li#
Brieven uit het hart
overbruggen vier eeuwen
GBJ en de wereld
'EZ
DE
KEER
BOEKEN
EeUlócSommat
Anorexia
mag niet
gezinsleven
gaan
beheersen
MAGDALENA BALTHASAR
VRIJDAG 29 JANUARI 1988 PACÏQ^
Veel vrouwen en meisjes
lijden aan anorexia nervo
sa en hongeren zich syste
matisch uit. Voor de vrou
wen zelf en hun omgeving
zijn de eetstoornissen vaak
een raadsel. Over de ziek
te zijn weinig leesbare
boeken beschikbaar. De
Amerikaanse therapeute
Marilyn Lawrence pro
beert met „Hongerende
vrouwen" in deze leemte
te voorzien.
Uitgebreid gaat Lawrence in
op een aantal sociaal-culture
le factoren die de ziekte in
de hand werken. Zo is eten
voor vrouwen, volgens de
auteur, vanuit hun opvoe
ding sterk verbonden met
geboden en verboden. Zij ko
ken om anderen een plezier
te doen en niet om er zelf
van te genieten. Veel eten en
dikte gelden als onvrouwe
lijk terwijl mager zijn door
gaans in verband gebracht
wordt met succes.
Aan de andere kant worden
vrouwen in de opvoeding
niet voorbereid op een zelf
standige loopbaan in het
maatschappelijk leven. Vol
gens Lawrence verlaart dit
dat vooral ontwikkelde
vrouwen anorexia krijgen.
De auteur legt geen sterke
nadruk op de gezinssituatie
van de anorexia-patiënt. Het
is moeilijk hier in het alge
meen veel over te zeggen.
Wel wordt de relatie tussen
moeder en dochter door bei
den raadselachtig gevonden.
De vader is vaak een vage fi
guur op de achtergrond.
Lawrence, die een adviesbu
reau voor anorexia-patiënten
heeft, vindt dat de hongeren
de vrouw geen overdreven
aandacht moet krijgen. In
haar eigen belang is het be
ter dat haar situatie niet het
hele gezinsleven gaat be
heersen. De stoornis kan
vaak door een huisarts met
wie ze een vertrouwensrela
tie heeft met goed resultaat
worden behandeld. Een hu
mane behandeling in het zie
kenhuis kan ook goede resul
taten hebben. Indien me
disch niet strikt noodzakelijk
mag er geen gedwongen voe
ding plaats hebben.
De therapie moet er op ge
richt zijn de achterliggende
problemen op te lossen. Be
langrijk is dat de anorexia-
patiënt zelf tot inzicht van
haar situatie komt en dat er
goed naar haar geluisterd
wordt. Het boek eindigt met
aanwijzingen hoe vrouwen
met hun eetziekte om kun
nen gaan.
FRANK DE KLERK
Hongerende vrouwen, Ma
rilyn Lawrence, uitgeverij
Ad Donker, prijs 24,50.
ADVERTENTIE
1 A. Cohen-Solal,
Jean-Paul Sartre, Zijn
biografie (Van Gennep
69.50)
2 (3) J. Kuitenbrouwer,
Turbo-taal (Van aocio-
I babble tot yuppie-
speak) (Aramith
ƒ14.90)
3 (1) W. de Bie, Meneer
Foppe en het gedoe
(Harmonie 19.90)
5 (4) M. Gorbatsjov,
Perestrojka (Het
Spectrum ƒ24.90)
Algemene Boekhandel Couvee
Van Hoytemastraat 66
2596 ES Den Haag
Tel.070-247930
Boekhandel H. Hoon houd
L. van Meerdervoort 213
2563 AA Den Haag
Tel. 070-600903
Boekhandel Houtschild
Papestraat 13
2513 AV Den Haag
Tel. 070-467949
Boekhandel Paagman
Frederik Hendriklaan 217
2582 CB Den Haag
Tel. 070-512041
Boekhandel J.B. vanSeters
Theresiastraat 123
2593 AE Den Haag
Tel 070-856908
Deze top 5 Is samengesteld
naar aanleiding van de ver
koopcijfers bij de boven
staande boekhandelaren.
