t
Efteling exporteert sprookjes
finale
De thermen
in Heerlen:
het oudste
eroscentrum
van ons land
■CcidócGornxmt'
De onlangs overleden
tekenaar Anton Pieck
is de vader van het
succes van de Efteling,
zoals het park
tegenwoordig wordt
genoemd. Hij
veranderde een simpel
speeltuintje, dat in
1933 door twee
kapelaans in de
kinderschoenen werd
gezet, in een
sprookjespark van
internationaal niveau.
Van 1950 tot 1975
maakte Anton Pieck
de ontwerpen voor de
nieuwe attracties.
Maar ook daarna
werkte hij nauw samen
met zijn opvolger, Ton
van de Ven, hoofd
Ontwerp en
Ontwikkeling van de
Efteling. Op deze
pagina een gesprek
met deze ontwerper
over de „Pieckeriaanse
stijl" en de toekomst
van de reusachtige
amusementsparken.
KAATSHEUVEL - Met reusachti
ge achtbanen, reuzenschommels en
andere adembenemende attracties
dingen de amusementsparken naar
de gunsten van het miljoenenpu
bliek. In het vakjargon heten zulke
hemelbestormende superlatieven
thrill-rides. Ze worden steeds gro
ter, hoger, sensationeler, sneller en
spectaculairder. Op die vergrotende
trap naar het adrenaline-Walhalla
proberen de parken elkaar voort
durend te overtreffen. Maar het
plafond komt in zicht. „In Ameri
ka is de tijd van nog hoger en nog
dramatischer al voorbij. Europa ijlt
nog wat na", zegt Ton van de Ven,
hoofd Ontwerp en Ontwikkeling
van de Efteling.
..Net als in Amerika zal ook hier de
trend zich ontwikkelen naar rustiger vor
men van vermaak, bijvoorbeeld naar de
zogeheten dark rides". Dat is de vak
term voor de attracties waarbij het pu
blick in een bootje, treintje of wagentje
door feeëriek verlichte landschappen
toert, omringd door levensechte figuren
uit sprookjes of mysterieuze landen.
..Fata Morgana", de geheimzinnige oos
terse stad die de Efteling voor bijna zes
tien miljoen gulden liet bouwen, is Euro
pa's mooiste voorbeeld van zo'n dark
ride. Volgens kenners torent dat schitte
rende ontwerp van Ton van de Ven zelfs
uit boven de fameuze dark rides in Dis
neyland en Disneyworld, zoals „Pirates
of the Caribean", een driedimensionaal
avonturenverhaal over een stelletje zee
rovers en ander ongeregeld spul dat in
een Mexicaans decor schepen overvalt
en dorpen platbrandt.
Holle bolle gijs
Bescheiden als hij is, wil Ton van de
Ven zelf die vergelijking met Disney niet
maken. Wel stelt hij tevreden vast dat
zijn Fata Morgana wereldfaam geniet.
De Efteling scoort vooral hoog met de
unieke robotica van de computerge
stuurde poppen en dieren.
„Die apparatuur is ontwikkeld door een
aantal handige jongens en parkmalloten
van de Efteling. Het is niet moeilijk om
een pop te laten bewegen, maar wel om
expressie en emotie in die beweging te
leggen. Met ons besturingssysteem kan
dat. Wij zijn in staat ons daarbij op heel
hoog niveau te manifesteren".
De poppen bewegen zó levensecht dat
pretparken uit de hele wereld er belang
stelling voor tonen. „Wij willen die
know how en zo mogelijk ook de hard
ware gaan exporteren. Als een park be
langstelling heeft voor het hele concept
van Fata Morgana, dan leveren wij de
blauwdruk".
Het is overigens niet de eerste keer, dat
de technische hoogstandjes van de Efte
ling in het felle licht van de professione
le schijnwerpers staan. Holle Bolle Gijs,
de milieuvriendelijke vuilnisbak die met
zijn zware basstem „dankjewel" bromt
als kinderen papiertjes en afval tussen
zijn machtige kaken proppen, bezorgde
hel park al in de jaren vijftig grote faam.
Zelfs uit Japan kwamen ontwerpers kij
ken naar het leuk verpakte stukje tech
niek dat het park op een even simpele
als originele manier schoon hield.
