Natuur buiten en binnenshuis
Courteaux opnieuw uitgegeven
Günter Grass en de snelheid van een slak
BOEKEN/PLATEN
QeidóaOowumt
Koffiedik
kijker! voor
beleggers
ELKE
8 MINUTEN
MAKEN
HART-EN
SLACHTOFFER
Bartoks muziek
voor piano en orkes
m een cassette
VRIJDAG 22 JANUARI 1988 PAGfT
Een volledige Nederlandse
editie van de toneelstukken
van William Shakespeare is
per definitie iets heel bijzon
ders- Het is indertijd de be
faamde Burgersdijk gelukt alle
toneelstukken van de Engelse
auteur in het Nederlands om
te zetten en sindsdien is dat
voor de Nederlandse taal maar
aan één ander gelukt, hoewel
er veel schrijvers en vertalers
met teksten van Shakespeare
in de weer zijn geweest. Bert
Voeten en Evert Straat, C.
Budding en Gerrit Komrij,
Dolf Verspoor en Hugo Claus,
ze maakten allemaal opmerke
lijke vertalingen van een aan-
ti van Shakespeare's stukken.
Maar geen van hen is op stuk
ken na in staat om een verta
ling van het volledige toneel
oeuvre van de man te leveren.
Het gaat dan ook om zo'n 35,
zeer gevarieerde toneelstuk
ken: blijspelen, drama's, melo
drama's, romantische theater
stukken. Allerlei schrijfstijlen
en taalvarianten spelen daarin
een grote rol. In de inleiding
tot de uitgave van de verza
melde toneelwerken van Sha
kespeare geeft vertaler Willy
Courteaux - door wie al deze
stukken weldegelijk zijn ver
taald - een beeld van de pro
blemen die Shakespeare aan
zijn vertalers oplegt. Al die
door hem vertaalde stukken
zijn in één band bijeen ge
bracht, hetgeen een gedenk
waardig feit mag heten in de
cultuur van Shakespeare in
Nederland.
Het vertalen van alle toneelwerk van Shakespeare Willy
Willy Courteaux is al heel
lang bezig met de vertaling
van Shakespeare. Meer dan
dertig jaar geleden verschenen
zijn Nederlandse versies al in
uitgaven van de Wereldbiblio
theek. Nimmer werden zijn
vertalingen echter door het
Nederlands toneel ten tonele
gebracht. De toneelgezelschap
pen in Antwerpen en Gent
maakten wel gebruik van deze
teksten, zoals later ook de Bel
gische televisie voor de onder
titeling bij de uitzending van
de BBC-producties van alle
Shakespeare-toneelstukken
gebruik maakte van de omzet
ting van Courteaux, die ook
voor gesproken inleidingen
zorgde.
Shakespeare is te beschouen
als een unicum, wat betreft
het vertalen. Meer dan welke
buitenlandse auteur ook, is hij
vertaald, hetgeen niet alleen
geldt voor Nederland. Omdat
hij literair en dramatisch zo'n
belangrijk auteur was en om
dat zijn werk zich leent tot een
bijna eindeloze reeks van va
rianten, als het om voorstellin
gen ervan gaat, is er altijd op
heel intensieve wijze gedacht
over en gewerkt aan zijn tek
sten. Zo lijkt elke generatie
zijn eigen Shakespeare te krij
gen. Burgersdijk, zo'n tachtig
„The Swan", het
theater waar Shake
speare zijn stukken
liet spelen. De teke
ning is de enige die
we uit die tijd van
dit theater hebben,
gemaakt door de
Nederlander Arend
van Buchell naar het
verslag dat Johan
nes de Witt, die er
in 1596 was, erover
dee. (illustratie uit
„Shakespeare en
het theater van zijn
tijd").
jaar oud, is niet meer te verte
ren, niet meer speelbaar. Bud-
dingh' heeft nog wel eens ge
probeerd zijn vertalingen te
moderniseren, maar daar
kwam uiteindelijk geen nieu
we versie uit voort, al was bij
voorbeeld Buddingh's „Midzo-
mernachtsdroom" een pracht-
tekst. Voeten en Komrij lever
den nieuwe varianten, zoals
van de Hamlet. Bert Voeten
vertaalde dat stuk voor een
voorstelling van de
Comedie (met Coen Flink) in
1958, het Publiekstheater had
voor de voorstelling van twee
jaar geleden weer een nieuwe
vertaling nodig, waar Gerrit
Komrij voor zorgde. Soms zijn
de Engelse toneelmakers wel
eens jaloers op het buitenland,
omdat daar telkens opnieuw
met legitieme argumenten ge
sleuteld kan worden aan een
tekst, die in Engeland per tra
ditie en definitie vast staat.