Bij toeval ontdekte de
Amerikaanse historicus
Steven Ozment een verza
meling van 169 laat-mid-
deleeuwse brieven: een
briefwisseling tussen Mag-
dalena en Balthasar
Paumgartner, een koop
mansechtpaar in het zes-
tiende-eeuwse Neuren
berg. Ozment, professor in
de geschiedenis aan de
universiteit van Harvard,
schetst in „Magdalena
Balthasar" een intiem
portret van het dagelijks
leven van vier eeuwen ge
leden.
Neurenberg was vierhonderd
jaar geleden een belangrijk
Europees handelscentrum met
een bevolking van 35.000 zie
len. De rijke kooplieden van
Neurenberg stonden bekend
om hun sobere en ingetogen
levensstijl en hun hang naar
rechtvaardigheid en discipline.
De families van Balthasar en
Magdalena speelden een be
langrijke rol in de politiek,
economie en cultuur van de
stad. De hoofdpersonen in het
verhaal van Ozment verloof
den zich in de oktobermaand
van het jaar 1582 en trouwden
zes maanden later, in april
1583.
Hun brieven bevatten vaak in
tieme gevoelens en gedachten,
die van alle tijden zijn. Toen
Magdalena vier maanden
zwanger was in juli 1584
schreef zij aan Balthasar dat zij
het kind in haar schoot voelde
bewegen: „Liefste schat, het
spartelt hoe langer hoe meer.
Ik weet niet of het door de reis
naar Altdorf komt of wat het
is, dat het in mij zo onrustig is.'
Maar ik denk dat God en de
tijd het ons wel zullen laten
zien. Vaak schrik ik, wanneer
het zo beweegt".
Magdalena hield van haar
man en liet hem dat weten.
Zijn gezondheidstoestand was
een voortdurende bron van
zorg en zij stuurde hem regel
matig kleding en voedsel.
Toen hij in september 1589 op
de jaarmarkt in Frankfurt
was, schreef zij hem: „Ik heb
me plotseling bedacht, lieve
Paumgartner, dat je als je weg
bent niet altijd goed voor jezelf
zorgt, vaak laat naar bed gaat,
vroeg opstaat Ik heb daar
om nog wat kaantjes voor je
gemaakt, zodat je er vroeg een
kunt eten en niet zo lang
nuchter hoeft te blijven'
Kaantjes waren namelijk te
gen het gehobbel van paarden
en karren bestand, smaakten
goed, waren zeer voedzaam en
Magdalena geloofde dat ze een
geneeskrachtige werking had
den.
Balthasars brieven zijn een
doorlopend commentaar op de
donkere kant van het koop
mansbedrijf. Het lijfelijk ge
vaar langs de koopmansroutes
de „Moordweg' was een
spookbeeld voor hem. De sei
zoenen pleegden een constante
aanslag op de gezondheid van
de kooplieden, 's Winters wa
ren Balthasars handen gezwol
len en gebarsten na wekenlan
ge tochten te paard. In de zo
mer maakten hittegolven een
eind aan elke vorm van rei
zen, en hongersnood kon het
hele jaar toeslaan.
Balthasar verafschuwde de
competitie en de confrontatie
van het koopmansvak. Hij was
dolblij als „het innen van beta
lingen, waarbij altijd veel ge
schreeuwd, geruzied en vaak
zelfs gevloekt wordt" achter
de rug was. Hij deed zijn werk
plichtsgetrouw, maar met dui
delijke tegenzin. Toch be
schouwde hij zijn vak tegelij
kertijd als een zegen. Hij ken
de zichzelf: zonder orde en dis
cipline zou hij een luiaard en
een alcoholicus worden.
Wanneer Balthasar op reis
was, werd Magdalena in Neu
renberg zijn vertegenwoordig
ster, boekhoudster en incasso
bureau. In de loop van de ja
ren groeide dit uit tot een
praktisch compagnonschap.
Naast haar zakelijke verant
woordelijkheden moest Mag
dalena de vele problemen op
lossen die het hebben van een
huis meebracht. Ook onder
hield zij veel soms louter di
plomatieke contacten met
familieleden en (zakenrela
ties.
