselecteerd op managerskwaliteiten en ook zijn de rijen behoorlijk uitge dund. De nieuwe hofhouding wordt wel omschreven als „deftig links". Maar van invloed op de koningin is nauwelijk sprake. Wanneer Beatrix naast beeld houwen nog een andere kunst verstaat, dan moet in de eerste plaats het doppen van eigen boontjes genoemd worden. Wel omringt de koningin zich graag met mensen van wie ze, op welk gebied dan ook, iets kan opsteken. Daartoe behoren incidentele ontmoetingen, maar er zijn ook intensieve contacten. De reeds ge noemde Ruppert. Laurens-Jan Brink horst (een studiegenoot uit Leiden). Bas de Gaay Fortman. PvdA'er Schelto Pa rijn. „Een nogal ondoorgrondelijk cir cuit", wordt wel geklaagd. Haar stijl van regeren. In politiek Den Haag is vooral het volgende verschil met Juliana opgevallen: „Beatrix heeft veel minder dan haar moeder de gewoonte om de concept-toespraken af te wachten die de verantwoordelijke ministers haar komen aanreiken. Nee, ze prepareert haar redevoeringen vaak zelf en legt die vervolgens aan de betrokkenen voor. En soms nog vrij laat ook. Ze heeft een flin ke portie eigenzinnigheid. Er valt niet met haar te spotten, of het nu gaat om de wettelijke definiëring van het aantal leden van het koninklijk huis dan wel om hel aantal badkamers ten paleize. Aan kabinetsformaties, haar enige ter rein van staatsrechtelijke invloed, geeft ze zeer nauwgezet en goed geïnformeerd leiding, liefst dagelijks en desnoods tot in de kleine uurtjes. Ze ontvangt rappor tages, houdt dossiers met aantekeningen bij en weet die ook te gebruiken, waarbij ze de nodige telefonades niet schuwt. Heel anders dan Juliana wint ze advie zen in over aan te stellen informateurs of formateurs, stelt ze zelf flinke lijsten met kandidaten samen en neemt ze die door met de belanghebbenden. Zo werd in de zomer van 1981 tot stomme verba zing van de demissionaire premier Van Agt mei de door hem aanbevolen Steen kamp met de opdracht vereerd, maar De Gaay Fortman. Deze actieve rol en een goede kennis van de politieke verhou dingen stempelen Beatrix - door de Haagse wol geverfd dank zij de lessen die ze nam bij PvdA-kopstuk Jaap Bur ger en CDA-kopstuk Marga Klompé - tot een bekwame regisseuse van kabi netsformaties". De drie zonen Willem-Alexander, Johan Friso en Constantijn steken inmiddels met kop en schouders boven haar uit. Maar in figuurlijke zin blijkt Beatrix zich meer en meer te ontpoppen als een vorstin waar moeilijk bovenuit te tore nen valt. Niet iedereen had zulks meteen verwacht. Wel de prins der Nederlandse dichters echter, A. Roland Holst. Toen Renatc Rubinstein hem in 1966 vroeg zijn handtekening te zetten op een lijst van protest tegen het huwelijk van Bea trix met een voormalig Duitse soldaat, antwoordde de oude bard: „Oh nee kind, ik pieker er niet over, ik zou haar geen strobreed in de weg willen leggen, die verrukkelijke glimlach; ik ben ver liefd op Beatrix". Tut, tut, dat hoeft nu ook weer niet, hoort men de Majesteit bij vernemen van zo'n uitspraak denken, want de gave der ironie is haar evenmin vreemd. Maar het warme hart dat veer tien miljoen Nederlanders haar zijn gaan toedragen, zal „zij die gelukkig maakt" op haar vijftigste veijaardag als een waardevol geschenk ervaren. PIET SNOEREN GeidócSouAatit 5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 21