Natuur buiten en binnenshuis Courteaux opnieuw uitgegeven Günter Grass en de snelheid van een slak BOEKEN/PLATEN QeidóaOowumt Koffiedik kijker! voor beleggers ELKE 8 MINUTEN MAKEN HART-EN SLACHTOFFER Bartoks muziek voor piano en orkes m een cassette VRIJDAG 22 JANUARI 1988 PAGfT Een volledige Nederlandse editie van de toneelstukken van William Shakespeare is per definitie iets heel bijzon ders- Het is indertijd de be faamde Burgersdijk gelukt alle toneelstukken van de Engelse auteur in het Nederlands om te zetten en sindsdien is dat voor de Nederlandse taal maar aan één ander gelukt, hoewel er veel schrijvers en vertalers met teksten van Shakespeare in de weer zijn geweest. Bert Voeten en Evert Straat, C. Budding en Gerrit Komrij, Dolf Verspoor en Hugo Claus, ze maakten allemaal opmerke lijke vertalingen van een aan- ti van Shakespeare's stukken. Maar geen van hen is op stuk ken na in staat om een verta ling van het volledige toneel oeuvre van de man te leveren. Het gaat dan ook om zo'n 35, zeer gevarieerde toneelstuk ken: blijspelen, drama's, melo drama's, romantische theater stukken. Allerlei schrijfstijlen en taalvarianten spelen daarin een grote rol. In de inleiding tot de uitgave van de verza melde toneelwerken van Sha kespeare geeft vertaler Willy Courteaux - door wie al deze stukken weldegelijk zijn ver taald - een beeld van de pro blemen die Shakespeare aan zijn vertalers oplegt. Al die door hem vertaalde stukken zijn in één band bijeen ge bracht, hetgeen een gedenk waardig feit mag heten in de cultuur van Shakespeare in Nederland. Het vertalen van alle toneelwerk van Shakespeare Willy Willy Courteaux is al heel lang bezig met de vertaling van Shakespeare. Meer dan dertig jaar geleden verschenen zijn Nederlandse versies al in uitgaven van de Wereldbiblio theek. Nimmer werden zijn vertalingen echter door het Nederlands toneel ten tonele gebracht. De toneelgezelschap pen in Antwerpen en Gent maakten wel gebruik van deze teksten, zoals later ook de Bel gische televisie voor de onder titeling bij de uitzending van de BBC-producties van alle Shakespeare-toneelstukken gebruik maakte van de omzet ting van Courteaux, die ook voor gesproken inleidingen zorgde. Shakespeare is te beschouen als een unicum, wat betreft het vertalen. Meer dan welke buitenlandse auteur ook, is hij vertaald, hetgeen niet alleen geldt voor Nederland. Omdat hij literair en dramatisch zo'n belangrijk auteur was en om dat zijn werk zich leent tot een bijna eindeloze reeks van va rianten, als het om voorstellin gen ervan gaat, is er altijd op heel intensieve wijze gedacht over en gewerkt aan zijn tek sten. Zo lijkt elke generatie zijn eigen Shakespeare te krij gen. Burgersdijk, zo'n tachtig „The Swan", het theater waar Shake speare zijn stukken liet spelen. De teke ning is de enige die we uit die tijd van dit theater hebben, gemaakt door de Nederlander Arend van Buchell naar het verslag dat Johan nes de Witt, die er in 1596 was, erover dee. (illustratie uit „Shakespeare en het theater van zijn tijd"). jaar oud, is niet meer te verte ren, niet meer speelbaar. Bud- dingh' heeft nog wel eens ge probeerd zijn vertalingen te moderniseren, maar daar kwam uiteindelijk geen nieu we versie uit voort, al was bij voorbeeld Buddingh's „Midzo- mernachtsdroom" een pracht- tekst. Voeten en Komrij lever den nieuwe varianten, zoals van de Hamlet. Bert Voeten vertaalde dat stuk voor een voorstelling van de Comedie (met Coen Flink) in 1958, het Publiekstheater had voor de voorstelling van twee jaar geleden weer een nieuwe vertaling nodig, waar Gerrit Komrij voor zorgde. Soms zijn de Engelse toneelmakers wel eens jaloers op het buitenland, omdat daar telkens opnieuw met legitieme argumenten ge sleuteld kan worden aan een tekst, die in Engeland per