De corpulente afval-eter is één van de
spraakmakende attracties uit het be
faamde sprookjespark dat sinds 1951
ruim veertig sprookjes levensecht in
beeld brengt. Anton Pieck, de onlangs
overleden tekenaar van de romantiek,
maakte het ontwerp. In Kaatsheuvel
werden zijn papieren creaties tastbaar èn
levensecht neergezet in wat wel eens een
„dark ride in de open lucht" wordt ge
noemd.
Toen Anton Pieck uit gips zijn eerste
ontwerpen voor het sprookjespark boet
seerde, zat Ton van de Ven nog in de
schoolbanken. In 1965 studeerde hij af
aan de Academie voor Beeldende Kun
sten.in Eindhoven en trad in dienst van
de Efteling. Hij kreeg er meteen een vor
stelijk opdracht: het maken van een ont
werp voor „De Indische Waterlelies",
een sprookje geschreven door koningin
Fabiola van België. Met betrekkelijk
eenvoudige technische middelen bereik
te hij een sprookjesachtig resultaat.
Tien jaar lang werkte de jonge ontwerper
zeer nauw samen met Anton Pieck. Elke
woensdag kwam de krasse tekenaar naar
Kaatsheuvel om ontwerpen te bespre
ken. „Vaak waren we urenlang samen
schetsmatig bezig. Hij heerste als een
milde dictator. Maar hij was ook een.
man die blijvend kon motiveren en in
spireren. Hij vond het heerlijk om voor
de Efteling te ontwerpen, want dat leid
de tot driedimensionale monumenten en
daar had hij lol in. Hij zei ook altijd: ik
heb een vreemde natuuf, want ik teken
het liefst griezels, geesten en spoken".
Revolutie
Anton Pieck maakte tot 1975 de ontwer
pen voor de Efteling. Daarna nam Ton
van de Ven de fakkel over. „Ik werkte
verder in de stijl van Anton Pieck. Dat
was een korset dat mij niet knelde. Ik
ben niet zozeer door Anton Pieck als
persoon beïnvloed, maar wel door zijn
werk in het park. Mijn ontwerpen mo
gen immers niet uit de toon vallen. Ze
moeten dezelfde taal spreken. Van huis
uit ben ik industrieel ontwerper. In dat
vak richt je je in de eerste plaats naar de
consument. Het is minder belangrijk hoe
je het zelf vindt. Al doe je natuurlijk
geen dingen die tegen je geweten indrui
sen".
We staan in de werkkamer van Ton van
de Ven. Het lijkt alsof er een Zuidameri-
kaanse revolutie heeft gewoed. Mappen
met tekeningen leunen tegen de muren.»
Het bureau en de vergadertafel zijn be
zaaid met stapels vluchtige krabbeltjes
en schetsen. Het behang is aan het oog
onttrokken door misschien- wel honderd
tekeningen van romantische gebouwen,
nostalgische doorkijkjes, sprookjesfigu
ren, griezels en beesten die lijken gebo
ren uit een nachtmerrie.
Tekeningen van „Fata Morgana" zijn
veruit in de meerderheid. Er hangen ook
een paar schetsen uit de allereerste
broeierige ideeënfase: een Fata Morgana
in de vorm van een grote roomtaart, ba
lancerend op de rand van kitsch. „So
what, als het. maar lekker is", zegt Ton
van de Ven, terwijl hij de ontwerpen
voor de decors en poppen van ondertite
ling voorziet. Ze voldoen stuk voor stuk
aan het stereotiepe beeld dat veel men
sen hebben van de sprookjeswereld van
1001 nacht: de ongekende rijkdom van
de pasja's, de verschrikkelijke armoede
van louche kijkende bedelaars, de geest
uit de fles. Alibaba, rovers, kamelen,
smalle steegjes met exotische winkeltjes
en afdingende klanten.
De ontwerpstudio van Ton van de Ven
leunt tegen de voormalige hoofdingang
van het amusementspark. Het hek is op
slot. De Efteling houdt winterslaap. De
kassa's die het afgelopen seizoen weer
een file van meer dan twee miljoen be
zoekers zagen passeren, staan er verlaten
bij. De bordjes met de bondige medede
ling „Gesloten" worden pas tegen Pasen
verhangen. Op de immense parkeerter
reinen struikelt de dwalende blik nu
eens niet over geparkeerde auto's. Ach
ter de hekken staan de attracties roerloos
op de plaats rust, goed ingepakt en geo
lied, zodat die rust niet roest.
