h i F iv finale" t< ■£cidóc(2ouAa/rit' 1 MUUR r ZATERDAG 16 JANUARI Sinds enkele maanden beschikken de politiekorpsen in circa honderd vijftig landen over alle gegevens inzake de ontvoering van Gerrit Jan Heijn. Ook zijn talrijke banken en diamanthandelaren over de hele wereld in het bezit van een gedetailleerde beschrijving van de bankbiljetten en diamanten die de ontvoerders hebben ontvangen. Deze berichten over de zaak-Heijn zijn vanuit Nederland de aardbol rondgestuurd door de Centrale Recherche Informatiedienst, kortweg CRI geheten. De CRI, gevestigd in Den Haag, is een soort „servicestation" voor politie en justitie. Duizenden gegevens over misdadigers, criminele bendes, gestolen goederen, vermiste personen, valse bankbiljetten, drugs en nog veel meer liggen daar opgeslagen. De dienst vormt tevens het Nederlandse „filiaal" van Interpol, het internationale samenwerkingsverband van politiekorpsen, waarvan het hoofdkwartier zich bevindt in het Franse dorpje Saint Cloud, vlak bij Parijs. In 1985 kwam de CRI op negatieve wijze in het nieuws na publikatie van een uiterst kritisch rapport van de Algemene Rekenkamer, het staatscollege dat onderzoekt of de rijksuitgaven wel goed en nuttig worden besteed. De CRI functioneerde ronduit slecht, luidde de conclusie. Hoe het er nu toegaat en wat er nog moet verbeteren vertelt hoofdcommissaris J. van Straten, die bij de CRI al tien jaar de leiding heeft. DEN HAAG - „Stel dat in En schede een diefstal van waardevolle schilderijen wordt gepleegd. Wat gebeurt er dan? De Enschedese po litie stelt een onderzoek in en stuurt ons zo snel mogelijk alle ge vonden vingerafdrukken en de ge gevens over de gestolen schilderij en. Wij duiken dan in ons archief met zeshonderdduizend vingeraf drukken om te kijken of we de da ders al kennen. Zo niet, dan worden de afdrukken uiteraard aan het archief toegevoegd". „Verder sturen wij per telex of per brief een bericht aan het hoofdbureau van In terpol in Frankrijk, waarin we precies meedelen welke schilderijen zijn gesto len. waar dat is gebeurd, etcetera. Ook de vingerafdrukken geven we door. Ver volgens verspreidt Interpol al die gege vens over Europa en zo nodig over de hele wereld, zowel naar politiekorpsen als naar de grote kunsthandelaren. Is er een signalement van de daders, dan wordt dat er natuurlijk ook bijgevoegd. In zo'n geval krijgen talloze politiekorp sen dat signalement onder ogen. Alle tips uit het buitenland worden aan ons gemeld, hetzij via Interpol, hetzij recht streeks. En op onze beurt seinen wij dat allemaal weer door aan de politie in En schede". CRI-chef Van Straten spreidt de handen als iemand die een groot boek openslaat. „Dat is het hele proces in een notedop. En zo gaat het met alle vormen van cri minaliteit. Vanzelfsprekend komt Inter pol niet overal bij te pas, maar vaak wel, want Nederland is nu eenmaal een klein landje waar je gemakkelijk in en uit kunt lopen. Via Interpol ontvangen ook wij geregeld allerlei gegevens over misdrij ven die in Europa en soms ook ver daar buiten zijn gepleegd. Of men vraagt ons, op verzoek van buitenlandse politie korpsen, om inlichtingen over bepaalde personen of goederen. Die gegevens en verzoeken sluizen wij dan weer allemaal door naar de Nederlandse politiekorpsen en soms ook naar justitie. Het komt ook voor dat wij direct door een bepaald In terpol-filiaal uit een ander land worden benaderd: door de Amerikaanse FBI, het Britse Scotland Yard of het Bundeskri- minalamt in West-Duitsland, om er maar eens een paar te noemen". Madurodam De Centrale Recherche Informatiedienst is gevestigd in een statig oud pand aan de Raamweg in Den Haag, vlak bij Ma durodam. Aan dat laatste zou je bijna een symbolische betekenis kunnen hech ten. Is het kleine Nederland, waar Van Straten zojuist over sprak, niet een soort Madurodam in de wereld? Toch gebeu ren er