tra ditie en definitie vast staat. Het voordeel is tegelijk een nadeel. Vertalers komen tot heel mooie versies, wanneer het betreffende Shakespeare- stuk hen persoonlijk aan spreekt. Hugo Claus maakte bijvoorbeeld een prachtige tekst van „A Winter's tale", onder de titel „Een winters verhaal", terwijl het stuk sinds Burgersdijk „Een wintera vondsprookje" heet. Maar met een sprookje heeft het in de ogen van mensen van nu niets te maken. Wie zich voorneemt om al het werk van Shake speare te vertalen, kan zich niet veroorloven op zo'n ma nier persoonlijk en eigenzinnig te zijn in zijn omzetting. Dat merk je dan ook aan de versies die Willy Courteaux van Sha kespeare's stukken geeft: met grote kennis van zaken ver vaardigd, met veel taalgevoel opgebouwd, maar al met al weinig eigen, wat onpersoon lijk en misschien zelfs wat be legen en ouderwets. Bruik baar, maar voor markante the atergebeurtenissen schieten ze tekort, omdat de bedoeling daar niet in ligt. Deze vertalin gen zijn gemaakt voor het sim pele gebruik, en om kennis te maken met de stukken. Zon der twijfel zullen ze hun tijd uitdienen, zoals ook Burgers dijk zijn tijd heeft gehad. De uitgave van deze stukken is een project van Kok-Agora en uitgeverij Pelckmans, die deze vertalingen al in 1966 bracht. Jammer dat de verta ler er niet toe is gekomen de tekst, meer dan twintig jaar la ter, nog eens kritisch te bekij ken en te herzien. Overigens brengen deze uitgevers, samen met de „international Theatre Bookshop" gevestigd in een parterre-ruimte van de Am sterdamse Stadsschouwburg, een boekje van de Shakespea- re-kenner B. Hunningher over „Shakespaere en het theater van zijn tijd", een uitstekende inleiding tot tijd, werk, auteur en allerlei aspecten van het theater in die tijd. En dan ook echt een inleiding, een boekje wat gewoon weer vooraan be gint. Zulke boekjes blijven al tijd nodig. Het mooi uitgege ven boek met Courteaux ver talingen krijgt daarmee een aardige begeleiding. JAN VERSTAPPEN het theater van zijn tijd - uitgave International Theater Book Shop, prijs 29.50. „The Swan", het theater waar Sha kespeare zijn stukken liet spelen. De tekening is de enige die we uit die tijd van dit theater hebben, gemaakt door de Nederlander Arend van Bu chell naar het verslag dat Johannes de Witt, die er in 1596 was, erover dee. (illustratie uit „Shakespeare en het theater van zijn tijd"). Economische en politieke ver houdingen veranderen snel en daarom is het moeilijk voor spellingen te doen over de machtsverhoudingen in de we reld over tien jaar. Dat blijkt duidelijk bij lezing van het boek „De Omwenteling, Geld, macht en beleggen tot 2000" van Simon Cohen. Cohen kijkt in de toekomst en voorspelt dat de Verenigde Staten, vanwege de concurren tiepositie de eigen industrie gaan beschermen. Dit veroor zaakt slechtere verhoudingen met West-Europa dat nog meer zijn toevlucht tot de Sov jet-Unie zal nemen. Het gevolg is kapitaalvucht naar Ameri ka. Door deze kapitaalvlucht worden de dollarkoersen opge dreven tot zes gulden. Daarna zal de dollar door de schulden problematiek van de Derde Wereld en de stijgende grond- stoffenprijzen kelderen tot een gulden, zo voorspelt Cohen. Een sterk speculatief verhaal dat geen rekening houdt met de onvoorspelbaarheid die ei gen is aan economisch ontwik kelingen Het nut van dergelij ke verhalen voor beleggers is dan ook beperkt. Wat moeten zij met suggesties als „wacht totdat de dollar op zes gulden staat en verkoop ze dan". Geld, macht en beleggen tot 2000 maakt zijn titel dan ook niet waar. FRANK DE KLERK Simon A. Cohen: De om wenteling. Geld, macht en beleggen tot 2000". Uitgeve rij Veen. Prijs ƒ26,90. Jaarlijks worden 40.0001 Nederlanders getroffen dooreen hartinfarcten nog eens 20.000 door een her seninfarct (beroerte). In