Het voordeel is tegelijk een
nadeel. Vertalers komen tot
heel mooie versies, wanneer
het betreffende Shakespeare-
stuk hen persoonlijk aan
spreekt. Hugo Claus maakte
bijvoorbeeld een prachtige
tekst van „A Winter's tale",
onder de titel „Een winters
verhaal", terwijl het stuk sinds
Burgersdijk „Een wintera
vondsprookje" heet. Maar met
een sprookje heeft het in de
ogen van mensen van nu niets
te maken. Wie zich voorneemt
om al het werk van Shake
speare te vertalen, kan zich
niet veroorloven op zo'n ma
nier persoonlijk en eigenzinnig
te zijn in zijn omzetting. Dat
merk je dan ook aan de versies
die Willy Courteaux van Sha
kespeare's stukken geeft: met
grote kennis van zaken ver
vaardigd, met veel taalgevoel
opgebouwd, maar al met al
weinig eigen, wat onpersoon
lijk en misschien zelfs wat be
legen en ouderwets. Bruik
baar, maar voor markante the
atergebeurtenissen schieten ze
tekort, omdat de bedoeling
daar niet in ligt. Deze vertalin
gen zijn gemaakt voor het sim
pele gebruik, en om kennis te
maken met de stukken. Zon
der twijfel zullen ze hun tijd
uitdienen, zoals ook Burgers
dijk zijn tijd heeft gehad.
De uitgave van deze stukken
is een project van Kok-Agora
en uitgeverij Pelckmans, die
deze vertalingen al in 1966
bracht. Jammer dat de verta
ler er niet toe is gekomen de
tekst, meer dan twintig jaar la
ter, nog eens kritisch te bekij
ken en te herzien. Overigens
brengen deze uitgevers, samen
met de „international Theatre
Bookshop" gevestigd in een
parterre-ruimte van de Am
sterdamse Stadsschouwburg,
een boekje van de Shakespea-
re-kenner B. Hunningher over
„Shakespaere en het theater
van zijn tijd", een uitstekende
inleiding tot tijd, werk, auteur
en allerlei aspecten van het
theater in die tijd. En dan ook
echt een inleiding, een boekje
wat gewoon weer vooraan be
gint. Zulke boekjes blijven al
tijd nodig. Het mooi uitgege
ven boek met Courteaux ver
talingen krijgt daarmee een
aardige begeleiding.
JAN VERSTAPPEN
het theater van zijn tijd - uitgave
International Theater Book Shop,
prijs 29.50.
„The Swan", het theater waar Sha
kespeare zijn stukken liet spelen. De
tekening is de enige die we uit die
tijd van dit theater hebben, gemaakt
door de Nederlander Arend van Bu
chell naar het verslag dat Johannes
de Witt, die er in 1596 was, erover
dee. (illustratie uit „Shakespeare en
het theater van zijn tijd").
Economische en politieke ver
houdingen veranderen snel en
daarom is het moeilijk voor
spellingen te doen over de
machtsverhoudingen in de we
reld over tien jaar. Dat blijkt
duidelijk bij lezing van het
boek „De Omwenteling, Geld,
macht en beleggen tot 2000"
van Simon Cohen.
