Dagvlinders dreigen het loodje te leggen Schaatsend het weeshuis uit 'finale' ZATERDAG 9 JANUARI 193 Het gaat niet goed met de dagvlinders in ons land. Sinds het begin van de jaren zeventig zijn negen soorten uitgestorven. Van de tweeënzestig soorten die nu nog rondfladderen dreigen er drieëndertig eveneens het loodje te leggen. Daarom roept de Vlinderstichting in Wageningen de hulp in van tuinliefhebbers en beheerders van natuurgebieden om de vlinderstand vooruit te helpen. Natuurminnend Nederland moet zich ontpoppen als vlindervriend en zijn tuinen en gaarden stofferen met planten die op het menu van vlinders staan. Zelfs een piepklein balkontuintje met een paar bloeiende vlinderlokkers kan een steentje bijdragen. Het boekje „Vlinders in uw tuin" doet fleurig uit de doeken hoe zoiets moet worden aangepakt. Een uitgave die financieel mogelijk is gemaakt door het Nationaal Comité Zomerzegels. WAGENINGEN - Dit jaargetijde, met zijn kille, stormachtige weer, is niet het meest geëigende moment om een boekje over het inrichten van vlindervriendelijke tuinen ten doop te houden. Dat was ook ei genlijk niet de bedoeling. Maar een aantal medewerkers (werkloze bio logen) kregen onverwacht een baan. „Leuk voor hen, natuurlijk, maar het boekje liep er enige ver traging door op", verklaart Pauline Schakenbos van de Vlinderstich ting in Wageningen. Zij troost zich echter met de gedachte dat men- sen-met-groene-vingers al in de wintermaanden beginnen te broe den op plannetjes voor het inrich ten van hun vooijaarstuin. „Laten ze dan vooral de vlinders niet ver geten", zegt zij met een intonatie die in een STER-spot beslist zou scoren. Pauline Schakenbos is coördinatrice van de Vlinderstichting. Zij studeerde biolo gie aan de Landbouw Universiteit Wage ningen, met als hoofdvak het gedrag van landbouwhuisdieren. Dat is nu niet be paald een voor de hand liggend specia lisme voor een woordvoerster van een organisatie die opkomt voor de belangen van vlinders. Zelfs met een overdosis fantasie valt er geen raakvlak te ontdek ken tussen het welzijn van koeien, scha pen en varkens en de lepidopterologie, de vlinderkunde. Die wonderlijke com binatie ontstond toen de biologe na haar studie geen emplooi kon vinden in haar eigen vakgebied. Daarop besloot zij als vrijwilligster mee te werken aan een in ventarisatie van dagvlinders. „In het begin kon ik geen Dagpauwoog van een Gehakkelde Aurelia of een Ata lanta onderscheiden", bekent zij. Maar al spoedig kreeg haar oppervlakkige ken nis van vlinders wetenschappelijke diep gang. De Vlinderstichting timmert aan de weg met tentoonstellingen, brochures, een boekje en het tijdschrift „Vlinders", waarin wetenschappers en amateurs schrijven over een vlindervriendelijke inrichting van landschap, parken en tui nen. Dit jaar verschijnen vlinder-lesbrie ven voor het basisonderwijs. Leerkrach ten die de biologielessen letterlijk willen verlevendigen kunnen nu al aankloppen voor levende have. Want de Vlinder stichting kweekt speciaal voor school projecten rupsen en vlinders. In de kooi en met ongekamde bossen groen wemelt het van de rupsen, in grootte variërend van hulpeloze speldeknopjes tot pot- looddikke exemplaren met een bek vol rusteloze decoupeerzaagjes. Honderden Atalanta's met vleugels als abstracte schilderijtjes walsen gracieus rond, of staan klapwiekend in de file om een in honingwater gedrenkte spons te kussen. Prikkebeen Aan stukken golfkarton en piepschuim hangen de mummie-achtige poppen, waarin de rupsen hun fascinerende ge daanteverwisseling ondergaan. De ragfij ne cocons zijn voorzichtig opgehangen aan spelden van het kaliber dat bij ver zamelaars in zwang was om vlinders in hun collecties te kruisigen. Maar zulke lugubere speldenkussens zijn ouderwets. „Wij zijn Prikkebeen niet die met een netje vlinders