ziekenhuizen, reva lidatiecentra en op vele an dere plaatsen wordt hard gewerkt om dit onvoorstel bare aantal van 60.000 slachtoffers terug te drin gen. Al dit werk is gebaseerd op wetenschappelijk on derzoek. Het bezuinigings beleid van de overheid biedt voor dat onderzoek echter steeds minder ruim te. Uw gift zorgt er voor dat dit levensreddende werk kan doorgaan. Geef aan de collectant, of stort uw bijdrage op gi ro 300 of bankrekening 70.70.70.600. Hartelijk dank. IAAT UW HAKT SPREKEN! Zestig jaar werd Günter Grass vorig jaar oktober. De Duitse schrijver kreeg van zijn uitge ver Hermann Luchterhand een verzameluitgave van zijn complete werk cadeau. Zijn verjaardag - en de glasnost - leidde zelfs tot een ommezwaai in de houding van buurland DDR, waar Grass meestal voor rotte vis werd uitgemaakt vanwege zijn kritische uitla tingen over de mensenrechten. De Oostduitse autoriteiten die voorheen bot weigerden het werk van Günter Grass uit te geven, stonden een eerste offi ciële druk toe van „Die Blech- trommel". In Nederland werd Grass' ver jaardag bescheiden gevierd met heruitgaven van „De blik ken trommel" en „Hondeja ren" en met een nieuwe bun del kort proza „Linkshandig". Vrijwel al het korte proza van Günter Grass is, evenals zijn gedichten, opgeslorpt door het - vaak immense - geheel van zijn romans. Verhalen die aan dat lot ontsnapten, zijn nu sa mengebracht in de bundel „Linkshandig". Het boek be vat werk dat Grass schreef voor het gezaghebbende lite raire blad Akzente tussen 1955 en 1960, een aantal korte ver halen gemaakt onder het pseu doniem Artur Knoff en het es say „De ballerina". De slak De eerste verhalen „Mijn groe ne weide", „Vijf vogels" en „Ingemetseld" vallen op door hun surrealistische abstractie. Grass heeft met deze verhalen waarschijnlijk geëxperimen teerd voor zijn grote romans; veel thema's zijn herkenbaar: vogelverschrikkers, het ei. Grass preoccupatie met eten en zijn fascinatie voor dieren: de vis, uitgewerkt in „De blik ken trommel" en vooról in „De bot", en de slak, wiens snelheid centraal staat in de politieke roman „Uit het dag boek van een slak". In „Mijn groene weide", het openings verhaal, komen beide dieren ter sprake. De hoofdpersoon zit in een stoel bij zijn groene weide en wacht op een vis. Als hij op aanraden van een vriend op reis gaat naar Span je, is hij getuige van een bizar re confrontatie tussen een slak en een stierenvechter. Waar om daagt de torero de slak uit met zijn rode doek, vraagt de hoofdpersoon zich af. „Wist hij niet dat de slak blind Günter Grass: „Een groot gedeelte van de menselijke psycholo gie wordt op dieren overgebracht, ze worden er duidelijker door, karikaturaler, frappanter, stouter en humoristischer." foto: pers unie was, dat geen kleur haar ertoe kon bewegen haar eenvoudige lichaam te haasten? Ik heb deze vraag nu opgegeven. Bij een autorace - het was de schuld van mijn vriend dat ik ernaar keek - viel me op hoe weinig we van de snelheid van een slak begrijpen. Onze ogen weten het nietr kunnen dat gladde lijf dat door de tijd raast niet begrijpen, op die ma nier raken we achterop en steeds weer behaalt de slak een ronde voorsprong op ons. Ik zou bijna zeggen, maar zon der me als een profeet te wil len gedragen, dat de slak haar voelsprieten in de volgende eeuw houdt. Dat zal een voor zichtige tijd zijn, een terugne men van alle beschuldigingen, een eeuw zonder die uiterste kleur (bloed)". Wat Günter Grass wil zeggen is dat de slak - waarmee hij zich identificeert - tijdens zijn trage, vastbesloten tocht wer kelijk vorderingen maakt, ter wijl de opportunistische mens zichzelf voorbij loopt in zijn ongebreidelde ambities naar snel - maar vaak kortstondig - succes (bij elke twee passen voor-, gaat hij één achteruit). De slak laat