Omero Bordo,
de laatste Etrusk
DE ONDERGANG
VAN HET HUIS ROUILLAN
finale
,,Ikkan
elke avond
een nieuw
graf
vinden"
^^fARQUINIA - „Ik vergeet nooit
3 neer het moment dat ik voor het
jUl j lerst een Etruskisch graf opende en
BE- binnentrad. Ik trilde van emotie.
Ér lagen twee skeletten. Naast de
chedel van de vrouw lagen gouden
oorringen. Tussen de tanden van
hoppefle man zat een muntstukje ge
klemd om de reis naar het hierna-
maals te betalen. Er stonden prach
tige vazen, er waren schalen met
fruit, bekers met eieren. In een
bakje lagen tanden van wilde zwij
nen. Er hing een heel oude lucht,
fiier was in bijna 2500 jaar nie-
)ST mand geweest".
B '0 ^o'n honderd kilometer ten noorden
3 7 van Rome ligt Tarquinia, de hoofdstad
van het oude Etruskenland. Dit geheim
zinnige volk beheerste in de eeuwen
vóór de opkomst van de Romeinen
(rond 500 voor Christus) grote delen van
Noord- en Midden-Italiè. Ondanks in
tensief gespit en gezoek bevinden zich in
de omgeving van Tarquinia nog duizen
den onontdekte graven van de Etrusken.
Hier woont Omero Bordo, bijgenaamd
de renj|e schervenkoning, bijgenaamd de gra-
00% Trover. Een man wiens leven verweven
veld is met het volk dat hij bewondert. De
slem^ransen 8aan een him over hem maken,
ging (zijn biografie is een bestseller. „Ik ben",
(splitzo roept hij, „de laatste Etrusk".
eer aJGeboren en getogen in Tarquinia heeft
i.p.v.iOmero met 43 jaar al een veelbewogen
leven achter de rug. Hij was grafrover,
ïeo sj|vervalser van Etruskische kunst en na
s de tjruim twee jaar gevangenis nu een kun-
»r da<stenaar die niet van talent gespeend is.
reeg flHij verkoopt toeristen vazen en aarde-
iee. werk dat geïnspireerd is door Etruski-
sche motieven, 's Nachts er op uit trek
ken met spade en houweel om graven te
plunderen, dat doet hij niet meer. Ome
ro beweegt zich nu uitsluitend nog in de
legaliteit. „Ik schep niet op, maar als ik
zou willen zou ik elke avond een graf
kunnen vinden. Ik doe het niet meer,
maar het verlangen om er op uit te gaan
T blijft. Dat raak ik nooit meer kwijt. Ik
V 2 mis de spanning van het betreden van
3 een nieuw graf, ook al heb ik het zo vaak
meegemaakt. Van 1959 tot 1963 heb ik
4 meer dan tweeduizend graven ontdekt".
Weggesmeten
„Ik ben van boerenafkomst, geboren in
een klein dorpje hier vlakbij in de heu-
veis. Middenin een gebied vol Etruski
sche graven die nu door de toeristen be-
l' zocht worden. Toen ik klein was had
ie* V niemand weet van de schatten die hier
I in de grond zaten. Als er met ploegen
l'eskl vazen of scherven omhoog kwamen
ir 2 smeten de boeren ze weg",
lentImet het lee8roven van graven
begonnen om geld te verdienen. Na de
"en lagere school heb ik jaren kromgestaan
end op ^et 'anc^: tomaten en Paprika's pluk-
ken voor een paar lires. Dat was geen le-
ver ven voor mij. De kans kwam toen ik in
vanl een bar twee rijkaards ontmoette die wil-
naa' den weten of er iemand graven zocht en
5en®j Etruskische voorwerpen verkocht. Ik
spf rook onmiddellijk mijn kans. „Ik doe
dat", zei ik, „en ik kan jullie morgen al
wat mooie spullen laten zien". Gewa-
krpent* met houwelen en spaden ging ik er
1 nog diezelfde avond met mijn vriend
P Luciano op uit. Ik wist dat er in Monta-
rozzi graven waren. Al snel hadden we
er een gevonden. Die twee rijkaards be
taalden ons 350.000 lire (nu ongeveer-
530 gulden, GK) voor een aantal bekers,
bronzen beeldjes en vier corinthiscTie va-
zen. Achteraf eigenlijk een fooi, maar in
die tijd een geweldig bedrag, zeker voor
PROCES
ACTION DIRECTE
BEGINT
MAANDAG
Ondanks een al meer dan een
30.1 maand durende hongerstaking
van oprichter Jean-Marc
Th Rouillan en diens gezellin
-e3 Nathalie Ménigon zal maandag
in Parijs het eerste grote proces
beginnen tegen de top van de
m v Franse terreurorganisatie
Action Directe (AD). Omgeven
door de strengste
veiligheidsmaatregelen worden
4 i 24 leden en sympathisanten van
de groep voor een speciaal
or 1 „terroristen-tribunaal"
gebracht. De eerste aanklacht
6 "j luidt „misdadige samenzwering
tegen de Franse staat". Jean-
bou Mare Rouillan en de andere
13 kopstukken van AD riskeren
1 w| alleen daarvoor al levenslang.