ving en ze een speld door het lijf stak. De vlinderaar van tegen woordig gaat met een fototoestel achter de vlinders aan. Foto's en dia's tonen de vlinders immers fris van kleur en in hun natuurlijke houding en omgeving. Je krijgt dan een natuurgetrouwe verzame ling". Maar het aantal soorten dagvlinders gaat zoals gezegd in een schrikbarend tempo achteruit. Pauline Schakenbos noemt een aantal oorzaken: de milieuvervuiling die neerslaat op de planten, het verdwij nen van bloemrijke graslanden en ruig ten. de ruilverkaveling. „Het probleem is dat wij in Nederland alles overhoop gooien, de boel volbouwen met huizen en wegen en dat er intensief bewerkte akkers en weilanden ontstaan. De mees te dagvlinders kunnen zulke barrières tussen het ene en het andere natuurge bied niet overbruggen. De natuurgebie den komen op die wijze geïsoleerd van elkaar tc liggen en vlinders kunnen zich dan moeilijk handhaven en versprei den". De Vhnderstichting pleit daarom voor bloemrijke wegbermen, heggen en hout wallen met kruidenrijkc randen. „Die vormen voor de vlinders belangrijke verbindingen in het landschap. In de be schutting ervan kunnen zij van bloem tot bloem vliegend hun favoriete leefge bieden bereiken. Ook bloemrijke tuinen kunnen een schakel vormen tussen de leefgebieden". Stadstuin Niet elke plant is daarvoor geschikt. Het Groot Koolwitje bijvoorbeeld deponeert zijn eitjes uitsluitend in koolplanten. Het diertje heeft zich daarmee de oor logsverklaring van alle (volks)tuinders op de bonte hals gehaald. Vijf andere al gemene soorten (Kleine Vos, Dagpau woog, Atalanta, Gehakkelde Aurelia en Landkaartje) kunnen echter rekenen op de warme sympathie van tuinliefheb bers. omdat zij hun kroost bij voorkeur voeden met brandnetels. In een stadstuin kunnen wel twintig ver schillende vlindersoorten voorkomen, mits de stoffering ervan aan enige voor waarden voldoet. Vlinders zijn namelijk heel kieskeurig in de keuze van een pick nickplaats. Behalve voedselplanten met veel bloemen barstensvol nectar, eisen zij ook warmte en beschutting. Wie de vlinders in zijn tuin wil houden moet bovendien zorgen voor wilde planten, kruiden, grassen, struiken of bomen waarop zij hun eitjes kunnen afzetten. Die zogeheten „waardplanten" zijn dus de eettafels voor de toekomstige rupsjes. Lokken De meeste vlindersoorten leven op een reeks verschillende nectarplanten. Zij hebben echter maar één of enkele waar dplanten. „Wie rekening houdt met die specifieke voorkeur hoeft dus niet bang te zijn dat rupsen de hele tuin kaalvre ten". zegt Pauline Schakenbos. „Rupsen vind je alleen op wilde planten en nooit op cultuurplanten. Geloof me: in een tuin met afwisseling kan geen rupsen- plaag ontstaan". Het lokken van vlinders is een koud kunstje, als maar de juiste planten in de tuin worden gezet. De buddleia. die bloeit met lange trossen blauwe bloe men, wordt in het Nederlands zeer toe passelijk Vlinderstruik genoemd, want zij voert de top-tien aan van planten en struiken die bij vlinders het meest in de smaak vallen. Op de tweede plaats staat, zo is te lezen in het boekje van de Vlin derstichting, komt de herfstaster (aster novï-belgii), gevolgd door de hemelsleu tel (sedum telephium). Op de lijst staan verder: damastbloem (hesperis matrona- lis), flox, vlambloem (phlox drummon- dii, phlox spec), lavendel (lavandula of ficinalis), kogeldistel (echinops spec), wilde marjolein (origanum vulgare), ja- cobskruid (senecio jacobaea) en ijzer hard (verbena bonariensis). Vlinders voelen zich pas kiplekker in een warme, zonnige en beschutte tuin op het zuiden. De koudbloedige diertjes moeten namelijk een lichaamstempera tuur van twintig graden hebben voordat ze kunnen vliegen. Op zonnige dagen is dat geen probleem. Door de vleugels naar de zon te keren en ze als zonnepa nelen te gebruiken