Speelgoed paard
Magdalena en Balthasar heb
ben twee kinderen gehad, een
zoon, en een dochtertje, dat
echter binnen een jaar over
leed. In februari 1592 werd de
kleine Balthasar hij was
toen zes jaar oud ernstig
ziek. De jongen schreeuwde
dag en nacht van de pijn.
In maart van dat jaar was het
kind vervolgens zo achteruit
gegaan dat Magdalena er bii
haar man op aandrong zo snel
mogelijk naar huis te komen.
Magdalena schreef dat Baltha
sar junior „doodziek in bed ligt
en bijna niets meer kan. Hij
wordt met de dag zwakker
door het vele hoesten, maar
toen ik hem zei dat ik jou
schreef, zei hij: zeg dat hij een
levend paard voor me mee
brengt". In de koortsige ge
dachten van het zieke kind
was het reeds lang op zijn ver
langlijstje staande „met kalf-
huid overtrokken" speelgoed-
paard uitgegroeid tot een
paard van vlees en bloed.
Dat waren de laatste woorden
die Balthasar van zijn zoon zou
krijgen. Drie dagen later
stuurde Magdalena zijn doods
bericht: „Dat God hem trooste,
tot wij ook komen!". Ozment:
„Het overlijden van vrienden,
Magdalena en Balthasar: een intiemportret van het dagelijks leven in de 16e eeuw.
kennissen en zelfs vreemden
wordt door haar zo nauwgezet
gerapporteerd, dat de meeste
van haar brieven als het ware
een kolom overlijdensadver
tenties bevatten". De vele
sterfgevallen in hun nabije
omgeving herinnerden Magda
lena en Balthasar bijna dage
lijks aan hun eigen kwetsbaar
heid: de dood was alomtegen
woordig.
Aderlaten
Gezondheid was een ware ob
sessie. Magdalena, die Baltha
sar kende als een tobber en
een werkezel, vreesde dat zijn
slechte gewoonten zijn weer
stand zouden verkleinen. Haar
man was èen gemakkelijke
prooi voor ziekte of slecht
weer. Toen de verschrikkelij
ke pestepidemie weer eens de
kop opstak, smeekte ze hem
onmiddelijk naar een apo
theek te gaan om een „poman
der" (een met specerijen ge
prepareerde appel of sinaasap-
f>el) te halen „tegen de slechte
ucht".
Haar populairste gezondheids
maatregel was echter het re
gelmatig aderlaten. Balthasar
zelf verwachtte meer heil van
waterkuren, bronwater, rust,
baden en purgaties (buikzuive
ringen), onder meer in de ber
gen van het Italiaanse Lucca.
Zijn brieven zijn zeldzame
verslagen, uit de eerste hand,
van de zestiende-eeuws»
cultuur en medische prj I
„In een briefwisseling en e<
zestien jaren vol pri\(Alcat
openbare rampen zijn
legd, wordt door hen n ing
keer gewag gemaakt \fales.
Duivel of heksen", z<
Ozment zijn verhaal,
de chronologie af en totjijn oi
raakt in de thematiscifc T
bouw. „Magdalena en I ran t
sar geloofden in God
purgatieve geneeskund
spraken zowel voor
als voor een tijdperk"
EDDIE DE Pet be
g zt
Steven Ozment: Magde var
en Balthasar. Uitgeve eder
Kern, Baarn. Prijs: 2öi
lefo
PTT.