zich door niets of niemand opjagen, de mens daarentegen door alles en ie dereen. Dierensymboliek Opvallend element in het pro za van Grass is dat in veel ge vallen dieren een centrale rol spelen. De wolfshond Prinz bijvoorbeeld die in „Hondeja ren" de opkomst en ondergang van het Derde Rijk meemaakt als huisdier van Adolf Hitler. Of de bot die - in Grass' gigan tische- kookboek „De bot" - door een visser wordt gevan gen in de prehistorie en die, in ruil voor zijn vrijheid, de man nelijke soort aan de wereld heerschappij helpt. Titels als „Kat en muis", „De rattin" en het al eerder genoemde „Uit het dagboek van een slak" spreken boekdelen. Grass heeft de sprookjesachtige die rensymboliek een nieuw - mo derne - inhoud gegeven. Artur Knoff Aan het pseudoniem Artur Knoff zit een aardig verhaaltje vast. Günter Grass schreef in 1968 een bundeltje onder die naam om te kijken hoe de Westduitse literaire kritiek op zijn teksten zou reageren, wanneer ze niet duidelijk van zijn naam waren voorzien. Wat Grass verwachtte gebeur de ook: niets. En eigenlijk is dat niet eens zo vreemd. Som mige Knoff-verhalen zijn pun tig en ingenieus, maar het meeste behoort tot de categorie „heel kort proza". De thema's zijn aardig, maar onuitge werkt, ze zijn schetsmatig en missen Grass' karakteristieke diepgang en neiging tot abstra heren. De ballerina Günter Grass is wat je zou kunnen noemen een veelzijdig kunstenaar. Hij beoefent niet alleen vele vormen van beel dende kunst, maakt gedichten en romans, maar schreef zelfs in de jaren '50 vier balletten. Belangrijk daarbij was zijn hu welijk met de Zwitserse ballet danseres Anna Schwarz. „Mijn belangstelling voor dans komt zeker allereerst bij het beeldhouwen vandaan. In de tijd dat ik in Düsseldorf leerde beeldhouwen, tekende ik vaak in balletstudio's om de bewe ging te bestuderen en die be langstelling is intenser gewor den vanwege mijn samenleven met Anna. vooral tijdens onze eerste iaren in Parijs. Ik heb parallel met mijn andere werk, speciaal voor haar, en kele danslibretto's geschreven, waarvan er een paar uitge voerd en vertoond zijn. Het balletmotief is overigens ook terug te vinden in „Hondeja ren", het speelt er een grote rol in". In 1956 resulteerde Grass' in teresse voor ballet in het essay „De ballerina". Grass werpt zich daarin op als de maecenas van het klassiek ballet, dat halverwege de jaren '50 in de verdrukking dreigt te komen tussen allerlei moderne dans vormen. Met precisie tekent Grass de ballerina: een getergd wezen, levend als een non, blootgesteld aan alle verleidin gen, onderworpen aan de strengste ascese, strijdend met haar lichaam en de spiegel, kwetsbaar en vooral eenzaam. „Iedere tenor zal, als zijn stem dat vereist, achter zich naar de stoelleuning grijpen - en altijd zal er eep stoel of iets anders binnen handbereik zijn. En mét die greep zal hij zijn stem nieuwe kracht geven, zal het hem lukken de aria meesle pender te zingen. Maar dat geldt niet voor de ballerina. Haar is niet veel toegestaan. Haar lichaam - die uitwas van gekwelde, naar buiten gekeer de schoonheid, die op het punt staat in lichtelijk hysterisch gehuil uit te barsten - blijft zo dra uit de coulissen is vrijgela ten, haar enige rekwisiet. Een zaam beschrijft ze haar figuren en ze bereikt tussen de derde en vierde pirouette die graad van eenzaamheid, die zelfs hét meest Duitse dichtertje niet bereikt. Maar als de balle rina valt, dan verstijft het par ket, dan wordt het warm op de rangen, felverlicht en nuchter strekt zich het toneel uit, pro gramma's worden gevouwen, opengevouwen, en overal wordt gefluisterd dat de balle rina al 27 is, slist en geen blin dedarm meer heeft." Günter Grass zet in dit mooie essay het ballet af tegen kook- en schilderkunst. Hij noemt het klassieke