in ons overbevolkte mini-landje jaarlijks vele duizenden dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Bij de CRI staat dat allemaal geregistreerd. In het gebouw werken 370 mensen, onder wie tachtig politiefunctionarissen. De overigen zijn „burger-ambtenaren". Van Straten is een politieman in hart en nie ren, gepokt en gemazeld bij de Haagse politie, waar hij zestien jaar in diverse functies (het langst als rechercheur) heeft gewerkt. „Laat het duidelijk zijn", zegt Van Stra ten met nadruk, „dat de CRI uitsluitend een dienstverlenend instituut is. Wij ver lenen enkel service aan alle politiekorp sen in ons land en aan justitie, en in voorkomende gevallen natuurlijk ook aan het buitenland. Operationele be voegdheid hebben wij niet. Anders ge zegd: we mogen niet zelf op onderzoek uitgaan. Wel kunnen wij mensen die deskundig zijn op een bepaald gebied, bijvoorbeeld narcoticaspecialisten, tijde lijk ter assistentie aan een politiekorps uitlenen. Maar zo iemand staat dan on der toezicht van de plaatselijke korps chef. Op eigen houtje mag hij niks doen". „Drie van onze mensen maken al enkele maanden deel uit van het Heijn-team. Die zijn dus, zo lang de ontvoeringszaak duurt, gestationeerd op het politiebureau in Haarlem. Onze mensen hebben er ook voor gezorgd dat in tienduizend voud alle gegevens over de ontvoerings zaak de wereld werden ingestuurd. Nee, dat hebben we niet via het hoofdkwar tier van Interpol gedaan, maar recht streeks, door middel van bulletins aan alle nationale Interpolbureaus en natuur lijk ook aan allerlei diamantairs en ban ken". Centrales „We hebben hier negen afdelingen die zich met specifieke criminele zaken be zighouden. Op die afdelingen, of liever gezegd „centrales", zitten deskundige mensen die de korpsen van rijks- en ge meentepolitie bij moeilijke zaken terzij de kunnen staan. Er is een Verdovende- Middelencentrale, een Fraudecentrale, met zowel politiemensen als accoun tants, een Vuurwapencentrale, een Kunst- en Antiekcentrale en er zijn cen trales voor georganiseerde misdaad, voor terroristische activiteiten, voor au todiefstallen en voor vervalsingen. Knappe lui zijn dat, bij die Falsificaten- centrale. U en ik kunnen bij wijze van spreken na enige studie binnen enkele maanden een narcoticaspecialist worden, maar als je je wilt toeleggen op verval singszaken komt er veel méér bij kijken. Dat vereist een grote kennis van allerlei druktechnieken, inktsoorten, watermer ken, enzovoorts". Zeven mensen van de Verdovende-Mid delencentrale werken niet in het CRI- kantoor in Den Haag. maar in het bui tenland. Van Straten: „We hebben twee man zitten in Thailand, twee in Pakis tan, twee in Peru en eentje op het Inter pol-hoofdkwartier bij Parijs. Degenen die in de drugsgebieden opereren vor men als het ware een levende schakel, tussen de politiekorpsen ter plaatse, ook in de omringende landen, en de Neder landse politie. Zij helpen de politie in de gebieden bij het opsporen van drugs producenten en -handelaren en als ze vermoeden dat er een lading drugs onze kant uit komt, seinen ze dat aan ons en aan Interpol door". Netwerk „Wij zijn niet de enigen die zo opereren. Een heleboel westerse landen hebben narcoticaspecialisten in Azié en Zuid- Amerika gestationeerd. We hebben trou wens hier in Nederland ook een aantal drugsdeskundigen uit andere landen rondlopen: een Amerikaan, een Frans man, een Brit, een Israeliér, een Duitser, een Spanjaard, noem maar op. Er is we reldwijd sprake van een enorm netwerk van agenten die achter drugs aan zitten. De gegevens daarover komen allemaal samen bij Interpol. Al die internationale activiteiten leveren geregeld aardige suc cessen op, maar ja (Van Straten laat eén diepe zucht ontsnappen) het be strijden van drugshandel is en blijft een zware en frustrerende bezigheid. Het is net als het indrukken van een ballon: bij je