Bijna tien
procent baby's
heeft ernstige-
problemen
met slapen
'finale
Slopend voor lichaam en geest
Heimwee
'CcidócSou/tfMit'
RM98I
ZATERDAG 9 JANUARI
dere nieuwe wereldburger
k weer een biologisch
[oogstandje van Onze
Lieve Heer. Alleen zou er
[og één ding bijgeleverd
noeten worden: een
bruiksaanwijzing. Het
ntbreken van een dergelijk
;sentieel papiertje leidt
iet zelden tot problemen
Jij de opvoeding. En soms
beginnen die
moeilijkheden al zeer
vroeg. Dat is bijvoorbeeld
het geval bij baby's en
peuters die het vertikken te
gaan slapen op tijdstippen
die daarvoor gebruikelijk
worden geacht. Sterker nog,
er zijn baby's die met
minder slaap toekunnen
dan hun ouders. Elk
opvoedkundig handboek,
elke geruststellende
opmerking van
verpleegkundige of arts van
een consultatiebureau -
„ach, het gaat vanzelf
over" -is voor de
betrokken ouders een
misplaatste en van elke
realiteitszin gespeende
opmerking. En wat veel
erger is: ze durven er niet
meer over te praten met
familie, vrienden of buren.
Want elke keer komt er wel
commentaar: „Nee, die van
mij slaapt altijd
uitstekend". Of: „Joh, je
moet 'em niet zo snel uit
het ledikantje halen,
gewoon laten brullen, geeft
niks, daar krijgt 'ie sterke
longen van". Kortom, het
reusachtige probleem van
moeilijk slapende baby's en
peuters wordt grandioos
onderschat en ouders die er
mee te maken hebben
krijgen bijkans een
minderwaardigheids
complex omdat ze het in de
ogen van anderen altijd
fout doen.
■ïtichA
gvlin-1
t ac-
vlin-
>lant-
nder-
s die
wtje,J
'Stor-I
artoel
psenp
teren
Niet
Het
c ei-LEIDEN - „Als je geluk hebt
"es slaapt je baby door, maar heb je
(fjpech dan wordt de baby
irgen regelmatig tussen twee
voedingen door wakker". Frits
ctb,jBoer, als kinder- en
pert jeugdpsychiater verbonden aan
het Academisch Ziekenhuis in
naar Leiden brengt de problematiek
die- bewust even terug naar zwart-
dsei. witverhoudingen. Geluk hebben
[,|ndgeof pech hebben. Hij realiseert
eten zich evenwel terdege dat de
i is. zaken niet zo eenvoudig liggen.
vcr-|
lam-
ïou- [Want bijna tien procent van de peu-
mo_ ters tussen de één en twee jaar heeft
i jn zulke ernstige slaapstoornissen dat de
n de ouders professionele hulp inschakelen
Dat omdat ze ten einde raad zijn. Dat is
'lin- naar voren gekomen in een recentelijk
oor-gehoudén Brits onderzoek en er is
be- geen reden aan te nemen dat het in
iken ons land anders zou zijn. Boer: „Het
'lin- komt ontzettend veel voor. Na twee
68, maanden slaapt zo'n vijfenvijftig pro-
ient cent van de baby's de hele nacht door,
mi_ maar van die groep wordt, als ze tus-
iees sen je zes en twaalf maanden oud
der" zijn, de helft 's nachts weer regelmatig
.O wakker. Drie maanden na de geboorte
jkan 71 procent van de baby's doorsla-
l^_pen, maar 29 procent wordt nog steeds
regelmatig wakker. Voor peuters tus
sen de één en twee jaar geldt dat een
p de kwart van hen weliswaar veelvuldig
how wakker worden, maar nog niet zo dat
hulpverlening noodzakelijk is".
ks Patroon
„De eerste drie, vier maanden", aldus
Boer, heeft dat wakker worden niets te
maken met de ouders. Zeker in die pe
riode doen zij niets fout. Het is, denk
ik, meer de aanleg van het kind. Lang
zamerhand kan er echter wel- een heel
patroon ontstaan van wiegen, knuffe
len, uit bed halen, wat te drinken ge
ven, waardoor ouders op een gegeven
moment zelfs gaan denken dat de
baby alleen op die bepaalde routine re
ageert en gaat slapen".