ballet „de onna tuurlijkste en daarmee meest volmaakte van alle kunsten". Een surrogaat is zijns inziens onmogelijk, tenzij: „Het zou lukken uit al die experimen ten - en tot nu toe werden en kel experimenten getoond - even sterke formules van de dansbeweging uit te kristalli seren, die net als het ballet ie dere toevalligheid missen. Dan pas zal de ballerina voor de laatste keer een buiging ma ken". JOOST GALEMA Günter Grass: „Linkshan dig" Uitgeverij Meulenhoff. Prijs ƒ26,50. Günter Grass: „Hondeja ren". Uitgeverij Meulen hoff., Prijs ƒ22,90. Boeken over de natuur zijn er zo veel, dat men welhaast door de bomen het bos niet meer ziet. Een nadeel kan dat nau welijks worden genoemd, want des te groter is de keus. Over het bos gesproken: daar over is bij Zomer Keuning een prachtig boek verschenen, heel origineel „Het bossen- boek" getiteld, waarin schrij ver Ton van Wijlen hij had eerder succes met zijn „bosat lassen op vakbekwame wij ze veel uit de doeken doet over het bos. Hij neemt de le zer mee naar bossen, duinen, moerassen, veengebieden en andere stukken natuur en laat zien wat daar op het gebied van flora en fauna allemaal te beleven is. En dat is ook al vreet de zure regen aan Neer- lands groen toch nog ver rassend veel. De prettig ge schreven tekst, waarin heel systematisch de wetenswaar digheden over het bos aan bod komen, wordt ondersteund door honderden illustraties, fo to's zowel als tekeningen. Over de stijl van de houtskool tekeningen kan men redetwis ten, feit blijft dat het boek mede daardoor tot een afwis selend en buitengewoon inte ressant geheel is geworden. Een werk, waarin men dik wijls zomaar zal bladeren, ook als men de tekst allang kent. Zonder meer een zeer instruc- Vogelboek neen een volledig vernieuw de editie van het boek, dat al gemeen als de beste herken- ningsgids voor vogels in ons land wordt beschouwd: „Het vogelboek" van Philip Burton en Philip Hayman. De nieuwe editie bevat nog meer prachti ge kleurenillustraties, terwijl de tekst geheel is geactuali seerd. De laatste ontwikkelin gen op het gebied van de vo gelkunde zijn erin verwerkt. Het boek behandelt aan de hand van werkelijk schitte rende kleurenplaten driehon derd Westeuropese vogelsoor ten. Behalve de duideliike kleurentekeningen van de De- schreven soorten worden daarvan ook silhouetten afge beeld, hetgeen de herkenning vergemakkelijkt. De groepering van de vogels in het boek is geheel afge stemd op de „gebruiker". In plaats van de tradionele we tenschappelijke volgorde is ge kozen voor een rangschikking naar gelijkenis, hetgeen het veel eenvoudiger maakt vooral voor de betrekkelijke leek een bepaalde vogel soort op te zoeken. Het vogelboek bevat ook in formatie over de bouw van vo gels, het waarnemen, ringon- derzoek, vogeltrek, broedtij den, interessante vogelgebie- den in Europa, adressen van vogelbeschermingsorganisaties en kaarten die de verspreiding van de vogels in de verschil lende seizoenen laten zien. Een zeer compleet, uitstekend verzorgd boekwerk. Toch twee kanttekeningen: het boek is wat groot; je neemt eht niet makkelijk mee de natuur in. Voorts: het recensie-exem plaar dat ondergetekende ont ving bevatte nogal wat onbe drukte pagina's. Laten we er maar van uitgaan dat de „ech te" oplage dit euvel niet meer kent. Pretentie Ook voor de „natuur binnens huis" kan men bij Zomer Keuning terecht. Voor de ka merplantenliefhebbers heeft men in de Groenboekerij het „Het volkomen kamerplanten boek" van Rob Herwig uitge geven. Een titel met nogal wm pretentie, maar het moet ge zegd: die wordt waargemaakt. Men heeft met dit boek een werk in handen, waarmee gen van planten binnenshuis gaat. Het boek verschijnt in een zeer hoge oplage, verdeeld over een aantal landen in Eu ropa. Een voordeel daarvan is, dat de