li# Brieven uit het hart overbruggen vier eeuwen GBJ en de wereld 'EZ DE KEER BOEKEN EeUlócSommat Anorexia mag niet gezinsleven gaan beheersen MAGDALENA BALTHASAR VRIJDAG 29 JANUARI 1988 PACÏQ^ Veel vrouwen en meisjes lijden aan anorexia nervo sa en hongeren zich syste matisch uit. Voor de vrou wen zelf en hun omgeving zijn de eetstoornissen vaak een raadsel. Over de ziek te zijn weinig leesbare boeken beschikbaar. De Amerikaanse therapeute Marilyn Lawrence pro beert met „Hongerende vrouwen" in deze leemte te voorzien. Uitgebreid gaat Lawrence in op een aantal sociaal-culture le factoren die de ziekte in de hand werken. Zo is eten voor vrouwen, volgens de auteur, vanuit hun opvoe ding sterk verbonden met geboden en verboden. Zij ko ken om anderen een plezier te doen en niet om er zelf van te genieten. Veel eten en dikte gelden als onvrouwe lijk terwijl mager zijn door gaans in verband gebracht wordt met succes. Aan de andere kant worden vrouwen in de opvoeding niet voorbereid op een zelf standige loopbaan in het maatschappelijk leven. Vol gens Lawrence verlaart dit dat vooral ontwikkelde vrouwen anorexia krijgen. De auteur legt geen sterke nadruk op de gezinssituatie van de anorexia-patiënt. Het is moeilijk hier in het alge meen veel over te zeggen. Wel wordt de relatie tussen moeder en dochter door bei den raadselachtig gevonden. De vader is vaak een vage fi guur op de achtergrond. Lawrence, die een adviesbu reau voor anorexia-patiënten heeft, vindt dat de hongeren de vrouw geen overdreven aandacht moet krijgen. In haar eigen belang is het be ter dat haar situatie niet het hele gezinsleven gaat be heersen. De stoornis kan vaak door een huisarts met wie ze een vertrouwensrela tie heeft met goed resultaat worden behandeld. Een hu mane behandeling in het zie kenhuis kan ook goede resul taten hebben. Indien me disch niet strikt noodzakelijk mag er geen gedwongen voe ding plaats hebben. De therapie moet er op ge richt zijn de achterliggende problemen op te lossen. Be langrijk is dat de anorexia- patiënt zelf tot inzicht van haar situatie komt en dat er goed naar haar geluisterd wordt. Het boek eindigt met aanwijzingen hoe vrouwen met hun eetziekte om kun nen gaan. FRANK DE KLERK Hongerende vrouwen, Ma rilyn Lawrence, uitgeverij Ad Donker, prijs 24,50. ADVERTENTIE 1 A. Cohen-Solal, Jean-Paul Sartre, Zijn biografie (Van Gennep 69.50) 2 (3) J. Kuitenbrouwer, Turbo-taal (Van aocio- I babble tot yuppie- speak) (Aramith ƒ14.90) 3 (1) W. de Bie, Meneer Foppe en het gedoe (Harmonie 19.90) 5 (4) M. Gorbatsjov, Perestrojka (Het Spectrum ƒ24.90) Algemene Boekhandel Couvee Van Hoytemastraat 66 2596 ES Den Haag Tel.070-247930 Boekhandel H. Hoon houd L. van Meerdervoort 213 2563 AA Den Haag Tel. 070-600903 Boekhandel Houtschild Papestraat 13 2513 AV Den Haag Tel. 070-467949 Boekhandel Paagman Frederik Hendriklaan 217 2582 CB Den Haag Tel. 070-512041 Boekhandel J.B. vanSeters Theresiastraat 123 2593 AE Den Haag Tel 070-856908 Deze top 5 Is samengesteld naar aanleiding van de ver koopcijfers bij de boven staande boekhandelaren. Bij toeval ontdekte de Amerikaanse historicus Steven Ozment een verza meling van 169 laat-mid- deleeuwse brieven: een briefwisseling tussen Mag- dalena en Balthasar Paumgartner, een koop mansechtpaar in het zes- tiende-eeuwse Neuren berg. Ozment, professor in de geschiedenis aan de universiteit van Harvard, schetst in „Magdalena Balthasar" een intiem portret van het dagelijks leven van vier eeuwen ge leden. Neurenberg was vierhonderd jaar geleden een belangrijk Europees handelscentrum met een bevolking van 35.000 zie len. De rijke kooplieden van Neurenberg stonden bekend om hun sobere en ingetogen levensstijl en hun hang naar rechtvaardigheid en discipline. De families van Balthasar en Magdalena speelden