In het sprookjespark hangt de stilte van
Doornroosjes betoverde kasteel. Maar
Europa's grootste pretpark is niet in
slaap gewiegd. In de werkplaatsen en
ateliers is men al weer druk bezig met de
voorbereidingen voor het nieuwe sei
zoen. De oude sprookjespoppen gaan
naar de schoonheidsspecialist; nieuwe
worden met veel zorg en liefde uit
kunststof gevormd. Als de lente komt
krijgen ze een plekje in het sprookjes
park. Het gebrom van Holle Bolle Gijs,
het geblaat van de Zeven Geitjes en het
geluid van de tapdansende glazen
schoentjes zal er ongetwijfeld weer
worden overstemd door de kakofonie,
van de superattracties.
Toch zullen die moderne metalen reuzen
die met zevenmijlslaarzen door het mo
derne amusement daveren er niet in sla
gen de sprookjes voorgoed de wereld uit
te helpen. „Sprookjes zijn een volks-
goed. Daar moeten we zuinig op zijn.
Vroeger vertelden ouders sprookjes aan
hun kinderen. Qoor de komst van de te
levisie is dat veranderd. Maar die volks
vertellingen mogen niet verloren gaan,
want eerbied voor het verleden brengt je
verder. Daarom gaan wij nog eens extra
de borstel over ons sprookjespark ha
len", aldus Ton van de Veen.
Made in usa
Veel sprookjesparken in de wereld sprin
gen heel wat minder zuinig om met het
eigen volksgoed. ..De parken in Azië bij
voorbeeld zijn afgietsels van Amerikaan
se voorbeelden. De meeste hebben geen
eigen identiteit. Ik heb in een Japans
park Sneeuwwitje gezien, compleet met
een blank gezichtje en westerse ogen.
Dan denk ik: moet dat nou? Waarom
putten ze niet uit hun eigen rijke arse
naal van volksvertellingen?".
Ton van de Veen kent alle belangrijke
amusementsparken in Amerika, Europa
en Azië. „De Amerikaanse zijn, vaktech
nisch gezien, het interessantst. Disney is
natuurlijk de grote broer waar we alle
maal veel van hebben geleerd". De in
vloed van de legendarische tekenaar en
ontwerper is zo groot, dat hel vakwe
reldje de historie van de pretparken sim
pelweg in twee periodes hakt: Ante-Dis-
ney (AD) - de periode voordat Disney
land in 1955 de poorten opende - en
Post-Disney (PD), het tijdperk erna.
De hemelbestormende superattracties
voor de liefhebbers van spanning en sen
satie dateren overigens al uit het begin
van het AD-tijdperk. „In de vorige eeuw
kende men houten loopingbanen, de zo
genaamde roller coasters. Dat waren ka
meelruggen met diepe dalen. Omdat de
ontwerpers toen nog niets afwisten van
het verdelen van krachten, liepen de
mensen in die houten mastodonten rug
klachten op".
Die „Russische bergen", zoals de houten
roetsjbanen in Europa werden genoemd
(de Franse benaming voor een achtbaan
is nog steeds „montagnes russes"), zijn
de voorlopers van de huidige thrill-rides.
„Waarschijnlijk zijn die attracties zo po
pulair, omdat ze grensverleggend wer
ken. Iedereen heeft iets van een avontii-
rier in zich. In zo'n thrill-ride kun je er
varen hoe een piloot zich voelt. Volgens
sommige vliegers geeft een schroef in
een thrill-ride meer „thrill" dan een
Europees
Opmerkelijk is overigens dat veel Am
rikaanse super-attracties op de tekent
fels van Europese ontwerpers en co
structeurs ontstonden. Het Nederlanc
bedrijf Vecoma uit Vlodrop bijvot
beeld geniet op het gebied van thrlll-
des een wereldwijde faam. De meeste
van zijn van de plank af te koop. Ti
van de Ven toont een rijk geillustreei
catalogus van de befaamde constructe
Intamin, een Zwitsers bedrijf dat gesp
cialiseerd was in de bouw van kabelb
nen, maar dat met veel succes de spro
naar de recreatiemarkt maakte. W
hoogtevrees heeft krijgt al bij het zit
van de veelkleurige plaatjes vlinders
de buik, want de ontwerpers deinz
niet terug voor superlatieven: een bo
baan van 524 meter, een parachuteton
van 83 meter, een vrije-valtoren van'
meter of een space tower van 200 met
Intamin heeft zelfs een honderd mei
hoge loepzuivere kopie van de Eiffelt
ren in de aanbieding. Aan de attracti
hangen prijskaartjes van enkele tot tie
tallen miljoen guldens.