4,d Later dit jaar zullen echter nog
meer processen volgen. Daarop
w' zal het dan gaan om de
Di specifieke moorden, aanslagen
en bankovervallen die de groep
op haar geweten heeft.
zaterdag 9 januari 1988
een jongen van zestien jaar. Daar moest
ik anders maanden voor werken. We
hadden een goudmijn aangeboord! Met
Luciano groef ik honderden graven uit.
We konden doen wat we wilden: we
hadden kleren, auto's, meisjes".
Kerstboom
„Ik herinner me nog goed die nacht in
1963. De heuvels waren vol lichtjes, het
leek wel een kerstboom. Allemaal men
sen die aan het zoeken waren. Het van
dalisme gro de, er werd ontzettend veel
kapot gemaakt. Ook de controles werden
steeds strenger. De staat begon te begrij
pen dat hier een geweldig cultuurgoed
naar de vernieling werd geholpen. Het
was het einde van een tijdperk".
Voor de „tombaroli", de grafrovers, wa
ren de gouden tijden voorbij. Het toe
zicht was zo scherp geworden dat Omero
het niet meer riskeerde. Zijn ongeëve
naarde feeling en kennis van het terrein
bleef hij echter behouden. Hij was het
die begin jaren zestig de archeologen van
de overheid naar het volledig intacte
grafcomplex van „De Panters" leidde.
Voor het vinden van een van de gaafste
en indrukwekkendste voorbeelden van
de Etruskische dodencultuur kreeg hij
een beloning van twaalfduizend gulden.
Het graf van „De Panters" is nu een van
de belangrijkste Etruskische beziens
waardigheden van Tarquinia en omge
ving. Het was de enige keer dat de staat
de beurs opentrok voor de ondernemen
de vinder. Omero had de Italiaanse in
stanties nog heel wat meer kostbaarhe
den kunnen aandragen, zo bezweert hij.
„Volgens de wet krijgt een vinder vijfen
twintig procent van de waarde. Maar als
ik iets gevonden had namen ze het me af
en dreigden me te arresteren".
Omero gooide het over een andere boeg.
In het hele Etruskenland bekend als
schervenkoning, begon hij Etruskische
kunstvoorwerpen na te maken. De boe
renzoon wist de Etrusken zó tot in detail
te imiteren dat zijn vervalsingen gretig
aftrek vonden. Hij kan er smakelijk over
vertellen. Een Zwitserse journalist die
vanuit Rome meegekomen is naar Tar
quinia raadt hij aan maar eens in Basel
rond te kijken. „In het museum voor
Etruskische kunst staan tweehonderd
vijftig stukken die ik gemaakt heb", gnif
felt hij.
Rechte pad
Uiteindelijk liep hij toch tegen de lamp.
De rechter die Omero veroordeelde,
hielp hem uiteindelijk echter ook weer
op het rechte pad. Hij raadde hem aan
kunstvoorwerpen te gaan maken op ba
sis van Etruskische motieven. De wijze
raad werd door Omero gevolgd. In zijn
atelier maakt hij samen met enkele leer
lingen terracotta vazen, godenbeelden,
en siervoorwerpen. „Ik ben er zelfs in
geslaagd", zo pocht hij, „het geheim van
de Etrusken te ontdekken". Welk ge
heim? Voor onze verbaasde ogen slaat
Omero een kruikje van eigen fabrikaat
kapot. De scherven laten pikzwarte ran
den zien. „Dat zie je ook bij Etruskische
terracotta vazen, die zwarte rand. Nooit
eerder is men er in geslaagd te bakken
met een mengsel dat die gitzwarte kleur
gaf. Mij is het gelukt de samenstelling te
achterhalen. Hoe? Dat geheim neem ik
mee in mijn graf'.