een be langrijke rol in de politiek, economie en cultuur van de stad. De hoofdpersonen in het verhaal van Ozment verloof den zich in de oktobermaand van het jaar 1582 en trouwden zes maanden later, in april 1583. Hun brieven bevatten vaak in tieme gevoelens en gedachten, die van alle tijden zijn. Toen Magdalena vier maanden zwanger was in juli 1584 schreef zij aan Balthasar dat zij het kind in haar schoot voelde bewegen: „Liefste schat, het spartelt hoe langer hoe meer. Ik weet niet of het door de reis naar Altdorf komt of wat het is, dat het in mij zo onrustig is.' Maar ik denk dat God en de tijd het ons wel zullen laten zien. Vaak schrik ik, wanneer het zo beweegt". Magdalena hield van haar man en liet hem dat weten. Zijn gezondheidstoestand was een voortdurende bron van zorg en zij stuurde hem regel matig kleding en voedsel. Toen hij in september 1589 op de jaarmarkt in Frankfurt was, schreef zij hem: „Ik heb me plotseling bedacht, lieve Paumgartner, dat je als je weg bent niet altijd goed voor jezelf zorgt, vaak laat naar bed gaat, vroeg opstaat Ik heb daar om nog wat kaantjes voor je gemaakt, zodat je er vroeg een kunt eten en niet zo lang nuchter hoeft te blijven' Kaantjes waren namelijk te gen het gehobbel van paarden en karren bestand, smaakten goed, waren zeer voedzaam en Magdalena geloofde dat ze een geneeskrachtige werking had den. Balthasars brieven zijn een doorlopend commentaar op de donkere kant van het koop mansbedrijf. Het lijfelijk ge vaar langs de koopmansroutes de „Moordweg' was een spookbeeld voor hem. De sei zoenen pleegden een constante aanslag op de gezondheid van de kooplieden, 's Winters wa ren Balthasars handen gezwol len en gebarsten na wekenlan ge tochten te paard. In de zo mer maakten hittegolven een eind aan elke vorm van rei zen, en hongersnood kon het hele jaar toeslaan. Balthasar verafschuwde de competitie en de confrontatie van het koopmansvak. Hij was dolblij als „het innen van beta lingen, waarbij altijd veel ge schreeuwd, geruzied en vaak zelfs gevloekt wordt" achter de rug was. Hij deed zijn werk plichtsgetrouw, maar met dui delijke tegenzin. Toch be schouwde hij zijn vak tegelij kertijd als een zegen. Hij ken de zichzelf: zonder orde en dis cipline zou hij een luiaard en een alcoholicus worden. Wanneer Balthasar op reis was, werd Magdalena in Neu renberg zijn vertegenwoordig ster, boekhoudster en incasso bureau. In de loop van de ja ren groeide dit uit tot een praktisch compagnonschap. Naast haar zakelijke verant woordelijkheden moest Mag dalena de vele problemen op lossen die het hebben van een huis meebracht. Ook onder hield zij veel soms louter di plomatieke contacten met familieleden en (zakenrela ties. Speelgoed paard Magdalena en Balthasar heb ben twee kinderen gehad, een zoon, en een dochtertje, dat echter binnen een jaar over leed. In februari 1592 werd de kleine Balthasar hij was toen zes jaar oud ernstig ziek. De jongen schreeuwde dag en nacht van de pijn. In maart van dat jaar was het kind vervolgens zo achteruit gegaan dat Magdalena er bii haar man op aandrong zo snel mogelijk naar huis te komen. Magdalena schreef dat Baltha sar junior „doodziek in bed ligt en bijna niets meer kan. Hij wordt met de dag zwakker door het vele hoesten, maar toen ik hem zei dat ik jou schreef, zei hij: zeg dat hij een levend paard voor me mee brengt". In de koortsige ge dachten van het zieke kind was het reeds lang op zijn ver langlijstje staande „met kalf- huid overtrokken" speelgoed- paard uitgegroeid tot een paard van vlees en bloed. Dat waren de laatste woorden die Balthasar van zijn zoon zou krijgen. Drie dagen later stuurde Magdalena zijn doods bericht: „Dat God hem trooste, tot wij ook komen!". Ozment: „Het overlijden van vrienden, Magdalena en Balthasar: een intiemportret