1989
beke
met
BOEIENDE NOTITIES
VAN EEN COSMOPOL
Mr. G.B.J. Hilterman
Wij kennen mr GBJ (Gus
tavo Bernardo José) Hil-
termann als een veelzijdig
man. Al decennia laat hij
via radio en tv weten hoe
het met de toestand in de
wereld is gesteld. Ook als
scribent was en is hij ac
tief. Hij begon zijn loop
baan in de jaren die on
middellijk voorafgingen
aan de Tweede Wereld
oorlog op de nachtredactie
van 'De Telegraaf'. De
loze uren bracht hij stude
rend in de kamer van de
hoofdredacteur door. Op
dit moment vult mr GBJ
nog een column in dat
dagblad. Dezer dagen ver
scheen van zijn hand een
uiterst boeiende verzame
ling notities over zaken
di$ de gemoederen in dit
en andere landen langdu
rig hebben beziggehou-
den. Met grote kennis van
zaken blikt de man wiens
donkere stem en smettelo
ze manchetten befaamd
zijn, terug in de tijd die
nog niet zolang achter ons
H
De heer Hiltermann gaat uit-
re Greet Hofmans, de 'Indi
sche kwestie', de overdracht
van Nieuw-Guinea en de ver
loving van de toenmalige prin
ses Beatrix met de heer Claus
von Amsberg. Uitvoerig be
schrijft deze commentator de
achtergronden. Zijn beschou
wingen zijn gelardeerd met
saillante details en het zal u
niet verbazen dat hij niet
schroomt zijn mening op dui
delijke wijze te etaleren.
Mr GBJ constateert dat onze
koninginnen erop gesteld zijn
zo nu en dan te preken. Van
koningin Wilhelmina was be
kend, dat zij troost en kracht
putte uit haar gelodf. Vooral
na haar aftreden deed zij veel
moeite om het Evangelie uit te
dragen, all over the World, in
vele talen. De achtereenvol
gende kabinetten lieten Wil
helmina begaan; de vorstin be
sefte zeer wel tot hoever zii
kon gaan. Nimmer onstond
een probleem. Koningin Julia
na aardde naar haar moeder.
Al als studente in Leiden
koesterde zij belangstelling
voor godsdienst-fenomenolo-
gie, het systematisch bestude
ren van religieuze verschijnse
len en godsdienstige riten.
Geestverwanten
Ook Juliana omringde zich
graag met geestverwanten. Zij
behoorde tot de velen, die in
het begin van de jaren vijftig
met afschuw en ontzetting be
merkten, dat de wereld zich
duchtig herbewapende en
rechtstreeks scheen af te koer
sen op een nieuwe wereldoor
log. De geestelijke verontrus
ting van H.M. nam toe naar
mate de invloed groeide van
de gebedsgenezeres Greet Hof-
mans.
Hiltermann beschrijft deze ge
bedsgenezeres als een 'merk
waardige vrouw' die godsdien
stige vraagstukken op onor
thodoxe wijze placht te bena
deren. Mevr. Hofmans verze
kerde dat zij met haar gebeden
het aangeboren beperkte ge
zichtsvermogen van prinses
Marijke kon verbeteren.
Prins Bernhard was niet ge
charmeerd van de contacten
van zijn echtgenote en de free
lance evangeliste. Vooral de
buitenlandse pers besteedde
ruim aandacht aan deze zaak,
die door een deel van de me
dia als een monarchale crisis
werd gekwalificeerd. Hilter
mann constateerde in die da
gen (in zijn Haagse Post) dat
ons volk 'niet monarchistisch
gezind was, maar orangistisch
en niet zozeer Oranje-gezind,
als wel Juliana-gezind'.
Een ander hoofdstuk uit de ge
schiedenis van ons Koninklijk
Huis heeft betrekking op het
huwelijk van kroonprinses
Beatrix en Claus von Ams
berg. De romance die daaraan
voorafging, heeft de journalis
tieke bedrijvigheid van de
heer Hiltermann sterk bein-
vloed. Hij was in die dagen -
we schrijven 1965 - eigenaar
van de Haagse Post. Z'n echt
genote, Sylvia Brandts Buys,
was hoofdredacteur van dit
weekblad. Zij introduceerde
niet alleen heel wat journalis
tieke vernieuwingen, maar
slaagde er ook in een groot
aantal begaafde jonge mede
werkers aan te trekken (Hans
Sleutelaar, Trino Flothuis,
HA/
ITT
Joop van Thijn, Remco Cam-
pert, Simon Vinkenoog e.a.).
Van dit vaak inventieve team
maakte ook de vorig jaar over
leden Eelke de Jong deel uit.
Hij ging bij voorkeur met foto
graaf John de Rooy op pad.