Dit gedeelte uit het levensverhaal van
Omero Bordo wordt door de Italiaanse
archeologen en kunsthistorici met de no
dige korrels zout genomen. Het is zeer
bijzonder dat Omero's mengsel er pre
cies zo uitziet als het Etruskische, maar
dat wil nog niet zeggen dat het op dezelf
de manier is samengesteld. „Nog nie
mand", zegt professor Mario Moretti,
het vroegere hoofd van de opgravingen
in Etruskenland, „heeft het geheim van
de Etrusken geheel ontsluierd".
Hoe het ook zij, de toeristen kopen het
spul van Omero grif. Hij levert er nog
een certificaat bij van „Omero de laatste
Etrusk", waarin gemeld wordt dat het
werk „geïnspireerd is door de wereld
van de Etrusken en gemaakt volgens de
zelfde technieken".
GE
nialiteit
Omero houdt van de Etrusken. „Ik be
wonder hun genialiteit. Ze waren vreed
zaam, ze jaagden en handelden. De
Etrusken hadden een diep geloof in het
hiernamaals. De vrouwen aten samen
met de mannen. Later, ten tijde van de
Romeinen, mochten de vrouwen er niet
meer bij zijn".
Er blijft heel wat te ontdekken in Etrus
kenland. Een jaar of twintig geleden is
men erin geslaagd het schrift van de
Etrusken te ontcijferen. Waarom legden
ze bijna niets vast van hun grote cul
tuur? Geschreven documenten ontbre
ken vrijwel geheel. De wetenschap moet
het met incidentele inscripties doen.
Niemand heeft tot nu toe ook kunnen
uitleggen waarom de Etrusken door hun
grote opvolgers, de Romeinen, vrijwel
zijn doodgezwegen.
Tarquinia met zijn graven blijft daarom
de sleutel tot de intrigerende wereld van
de Etrusken. Volgens superspeurder Bor
do is er nog pas een klein gedeelte van
de graven ontdekt. Onder het lieflijke,
golvende, landschap bevinden zich nog
geheel intacte dodensteden. Bordo
droomt nog van één grote ontdekking.
„Ik zou graag zoeken naar de graven van
de geheimzinnige priesterkoningen van
de Etrusken, die nooit ontdekt zijn. Ik
weet exact waar ik moet zijn. Ze bevin
den zich onder de Castellina, een heuvel
die groter en anders is dan alle andere
die hem omgeven. De Castellina ligt
achter de Civita, het oude stedelijke cen
trum van de Etrusken. Daar moet het
zijn, het is de meest logische plaats. Dat
verzeker ik u, als laatste Etrusk".
GERARD KESSELS
Jean-Marc Rouillan en Nathalie
Ménigon, twee figuren uit de top van de
Franse terreurbeweging Action Directe.
FOTO: ANP
PARIJS - De allerbeste politiea
genten van Frankrijk hebben die
avond hun posten ingenomen in
het dorpje Vitry-aux-Loges, aan de
rand van het bos van Orléans. In
de eerste linie de mannen van
commissaris Ange» Mancini, chef
van het elitekorps RAID. Onhoor
baar en bijna onzichtbaar door hun
zwarte pakken en bivakmutsen
hebben ze hun prooi omsingeld.
Nog is alles rustig in de half gerenoveer
de boerderij. Twee mannen en twee
vrouwen zitten aan tafel. Op het menu
Spaanse worst, aardappelpuree en een
stevige rode wijn. Een van de mannen
schenkt nog eens in. Het is Jean-Marc
Rouillan, oprichter en leider van de
linkse terreurorganisatie Action Directe.
De Franse staatsvijand nummer één ver
keert in goed gezelschap. Aan tafel zitten
Nathalie Ménigon, zijn vriendin en me
destrijdster van het eerste uur, alsook
Georges Cipriani en Joelle Aubron, res
pectievelijk nummer drie en vier van de
terreurorganisatie.