vingers ontstaat een putje, maar aan de andere kant zet de ballon uit. Hele maal indrukken lukt nooit". Vorige week trok Van -Straten met zijn nieuwjaarstoespraak tot het CRI-perso- neel de aandacht van de media, omdat hij van leer trok tegen de zijns inziens lakse houding die justitie en politie inne men tegenover de handel in soft drugs. De bestrijding van de drugshandel is in Nederland de laatste jaren vooral gecon centreerd op de hard drugs zoals heroine en cocaïne. Het gevecht daartegen neemt zoveel tijd en arbeidskracht in beslag, dat de handel in soft drugs vrijwel onge stoord kan bloeien, zo betoogde de CRI- chef. Softdrugs „Ik vond dat dat maar eens gezegd moest worden", aldus Van Straten. „In de groothandel in soft drugs gaan jaar lijks ontiegelijke hoeveelheden geld om. Miljoenen en nog eens miljoenen. En wat erger is: juist dè grote jongens uit de sector marihuana en hasjies maken zich met gebruikmaking van hun gigantische winsten schuldig aan tal van andere mis drijven, zoals vrouwenhandel, het ex ploiteren van illegale casino's en seks huizen en niet te vergeten de handel' in vuurwapens. Begrijp me goed: ik wil ab soluut de kleinhandel in soft drugs niet aanpakken. Die grammetjes zullen me een zorg zijn. Waar het mij om gaat zijn de vele kilo's en alles wat daarmee sa menhangt". „Op de handel in hard drugs na is de ge organiseerde zware criminaliteit in Ne derland de laatste jaren sterk onderbe licht geweest. Vanat het begin van de ja ren tachtig moest alles opeens gericht worden op de bestrijding van de zogehe ten kleine criminaliteit. Belangrijk hoor, want voor de gewone burger zijn die veel voorkomende misdrijven zoals dief stal uit auto's, inbraak en beroving een allereerste zorg. Terecht dat daartegen flink wordt opgetreden. Maar de politie moet daardoor niet de andere zaken la ten liggen. De kleine èn de grote crimi naliteit moeten allebei even hard worden bestreden. Geen mankracht? Onzin! Er lopen drieëndertigduizend po litiefunctionarissen in ons land rond. Als nou één procent van hen zich speciaal zou gaan bezighouden met zware crimi naliteit, dan gaat het dus om driehon derddertig mensen. Die zijn toch wel op te hoesten? Welja, als je maar goed in re gionale plukjes met elkaar samenwerkt". Computers In de zomer van 1985 bracht de Algeme ne Rekenkamer een vernietigend rapport uit over het functioneren van de CRI. Een puinhoop, zo constateerden de on derzoekers van de Rekenkamer. De ge gevensbestanden waren onvolledig en klopten voor een deel niet. De politie korpsen in Nederland worden geacht kopieën van al hun processen-verbaal aan de CRI door te geven, maar in de praktijk gebeurde dat in heel wat geval len niet of veel te laat. Bovendien wilde het allemaal niet zo vlotten met de door de CRI zo fel begeerde automatisering van de bestanden. Het Centraal Politie register van de CRI, met gegevens over bijna drie miljoen Nederlandse en bui tenlandse criminelen, bestond nog steeds uit kaartjes die telkens met de hand moesten worden bijgewerkt. Er waren wel een paar computers in huis, maar de Hoofdcommissaris J. van Straten van de CRI: „Geen mankracht voor het aanpak ken van de zware criminaliteit? Eén pro cent van het politiekorps; dat moet toch op te hoesten zijn?". FOTO: CEES VERKERK resultaten die daarmee in de experimen teerfase werden geboekt waren niet om over naar huis te schrijven. De registers met vingerafdrukken, gestolen auto's, vermiste personen en dergelijke konden zo te zien nog lang niet in de computer geheugens worden ingevoerd. „Voor de buitenwereld was dat rapport van de Rekenkamer een openbaring, maar voor onszelf niet, hoor", zegt Van Straten relativerend. „Wij beseften heel goed dat hier lang niet alles vlekkeloos was georganiseerd en dat er nog heel veel te verbeteren viel. Maar het frustre rende was dat het niet allemaal onze schuld was. Veel