Dit tweetal verbleef regelma
tig in de buurt van het paleisje
Drakesteyn in Lage Vuursche.
Er gingen al geruime tijd ge
ruchten dat onze prinses van
plan was zich te verloven. Het
HP-team placht daarom regel
matig de paleistuin te inspecte
ren. Dat leidde tot een fantas
tische 'scoop': het duo slaagde
erin een serie foto's te maken
van prinses Beatrix en een on
bekende jongeman. Edoch,
niemand bij de HP wist wie
die jongeheer op de foto was.
GBJ besloot een relatie uit
hofkringen te raadplegen. De
man schrok zich een ongeluk.
Op de vraag van de heer Hil
termann of het hier wellicht
VEI LIN
(28-
getrouwde man
antwoordde de excel l^J
'Welnee, veel erger',
bleek waar dat op slo y
jongeman in kwestie w g
Duitser en de oorlog w -i
lang, maar nog niet la
noeg voorbij. De heer y
mann koos - zoals hij z'
schrijft - voor een
heldhaftige weg. Hij toole
de fotoserie naar de ho^gK
dactie van De Telegraaf^ gU)c
licht wisten ze daar wie iio.20
bekende was en wildenkg. 51
verantwoordelijkheid -s,uka
simultaan tot publicatie.. 7g
te gaan - delen. Dat getj 'per
inderdaad. Uit deze
leerde Hiltermann dat 'l
de niets of niemand ontl
courantier was, waar hij
wilde doorgaan. Hij
zich verder tot het sc
(en voordragen) van coil
taren te beperken.
Het zijn niet alleen deze
dere anecdotes die het f '5,
uiterst leesbaar maken, Han
ook de analyses van impkoe^
te stukken recente gescrUIK>
nis als de tweedeling va(oer
ropa, de teloorgang vai Melk
British Empire, Ame)-245(
mislukte Vietnam-avontii" e"
de crisis van marxisme L
cialisme. )-i30(
HENK Vren 11
„Hoe zat het nu echt?T Ha'
mr. G.B.J. Hiltermann.^"1^
Europese Publiciteits-^n re
schappij EPM, prijs ïhtef
Freek
Herinneringen uit dominees
huis, zo zou je de verzame
ling jeugdherinneringen die
Freek de Jonge onder de titel
„Zaansch Veem" bijeen
bracht, kunnen noemen. Het
gaat over zijn jongensjaren,
gebeurtenissen die in de ia-
ren vijftig meer of minder
indruk maakten op de domi
neeszoon. De kinderen spelen
op een houten vlot in het
zwembad „Flying Enterpri
se", want zij kennen de held
haftige kapitein Carlsen nog,
die tot het laatste moment op
zijn hevig slagzij makende
schip bleef. De film „High
Noon" is nog nieuw en kri
tiek op Amerika is er nog
niet. De wereld is nog over
zichtelijk.
Een paar gebeurtenissen zor
gen voor enige storingen. De
grote brand in het „Zaansch
Veem", die hevige indruk
maakt en bijna symbool lijkt
voor de beëindiging van de
traditionele wereld. Karei
Appel is het interieur van de
kerk aan het beschilderen,
waarbij Freek hem op zeker
moment bespiedt. Als Appel
zich door de iongen betrapt
voelt, spreekt hij de bekende
woorden „Ik rotzooi maar
wat aan."
Corrie Brokken mag dan wel
een Eurovisie-songfestival
winnen („Vraag me nog eens
om een zoen met plezier
geciteerd in Zaansch Veem),
het einde is toch nabij: op de
laatste pagina verlaat de jon
gen zijn vertrouwde omge
ving, vraagt aan een heuse
nozem (een oudluilak-
vriendje) een vuurtje en het
echte leven kan beginnen.
Met gevoel voor situaties en
op prettige manier te boek
gesteld, maar slechts zelden
breekt de Freek de Jonge
door, zoals we hem kennen
uit zijn theatershows, waar
hij met ongebreidelde taai
fantasie aan het werk is. Op
een enkel moment is dat dui
delijk wel het geval: wanneer
hij een gekookt ei aan het
ontbijt moet verorberen, hoe
wel er een gekookt kuikentje
in blijkt te zitten. In dergelij
ke scenes, die in „Zaansch
Veem" niet zo veel voorko
men, zie je hoe de schrijver
het verhaal laat uitstijgen bo
ven de feitelijke herinnering.