Het hoofd ontwerp en ontwikkeling a
de Efteling zegt er van overtuigd te zijn p
dal ook in Europa op den duur de nor
talgie en het amusement het winnen vaPe£
de pure sensatie. De roetsjbanen en allan
mogelijke thriller-varianten daarop zuferd
len weliswaar niet verdwijnen, maar w&e(j
een stukje moeten inschikken voor dt v
dark-rides. Op de vraag wat zulke toch*,
tjes langs bewegende poppen nu eigenlij|lv(
zo aantrekkelijk maakt, blijft Van dl
Ven het antwoord schuldig. „Dat is niefic
onder woorden te brengen. Het is Finng
gerspitzengefühl. Ook Anton Pieck hador
zo'n goede antenne voor zaken die hejnd
publiek graag consumeert, want anderi". c
was het de Efteling niet zo goed gegaarinni
Ik weet wel dat kwaliteit erg belangrijl D
is. Wat je doet moet niveau hebbenlnt
Daarom hebben we „Fata Morgana" zeli O
ontwikkeld en niet van de plank geior
kocht". )na
AAD STRUIJfc t'
Nederland telt meer dan
achthonderd musea. Op de kop af
550 ervan doen mee aan de
manifestatie ..Nederland
Museumland 1988" die afgelopen
donderdag door minister-president
Lubbers werd geopend. Elke
maand staat een andere provincie
centraal. Limburg opent deze
maand de rij. In hel kader van het
museumjaar starten wij vandaag
een nieuwe rubriek. Daarin wordt
elke week aandacht besteed aan
een van de minder bekende musea.
De 550 deelnemende musea staan
beknopt beschreven in een
handzame. 288 pagina's lellende
gids die voor 9,95 pilden te koop is
bij onder meer de boekhandel en de
VVV-kantoren. Voor kinderen is in
de musea voor een rijksdaalder een
paspoort te koop. Daarin kunnen
stempels van musea worden
verzameld. Er is ook een prijsvraag
aan verbonden.
Tropische zwemparadijzen met warme
en koude baden, fitnesscentra, sauna's,
knuffelmuren en restaurants zijn zo oud
als de weg naar Rome. Letterlijk. Want
meer dan tweeduizend jaar geleden al
lieten de Romeinen zich verwennen in
verwarmde openbare badhuizen. Een be
zoek aan die zogeheten thermen was niet
alleen bedoeld voor de hygiëne en de ge
zondheid, maar had ook een sociale
functie. In het badhuis ontmoette men
vrienden voor een genoeglijk gesprek en
werden zaken gedaan. Sommige heren
kwamen er voor iets geheel anders: die
doken na het bad de buitenechtelijke
sponde in met een „garderobejuffrouw"
die waarschijnlijk geen zwemdiploma
had, maar tegen betaling wel een opwin
dende vorm van rugslag beoefende. De
Romein Tiberius Claudius Secundus die
in het geld zwom, maakte er geen ge
heim van dat hij graag in zo'n zondige
poel baadde. Zijn grafsteen meldt vrij
moedig dat „baden, wijn en liefde ons li
chaam verwoesten, maar dat zij het le
ven wel de moeite waard maken". Ovi-
dius, de romantische dichter uit het be
gin van onze jaartelling, beveelt de ther
men aan als ontmoetingsplaats bij uit
stek voor geliefden.
Geen wonder dus dat overal waar het
Romeinse imperium met veel wapenge
kletter door de geschiedenis en het land
schap ploegde, er openbare badgelegen-
heden verrezen. Dus ook in Corioval-
lum, de Latijnse naam van ons eigen
Heerlen. Een steen meldt dat soldaten
van het „Legio XXX Vixtric" (het over
winnende dertigste legioen) er in de
tweede eeuw na Christus een riant bad
huis bouwden. Twee eeuwen later maak
ten ongewassen Germanen het weer met
de grond gelijk. De ruïnes kwamen pas
in 1940 weer boven water, toen iemand
in de Heerlense binnenstad een spa in de
grond stak voor de aanleg van een moes
tuin.