zijn ze snel op vlieg- temperatuur. Op koude, bewolkte dagen Wie zijn tuin of balkon goed stoffeert kan rekenen op het bezoek van vele vlin ders. FOTO'S: FRITS BINK levert dat echter problemen op. Dan moeten zij eerst de „choke" gebruiken. Door vliegensvlug en krachtig met de vleugels te trillen komen zij op bedrijfs- temperatuur. Behalve warmte hebben dagvlinders be schutting nodig. Een stapel hout, strui ken en heggen zijn uitstekende wind schermen. „Windvlagen zijn namelijk zeer hinderlijk voor vlinders, vooral bij het voedsel zoeken. In een onbeschutte, winderige tuin kan men de aantrekke lijkste planten zetten, maar er zullen nooit volop vlinders rondfladderen". Vlinderjaar In navolging van Engeland organiseert de Vlinderstichting in 1989 een actie jaar. Op het programma staan school projecten, verschillende publikaties en een wetenschappelijk congres. Het ac-| cent komt vooral te liggen op het vlin-l dervriendelijk beheer van tuinen, plant-1 soenen en natuurgebieden. De Vlinder-I stichting is op zoek naar sponsors die| het programma willen financieren. In het Vlinderjaar 1989 krijgt een aantall soorten speciale aandacht. Zo zali worden getracht het Pimpelnclblauwtje,! dat jaren gelden in ons land is uitgestor-r ven, opnieuw te introduceren. Daartoe! wil de vhnderstichting eitjes en rupsenf uit Frankrijk en Duitsland importeren en uitzetten in geschikte gebieden. Niet elk terrein is daarvoor geschikt. Het Pimpelnelblauwtje heeft namelijk de ei-LEl genaardige gewoonte de eitjes in de nes-gJaa ten van een bepaalde mierensoort te leg- i gen. De nijvere werksters broeden dePcu vlinder-koekoekseieren uit en zorgenjregë voor de opvoeding van de rupsen. vod Pauline Schakenbos verwacht veel be-r>oe langstelling voor het Vlinderjaar. „Het isr niet moeilijk om vlinders te verkopen, jeuf Iedereen vindt ze immers mooi". Maar Let de schepseltjes met hun fascinerende t dubbelleven zijn niet alleen mooi, maar, ook buitengewoon nuttig. Rupsen die- t>ev nen hele zwermen vogels tot voedsel, wit' Vlinders spelen een rol bij de bestuiving. Bovendien voelen zij voortdurend de V pols van Moeder Natuur en laten weten zlCi hoe het met haar gezondheid gesteld is. zak „Niet voor niets zijn in Europees ver band vlinders en libellen als zogenaam de indicator-soorten aangewezen. In heel-y Europa worden inventarisaties gehou-J1^ den. Die tonen aan dat het op dit mo-ters ment niet goed gaat met de vlinders. In ZU,K ons land wordt meer dan tie helft van de oud' 62 soorten met uitsterven bedreigd. DatOmc is een slecht teken". Het boekje „Vlin- naai ders in uw tuin" kan helpen vlindersoor- geh< ten te behouden. Het kan worden be- geer steld door 11,25 gulden over te maken ons op girorekening 5134425 van de Vlin-jkon derstichting, Generaal Foulkesweg 68, ma£ 6703 BW Wageningen. Een abonnement Cenl op "het kwartaalblad „Vlinder" kost mi- mi nimaal 25 gulden per jaar. Abonnees sen zijn meteen donateur van de Vlinder- zun stichting. ^„.T»,„wal< n _pen AAD STRUIJS J MILAAN - Wat moet er met je aan de hand zijn om als 58-jarige man dag in dag uit de pias uit te hangen in een of andere ijsshow? Wat moet je achter de rug hebben om op die leeftijd nog enthousiast voor malloot te spelen? Misschien wel het leven van Bill Wallenborn, de Amerikaanse komiek van Walt Disney on Ice, een show die bin nenkort naar Nederland komt. „Ik groeide op in een weeshuis in Chica go", vertelt Bill, na afloop van een show in Milaan. „Mijn moeder was kort na mijn geboorte overleden en mijn vader kon niet voor de kinderen zorgen, want hij werkte altijd. Wel kwam hij vaak op zondag langs. Op een dag zou hij langs komen met tickets voor het circus. Daar verheugde ik me erg op; ik had er in de hele stad al aankondigingen van gezien en wilde er graag heen. Maar mijn vader kwam niet opdagen. Toen