van het dagelijks leven in de 16e eeuw. kennissen en zelfs vreemden wordt door haar zo nauwgezet gerapporteerd, dat de meeste van haar brieven als het ware een kolom overlijdensadver tenties bevatten". De vele sterfgevallen in hun nabije omgeving herinnerden Magda lena en Balthasar bijna dage lijks aan hun eigen kwetsbaar heid: de dood was alomtegen woordig. Aderlaten Gezondheid was een ware ob sessie. Magdalena, die Baltha sar kende als een tobber en een werkezel, vreesde dat zijn slechte gewoonten zijn weer stand zouden verkleinen. Haar man was èen gemakkelijke prooi voor ziekte of slecht weer. Toen de verschrikkelij ke pestepidemie weer eens de kop opstak, smeekte ze hem onmiddelijk naar een apo theek te gaan om een „poman der" (een met specerijen ge prepareerde appel of sinaasap- f>el) te halen „tegen de slechte ucht". Haar populairste gezondheids maatregel was echter het re gelmatig aderlaten. Balthasar zelf verwachtte meer heil van waterkuren, bronwater, rust, baden en purgaties (buikzuive ringen), onder meer in de ber gen van het Italiaanse Lucca. Zijn brieven zijn zeldzame verslagen, uit de eerste hand, van de zestiende-eeuws» cultuur en medische prj I „In een briefwisseling en e< zestien jaren vol pri\(Alcat openbare rampen zijn legd, wordt door hen n ing keer gewag gemaakt \fales. Duivel of heksen", z< Ozment zijn verhaal, de chronologie af en totjijn oi raakt in de thematiscifc T bouw. „Magdalena en I ran t sar geloofden in God purgatieve geneeskund spraken zowel voor als voor een tijdperk" EDDIE DE Pet be g zt Steven Ozment: Magde var en Balthasar. Uitgeve eder Kern, Baarn. Prijs: 2öi lefo PTT. 1989 beke met BOEIENDE NOTITIES VAN EEN COSMOPOL Mr. G.B.J. Hilterman Wij kennen mr GBJ (Gus tavo Bernardo José) Hil- termann als een veelzijdig man. Al decennia laat hij via radio en tv weten hoe het met de toestand in de wereld is gesteld. Ook als scribent was en is hij ac tief. Hij begon zijn loop baan in de jaren die on middellijk voorafgingen aan de Tweede Wereld oorlog op de nachtredactie van 'De Telegraaf'. De loze uren bracht hij stude rend in de kamer van de hoofdredacteur door. Op dit moment vult mr GBJ nog een column in dat dagblad. Dezer dagen ver scheen van zijn hand een uiterst boeiende verzame ling notities over zaken di$ de gemoederen in dit en andere landen langdu rig hebben beziggehou- den. Met grote kennis van zaken blikt de man wiens donkere stem en smettelo ze manchetten befaamd zijn, terug in de tijd die nog niet zolang achter ons H De heer Hiltermann gaat uit- re Greet Hofmans, de 'Indi sche kwestie', de overdracht van Nieuw-Guinea en de ver loving van de toenmalige prin ses Beatrix met de heer Claus von Amsberg. Uitvoerig be schrijft deze commentator de achtergronden. Zijn beschou wingen zijn gelardeerd met saillante details en het zal u niet verbazen dat hij niet schroomt zijn mening op dui delijke wijze te etaleren. Mr GBJ constateert dat onze koninginnen erop gesteld zijn zo nu en dan te preken. Van koningin Wilhelmina was be kend, dat zij troost en kracht putte uit haar gelodf. Vooral na haar aftreden deed zij veel moeite om het Evangelie uit te dragen, all over the World, in vele talen. De achtereenvol gende kabinetten lieten Wil helmina begaan; de vorstin be sefte zeer wel tot hoever zii kon gaan. Nimmer onstond een probleem. Koningin Julia na aardde naar haar moeder. Al als studente in Leiden koesterde zij belangstelling voor godsdienst-fenomenolo- gie, het systematisch bestude ren van religieuze verschijnse len en godsdienstige riten. Geestverwanten Ook Juliana omringde zich graag met geestverwanten. Zij behoorde tot de velen, die in het begin van de jaren vijftig met afschuw en ontzetting be merkten, dat de wereld zich duchtig herbewapende en rechtstreeks scheen af