misstanden waren ge woonweg te wijten aan geldgebrek en ge brek aan mankracht, met name aan computerdeskundigen. Momenteel zijn we gelukkig een heel eind op de goede weg. De dactyloscopische dienst, in ge woon Hollands: de afdeling vingeraf drukken, is inmiddels bijna geautomati seerd. De voorbereidingen zijn rond en in het voorjaar gaan we proefdraaien. Hetzelfde geldt voor de afdeling Post- en Archiefzaken. Hoeven wc tenminste niet meer elke brief die hier binnenkomt in allerlei boekwerken te noteren. Ook het zogeheten Opsporingsregister, met circa honderdvijftienduizend personen die om welke reden dan ook door politie of jus titie worden gezocht, zit nu in een com puterprogramma. Als u een achterstalli ge boete heeft, zit u daar ook in". „Die kaartjes van het Centrale Politiere gister? Ja, die bestaan nog steeds. Daar is nog geen goed programma voor ont worpen. maar dat komt heus wel. 't Is allemaal een kwestie van tijd en geld. En opleiding, niet te vergeten, want onze mensen moeten natuurlijk ook goed wegwijs gemaakt worden in computer land". Politieregio's „Tja, dat probleem met de korpsen die niet alle gegevens over misdrijven naar ons opsturen da's inderdaad nogal pijnlijk. Sinds dat Rekenkamer-rapport is er wel een aanzienlijke verbetering in gekomen, maar het is nog steeds geen honderd procent. Eerlijk gezegd denk ik dat honderd procent ook niet haalbaar is. Ik heb wel plannen om de ideale situ atie te benaderen. Kijk, je moet het be grip CRI gewoon levend houden binnen de korpsen in het land, want men yer- geet vaak gewoonweg om de gegevens van een proces-verbaal naar ons toe te sturen". „Wat moet er dus gebeuren? In alle Ne derlandse politieregio's zouden mensen van ons gestationeerd moeten worden die de belangrijke zaken in de galen hou den en zorgen dat de gegevens naar Den Haag worden gestuurd. In de huidige si tuatie kan dat makkelijker dan vroeger. De honderdachtenveertig gemeentelijke politiekorpsen en de eenentwintig dis trictskorpsen van de rijkspolitie zijn sinds vorig jaar onderverdeeld in drieën twintig politieregio's, waarbinnen nauw wordt samengewerkt. In al die drieën twintig gebieden zijn regionale criminele inlichtingendiensten opgericht, de zoge naamde CID's. Aan elk van die CID's zou dus een CRI-persoon kunnen worden toegevoegd, die er nauwlettend op toeziet dat wij niet vergeten worden, 't Klinkt allemaal vrij simpel, maar he laas zal het nog wel even duren eer het zover is. Ik hoop dat onze hoogste baas, minister Korthals Altes, er een beetje vaart achter zet. Wat de minister van dat plan vindt? O, dat ziet-ie helemaal zitten hoor". DICK VAN RIETSCHOTEN eè •r/ eaJ door Piel Snoeren trice tiaar De boekhandelaar had er gelijk maar futto een hele partij van laten aanrukken. u-Iet Wijs geworden doorWie betaalt de jiiet. veerman?", glimlachte hij leep. Het joopt succes van die tv-serie was indertijd gepaard gegaan met een stormloop op\ zijn zaak. De reisgidsen voor Kreta T-vr waren niet aan te slepen geweest. J X Sindsdien had hij, al zei hij het zelf, eeT zesde zintuig ontwikkeld voor dit soortl toeristisch lemmingengedrag. Bezorgdl Simon van Collem hem het gevoel aal Out of Africaeen prachtfilm ging wordenFluks enig naslagwerk over pittoreske bestemmingen in dat werelddeel besteld. Kassa. Maar zo'n spektakel als „De laatste keizer" die het ogenblik in de bioscopen furore maakte, daar had een mens niet eens a fijne neus voor nodig. Dat voelde je rtm je klompen aan. Een partij reisgidsen I voor China dus. Nu wil het geval dal er naast de boekhandel een sigarenwinkelier gevestigd is met een studerende zoon d\ zichzelf, ter viering van een reeks geslaagde tentamens, had beloond met\A precies - een reis naar China. Teneinde iets van de niet geringe aderlating terug te verdienen, assisteert hij op drukke dagen zijn vader achter o toonbank en aangezien het