Cohen kijkt in de toekomst en
voorspelt dat de Verenigde
Staten, vanwege de concurren
tiepositie de eigen industrie
gaan beschermen. Dit veroor
zaakt slechtere verhoudingen
met West-Europa dat nog
meer zijn toevlucht tot de Sov
jet-Unie zal nemen. Het gevolg
is kapitaalvucht naar Ameri
ka. Door deze kapitaalvlucht
worden de dollarkoersen opge
dreven tot zes gulden. Daarna
zal de dollar door de schulden
problematiek van de Derde
Wereld en de stijgende grond-
stoffenprijzen kelderen tot een
gulden, zo voorspelt Cohen.
Een sterk speculatief verhaal
dat geen rekening houdt met
de onvoorspelbaarheid die ei
gen is aan economisch ontwik
kelingen Het nut van dergelij
ke verhalen voor beleggers is
dan ook beperkt. Wat moeten
zij met suggesties als „wacht
totdat de dollar op zes gulden
staat en verkoop ze dan".
Geld, macht en beleggen tot
2000 maakt zijn titel dan ook
niet waar.
FRANK DE KLERK
Simon A. Cohen: De om
wenteling. Geld, macht en
beleggen tot 2000". Uitgeve
rij Veen. Prijs ƒ26,90.
Jaarlijks worden 40.0001
Nederlanders getroffen
dooreen hartinfarcten nog
eens 20.000 door een her
seninfarct (beroerte).
In ziekenhuizen, reva
lidatiecentra en op vele an
dere plaatsen wordt hard
gewerkt om dit onvoorstel
bare aantal van 60.000
slachtoffers terug te drin
gen.
Al dit werk is gebaseerd
op wetenschappelijk on
derzoek. Het bezuinigings
beleid van de overheid
biedt voor dat onderzoek
echter steeds minder ruim
te. Uw gift zorgt er voor dat
dit levensreddende werk
kan doorgaan.
Geef aan de collectant,
of stort uw bijdrage op gi
ro 300 of bankrekening
70.70.70.600.
Hartelijk dank.
IAAT UW HAKT SPREKEN!
Zestig jaar werd Günter Grass
vorig jaar oktober. De Duitse
schrijver kreeg van zijn uitge
ver Hermann Luchterhand
een verzameluitgave van zijn
complete werk cadeau. Zijn
verjaardag - en de glasnost -
leidde zelfs tot een ommezwaai
in de houding van buurland
DDR, waar Grass meestal voor
rotte vis werd uitgemaakt
vanwege zijn kritische uitla
tingen over de mensenrechten.
De Oostduitse autoriteiten die
voorheen bot weigerden het
werk van Günter Grass uit te
geven, stonden een eerste offi
ciële druk toe van „Die Blech-
trommel".
In Nederland werd Grass' ver
jaardag bescheiden gevierd
met heruitgaven van „De blik
ken trommel" en „Hondeja
ren" en met een nieuwe bun
del kort proza „Linkshandig".
Vrijwel al het korte proza van
Günter Grass is, evenals zijn
gedichten, opgeslorpt door het
- vaak immense - geheel van
zijn romans. Verhalen die aan
dat lot ontsnapten, zijn nu sa
mengebracht in de bundel
„Linkshandig". Het boek be
vat werk dat Grass schreef
voor het gezaghebbende lite
raire blad Akzente tussen 1955
en 1960, een aantal korte ver
halen gemaakt onder het pseu
doniem Artur Knoff en het es
say „De ballerina".
De slak
De eerste verhalen „Mijn groe
ne weide", „Vijf vogels" en
„Ingemetseld" vallen op door
hun surrealistische abstractie.
Grass heeft met deze verhalen
waarschijnlijk geëxperimen
teerd voor zijn grote romans;
veel thema's zijn herkenbaar:
vogelverschrikkers, het ei.
Grass preoccupatie met eten
en zijn fascinatie voor dieren:
de vis, uitgewerkt in „De blik
ken trommel" en vooról in
„De bot", en de slak, wiens
snelheid centraal staat in de
politieke roman „Uit het dag
boek van een slak". In „Mijn
groene weide", het openings
verhaal, komen beide dieren
ter sprake. De hoofdpersoon
zit in een stoel bij zijn groene
weide en wacht op een vis. Als
hij op aanraden van een
vriend op reis gaat naar Span
je, is hij getuige van een bizar
re confrontatie tussen een slak
en een stierenvechter. Waar
om daagt de torero de slak uit
met zijn rode doek, vraagt de
hoofdpersoon zich af.