Om precies tien voor negen zetten Man-
cini's „Samoerais" de aanval in. Een
granaat blaast de voordeur uit zijn voe
gen. Het blijkt een afleidingsmanouevre,
want de mannen van het RAID dringen
via de ramen het huis binnen. De ver
rassing is compleet. Zelfs de altijd wa
kende Rouillan weet niet wat hem over
komt. In een reflex probeert hij naar de
eerste etage te vluchten waar een machi
nepistool en granaten liggen. Maar een
salvo van een van de politieagenten
weerhoudt hem daarvan. Een afketsende
kogel treft de leider van extreem links in
de rechter bil. Het zal de enige verwon
ding zijn, niet in de laatste plaats tot
verbazing van het slachtoffer zelf. Tegen
vrienden had Rouillan vaak gezegd dat
de politie korte metten met hem zou
maken als hij zou worden gepakt. De
terrorist vergist zich. Anders dan de
meeste slachtoffers van Action Directe
zal hij wél de kans krijgen zich te verde
digen, zij het dan in de rechtzaal. Natha
lie Ménigon, die een van haar beruchte
woedeuitbarstingen heeft en de mannen
van het RAID-team uitscheldt voor rot
te vis, wordt door Rouillan tot kalmte
gemaand. „Houd je mond", roept hij
haar toe. „We leven nog!".
Heel Frankrijk haalt die 21e februari
1987 opgelucht adem. De politie heeft
het steeds gevaarlijker wordende Action
Directe in één klap onthoofd. Na vier
jaar onafgebroken speurwerk zijn de
„historische" leiders dan toch gevallen.
De vier topfiguren van het Franse terro
risme kunnen worden ingerekend door
een tip van iemand wiens identiteit voor
altijd geheim zal blijven. Juist op een
moment dat het onderzoek op een dood
spoor lijkt te zitten komt het gehucht Vi
try-aux-Loges in beeld. De „mdic" (tip
gever) heeft Nathalie Ménigon zelfs gefo
tografeerd. De jonge vrouw, die mank
loopt na een auto-ongeluk in België, is
makkelijk herkenbaar, ook al noemt ze
zich nu Nadine Paguay. Haar aanbren
ger heeft recht op de ruim een miljoen
francs, uitgeloofd door het Franse minis
terie van binnenlandse zaken na de
moord op Renault-directeur Georges
Besse.
Waar Nathalie Ménigon is, daar is ook
Jean-Marc Rouillan. Al drie jaar wonen
ze op dit schuiladres. Bij de mensen in
het dorp staat het stel bekend als
„schuchtere ecologen", die hun zieke bu
ren met Kerstmis chocolaatjes brengen.
De aanwezigheid van Cipriani (de klus
jesman en lijfwacht van Rouillan) en
Joëlle Aubron (die samen met Ménigon
Renault-topman Georges Besse ver
moordde) is voor de politie een toevals
treffer.
Wapens
De AD-boerderij heeft echter nog meer
verrassingen in petto. Van de acht vuur
wapens die er worden aangetroffen blij
ken er drie gebruikt bij diverse moord
aanslagen. De pistolen waarmee de
Franse generaal Audran, hoofd van de
afdeling wapenexport op het ministerie
van defensie en Georges Besse zijn ge
ëxecuteerd en de mitrailleur waarmee
generaal Blandin is beschoten. Uit tal
van documenten blijkt de samenwerking
van de Franse groep met gelijk gestemde
organisaties door heel Europa. Audran
was het eerste slachtoffer van de fusie
met de Duitse RAF, die voor Jean-Marc
Rouillan het grote voorbeeld is. Ge
streefd wordt naar een algehele terreur
en chaos is Europa, waaruit - volgens
het revolutionaire AD-jargon - dan een
nieuwe, proletarische heilstaat geboren
zou moeten worden.