[Afgezien van die vaste patronen die
door sommige ouders bij de baby
worden „ingebakken" zijn er ook een
heleboel hummeltjes die werkelijk
geen enkele reden zien om te gaan sla
pen. „Je hebt bijvoorbeeld kinderen -
zo rond een jaar oud - die het ge
woon niet leuk vinden naar bed te
gaan. Ze hebben leren kruipen of lo
pen en willen doorgaan met hun ont
dekkingstochten. Bed is voor hen iets
Intelligenter
Wat is er nu eigenlijk te doen tegen
die slaapproblemen. Het „Groeiboek"
dat door de gezamenlijke Nederlandse
Kruisverenigingen aan prille opvoe
ders wordt uitgereikt is vrij stellig:
„Soms kun je helemaal wanhopig
worden van dat krijsende kind. Als
dat bij jou ook het geval is, bedenk
dan dat het maar van korte duur is.
Heus, door je kind aandacht te geven
of op zijn huilen in te gaan, wordt 'ie
na drie maanden de liefste baby van
Nancv Visser had het zich destijds, nu
vij f jaar geleden, allemaal heel anders
voorgesteldeen prachtige, vredig sla
pende baby en zijzelf als een stralende
moeder. De realiteit bleek anders. Phi
lip sliep alleen op momenten dat het
hem uitkwam; overdag zowel als
's nachts. Vijf, niet zelden tien keer per
nacht werd hij wakker, huilde hij onbe
daarlijk en kon Nancv haar bed uit om
te pogen hem stil te krijgen.
Vier jaar lang zaten zij en haar man in
een slopende ellende. Vrijwel alle rbad
van vrienden of bekenden, hoe goed be
doeld ook, miste het doel. omdat het er
steeds op neerkwam dat Nancy het fout
deed. Aan Philip lag het in elk geval
met„Ik weet het nog goed", zegt
Nancy, terugkijkend op die periode.
Philip was een paar weken oud toen
een buurvrouw vroeg: „En, komt 'ie
's nachts nog?". En direct daarop dan
die opmerking: „Ik heb geboft hoor,
want die van mij sliep meteen de hele
nacht door". Dan glimlachte ik maar
weer als een boer met kiespijn, maar te
gelijkertijd denk je dan dat je zelf wat
fout doet".
goed op gewicht. Dus vroeg ik of ik hem
misschien een fopspeen mocht geven.
„Kun ie proberen", zei ze. Nou dat kind
vrat die speen bijna onmiddellijk hele
maal op. Was dat even een uit
komst Maar ik kon verdorie wèl
twintig keer per nacht mijn bed uit om
dat stomme ding weer in zijn mond te
stoppen
Philip was nog geen twee en een hall
jaar toen een kennis vertelde dat het al
lemaal wel over zou gaan als hij een
maal op school zal. Mijn hemel, dacht
ik. dat is nog anderhalf jaar. En als
Philip 's zomers buitenspeelde ging ie
dereen ervan uit dat hij 's nachts uitste
kend zou slapen. Nou, wie er ook sliep,
Philip niet. Volgens mij speelde hij in
gedachten 's nachts ook nog buiten. Al
aie slaapproblemen beheersen je hele le
ven, je dag en je nacht. Het klinkt mis
schien gek, maar als je kind dan een
maal sïaapt, sluip je als een muis door
het huis en durf je zelfs de wc niet door
te trekken".
Elk
uur wakker
Labiel
en blij met je kind en doet de opvoeding
naar beste eer en geweten. Maar je bent
labiel als gevolg van de nasleep van de
bevalling en daardoor staan opmerkin
gen als -van die buurvrouw in je geheu
gen gegrift. Die timmeren je onmiddel
lijk de grond in
Van je omgeving krijg je geen respons,
op het consultatiebureau al evenmin.
