ok zonder exacte vakken
un je gelukkig worden
Anderstaligen raken
steeds verder achter
Water is
meer dan H.O
ATERDAG 16 JANUARI 1988
NUAH
Gefeliciteerd. Geslaagd met exact.
Vie deze spreuk op bushuisjes en
lussen leest, krijgt het idee dat een
pkket met exacte vakken alleenza-
jmakend is. Deze reclame voor
;acte vakken wordt echter niet
•or iedereen evenzeer gewaar-
leerd.
Hevrouw H.P. Philipoom, dekaan havo
•an het Thomas More-Ariéns College in
)en Haag, heeft er geen goed woord
toor over. „Die reclame op de bushuis-
és vind ik onverantwoord. Ik bestrijd
en stelligste dat iemand zonder exacte
vakken niets kan bereiken. Iedereen kent
wel mensen in zijn omgeving die ook
zonder exacte vakken veel succes heb
ben".
Voordat de campagne „Kies Exact" was
gestart, was er volgens haar al een trend
dat leerlingen vaker exacte vakken ko
zen. „Soms zelfs vaker dan ze aankon
den. Vooral op vwo en havo kiezen de
leerlingen de laatste jaren erg pragma
tisch. Ze proberen hun vakken zoveel
mogelijk af te stemmen op de eisen van
de vervolgopleidingen. Op vwo en havo
hebben wij in elk geval niet gesignaleerd
dat de leerlingen exact kiezen als gevolg
van de campagne. Anders is het op de
mavo waar nu opeens veel meer leerlin
gen exact zijn gaan kiezen. Volgens de
dekaan van de mavo zullen zeker twin
tig van hen het niet halen. Hij houdt
dan ook zijn hart vast".
Kneusjes
Volgens mevrouw Philipoom worden de
mavo-leerlingen duidelijk door de cam
pagne beïnvloed en kiezen ze vaak exact
tegen beter weten in. „Leerlingen zonder
aanleg worden toch een soort kneusjes.
Die benadering op de bushuisjes Gefeli
citeerd. Geslaagd met exact vind ik dan
ook vrij grof. Ik ben er van overtuigd
dat vwo- en havo-leerlingen ook zonder
die actie exacte vakken zouden kiezen,
maar de mavo-leerlingen niet. Wij kun
nen een vak wel afraden, maar .de leer
lingen mogen het toch altijd proberen.
In principe is de nieuwe wiskunde A
voor iedereen haalbaar, maar die bestaat
alleen nog maar op het vwo. Op de havo
komt het ook, maar voor de mavo is er
nog niets. Dat zal met de doorstroming
dus de nodige problemen geven".
In haar ogen is de campagne te snel van
start gegaan. „Het gaat nu allemaal een
beetje over de ruggen van de kinderen
heen. Ik begrijp het wel: vanuit het mi
nisterie bekijk je de structuren. Maar wij
zien de kinderen. Ik zie Marietje falen
omdat ze het niet kan. Het is niet nodig
dat op deze manier allerlei mensen ge
kneusd worden. Ik ben er bovendien ab
soluut niet van overtuigd dat exacte vak
ken alleenzaligmakend zijn. Je kunt je
zelf afvragen in welke mate je wiskunde
nodig zal hebben".
Talen
Zij heeft niet het idee dat er door de ac
tie „Kies Exact" minder talen gekozen
worden. „De belangstelling voor de talen
gaat zeker niet achteruit. Integendeel, ta
len zitten er veel meer bij dan vroeger.
De laatste jaren wordt talenkennis in het
bedrijfsleven steeds meer gewaardeerd;
ook in de technische sector gaat men
meer het belang inzien van talenkennis.
Dat geldt niet voor geschiedenis en aard
rijkskunde; die vakken doen het ontzet
tend slecht. Aangezien er bijna geen op
leidingen bestaan die geschiedenis of
aardrijkskunde vragen, zijn er ontzet
tend weinig leerlingen die die vakken
kiezen. De weinigen die het wel doen,
kiezen het echt bewust omdat ze bij
voorbeeld iets in het toerisme willen
gaan doen. Zeker niet met het idee dat
ze een pretpakket willen hebben. Een
pretpakket bestaat trouwens niet. Het is
onzin om te zeggen dat geschiedenis en
aardrijkskunde geen relevante vakken
zouden zijn; je moet er ontzettend hard
voor werken! Vakken die enorm in dc
lift zitten, zijn handel en economie.
Vooral bij leerlingen die geen aanleg
hebben voor exacte vakken zijn handel
en economie erg populair".
Al met al is ze van mening dat de actie
voor de exacte vakken vrij overbodig is.
De meeste leerlingen zijn er immers al
van overtuigd dat ze positief moeten
kiezen. Negatieve keuzes -„ik laat vallen
wat ik niet kan" - komen steeds minder
voor. „Dat wil niet zeggen dat ik het niet
eens ben met het doel van de actie. Het
is uiteindelijk de bedoeling de meisjes te
emanciperen en dat is op zich een goede
gedachte. Er zijn absoluut meer jongens
dan meisjes die exact kiezen. Maar ik ge
loof niet dat deze actie het middel is om
dat te veranderen. Ik zou een verplichte
bijscholing van de docenten van exacte
vakken willen bepleiten waarin de man
nelijke benadering van die vakken wordt
aangepakt. Als die vakken minder vrou
wonvriendelijk worden, komen er van
zelf meer meisjes op af'.