„Wist hij niet dat de slak blind
Günter Grass: „Een groot gedeelte van de menselijke psycholo
gie wordt op dieren overgebracht, ze worden er duidelijker door,
karikaturaler, frappanter, stouter en humoristischer."
foto: pers unie
was, dat geen kleur haar ertoe
kon bewegen haar eenvoudige
lichaam te haasten? Ik heb
deze vraag nu opgegeven. Bij
een autorace - het was de
schuld van mijn vriend dat ik
ernaar keek - viel me op hoe
weinig we van de snelheid van
een slak begrijpen. Onze ogen
weten het nietr kunnen dat
gladde lijf dat door de tijd
raast niet begrijpen, op die ma
nier raken we achterop en
steeds weer behaalt de slak
een ronde voorsprong op ons.
Ik zou bijna zeggen, maar zon
der me als een profeet te wil
len gedragen, dat de slak haar
voelsprieten in de volgende
eeuw houdt. Dat zal een voor
zichtige tijd zijn, een terugne
men van alle beschuldigingen,
een eeuw zonder die uiterste
kleur (bloed)".
Wat Günter Grass wil zeggen
is dat de slak - waarmee hij
zich identificeert - tijdens zijn
trage, vastbesloten tocht wer
kelijk vorderingen maakt, ter
wijl de opportunistische mens
zichzelf voorbij loopt in zijn
ongebreidelde ambities naar
snel - maar vaak kortstondig -
succes (bij elke twee passen
voor-, gaat hij één achteruit).
De slak laat zich door niets of
niemand opjagen, de mens
daarentegen door alles en ie
dereen.
Dierensymboliek
Opvallend element in het pro
za van Grass is dat in veel ge
vallen dieren een centrale rol
spelen. De wolfshond Prinz
bijvoorbeeld die in „Hondeja
ren" de opkomst en ondergang
van het Derde Rijk meemaakt
als huisdier van Adolf Hitler.
Of de bot die - in Grass' gigan
tische- kookboek „De bot" -
door een visser wordt gevan
gen in de prehistorie en die, in
ruil voor zijn vrijheid, de man
nelijke soort aan de wereld
heerschappij helpt. Titels als
„Kat en muis", „De rattin" en
het al eerder genoemde „Uit
het dagboek van een slak"
spreken boekdelen. Grass
heeft de sprookjesachtige die
rensymboliek een nieuw - mo
derne - inhoud gegeven.
Artur Knoff
Aan het pseudoniem Artur
Knoff zit een aardig verhaaltje
vast. Günter Grass schreef in
1968 een bundeltje onder die
naam om te kijken hoe de
Westduitse literaire kritiek op
zijn teksten zou reageren,
wanneer ze niet duidelijk van
zijn naam waren voorzien.
Wat Grass verwachtte gebeur
de ook: niets. En eigenlijk is
dat niet eens zo vreemd. Som
mige Knoff-verhalen zijn pun
tig en ingenieus, maar het
meeste behoort tot de categorie
„heel kort proza". De thema's
zijn aardig, maar onuitge
werkt, ze zijn schetsmatig en
missen Grass' karakteristieke
diepgang en neiging tot abstra
heren.
De ballerina
Günter Grass is wat je zou
kunnen noemen een veelzijdig
kunstenaar. Hij beoefent niet
alleen vele vormen van beel
dende kunst, maakt gedichten
en romans, maar schreef zelfs
in de jaren '50 vier balletten.
Belangrijk daarbij was zijn hu
welijk met de Zwitserse ballet
danseres Anna Schwarz.
„Mijn belangstelling voor dans
komt zeker allereerst bij het
beeldhouwen vandaan. In de
tijd dat ik in Düsseldorf leerde
beeldhouwen, tekende ik vaak
in balletstudio's om de bewe
ging te bestuderen en die be
langstelling is intenser gewor
den vanwege mijn samenleven
met Anna. vooral tijdens onze
eerste iaren in Parijs. Ik heb
parallel met mijn andere
werk, speciaal voor haar, en
kele danslibretto's geschreven,
waarvan er een paar uitge
voerd en vertoond zijn. Het
balletmotief is overigens ook
terug te vinden in „Hondeja
ren", het speelt er een grote
rol in".