Kluifduiker
„Een pandjeskind krijgen" of
„Van preut trekken". Of wist
u dit: „Een goede galg voor
komt een slecht huwelijk"?
„Wie gulzig eet, wordt gulzig
opgegeten" en „Een papen-
kop maakt de grond niet hei
lig". Onder de titel „Een
kluifduiker de hand schud
den" brengt Peter Hoefna
gels een leuk boekje, waarin
heel wat van dit soort „on
dergrondse" spreekwoorden
en zegswijzen verzameld zijn.
Al eerder kwam hij met zo'n
boekje („Zijn zwam te grab
bel gooien").
Voor wie de wonderlijke
wendingen van de taal een
boeiend verschijnsel vindt, is
dit een alleraardigst boekje:
een reeks van dit soort gezeg
des (ook uit de Antillen)
wordt op geestige en origine
le manier uitgelegd. Zo ver
telt Hoefnagels een leuk ver
haal naar aanleiding van „Ik
zal je met de haarhamer je
bast komen dat de bulten om
de plek vechten". Leuk is
ook dat Hoefnagels allerlei
personen kan opnoemen die
het spreekwoord in kwestie
gebruikten, hetgeen hij dan
precies vertelt. Zo vond Mar
cel van Dam zich in het ge
zelschap van Humphrey Bo-
gart bij het gebruik van deze
uitdrukking. De een voor de
tv, toen hij een verkiezings
nederlaag van de PvdA
moest uitleggen, de ander in
de film „The African Queen"
waar hij met deze woorden
aan Katherine Hepburn uit
legt waarom de boot in de in
ham vast kwam te zitten.
Koos Tak
„Koos Tak is de naam".
Waarschijnlijk voor het laatst
een verzameling van de
avonturen van Koos Tak, de
opportunistische, in allerlei
opzichten mislukte journalist,
aan wiens handel en wandel
gestalte gegeven werd door
Rijk de Gooijer samen met de
vorig jaar overleden Eelke de
Jong. Het gaat om de beken
de feuilleton-reeks, versche
nen in het weekblad HP. Dit
boek is een selectie van de
episoden tussen januari 1985
en september 1986. Deze
slobberige man zwalkt wat
door het leven. Zijn huwelijk
is een enorme verzameling
compromissen en teleurstel
lingen, zijn werk stelt niet
veel voor en ongelukken loe
ren steeds op zijn weg. Het
leven is voor Koos Tak geen
groot succes. Rijk de Gooijer
en Eelke de Jong konden op
ironische, verrassende wijze
over hem schrijven, waarbij
veel begrip en inleving
merkbaar is. Ondanks alles
hielden ze van hun misluk
keling.
Vertaalde debuten
Zeven zwarte vrouwen uit
dezelfde doodlopende straat,
Brewster Place, zijn de
hoofdpersonen van een Ame
rikaanse debuutroman van
Gloria Nayor, die opvallend
veel aandacht kreeg bij ver
schijning in de V.S. „De
vrouwen van Brewster Pla
ce" is nu vertaald. „De ge
kleurde dochters van Brew
ster, verspreid over het
weefsel van de tijd, ontwa
ken nog steeds met hun*dro-
men, in nevelen gehuld op de
rand van de afgrond Ze
ebben weg en doemen weer
op, ze ebben weg en doemen
weer op, maar verdwijnen
nooit. Daarom wacht Brew
ster Place nog steeds op zijn
dood."
Vader en dochter zijn hoofd
persoon in een andere Ame
rikaanse debuutroman:
„Meisje Maria" van Valerie
Sayers. Het meisje raakt
zwanger op vijftienjarige
leeftijd en de vader wil haar
tot abortus laten besluiten, in
zijn angst voor de reactie van
„de mensen". Vader en doch
ter leven in een totaal ver
schillende wereld. „Ze was
pas een tiener, en meisjes in
Du East deden op die leeftijd
altijd rare dingen." Aan het
eind verlaat de lezer vader
en dochter in een vredige si
tuatie: ze zitten aan tafel te
eten, baby tegen vaders borst.