zijn we maar naar de film gegaan, een film met Char lie Chaplin. Die maakte grote indruk op me. De mensen laten lachen, dat wilde ik ook. En ik wilde het weeshuis uit". Bill zucht. „Ik hou er van om de mensen aan het lachen te maken", zegt hij. „In mijn kinderjaren werd maar weinig gela chen". Overdag zat Bill net als ieder kind op school, maar 's avonds en 's nachts ging hij zijn eigen gang. op de ijsbaan. Die was dan gratis toegankelijk. „Ik zag hoe anderen les kregen, daar keek ik de kunst van af. Later kreeg ik werk op de ijsbaan van New York, ik maakte het ijs schoon en kon de hele dag oefenen. Ik vond het gewoon leuk. Om het geld had ik het niet hoeven doen, dan had ik be ter kunnen gaan tennissen of golf spelen. Als m'n vader me had zien schaatsen had ie dat misschien wel gezegd: ga toch tennissen". Nu hij het toch over hem heeft, herinnert Bill zich opeens weer iets van zijn vader: „Ik hoorde later dat hij een fantastisch danser was, maar ik heb hem dat nooit zien doen. Zelf dans ik met een paar borrels op ook de gekste dingen. Maar goed. mensen van het ijs- theater die me op de ijsbaan bezig zagen vroegen of ik geen auditie wilde doen en zo kwam ik bij de ijsrevue. In eerste in stantie niet als komiek, want daar was al iemand voor, maar gewoon in het bal let". WALT DISNEY ON ICE NAAR NEDERLAND Sindsdien reist Bill, zijn vrouw Irene achterlatend in Colorado Springs, de hele wereld over. Al snel verliet hij het ballet om.zijn eigen komische nummers op de ijsvloer te brengen. Hij heeft al heel wat gezelschappen versleten en is inmiddels, via het concurrerende Holi day on Ice, bij Walt Disney on Ice te rechtgekomen. Daar verricht hij zijn gooi- en smijtwerk, met rondvliegend nep-dceg, wegschietende stoelen (dat arme achterwerk van Bill!) en emmers water. En dan maar hopen dat de men sen lachen, want dat is allerminst zeker. Bill werkt er hard genoeg voor (tegen woordig doet hij al snel drie shows op een dag, terwijl dat vroeger gewoon één per avond was), maar ja. „De mensen waarderen humor met meer", zegt hij. Of dat ook in Nederland zo is, moet van 17 tot 21 februari blijken. Dan komt Walt Disney on Ice naar het Rotterdam se Ahoy', in het kader van de eerste Eu ropese tournee van dit Amerikaans-Ca- nadese gezelschap. Volgens de Neder landse promotor is het „een typische fa milievoorstelling" en dat doet onmiddel lijk denken aan die andere ijsshow waar van ze ook altijd zeggen dat hij voor het hele gezin'is: Holiday on Ice. Die naam horen ze niet graag bij Walt Disney. „Ahoy' heeft een contract met Holiday on Ice, waardoor er een bepaalde tijd tussen hun optreden en dat van andere gezelschappen moet zitten", zegt de pro motor tandenknarsend. Volgens hem krijg je „de rillingen over je rug van emotie" als je ziet hoe kinde ren genieten van Walt Disney on Ice. En dat zou dan vooral te danken zijn aan de Walt-Disneykarakters die in de show optreden, zoals Donald en Kafrien Duck, Mickey en Minnie Mouse, Pluto en Goofy. Overigens bevat de show ook gebruikelijke onderdelen als het klassie ke duet, de grote balletten en een solo- dans. Nederlandse schaatsers die na de Elfstedentochten en merenmarathons de vergezichten moe zijn en graag eens wat ijshallen willen bekijken, kunnen bij Walt Disney on Ice auditie doen. Goede schaatsers kunnen een contract voor een jaar krijgen. De financiële beloning wordt angstig geheim gehouden. Wie daar meer over wil weten kan het beste, na afloop van de optredens in Ahoy', te rade gaan bij Bill Wallenborn, de oude clown op schaatsen. STEVO AKKERMAN regt Met name kinderen zouden gek zijn op de lkw£ figuren van Walt Disney die in de show waï voorkomen. hul Bill Wallenborn, 58 jaar en nog dagelijks P de. pias uithangend in een ijsshow. CeidóeSou/KWit'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 28