te koer sen op een nieuwe wereldoor log. De geestelijke verontrus ting van H.M. nam toe naar mate de invloed groeide van de gebedsgenezeres Greet Hof- mans. Hiltermann beschrijft deze ge bedsgenezeres als een 'merk waardige vrouw' die godsdien stige vraagstukken op onor thodoxe wijze placht te bena deren. Mevr. Hofmans verze kerde dat zij met haar gebeden het aangeboren beperkte ge zichtsvermogen van prinses Marijke kon verbeteren. Prins Bernhard was niet ge charmeerd van de contacten van zijn echtgenote en de free lance evangeliste. Vooral de buitenlandse pers besteedde ruim aandacht aan deze zaak, die door een deel van de me dia als een monarchale crisis werd gekwalificeerd. Hilter mann constateerde in die da gen (in zijn Haagse Post) dat ons volk 'niet monarchistisch gezind was, maar orangistisch en niet zozeer Oranje-gezind, als wel Juliana-gezind'. Een ander hoofdstuk uit de ge schiedenis van ons Koninklijk Huis heeft betrekking op het huwelijk van kroonprinses Beatrix en Claus von Ams berg. De romance die daaraan voorafging, heeft de journalis tieke bedrijvigheid van de heer Hiltermann sterk bein- vloed. Hij was in die dagen - we schrijven 1965 - eigenaar van de Haagse Post. Z'n echt genote, Sylvia Brandts Buys, was hoofdredacteur van dit weekblad. Zij introduceerde niet alleen heel wat journalis tieke vernieuwingen, maar slaagde er ook in een groot aantal begaafde jonge mede werkers aan te trekken (Hans Sleutelaar, Trino Flothuis, HA/ ITT Joop van Thijn, Remco Cam- pert, Simon Vinkenoog e.a.). Van dit vaak inventieve team maakte ook de vorig jaar over leden Eelke de Jong deel uit. Hij ging bij voorkeur met foto graaf John de Rooy op pad. Dit tweetal verbleef regelma tig in de buurt van het paleisje Drakesteyn in Lage Vuursche. Er gingen al geruime tijd ge ruchten dat onze prinses van plan was zich te verloven. Het HP-team placht daarom regel matig de paleistuin te inspecte ren. Dat leidde tot een fantas tische 'scoop': het duo slaagde erin een serie foto's te maken van prinses Beatrix en een on bekende jongeman. Edoch, niemand bij de HP wist wie die jongeheer op de foto was. GBJ besloot een relatie uit hofkringen te raadplegen. De man schrok zich een ongeluk. Op de vraag van de heer Hil termann of het hier wellicht VEI LIN (28- getrouwde man antwoordde de excel l^J 'Welnee, veel erger', bleek waar dat op slo y jongeman in kwestie w g Duitser en de oorlog w -i lang, maar nog niet la noeg voorbij. De heer y mann koos - zoals hij z' schrijft - voor een heldhaftige weg. Hij toole de fotoserie naar de ho^gK dactie van De Telegraaf^ gU)c licht wisten ze daar wie iio.20 bekende was en wildenkg. 51 verantwoordelijkheid -s,uka simultaan tot publicatie.. 7g te gaan - delen. Dat getj 'per inderdaad. Uit deze leerde Hiltermann dat 'l de niets of niemand ontl courantier was, waar hij wilde doorgaan. Hij zich verder tot het sc (en voordragen) van coil taren te beperken. Het zijn niet alleen deze dere anecdotes die het f '5, uiterst leesbaar maken, Han ook de analyses van impkoe^ te stukken recente gescrUIK> nis als de tweedeling va(oer ropa, de teloorgang vai Melk British Empire, Ame)-245( mislukte Vietnam-avontii" e" de crisis van marxisme L cialisme. )-i30( HENK Vren 11 „Hoe zat het nu echt?T Ha' mr. G.B.J. Hiltermann.