In 1956 resulteerde Grass' in
teresse voor ballet in het essay
„De ballerina". Grass werpt
zich daarin op als de maecenas
van het klassiek ballet, dat
halverwege de jaren '50 in de
verdrukking dreigt te komen
tussen allerlei moderne dans
vormen. Met precisie tekent
Grass de ballerina: een getergd
wezen, levend als een non,
blootgesteld aan alle verleidin
gen, onderworpen aan de
strengste ascese, strijdend met
haar lichaam en de spiegel,
kwetsbaar en vooral eenzaam.
„Iedere tenor zal, als zijn stem
dat vereist, achter zich naar de
stoelleuning grijpen - en altijd
zal er eep stoel of iets anders
binnen handbereik zijn. En
mét die greep zal hij zijn stem
nieuwe kracht geven, zal het
hem lukken de aria meesle
pender te zingen. Maar dat
geldt niet voor de ballerina.
Haar is niet veel toegestaan.
Haar lichaam - die uitwas van
gekwelde, naar buiten gekeer
de schoonheid, die op het punt
staat in lichtelijk hysterisch
gehuil uit te barsten - blijft zo
dra uit de coulissen is vrijgela
ten, haar enige rekwisiet. Een
zaam beschrijft ze haar figuren
en ze bereikt tussen de derde
en vierde pirouette die graad
van eenzaamheid, die zelfs hét
meest Duitse dichtertje niet
bereikt. Maar als de balle
rina valt, dan verstijft het par
ket, dan wordt het warm op de
rangen, felverlicht en nuchter
strekt zich het toneel uit, pro
gramma's worden gevouwen,
opengevouwen, en overal
wordt gefluisterd dat de balle
rina al 27 is, slist en geen blin
dedarm meer heeft."
Günter Grass zet in dit mooie
essay het ballet af tegen kook-
en schilderkunst. Hij noemt
het klassieke ballet „de onna
tuurlijkste en daarmee meest
volmaakte van alle kunsten".
Een surrogaat is zijns inziens
onmogelijk, tenzij: „Het zou
lukken uit al die experimen
ten - en tot nu toe werden en
kel experimenten getoond -
even sterke formules van de
dansbeweging uit te kristalli
seren, die net als het ballet ie
dere toevalligheid missen. Dan
pas zal de ballerina voor de
laatste keer een buiging ma
ken".
JOOST GALEMA
Günter Grass: „Linkshan
dig" Uitgeverij Meulenhoff.
Prijs ƒ26,50.
Günter Grass: „Hondeja
ren". Uitgeverij Meulen
hoff., Prijs ƒ22,90.
Boeken over de natuur zijn er
zo veel, dat men welhaast door
de bomen het bos niet meer
ziet. Een nadeel kan dat nau
welijks worden genoemd,
want des te groter is de keus.
Over het bos gesproken: daar
over is bij Zomer Keuning
een prachtig boek verschenen,
heel origineel „Het bossen-
boek" getiteld, waarin schrij
ver Ton van Wijlen hij had
eerder succes met zijn „bosat
lassen op vakbekwame wij
ze veel uit de doeken doet
over het bos. Hij neemt de le
zer mee naar bossen, duinen,
moerassen, veengebieden en
andere stukken natuur en laat
zien wat daar op het gebied
van flora en fauna allemaal te
beleven is. En dat is ook al
vreet de zure regen aan Neer-
lands groen toch nog ver
rassend veel. De prettig ge
schreven tekst, waarin heel
systematisch de wetenswaar
digheden over het bos aan bod
komen, wordt ondersteund
door honderden illustraties, fo
to's zowel als tekeningen.
Over de stijl van de houtskool
tekeningen kan men redetwis
ten, feit blijft dat het boek
mede daardoor tot een afwis
selend en buitengewoon inte
ressant geheel is geworden.