productiekosten breed konden worden uitgesmeerd, waardoor men het boek voor slechts zeven tientjes (als het alleen in Nederland zou ver schijnen zou het het dubbele hebben gekost!) in handen heeft. Wie die prijs nog hoog vindt, moet dit werk eerst maar eens op de hand gaan wegen in de boekhandel. Men krijgt een waardige pil in han den, waarin niet minder dan duizend kamer-, kas- en kuip- planten op bondige, systemati sche wijze worden behandeld en waarin het illustratieve deel niet kinderachtig is aan gepakt: vele honderden schit terende kleurenfoto's maken het werk tot een lust voor het oog. De styling van het boek is zeer verzorgd en rustig. Wie denkt: Ja maar ik heb al een kamerplantenboek, die moet bedenken, dat de plan ten markt zich razendsnel ont wikkelt. Het handelsverkeer neemt toe, er worden steeds meer nieuwe soorten aange voerd, kwekers breiden het as sortiment uit met sterkere en fraaiere rassen, kortom: be staande kamerplantenboeken verouderen snel en veel „nieu- we"planten zal men er niet in aantreffen. Met dit euvel heeft veelschrijver Rob Herwig voorlopig afgerekend. Het moet gek lopen wil men een plant niet in dit werk aantref fen. Behalve dat het boek planten beschrijft, wordt ook ruime aandacht besteed aan de verschillende vaak verras sende manieren waarop men planten kan houden en onderhouden. Al met al een „volkomen" kamerplanten boek. LEO HENNY Ton van Wijlen: „Het bos- senboek". Uitgeverij: Zomer Keuning, Ede; 191 blz., ge bonden. Prijs: 49,90. Philip Burton en Philip Hayman: „Het vogelboek". Uitgeverij: Zomer Keu ning, Ede; 260 blz., slappe kaft. Prijs: ƒ34,90. Rob Herwig: „Het volkomen kamerplantenboek". Uitge verij: Zomer Keuning (Groenboekerij); 384 blz., ge bonden. Prijs: 69,90. i Bartok is nooit een „pu- bliekscomponist" geworden. Veel van zijn werk is te on toegankelijk om bij een groot publiek echt populair te worden. Merkwaardig is dat de laatste werken, bij voorbeeld diens derde piano concert, eerder „begrepen" worden dan bijvoorbeeld het eerste. Philips bracht een heel bij zondere cassette uit waarop het oeuvre van Bartok voor orkest en piano van begin tot einde is te horen. Het gaat om de drie pianoconcer ten, de Muziek voor snaarin strumenten, slagwerk en ce lesta, de Rhapsody voor pia no en orkest opus 1 en het Scherzo voor piano en or kest. De cassette, zowel op plaat, bandje als op cd, is bijzonder omdat daarmee een heel be langrijk deel van de muzika le erfenis van deze bijzonde re Hongaar onder handbe reik komt. Maar ook omdat de uitvoeringen op een heel hoog peil staan. De pianist in kwestie is Zoltan Kocsis, een in 1952 geboren Hongaar die inmiddels met bijna alle be langrijke orkesten in de we reld heeft gespeeld. Kocsis, die een heel breed repertoire heeft, werd al op vijfentwin tigjarige leeftijd docent aan het conservatorium van Boe dapest. Zijn kwaliteiten zijn ook nu duidelijk hoorbaar: een prachtig touché en een heel boeiende ritmiek. Kocsis speelt met het Buda pest Festival Orchestra on der leiding van Ivan Fi scher. Dit orkest beschikt over goede kwaliteiten, die uitstekend combineren met het pianospel van Kocsis. Voor de Bartok-liefhebber is deze cassette een van de be langrijkste uitgaven van de afgelopen tijd; een „must". Voor wie Bartok niet (zo goed) kent is het een mooie gelegenheid dat muzikale avontuur aan te gaan. Wat betreft de pianoconcerten kan men beter niet met het eerste beginnen, maar met het derde of' tweede. Zo groeit de vertrouwdheid met Bartoks muziek eerder. Ravel en Bach De grammofoonplatenmaat schappijen hebben vrijwel allemaal een serie goedkope re cd's. Het betreft meestal opnamen van al wat langer geleden, die „verdoekt" worden op een cd en tegen een lagere prijs over de toonbank gaan. Het motief om zulke plaatjes te kopen