Hoe professioneel de terroristen die cha
os wilden organiseren blijkt ondermeer
uit de lijvige dossiers over potentiële
slachtoffers. Vele tientallen videocasset
tes zijn gevonden met opnamen van
vooraanstaande politici, militairen en
industriëlen. Van sommigen werd een
waar logboek bijgehouden over hun da
gindeling en privé-activiteiten. Op het
zwarte lijstje van Action Directe staan
ondermeer de rechtse persmagnaat Ro
bert Hersant, de socialistische oud-pre
mier Laurent Fabius, de kapiteins van
de Franse atoomonderzeeërs en de direc
teur van Ariane-Espace. Volgens de
Franse journalist Roland Jacques, die al
deze onthullingen heeft gedaan in zijn
boek „La longue traque d'Action Direc
te" (uitgeverij Albin Michel) is wat AD
in het verleden heeft uitgevoerd „hele
maal niets" vergeleken bij wat de groep
allemaal in de zin had. Zo waren er on
dermeer plannen voor de sabotage van
een kernenergiecentrale. De ironie wil
dat de uitvoering van een aantal plan
nen is vertraagd door de terreur van een
andere radicale groepering, het Midden-
Oosterse Solidanteitscomité met de Ara
bische Politieke Gevangenen. Vanwege
de verscherpte veiligheidsmaatregelen m
Parijs vonden Rouillan en de zijnen het
verstandiger zich even in te houden.
Behulpzaam
De oprichter van AD is in zijn schuil-
boerderij aanwezig wanneer de recher
cheurs een eerste inventaris opmaken.
Een aantal van hen kent hij van eerdere
achtervolgingen. „Die kast zou ik maar
voorzichtig openmaken, er liggen explo
sieven in", zo waarschuwt hij een keer.
De terrorist plaagt de politiemannen
door te zeggen dat ze een nog veel groter
succes zouden hebben geboekt wanneer
ze een week later zouden hebben toege
slagen. Action Directe stond namelijk op
het punt een hoge functionaris van het
Franse Commissariaat voor Atoomener
gie te ontvoeren. Voor hem was een van
de kamers van de boerderij al speciaal
ingericht als „volkstribunaal". Doel van
deze ontvoering zou zijn geweest de vrij
lating te bewerkstelligen van Regis
Schleicher, een eminent AD-lid en de
grote organisator van de groep. Hij zit
levenslang uit vanwege zijn betrokken
heid bij de moord op twee politieman
nen in maart 1984. Het proces tegen
Schleicher was voor de Franse justitie
aanleiding tot het instellen van de spe
ciale „terroristentribunalen". Een eerste
proces tegen Schleicher moest worden
verdaagd nadat de burgerjury door hem
was bedreigd. Volgens sommige politie
mensen zou het wegvallen van „de orga
nisator" in belangrijke mate hebben bij
gedragen aan de val van het huis Rouil
lan.
O
nvrij willig
Over de structuur van Action Directe,
dat een nationale en internationale tak
heeft, is inmiddels ook weer wat meer
bekend. Door heel Frankrijk heeft de
groep sympathisanten, waarvan een aan
tal overigens tegen wil en dank is gere-
cruteerd. Zoals bijvoorbeeld de 47-jarige
advocate Charlotte Granier, die maan
dag in de beklaagdenbank zal zitten. Een
oude vriendschap met de Duitse terro-
riste Gudrun Ensslin werd haar fataal.
Hoewel beide vrouwen elkaar lang voor
dat Ensslin bij de RAF ging uit het oog
hadden verloren, weet een lid van Ac
tion Directe Charlotte Granier onder
druk te zetten. Zij zorgt voor een schuil
adres voor Schleicher en wordt met de
dood bedreigd als ze erachter komt wie
hij eigenlijk is. Omdat ze niet naar de
politie durfde moet ook zij nu voorko
men voor „misdadige samenspanning".
Het proces tegen de 24 betekent echter
niet dat Action Directe definitief is uit
geschakeld. De Franse politie vermoedt
dat de organisatie ongeveer tweehonderd
leden telt, onder wie een aantal radicale
jongeren die bereid zouden zijn de fak
kel van Rouillan over te nemen. Dat die
nieuwe generatie terroristen heel serieus
genomen moet worden bleek een aantal
dagen geleden. Op het uiterst geheime
adres van de met terrorisme belaste Pa-
rijse onderzoeksrechter Jean-Louis Bru-
guière kwam een uiterst dubieuze nieuw
jaarskaart binnen met de tekst „1987
was een goed jaar. En 1988?". Bruguière
ontsnapte vorig jaar met veel geluk aan
een moordaanslag, toegeschreven alweer
aan Action Directe.
BOB VAN HUËT
CeidóeSouAOrtit