Een werk, waarin men dik
wijls zomaar zal bladeren, ook
als men de tekst allang kent.
Zonder meer een zeer instruc-
Vogelboek
neen een volledig vernieuw
de editie van het boek, dat al
gemeen als de beste herken-
ningsgids voor vogels in ons
land wordt beschouwd: „Het
vogelboek" van Philip Burton
en Philip Hayman. De nieuwe
editie bevat nog meer prachti
ge kleurenillustraties, terwijl
de tekst geheel is geactuali
seerd. De laatste ontwikkelin
gen op het gebied van de vo
gelkunde zijn erin verwerkt.
Het boek behandelt aan de
hand van werkelijk schitte
rende kleurenplaten driehon
derd Westeuropese vogelsoor
ten. Behalve de duideliike
kleurentekeningen van de De-
schreven soorten worden
daarvan ook silhouetten afge
beeld, hetgeen de herkenning
vergemakkelijkt.
De groepering van de vogels
in het boek is geheel afge
stemd op de „gebruiker". In
plaats van de tradionele we
tenschappelijke volgorde is ge
kozen voor een rangschikking
naar gelijkenis, hetgeen het
veel eenvoudiger maakt
vooral voor de betrekkelijke
leek een bepaalde vogel
soort op te zoeken.
Het vogelboek bevat ook in
formatie over de bouw van vo
gels, het waarnemen, ringon-
derzoek, vogeltrek, broedtij
den, interessante vogelgebie-
den in Europa, adressen van
vogelbeschermingsorganisaties
en kaarten die de verspreiding
van de vogels in de verschil
lende seizoenen laten zien.
Een zeer compleet, uitstekend
verzorgd boekwerk. Toch
twee kanttekeningen: het boek
is wat groot; je neemt eht niet
makkelijk mee de natuur in.
Voorts: het recensie-exem
plaar dat ondergetekende ont
ving bevatte nogal wat onbe
drukte pagina's. Laten we er
maar van uitgaan dat de „ech
te" oplage dit euvel niet meer
kent.
Pretentie
Ook voor de „natuur binnens
huis" kan men bij Zomer
Keuning terecht. Voor de ka
merplantenliefhebbers heeft
men in de Groenboekerij het
„Het volkomen kamerplanten
boek" van Rob Herwig uitge
geven. Een titel met nogal wm
pretentie, maar het moet ge
zegd: die wordt waargemaakt.
Men heeft met dit boek een
werk in handen, waarmee
gen van planten binnenshuis
gaat. Het boek verschijnt in
een zeer hoge oplage, verdeeld
over een aantal landen in Eu
ropa. Een voordeel daarvan is,
dat de productiekosten breed
konden worden uitgesmeerd,
waardoor men het boek voor
slechts zeven tientjes (als het
alleen in Nederland zou ver
schijnen zou het het dubbele
hebben gekost!) in handen
heeft. Wie die prijs nog hoog
vindt, moet dit werk eerst
maar eens op de hand gaan
wegen in de boekhandel. Men
krijgt een waardige pil in han
den, waarin niet minder dan
duizend kamer-, kas- en kuip-
planten op bondige, systemati
sche wijze worden behandeld
en waarin het illustratieve
deel niet kinderachtig is aan
gepakt: vele honderden schit
terende kleurenfoto's maken
het werk tot een lust voor het
oog. De styling van het boek is
zeer verzorgd en rustig.
Wie denkt: Ja maar ik heb al
een kamerplantenboek, die
moet bedenken, dat de plan
ten markt zich razendsnel ont
wikkelt. Het handelsverkeer
neemt toe, er worden steeds
meer nieuwe soorten aange
voerd, kwekers breiden het as
sortiment uit met sterkere en
fraaiere rassen, kortom: be
staande kamerplantenboeken
verouderen snel en veel „nieu-
we"planten zal men er niet in
aantreffen. Met dit euvel heeft
veelschrijver Rob Herwig
voorlopig afgerekend. Het
moet gek lopen wil men een
plant niet in dit werk aantref
fen. Behalve dat het boek
planten beschrijft, wordt ook
ruime aandacht besteed aan de
verschillende vaak verras
sende manieren waarop
men planten kan houden en
onderhouden. Al met al een
„volkomen" kamerplanten
boek.