kan heel verschillend zijn. De een ziet de muziek van een geliefde, maar grijs ge draaide grammofoonplaat in de gedaante van een cd te rug en koopt daarom zo'n oudere opname, anderen hebben belangstelling uit verzamelaarsmotieven of uit historische interesse. Deutsche Grammophon heeft in de Galleria-serie een oude opname van pia niste Martha Argerich met het pianoconcert in G van Ravel opnieuw uitgebracht. Het orkest is het Berlijns Philharmonisch onder lei ding van Claudio Abbado. irder teller ;e va den [andsi esië lellen Noor ;atter |r de De opname uit 1967 is rptiec' kaal gezien de moeite wj" van maar de opname klink(opa s kaal. ten e VooY de liefhebbers is Qgriar van Helmut Walcha aaijjniijj, orgel van de St. Laure»egge Alkmaar een must. Duien 0 den orgelliefhebbers heLn in de zestiger jaren p|or(j( van deze bijzondere orgl te gekocht. Ze waren in zt^ zin toonaangevend. Biichee opnieuw beluisteren i]j deze opnamen via d( £ui blijkt opnieuw de muzi^erc|£ teit en degelijkheid vanL wj mut Walcha. Tegenove^rt r modieuze Bachspel van| al wat huidige organ istr deze manier van spelerVCr na een verademing, zo overigens helemaal terii33 willen naar zijn opvattin i De cd is ook interessanflQIT dat het orgel in Alki hierop te beluisteren is [311 het klonk voor de grote tauratie, die vorig jaar kj h afgerond. In dubbel opjeu een historische cd. a(jeli i dui EMI brengt ook diversj1" teressante oudere opniJnen uit op cd. Bij voorbeeld tweede symphonie vaiP gar, door het London 'tten harmonie Orchestra o6en leiding van Sir Aij* c Boult. Het zijn opname al weer ruim twintig jaap* 01 leden, maar het pleziel *jai men er aan kan belevf'Jk eigenlijk onverminderd.Ben 1 CBS heeft opnamen vaftten gitarist John William^16" 1975 op de cd gezet. Help de luitsuites van Bach^rat onder de handen van \(ten- ams bijzonder aantrekk|B| klinken. Dat Williamfll~l luitmuziek op gitaar sB^L wordt verantwoord doff™ wijzen op de buitenge^arj. praktische instelling i|: 'u Bach, zowel ten aanzienjmpigi het schrijven van mjerij: (hergebruik, transcrijPj*1.0! en de bestemming er |14gJ Murray Perahia, huispijlq1?. van CBS, zette in 1975 P'3' delssohns pianoncerterrjj ,J de plaat. Die opnamenL sl nu op cd verschenen, aaf per vuld met nieuwe opnapi wit van pianomuziek van I1 wi' delssohn (o.a. de Varia[ serieuses). De combijn 9,£ van oude en nieuwe cRVEii men wordt wel vakerf00 maakt, en soms is daar j1" 9 op tegen. Maar bij dezL 9" komt toch de vraag o» en CBS Perahia niet opnRMAi Mendelssohn had moeter 00 ten spelen. En dan waV1"^ betreft niet met the Aokg my van Neville Marri stui maar met het Concefo 10 bouw Orkest. De combifc1'7* Perahia-Amsterdam is [gcR® Beethoven (pianoconceL ho erg vruchtbaar gebla Dergelijke opnamen ook meer recht doen aan rahia als pianist, die zicjvoer tien jaar ook verder hren ontwikkeld. De solo-p|"7-2 werken die op de cd werden in 1984 opgenqf '5 en klinken toch echt aip. h< dan de pianoconcerten. I koei De „nieuwe Perahia" kPRUI wat mij betreft veel mrQer dan diens eerdere opnar Jammer dat de pianocono-24 ten van Mendelssohn p- ei óók zo mooi klinken. LÜTSEN KOOISKj Bartok: The Works for and Orchestra door Zoltan j sis piano en Ivan Fischeri gent van het Budapest Fe; Orchestra; Philips 41683T (cd, lp en mc). Ravel: Piano Concert in Gaspard de la nuit: Marthj gerich piano en Berlin Phi monic Orchestra o.l.i Abbado; Deutsche Grammi 419062-2. Bach: diverse orgelwerken! Helmut Walcha Deutsche mophon 419047-2. Elgar: Symphony no. 2 London Philharmonic Orchj o.l.v. Sir Adrian Boult; CDC 7 472052. Bach: Four Lute-suites John Williams, gitaar; CB! 42204. Mendelssohn: Pianoncertenl Murray Perahia en The my of St. Martin in the o.l.v. Neville Marriner. C' 42401.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 6