Daar werd een beetje geglimlacht. Zo
van „het gaat wel weer over". Ik geef
direct toe, misschien heb ik het niet
zwaar genoeg gebracht omdat ik me
voor hel probleem van dat vele huilen
geneerde. Je denkt ook dat je met die
moeilijkheden mogelijk overkomt als
een knullige of neurotische moeder die
niet weet hoe ze met een kind moet om
gaan
„En inderdaad, je kent alleen de theo
rie, de zinnen uit de diverse artikelen
die je voor en na de bevalling leest -
want je verslindt echt alles op het ge
bied van baby's. Dan weet je dus: als
een baby wat duidelijk wil maken, dan
gaat het huilen, want praten kan het
nog niet. Dus als een baby huilt is er
wat. Maar misschien heb ik me wel te
letterlijk aan al die literatuur gehou
den".
„Nog zo iets. na tien dagen ging de
kraamhulp weg en kwam de wijkver
pleegster. Philip huilde nog steeds zo
vaakNee, meer voedingen mocht
hij van haar niet hebben, want hij was
Sander en Marian Theewis hebben niet
één, maar zelfs twee kinderen die abo
minabel slecht slapen. De oudste, Ta-
mar, is bijna vier. Hun tweede kind,
Rogier, bijna anderhalf.
„Er zijn periodes geweest", aldus San-
der, „dat de slaapproblemen met Ta-
mar werkelijk heel erg waren. Zeven,
acht keer op een nacht wakker, maar
ook wel eens weken of maanden dat ze
echt elk uur wakker werd. Zo'n situatie
heeft een enorme invloed op zowel je
geest als je lichaam. Je merkt het in je
privéleven, maar ook op je werk. Ik heb
me weliswaar aangeleerd me er een
beetje bij neer te leggen, waardoor het
iets draaglijker worat, maar het is en
blijft slopend. Die slaapproblemen van
de kinderen komen bovendien zo slecht
uit, omdat ik nogal veel moet rijden. Er
zijn dagen bij dat ik het gevoel heb dat
ik niet fatsoenlijk naar - om maar wat
te noemen - Groningen kan rijden.
Dan ben ik gewoon bang dat ik brok
ken ga maken, de sloot in rij of tegen
een andere wagen op knal".
„Ik kan me dan ook heel goed voorstel
len dat er door zulke problemen kinder
mishandeling ontstaat. Want eerlijk ge
zegd, komen soms de laagste driften
naar boven die in je aanwezig zijn. Ge
lukkig is het altijd, zo geweest dat de ra
tio, het verstand groter is. Maar nog
maals. ik kan me voorstellen dat er ou
ders met slecht slapende kinderen zijn
die het afreageren op het kind".
Marian: „Ik kan me dat van mijzelf
niet voorstellen. Hoewelzoals San-
der de afgelopen jaren soms met het
probleem worstelde geloof ik inderdaad
wel dat het bij sommige ouders esca
leert tot een wanhoopsdaad. Zelf heb ik
het er gelukkig minder moeilijk mee.
Vanaf het moment dat Tamar geboren
werd kreeg ik in feite een soort oer-
moedergevoel over me. Wat je je daar
precies bij moet voorstellen is moeilijk
uit te leggen, maar het kind zat ook na
de geboorte in wezen nog aan mij vast,
het was een soort symbiose. Ze had mij
op elk moment nodig, ik vond dal ik er
Marian en Sander Theewis hebben zelfs twee kinderen die abominabel slapen.
altijd voor haar moest zijn. Het eerste
halfjaar heb ik me dan ook nauwelijks
gerealiseerd dat er ook nog een andere
wereld was dan de onze. Het was een
soort roze wolk waar Tamar en ik op
dreven. En of ze nou ik weet niet hoe
vaak wakker werd, ik accepteerde dat,
ook al was het héél vervelend".