LEO HENNY
Ton van Wijlen: „Het bos-
senboek". Uitgeverij: Zomer
Keuning, Ede; 191 blz., ge
bonden. Prijs: 49,90.
Philip Burton en Philip
Hayman: „Het vogelboek".
Uitgeverij: Zomer Keu
ning, Ede; 260 blz., slappe
kaft. Prijs: ƒ34,90.
Rob Herwig: „Het volkomen
kamerplantenboek". Uitge
verij: Zomer Keuning
(Groenboekerij); 384 blz., ge
bonden. Prijs: 69,90.
i
Bartok is nooit een „pu-
bliekscomponist" geworden.
Veel van zijn werk is te on
toegankelijk om bij een
groot publiek echt populair
te worden. Merkwaardig is
dat de laatste werken, bij
voorbeeld diens derde piano
concert, eerder „begrepen"
worden dan bijvoorbeeld het
eerste.
Philips bracht een heel bij
zondere cassette uit waarop
het oeuvre van Bartok voor
orkest en piano van begin
tot einde is te horen. Het
gaat om de drie pianoconcer
ten, de Muziek voor snaarin
strumenten, slagwerk en ce
lesta, de Rhapsody voor pia
no en orkest opus 1 en het
Scherzo voor piano en or
kest.
De cassette, zowel op plaat,
bandje als op cd, is bijzonder
omdat daarmee een heel be
langrijk deel van de muzika
le erfenis van deze bijzonde
re Hongaar onder handbe
reik komt. Maar ook omdat
de uitvoeringen op een heel
hoog peil staan. De pianist in
kwestie is Zoltan Kocsis, een
in 1952 geboren Hongaar die
inmiddels met bijna alle be
langrijke orkesten in de we
reld heeft gespeeld. Kocsis,
die een heel breed repertoire
heeft, werd al op vijfentwin
tigjarige leeftijd docent aan
het conservatorium van Boe
dapest. Zijn kwaliteiten zijn
ook nu duidelijk hoorbaar:
een prachtig touché en een
heel boeiende ritmiek.
Kocsis speelt met het Buda
pest Festival Orchestra on
der leiding van Ivan Fi
scher. Dit orkest beschikt
over goede kwaliteiten, die
uitstekend combineren met
het pianospel van Kocsis.
Voor de Bartok-liefhebber is
deze cassette een van de be
langrijkste uitgaven van de
afgelopen tijd; een „must".
Voor wie Bartok niet (zo
goed) kent is het een mooie
gelegenheid dat muzikale
avontuur aan te gaan. Wat
betreft de pianoconcerten
kan men beter niet met het
eerste beginnen, maar met
het derde of' tweede. Zo
groeit de vertrouwdheid met
Bartoks muziek eerder.
Ravel en Bach
De grammofoonplatenmaat
schappijen hebben vrijwel
allemaal een serie goedkope
re cd's. Het betreft meestal
opnamen van al wat langer
geleden, die „verdoekt"
worden op een cd en tegen
een lagere prijs over de
toonbank gaan. Het motief
om zulke plaatjes te kopen
kan heel verschillend zijn.
De een ziet de muziek van
een geliefde, maar grijs ge
draaide grammofoonplaat in
de gedaante van een cd te
rug en koopt daarom zo'n
oudere opname, anderen
hebben belangstelling uit
verzamelaarsmotieven of uit
historische interesse.
Deutsche Grammophon
heeft in de Galleria-serie
een oude opname van pia
niste Martha Argerich met
het pianoconcert in G van
Ravel opnieuw uitgebracht.