een rondborstige knul betreft met het hart de juiste plaats, dal is de tong. vertelde AM hij tijdens hel rommelen tussen de slon ka 1 honderduil over zijn wedervaren in het j (jer( Hemelse Rijk. Twee maanden lang hac hij er rondgezworven, vertelde hij en da ff volstond, als hel aan hem zou liggen, brat voor heel de rest van zijn hopelijk nog j uit vele levensdagen. Op zijn gestaag een; groetende gehoor kwam deze stellige ten verzekering over als een anticlimax. Hè, ater nu? Was hij meegelokt en beroerd geworden in een opiumkit? Of-meer v®n waarschijnlijk voor een gezonde j a's Hollandse jongen - haa het eten hetru mal niet aangestaan? al - Maar nee. Het klachtenpatroon bleek complexer. De zoon van de sigarenwinkelier ging er eens goed vool staan en stak van wal: „In de eerste lf plaats heeft Mao met zijn revolutie al li weggevaagd wat boven het culturele maaiveld uitstak. Er is totaal niks mem te zien. En als er eens wat te zien va//'1 moet je drie uur in de rij staan voor ettfl kaartje. Want, punt twee. de Chinezem missen elke neiging om je tegemoet tem komen of terwifle te zijn. Je praat tegel een muur. Een Chinese muur zogezegd En probeer nooit je zin door te drukke\ Dan is een Chinees bang dat hij zijn gezicht verliest en steekt hij helemaal geen vinger meer uit". Het gehoor hing nu zo geboeid aan zijd lippen dat de studerende zoon nog meet vuur in zijn voordracht legde. „Het eni\ wat die Chinezen kunnen", riep hij polemisch, „is je aangapen. Ze staan je maar aan te gapen. Het enige vermaakt dat ze kennen, is leedvermaak. Je 1 probeert als toerist in zo'n postkantoortj I een prentbriefkaart van de 1 'erboden Stad naar huis te sturen. Je bent er well niet geweest, een rij van vijf uur, maar J w goed. Nou willen de postzegels in China, nooit plakken, dus zetten ze op de balie\ een potje met lijm klaar. Maar weet je veel, ais toerist. En dacht u dal ze je eva OP dat potje met lijm attent maken? Beij je gek. Ze laten je likken tot je een ons I weegt. Zo'n toerist die zich leeg likt, is het meest komische wat Chinezen zich kunnen voorstellen. Daar liggen ze echtl dubbel van". Een wat oudere, doch vitale klant - zo eentje met het vaste besluit rond de mond om de vul vooral zinvol te vullen begon steeds steelsere blikken te werpen op de reisgids voor China die hij zojuist bij de buurman had aangeschaft. „Zou ik hem nog kunnen ruilen voor een puzzelwoordenboek?", vroegen die blikken zich af. De studerende zoon wai ondertussen met zijn reisverslag bij de 'Chinese muur aangeland. De echte ditmaal. „Een van de mooiste dingen dl ik ooit heb gezien", gaf hij toe. „Maar weet u waarom? Ik had mazzel. Ik was nagenoeg de enige bezoeker. Normaal heerst er op de halve kilometer muur du ze voor hel publiek hebben opengesteld, een gekrioel van jewelste. Zo druk is hel er dat de bezoekers zich soms amper door de vestingtorens heen kunnen wringen. Ik had hel geluk dat ik er op een nationale feestdag was en dan blijv de Chinezen massaal thuis". De vitale vut'er vatte zichtbaar hoop. Welke feestdag?", wilde hij weten. „1 oktober. De herdenking van de stichting van de Volksrepubliek China. Dan is het trouwens altijd rotweer", sloeg de zoon elke verwachting de bodem in. Al ras begreep de belendende boekhandelaar met hel zesde zintuii waarom zijn partij reisgidsen voor maar niet wilde slinken. Hij stapte naai buiten en nodigde de sigarenwinkelier ook naar builen te slappen. Wanneer jouw zoon niet ophoudt met die indianenverhalen over China, zal ik jeklonk het op hoge toon. over straat. De sigarenwinkelier bedacht ziel geen moment. „Mijn zoon zal ophoudei met die verhalen zodra jij ophoudt met goede voornemen om vanaf 1 januari 1988 niet meer te roken", schalde hij terug. Zelden werd een geschil zo lot wederzijdse tevredenheid uit de wereld geholpen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 22