„Tegen de buitenwereld heb ik me die
eerste tijd overigens wel agressief opge
steld. Het was ook niet de gezelligste
periode wat betreft onze sociale contac
ten. Want na een paar ervaringen wist
je al dat je over hel probleem van die
slaapstoornissen telkens weer de kous
op de kop zou krijgen, altijd deed je het
als moeder fout. Daarom zonderde ik
me een beetje af en stelde ik me bij
voorbaat agressief op. Tot er op een ge
geven moment een enkeling begrip
toonde. Als ik dan eenmaal begon te
praten, ging ik uren door. Dan pas
merkte ik hoe hoog het me zat".
Lijfsbehoud
Janine Gerards, die ook een bijzonder
„wakker" kind heeft, probeert in eerste
instantie het probleem van de slaap
stoornissen te relativeren. Uit een soort
lijfsbehoud.
„Ach, als ik naar anderen kijk viel het
allemaal nog wel mee". Maar even la
ter: We hadden bij vlagen inderdaad
ontzettend te kampen met de slaappro
blemen van Pieter. Op een avond, hij
had net een paar dagen daarvoor zijn
vierde DKTP-prik gekregen, kom ik
's avonds thuis. Richard, mijn man.
zat met tranen in de ogen met Pieter in
zijn armen in de kamer. Die kleine
hummel was totaal onbereikbaar, rea
geerde nergens op, huilde alleen maar.
We zagen het toen geen van beiden
meer zitten. Daarna was het nog een
keer een week'raak. Dan ga je denken:
misschien is er bij Pieter wat mis in
zijn hoofdje. Ten einde raad hebben we
de huisarts opgebeld, maar die zag het
probleem niet. „Niks aan de hand'.',
vond hij. Toen hebben we een andere
huisarts genomen. Die is een hele
avond wezen praten en heeft duidelijk
gemaakt dat die enorme slaapproble
men en dat brullen van Pieter gewoon
waren terug te voeren op drift. Pure
drift. Gelukkig hebben wij het' kunnen
opbrengen om hem gewoon 's avonds
en 's nachts te laten brullen. In ons ge
val heeft dat geholpen. En ik moet zeg
gen: nu heb ik een modelkind".
Maar of we een tweede nemen Ri
chard wil het erg graag, maar ik ben
toch wel vreselijk bang voor alles. Weer
dat huilen, weer dat vele wakker zijn.
Ik weet het nog niet"
HENDRI BELTMAN
de wereld". Nou, vergeet het maar, is
de ervaring van duizenden ouders.
Ene dr. Hugh Jolly, een vooraanstaan
de Britse kinderarts, die ook in Neder
land bij vakbroeders grote faam ge
niet, geeft behalve wat oppervlakkige
aanwijzingen slechts één schrale
troost: baby's die slecht slapen zijn
mogelijk wat intelligenter dan baby's
die direct in slaap vallen en de hele
nacht doorpitten. Een algemene reme
die is, denkt Boer, niet të geven voor
die slaapproblemen. „Het advies „laat
maar huilen", gaat in slechts enkele
gevallen op. Anderzijds moet je ook
niet steeds naar het kind toegaan,
want dan loop je de kans dat er een
bepaald patroon ontstaat waar het
kind aan went. Je zult uiteindelijk een
zekere afstand moeten opbouwen. Als
het kind huilt kun je er de eerste paar
keer nog wel naar toegaan en het bij
voorbeeld wiegen, de volgende keren
ga je even aan het bedje zitten, daarna
loop je slechts door de kamer - ook
dan merkt het dat je er bent - en ten
slotte is even roepen misschien al vol
doende om het kind gerust te stellen.
Ik zeg niet dat het vele huilen daar
mee tot het verleden zal behoren,
maar na enkele weken wordt het over
het algemeen wel een stuk minder".
door Bert van Velzen
'Deze Brouilly. zo sprak ik tot de
zilveren ober (hij had de distinctie van
een telg uit een oud geslacht van
butlers) verwarmt het bleke gebeente
van de wat ouder wordende man.