^"1^ Europese Publiciteits-^n re schappij EPM, prijs ïhtef Freek Herinneringen uit dominees huis, zo zou je de verzame ling jeugdherinneringen die Freek de Jonge onder de titel „Zaansch Veem" bijeen bracht, kunnen noemen. Het gaat over zijn jongensjaren, gebeurtenissen die in de ia- ren vijftig meer of minder indruk maakten op de domi neeszoon. De kinderen spelen op een houten vlot in het zwembad „Flying Enterpri se", want zij kennen de held haftige kapitein Carlsen nog, die tot het laatste moment op zijn hevig slagzij makende schip bleef. De film „High Noon" is nog nieuw en kri tiek op Amerika is er nog niet. De wereld is nog over zichtelijk. Een paar gebeurtenissen zor gen voor enige storingen. De grote brand in het „Zaansch Veem", die hevige indruk maakt en bijna symbool lijkt voor de beëindiging van de traditionele wereld. Karei Appel is het interieur van de kerk aan het beschilderen, waarbij Freek hem op zeker moment bespiedt. Als Appel zich door de iongen betrapt voelt, spreekt hij de bekende woorden „Ik rotzooi maar wat aan." Corrie Brokken mag dan wel een Eurovisie-songfestival winnen („Vraag me nog eens om een zoen met plezier geciteerd in Zaansch Veem), het einde is toch nabij: op de laatste pagina verlaat de jon gen zijn vertrouwde omge ving, vraagt aan een heuse nozem (een oudluilak- vriendje) een vuurtje en het echte leven kan beginnen. Met gevoel voor situaties en op prettige manier te boek gesteld, maar slechts zelden breekt de Freek de Jonge door, zoals we hem kennen uit zijn theatershows, waar hij met ongebreidelde taai fantasie aan het werk is. Op een enkel moment is dat dui delijk wel het geval: wanneer hij een gekookt ei aan het ontbijt moet verorberen, hoe wel er een gekookt kuikentje in blijkt te zitten. In dergelij ke scenes, die in „Zaansch Veem" niet zo veel voorko men, zie je hoe de schrijver het verhaal laat uitstijgen bo ven de feitelijke herinnering. Kluifduiker „Een pandjeskind krijgen" of „Van preut trekken". Of wist u dit: „Een goede galg voor komt een slecht huwelijk"? „Wie gulzig eet, wordt gulzig opgegeten" en „Een papen- kop maakt de grond niet hei lig". Onder de titel „Een kluifduiker de hand schud den" brengt Peter Hoefna gels een leuk boekje, waarin heel wat van dit soort „on dergrondse" spreekwoorden en zegswijzen verzameld zijn. Al eerder kwam hij met zo'n boekje („Zijn zwam te grab bel gooien"). Voor wie de wonderlijke wendingen van de taal een boeiend verschijnsel vindt, is dit een alleraardigst boekje: een reeks van dit soort gezeg des (ook uit de Antillen) wordt op geestige en origine le manier uitgelegd. Zo ver telt Hoefnagels een leuk ver haal naar aanleiding van „Ik zal je met de haarhamer je bast komen dat de bulten om de plek vechten". Leuk is ook dat Hoefnagels allerlei personen kan opnoemen die het spreekwoord in kwestie gebruikten, hetgeen hij dan precies vertelt. Zo vond Mar cel van Dam zich in het ge zelschap van Humphrey Bo- gart bij het gebruik van deze uitdrukking. De een voor de tv, toen hij een verkiezings nederlaag van de PvdA moest uitleggen, de ander in de film „The African Queen" waar hij met deze woorden aan Katherine Hepburn uit legt waarom de boot in de in ham vast kwam te zitten. Koos Tak „Koos Tak is de naam". Waarschijnlijk voor het laatst een verzameling van de avonturen van Koos Tak, de opportunistische, in allerlei opzichten mislukte journalist, aan wiens handel en wandel gestalte gegeven werd door Rijk de Gooijer samen met de vorig jaar overleden Eelke de Jong. Het gaat om de beken de feuilleton-reeks, versche nen in het weekblad HP. Dit boek is een selectie van de episoden tussen januari 1985 en september 1986. Deze slobberige man zwalkt wat door het leven. Zijn huwelijk is een enorme verzameling compromissen en teleurstel lingen, zijn werk stelt niet veel voor en ongelukken loe ren steeds op zijn weg. Het leven is voor Koos Tak geen groot succes. Rijk de Gooijer en Eelke de Jong konden op ironische, verrassende wijze over hem schrijven, waarbij veel begrip en inleving merkbaar is. Ondanks alles hielden ze van hun misluk keling. Vertaalde debuten Zeven zwarte vrouwen uit dezelfde doodlopende straat, Brewster Place, zijn de hoofdpersonen van een Ame rikaanse debuutroman van Gloria Nayor, die opvallend veel aandacht kreeg bij ver