Sinds 1977 is het indrukwekkende ar
cheologisch monument „ingeblikt" in
het Thermenmuseum. Het is over de
ruines heen gebouwd. Vanaf een loop
brug kan de bezoeker in de boeiende ge
schiedenis van het antieke zwembad
duiken. Van heel dichtbij zijn de restan
ten te zien van kleedruimtes, sportveld,
zwembad, zweetruimte (de voorloper
van de sauna), baden voor warm, lauw
en koud water, waterafvoer, stookplaat
sen en het ingenieuze „hypocaustum",
de eerste vorm van vloerverwarming.
Daarbij werd warme lucht onder de
vloertegels geblazen. Ook door de wan
den liepen centrale-verwarmingskanalen.
Die zorgden er tevens voor dat de muur
schilderingen niet naar beneden dropen.
Over de dagelijkse gang van zaken in de
thermen van Heerlen is niets bekend.
Maar het ging er waarschijnlijk net zo
toe als in het oude Rome. Daar betaal
den mannen in de eerste eeuw een halve
„as" voor een bad. Ter vergelijking: een
brood kostte drie as. Vrouwen betaalden
dubbel tarief. Omdat in. de kleedruimtes
van de thermen dieven en zakkenrollers
actief waren, lieten welgestelde baders
hun kleding door eigen slaven bewaken.
Minder gefortuneerden maakten gebruik
van de bewaakte garderobe. Of dat toplij
zicht iets uithaalde is nog maar de vraa|de
want het garderobepersoneel had ni^n
veel om het lijf. Het bestond meestal uL
goedgelukte slavinnen die tegelijkertijd^
als masseuze en prostituée in de aanbieLri
ding waren. „De thermen van Heerlefi c
zijn dus het oudste eroscentrum van Ne»et^
derland", zegt drs. J. Jamar, de directeujun
van het Thermenmuseum. jn
Aan de hand van tekeningen, kaartei\ar,
maquettes, een videofilm en vooral ve&ar
gebruiksvoorwerpen, munten, sieradeiv00
grafvondsten, wapens en dergelijke geefTorn
het museum een beeld van de Romeins!^
aanwezigheid in de Lage Landen. Tot Mg{
maart is er de tentoonstelling „Langs d^pi
weg" te zien. Die vertelt het verhaal vai
de Romeinse weg die het Franse BoulogS
ne-sur-Mer via Maastricht en Heerle^p
aan Keulen knoopte. De aanleg starttt
rond het begin van onze jaartelling. Grofyn
te delen van die vierhonderd kilometeica
lange verbinding bestaan nog steeds. D£>rd
verkeersader bevorderde handel en iitfns
dustrie. Zo bloeide bijvoorbeeld in Heeri'fd
len tussen het jaar 70 en de derde eeutfnd
de aardewerkproduktie. Het geld dat d(mc
pottenbakkers verdienden, is in he(etz
Thermenmuseum te zien. De Romeins(AR
keizers gebruikten de munten voor hefam
bedrijven van persoonlijke public relahg
tions. Afbeeldingen vertellen over huifln
grote daden en uitmuntende zorg vooP c
de onderdanen. Op een zilveren munt ifcur
een barbaar te zien. De handen zijn o#n
de rug gebonden. Die rebus bazuinfnd
triomfantelijk de overwinning op df^cl
Germanen uit. Maar toen die geboeid? v
handen eenmaal los waren „verbouwjrot
den" de barbaren in Heerlen grondig dejosc
thermen en legden daarmee de grondslag
voor een boeiend museum. aat.
AAD STRUIJfcat
Thermenmuseum, Coriovallumstrada^
Heerlen, telefoon 045-764581. Openings'},
tijden: dinsdag tot en met vrijdag van 7(PC
tot 17 uur. zaterdag en zondag van 14
17 uur. Toegangsprijs 2,50 gulden, kin^n
deren en 65-plussers betalen 1,50 guldenr^
ZATERDAG 16 JANUARI 19
-
Rustige vormen van vermaak, zoals varen door feeëriek verlichte landschappen, zijn ook in Europa in opkomst. FOTO: SP
Holle Bolle Gijs, de milieuvriendelijke vuilnisbak in de Efteling.