„Zeker", zo antwoordde hij met een
stem. waarin hij genegenheid huwde
met de deftigheid van Molly
Geertsema en daarmee erkende hij dat
ook zijn geraamte bleekjes aan het
dorsten was naar zondoorstoofde
wijngaarden. De eerste halve Brouilly,
die ik wegens een floersig oog niet kon
doorschouwen en die ik goed van neus
had bevonden omdat mijn eigen neus
gestremd was door een lichte
ongesteldheid, werd door de zilveren
man - wellicht nog familie van
Arendsoog - op eigen initiatief
teruggehaald. De wijn was troebel. Hij
pakte een glas, wierp er wat wijn in en
na een zwalp en een slurp sprak hij.
bijna triomfantelijk, als bij het vinden
van een geldbedrag: „Muffig". Ik had
het aan mezelf geweten, aan virale
schimmels in de mond, maar nu het
doodvonnis over het flesje was
uitgesproken, kreeg ik ae moed van de
vinocologische halfintellectueel:
„Zwakke kurk zeker".
„Ja, er is lucht bij gekomen".
„En dat vreet aan zo'n ragfijne wijn
als de motten aan de vitrage
„Dat zou u zo kunnen zeggen". Er was
een hint van afkeuring in zijn stem.
Met de Brouilly heb ik ingetogen mijn
triomf gevierd op de zoete, maar
slepende krachten van het heimwee.
Nog een keer ga ik u spreken over
Londen. Ik ben veilig teruggekeerd uit
het empire, waarvan het trage verval
nog enkele eeuwen kan duren. Ik ben
ongedeerd teruggekomen. Het oude
heimwee is verwaaid in Kensington
Gardens, in Hyde Park, op Park Lane
en rond Piccadilly. De rouw is voorbij.
Na vijf jaar en negen maanden is de
rouw voorbij. Er zijn geen tranen
meer. De laatste zijn opgedn
stormen van Driekoningen.
De reis was nodig om net heimwee te
begraven. Ik ben er mee naar de oude
ambtswoning gegaan, in Ashley
Gardens, nevens de zijbeuk van de
kathedraal van Westminster, die
beheerd wordt door kardinaal Basil
Hume. Een stille straat van
onberoerde, kalme deftigheid.
Imponerende facades, waarachter
nochtans hevige stormen woeden.
Voorin de straat, vlak bij de piazza
met bedelaars van de kathedraal,
woonde Sir Harold W 'ilson met zijn
wat droeve en poëtisch begaafde vrouw
Mary, die heroïsch het publiek geheim
negeerde dat Harold het witte hoofd
wel eens in de schoot van de energieke
Ladv Falkender wilde leggen. Wat
verderop woonde Jeremy Thorpe, ooit
briljant leider van de Liberal Party, die
beschuldigd werd van het ontwerpen
van een moordcomplot tegen een in
een cynische liefdesaffaire diep
?ekwetste homo. Een jury in the old
ai ley heeft Jeremy vrijgesproken in
dit opmerkelijk Engelse drama. En
nog maar kort geleden stonden de
marmeren zuiltjes en de zeven
traptreden van mijn eigen vroegere tent
in Ashley Gardens in het beruchte
schandaalblad News of the World. Een
der topmandarijnen van de Britse
Labour Party is daar ingetrokken bij
een vriendin: boven de foto van huis en
bewoners prijkte de kop: „Roy
Hattersleys home away from home".
Londen was lang mijn „home away
from home", maar ik ben nu, vrij van
heimwee, weer gewoon toerist. Bij La
Pulcinella wisten ze nog dat mijn
uitgaansnaam Mr. Holland was en dat
een van mijn disgenoten van weleer,
ook al voor het gemak. Garibaldi werd
genoemd. Garibaldi is dood. Ook die
van La Pulcinella. Ik heb nog even, op
Carlton House Terrace, bij het graf
gestaan van het hondje van de Duitse
ambassadeur Hoechst, die net voor
Von Ribbentrop in Londen zat. „Mein
treuer Begleiter". staat erop de zerk.
Een kosjere sandwich gegeten in de
Noshbar van Rabin. De schoenen
staan scheef. De zee was vanmorgen
groen onder het grauwe zwerk. In de
ogen van de zeeman staat een verre
blik en gloeit, zo zegt het lied, een
vreemd verlangen. Jawel.