schijning in de V.S. „De vrouwen van Brewster Pla ce" is nu vertaald. „De ge kleurde dochters van Brew ster, verspreid over het weefsel van de tijd, ontwa ken nog steeds met hun*dro- men, in nevelen gehuld op de rand van de afgrond Ze ebben weg en doemen weer op, ze ebben weg en doemen weer op, maar verdwijnen nooit. Daarom wacht Brew ster Place nog steeds op zijn dood." Vader en dochter zijn hoofd persoon in een andere Ame rikaanse debuutroman: „Meisje Maria" van Valerie Sayers. Het meisje raakt zwanger op vijftienjarige leeftijd en de vader wil haar tot abortus laten besluiten, in zijn angst voor de reactie van „de mensen". Vader en doch ter leven in een totaal ver schillende wereld. „Ze was pas een tiener, en meisjes in Du East deden op die leeftijd altijd rare dingen." Aan het eind verlaat de lezer vader en dochter in een vredige si tuatie: ze zitten aan tafel te eten, baby tegen vaders borst. Daar is het kind eindelijk rustig. Vertaald Twee andere vertaalde ro mans van vrouwen vallen ook op. Anna Kavan is de schrijfster van „Het ijs", uit gegeven dóór Furie. Zij was een opmerkelijk Brits schrijf ster, toen zij in 1986 (64 jaar oud) aan een overdosis heroï ne overleed. „Het ijs" is haar laatste roman, over de onder gang van de wereld door de uitbreiding van de ijskap. De ik-persoon vecht tegen deze komende ramp, op zoek naar een vrouw. Stephanie Dowrick is gebo ren in Nieuw-Zeeland. Haar vertaalde roman, „Teruglo- ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN - LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN pend over het zand" is het relaas over de ontwikkeling van een Nieuwzeelands meis je, Zoë, dat gedurende een groot aantal jaren gevolgd wordt, o.a. tijdens haar ver blijf in Londen en Berlijn. Campertprijzen Als gebruikelijk publiceert uitgeverij BZZTÓH een boekje over de winnaars van de Jan Campertprijzen 1987: Annie M. G. Schmidt, Frans Kellendonk, Tom van Deel, Peter van Gestel en J. A. Roelfsema-Tenge. Aan elk van deze laureaten is een es say gewijd, in het laatste ge val een interview. Kees Fens over Annie M. G. Schmidt: „Het verbazingwekkende aan het werk van Annie M. G. Schmidt is, dat het, in de kinderpoëzie en in de ca baretteksten, meteen op een zeer hoog niveau begon. In zinkingen heeft het niet ge kend, ontwikkelingen echter ook niet." Marieke Vijftien bijzonder boeiende opstellen over poëzie, van de hand van Herman de Co- ninck vindt men in een heel interessant boek met de mooie titel „Over Marieke van de Bakker". In het opstel dat die titel draagt (het „titel essay", als je dat zo mag noe men) stelt hij o.a. de vraag aan de orde: „Waarom zijn goede gedichten slecht?" In het boek zijn verder vertalin gen van gedichten van Mar- gareth Atwood opgenomen, waarnaast onder de titel „Hoop is een ramp" een reeks gedichten van de Ame rikaanse dichter Paul Good man. Als slot van het boek een essay over het wanhopi ge gevoel dat Herman de Co- ninck heeft over het heden daagse onderwijs. EMAF In deze rubriek genoemiCHT boeken: fe billen Freek de Jonge: „ZaansC-8.1 Veem" - uitgave De Harmkv'al nie. Prijs 19.90. *c Peter Hoefnagels: ,,E' kluifduiker de hand schi den" - uitgave Font« Prijs ƒ18.50. Rijk de Gooijer en Eel de Jong: „Koos Tak is naam" - uitgeverij Nijghjiö-29 Van Ditmar. Prijs 24.50^- Gloria Naylor: „De wen van Brewster Place] uitgave Nijgh Van mar. Prijs 34.50. 5o. H Valerie Sayers: „Meil" 9« Maria" - uitgave AmbC®n Prijs ƒ34.5». lis", Anna Kavan: „Het ijs"nd g< uitgeverij Furie. Prflnvoe ƒ26,50. or< 5 Stephanie Dowrick: ruglopend over het uitgave Contact. ƒ39.70. Jan Campertprijzen 1987®r.sll* uitgave BZZTOH. PriTa ƒ19.50. |5. H; ïifzandF ,ct. Prijnvof Marieke van de Bakker";»- uitgave Hadewych. PriL* ƒ39.50. 25

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 6