Daar is het kind eindelijk
rustig.
Vertaald
Twee andere vertaalde ro
mans van vrouwen vallen
ook op. Anna Kavan is de
schrijfster van „Het ijs", uit
gegeven dóór Furie. Zij was
een opmerkelijk Brits schrijf
ster, toen zij in 1986 (64 jaar
oud) aan een overdosis heroï
ne overleed. „Het ijs" is haar
laatste roman, over de onder
gang van de wereld door de
uitbreiding van de ijskap. De
ik-persoon vecht tegen deze
komende ramp, op zoek naar
een vrouw.
Stephanie Dowrick is gebo
ren in Nieuw-Zeeland. Haar
vertaalde roman, „Teruglo-
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
LEIDEN - LEIDERDORP
OEGSTGEEST - KATWIJK
VOORSCHOTEN
pend over het zand" is het
relaas over de ontwikkeling
van een Nieuwzeelands meis
je, Zoë, dat gedurende een
groot aantal jaren gevolgd
wordt, o.a. tijdens haar ver
blijf in Londen en Berlijn.
Campertprijzen
Als gebruikelijk publiceert
uitgeverij BZZTÓH een
boekje over de winnaars van
de Jan Campertprijzen 1987:
Annie M. G. Schmidt, Frans
Kellendonk, Tom van Deel,
Peter van Gestel en J. A.
Roelfsema-Tenge. Aan elk
van deze laureaten is een es
say gewijd, in het laatste ge
val een interview. Kees Fens
over Annie M. G. Schmidt:
„Het verbazingwekkende
aan het werk van Annie
M. G. Schmidt is, dat het, in
de kinderpoëzie en in de ca
baretteksten, meteen op een
zeer hoog niveau begon. In
zinkingen heeft het niet ge
kend, ontwikkelingen echter
ook niet."
Marieke
Vijftien bijzonder boeiende
opstellen over poëzie, van de
hand van Herman de Co-
ninck vindt men in een heel
interessant boek met de
mooie titel „Over Marieke
van de Bakker". In het opstel
dat die titel draagt (het „titel
essay", als je dat zo mag noe
men) stelt hij o.a. de vraag
aan de orde: „Waarom zijn
goede gedichten slecht?" In
het boek zijn verder vertalin
gen van gedichten van Mar-
gareth Atwood opgenomen,
waarnaast onder de titel
„Hoop is een ramp" een
reeks gedichten van de Ame
rikaanse dichter Paul Good
man. Als slot van het boek
een essay over het wanhopi
ge gevoel dat Herman de Co-
ninck heeft over het heden
daagse onderwijs.
EMAF
In deze rubriek genoemiCHT
boeken: fe
billen
Freek de Jonge: „ZaansC-8.1
Veem" - uitgave De Harmkv'al
nie. Prijs 19.90. *c
Peter Hoefnagels: ,,E'
kluifduiker de hand schi
den" - uitgave Font«
Prijs ƒ18.50.
Rijk de Gooijer en Eel
de Jong: „Koos Tak is
naam" - uitgeverij Nijghjiö-29
Van Ditmar. Prijs 24.50^-
Gloria Naylor: „De
wen van Brewster Place]
uitgave Nijgh Van
mar. Prijs 34.50. 5o. H
Valerie Sayers: „Meil" 9«
Maria" - uitgave AmbC®n
Prijs ƒ34.5». lis",
Anna Kavan: „Het ijs"nd g<
uitgeverij Furie. Prflnvoe
ƒ26,50. or< 5
Stephanie Dowrick:
ruglopend over het
uitgave Contact.
ƒ39.70.
Jan Campertprijzen 1987®r.sll*
uitgave BZZTOH. PriTa
ƒ19.50. |5. H;
ïifzandF
,ct. Prijnvof
Marieke van de Bakker";»-
uitgave Hadewych. PriL*
ƒ39.50. 25