JEANNETTE VOORBIJ
Voor anderstalige leerlingen van
twaalf tot zestien jaar is er onlangs
een nieuwe leergang Nederlands
uitgekomen „Anders Nederlands".
Met deze cursus zouden de leerlin
gen aanzienlijk sneller en beter Ne
derlands leren dan met andere me
thoden.
De anderstalige leerlingen in het voort
gezet onderwijs hebben een ontzettend
grote achterstand en halen vaak de eind
streep niet. Doordat ze het Nederlands
zo slecht beheersen, kunnen ze ook
slecht meekomen in de andere vakken.
Het gaat om een groep van in totaal
50.000 leerlingen die vooral in het lager
beroepsonderwijs zitten. Volgens de vak
groep taalbeheersing van de rijksuniver
siteit Groningen, die de cursus heeft sa
mengesteld, is er een groot gebrek aan
goed materiaal om anderstaligen Neder
lands te leren.
Loukie Nak, docente Nederlands van de
Haagse scholengemeenschap Zuidwal-
land die bijna alleen maar anderstalige
leerlingen heeft, spreekt zelfs van een
chronische achterstand. Volgens haar
staat het voortgezet onderwijs te sprin
gen om goed lesmateriaal voor andersta
ligen. „Ik denk trouwens niet dat je met
één methode die achterstand weg kan
halen. Het niveau gaat steeds verder
achteruit. Je zal altijd daarnaast zelf ma
teriaal moeten maken, dat doen we nu
ook. Ik vind de bestaande methodes in
houdelijk niet goed. We noemen ze ook
wel witte methodes, omdat ze erg wes
ters getint zijn. Er komen altijd blanke
kinderen in voor. Bovendien wordt er
veel te weinig ingegaan op begrijpend le
zen. Bij de methode die wij gebruiken,
zitten af en toe teksten die nergens op
slaan, althans niet voor mavo- en lbo-
leerlingen en zeker niet voor anderstali
gen. Die teksten zijn veel te moeilijk en
sluiten totaal niet aan op de belevings
wereld voor anderstaligen. Er is bijvoor
beeld een tekst over toneel spelen, waar
om mensen lid worden van een ama
teurvereniging. Dat is geen tekst voor
anderstaligen want in die culturen spelen
ze niet zo gauw toneel!".
Herschrijven
De meeste problemen liggen volgens
Loukie Nak bij het lezen. „Begrijpen wat
er staat, dat is het moeilijkst. Ze praten
best wel en ze kunnen ook wel moppen
in het Nederlands vertellen, maar een
biologie- of geschiedenisboek is toch ver
warrend. De meeste methoden van die
vakken houden geen rekening met an
derstaligen. In samenwerking met de
Ook anderstalige kinderen die al acht of negen jaar in Nederland wonenblijken vaak een grote achterstand in de
Nederlandse taal te hebben.
lerarenopleiding van Utrecht zijn wij
dan ook bezig met het herschrijven van
de biologiemethode die wij gebruiken".
Helaas wordt over het algemeen het pro
bleem van de anderstaligen onderschat.
Dat blijkt bijvoorbeeld 'uit de weigering
van verschillende educatieve uitgeverij
en om de nieuwe leergang „Anders Ne
derlands" uit te geven. De uitgeverijen
aan wie de nieuwe leergang was aange
boden, vonden het commerciéle risico
van de uitgave te groot vanwege het te
geringe aantal leerlingen waaruit de
doelgroep zou bestaan. Dat is dan ook
de reden dat het lessenpakket is uitgege
ven bij het Christelijk Pedagogisch Stu
diecentrum in Hoevelaken.
„Anders Nederlands" bestaat uit driv
onderdelen: luisteren, communicerend
leren en lezen. Het luistergedeelte is be
doeld voor beginners, leerlingen die net
uit hun geboorteland in Nederland zijn
aangekomen. Zonder dat zij een woord
hoeven te zeggen, raken zij met het Ne
derlands vertrouwd. Door opdrachten
als „pak een spons" of „doe de kraan
aan" uit te voeren kunnen ze laten mer
ken dat ze de taal begrijpen. In de vol-
FOTO: CEES VERKERK
gende fase leren de kinderen Nederlands
aan de hand van thema's die bij hun
leefwereld aansluiten, zoals mode,
vriendschap of hobby's. Elk thema kan
op vier verschillende niveau's behandeld
worden zodat alle leerlingen over het
zelfde onderwerp kunnen praten. Bij het
onderdeel lezen leren de leerlingen een
tekst te begrijpen zonder gebruik te ma
ken van een woordenboek, met behulp
van illustraties en samenvattingen. Het
lessenpakket bestaat uit tien boekjes, ne
gentien cassettebandjes en een uitgebrei
de docentenhandleiding.