Het orkest is het Berlijns
Philharmonisch onder lei
ding van Claudio Abbado.
irder
teller
;e va
den
[andsi
esië
lellen
Noor
;atter
|r de
De opname uit 1967 is rptiec'
kaal gezien de moeite wj" van
maar de opname klink(opa s
kaal. ten e
VooY de liefhebbers is Qgriar
van Helmut Walcha aaijjniijj,
orgel van de St. Laure»egge
Alkmaar een must. Duien 0
den orgelliefhebbers heLn
in de zestiger jaren p|or(j(
van deze bijzondere orgl te
gekocht. Ze waren in zt^
zin toonaangevend. Biichee
opnieuw beluisteren i]j
deze opnamen via d( £ui
blijkt opnieuw de muzi^erc|£
teit en degelijkheid vanL wj
mut Walcha. Tegenove^rt r
modieuze Bachspel van|
al wat huidige organ istr
deze manier van spelerVCr
na een verademing, zo
overigens helemaal terii33
willen naar zijn opvattin i
De cd is ook interessanflQIT
dat het orgel in Alki
hierop te beluisteren is [311
het klonk voor de grote
tauratie, die vorig jaar kj h
afgerond. In dubbel opjeu
een historische cd. a(jeli
i dui
EMI brengt ook diversj1"
teressante oudere opniJnen
uit op cd. Bij voorbeeld
tweede symphonie vaiP
gar, door het London 'tten
harmonie Orchestra o6en
leiding van Sir Aij* c
Boult. Het zijn opname
al weer ruim twintig jaap* 01
leden, maar het pleziel *jai
men er aan kan belevf'Jk
eigenlijk onverminderd.Ben 1
CBS heeft opnamen vaftten
gitarist John William^16"
1975 op de cd gezet. Help
de luitsuites van Bach^rat
onder de handen van \(ten-
ams bijzonder aantrekk|B|
klinken. Dat Williamfll~l
luitmuziek op gitaar sB^L
wordt verantwoord doff™
wijzen op de buitenge^arj.
praktische instelling i|: 'u
Bach, zowel ten aanzienjmpigi
het schrijven van mjerij:
(hergebruik, transcrijPj*1.0!
en de bestemming er |14gJ
Murray Perahia, huispijlq1?.
van CBS, zette in 1975 P'3'
delssohns pianoncerterrjj ,J
de plaat. Die opnamenL sl
nu op cd verschenen, aaf per
vuld met nieuwe opnapi wit
van pianomuziek van I1 wi'
delssohn (o.a. de Varia[
serieuses). De combijn 9,£
van oude en nieuwe cRVEii
men wordt wel vakerf00
maakt, en soms is daar j1" 9
op tegen. Maar bij dezL 9"
komt toch de vraag o» en
CBS Perahia niet opnRMAi
Mendelssohn had moeter 00
ten spelen. En dan waV1"^
betreft niet met the Aokg
my van Neville Marri stui
maar met het Concefo 10
bouw Orkest. De combifc1'7*
Perahia-Amsterdam is [gcR®
Beethoven (pianoconceL ho
erg vruchtbaar gebla
Dergelijke opnamen
ook meer recht doen aan
rahia als pianist, die zicjvoer
tien jaar ook verder hren
ontwikkeld. De solo-p|"7-2
werken die op de cd
werden in 1984 opgenqf '5
en klinken toch echt aip. h<
dan de pianoconcerten. I koei
De „nieuwe Perahia" kPRUI
wat mij betreft veel mrQer
dan diens eerdere opnar
Jammer dat de pianocono-24
ten van Mendelssohn p- ei
óók zo mooi klinken.
LÜTSEN KOOISKj
Bartok: The Works for
and Orchestra door Zoltan j
sis piano en Ivan Fischeri
gent van het Budapest Fe;
Orchestra; Philips 41683T
(cd, lp en mc).
Ravel: Piano Concert in
Gaspard de la nuit: Marthj
gerich piano en Berlin Phi
monic Orchestra o.l.i
Abbado; Deutsche Grammi
419062-2.
Bach: diverse orgelwerken!
Helmut Walcha Deutsche
mophon 419047-2.
Elgar: Symphony no. 2
London Philharmonic Orchj
o.l.v. Sir Adrian Boult;
CDC 7 472052.
Bach: Four Lute-suites
John Williams, gitaar; CB!
42204.
Mendelssohn: Pianoncertenl
Murray Perahia en The
my of St. Martin in the
o.l.v. Neville Marriner. C'
42401.