JEANNETTE VOORBIJ
„Toepassing van wetenschap is ook niet waardenvrij"
FOTO: Di
Christelijke scheikunde bestaat
niet, maar er zijn wel leraren die
het vak scheikunde aan de leerlin
gen doorgeven vanuit hun christen
zijn. Die leraren vertellen ook dat
in scheikundige taal water „H,0"
wordt genoemd, maar ze vertellen
er meer bij. Wat dat „meer" kan
zijn, legt Rien de Bruin (Breda) uit.
Hij is leraar scheikunde aan een
christelijke scholengemeenschap in
Dordrecht en maakt deel uit van
een werkgroep die probeert lesma
teriaal samen te stellen uitgaande
van de identiteit van confessionele
scholen. De Unie School en Evan
gelie is hiervan de initiator.
„Voor mij is heel wezenlijk dat leerlin
gen doorkrijgen dat wat zij bij het vak
scheikunde als feiten leren, conclusies
zijn van anderen en maar in beperkte
mate iets zeggen van de werkelijkheid
om hen heen. Neem het voorbeeld van
het water. Scheikundigen zeggen dat een
watermolecuul bestaat uit twee atomen
waterstof en een atoom zuurstof. Nie
mand kan dat zo zien aan een druppel
water, maar geleerde mensen hebben dat
zo geconcludeerd. Zo'n formule is feite
lijk een heel simpel model van een stuk
je werkelijkheid dat de leerling niet kan
zien. Maar water is natuurlijk veel méér
dan het simpele H,0. Het is juist één
van de meest complexe vloeistoffen die
we kennen. Zo is water een oplosmiddel
voor heel veel stoffen; water kaatst een
deel van het licht terug; water als vloei
stof heeft niet bij 0 graden, maar precies
bij 4 graden de grootste dichtheid; water
heeft een stabiliserende invloed op het
weer en zo kun je nog wel een poosje
doorgaan.
Water is dus heel wat meer dan twee
atomen van dit en een atoom van dat.
Ook buiten de directe sfeer van de na
tuurwetenschappen heeft water een rui
me betekenis. In de bijbel bijvoorbeeld
is water een veel voorkomend begrip.
Soms is dat woord het symbool van cha
os, van ondergang, bijvoorbeeld in de
Openbaring van Johannes. Maar het wa
ter kan ook levenbrengend zijn: Jezus
die zichzelf het levende water noemt.
Gevaar
Het grote gevaar van het vak scheikunde
- maar dat gevaar geldt ook voor andere
zogeheten exacte vakken - is dat mensen
niet meer inzien dat zo'n vak-formule
als H;0 maar een manier van zeggen is,
een bepaald aspect uitdrukt van de wer
kelijkheid. Dan wordt het modél van die
werkelijkheid verward met de werkelijk
heid zelf.
Het heeft alles met mijn levensovertui
ging te maken dat ik probeer te voorko
men dat ik zelf en mijn leerlingen in die
val trappen. Scheikunde is méér dan het
leren van wat formuletjes. Ik probeer
kinderen in verwondering te laten zien
naar wat er allemaal in de schepping is
en wat er uit die schepping wordt ge
haald. Tegelijkertijd met die verwonde
ring is de verantwoordelijkheid gegeven.
Hoe gaan we met de schepping om en
dan speciaal op het vlak van de schei
kunde. Wat zijn de effecten van bepaal
de scheikundige handelingen?
Het christen-zijn heeft te maken met de
manier waarop je in de werkelijkheid
staat en de manier van kijken naar die
werkelijkheid. Dat werkt door, ook tot
in een vak als scheikunde. Zowel op
school, als leraar, als in de uitoefening
van het vak in het bedrijfsleven.
Voor mij is wezenlijk de kinderen te wa
penen tegen het absolutistisch denken,
zo van: „de wetenschap heeft bewezen
dat...". Wie is die meneer wetenschap
dan wel, vraag ik en wat wilde die me
neer bewijzen en op welke manier? Het
is een kwestie van eerlijkheid, denk ik,
om dergelijke uitspraken over „de we
tenschap" te ontmaskeren. Hun te laten
zien dat wetenschappelijke uitspraken
niet van een hogere orde zijn, die bij
wijze van spreken méér waar zijn dan
andere uitspraken.
Confessionele scholen hebben ook een
verantwoordelijkheid naar mijn besef
wat betreft de ethische aspecten van de
schoolvakken. Al genoemd is de verant
woordelijkheid die je hebt ten opzichte
van de schepping. Bij een vak als schei
kunde denken mensen al gauw aan scha
delijke effecten aan het milieu, maar de
ethiek komt ook om de hoek kijken bij
ontwikkelen en toepassen van stoffen
voor bijvoorbeeld de voedsel verwerken
de industrie.
Leerlingen van confessionele scholen
moeten ook in de beroepsvoorbereiding
leren dat geen enkele wetenschap waar
denvrij is en dus de toepassing ervan in
het bedrijfsleven ook niet. Wat mij be
treft is er al heel wat gewonnen als leer
lingen van confessionele scholen met die
instelling jegens de wetenschap en de
toepassingen ervan de maatschappij in
gaan".
LÜTSEN KOOISTRA