Jaren
negentig
beloven
weinig
goeds
finale
Terwijl 1988 nog maar net is
aangebroken, hebben twaalf
wetenschappers alvast de jaren
negentig op hun vooruitzichten
doorgelicht. Welnu, dat wordt niet
veel soeps. Armoede troef, de
sociaal-democratie buiten spel,
een passieve, afstandelijke
overheid, massale sterfte van ons
bos. „Kantelende verhoudingen",
heet de bundel met studies die ze
hebben uitgebracht. De kleine
marges van Joop den Uyl? In de
jaren negentig zullen er helemaal
geen marges meer zijn.
'mm
Natuur is
in de war
'£eidóc Gou/icwif
[LBURG - Wanneer men ergens
in het schuiven slaat, bestaat de
ms dat er dingen gaan kantelen,
n precies zo is het gebeurd. Ter-
ijl de discussie over het rapport
Schuivende Panelen" van de
vdA nog maar nauwelijks op gang
ikt gekomen, ligt er al een bundel
[tantelende Verhoudingen" op ta-
1, samengesteld door liefst twaalf
etenschappers van de Katholieke
jniversiteit Brabant. Ook een toe-
ömstvisie, zich uitstrekkend over
;el de jaren negentig. Maar of de
vdA blij zal zijn met dit vervolg?
oor de komende tijd, aldus drs. J.
fjebroek, docent Sociale Zeker-
jidswetenschappen, wordt het
jrtrekpunt gevormd door een
raaiboek van lage groei en een
(ntrum rechts beleid. Letterlijk:
En laat ook dit verder duidelijk
jn: een mogelijke deelname van
5 Partij van de Arbeid aan de re-
te A'«Pn8 verandert aan die inschat-
g nauwelijks iets. Daarvoor is
'ichteize partij te zeer in de verdediging
dc teprongen. Noch valt aan te ne-
•en injen dat hieraan op korte termijn
kwa'jn einde komt. Integendeel zelfs.
"elftdles wiJst eroP dat de opvattingen,
mtooPen en strategische opties die bin-
■>elleij£u de PvdA naar voren zullen
juris-orden gebracht, een verder op-
-o<tejhuiven naar het midden tot ge-
'p Métlg zullen hebben. De verhouding
/jteJssen staat en burger blijft zoals
opgapze is: passief en afstandelijk".
vekeïkn somber vooruitzicht voor soci-
rteYc/jj-democraten. Somber is trou-
«octerfgns de hele toonzetting van de
pnotfr^ studies die in „Kantelende
mojerhoudingen" gebundeld zijn,
7i. etgeen des te treuriger stemt om-
ledenM ze stuk voor stuk een uiterst
i wtejggeiijke, gedocumenteerde indruk
f ''"ihterlaten. Welke perspectieven,
f„r£>e,iidde onder meer de vraag,
ivoororden er nog geboden door de
^//vakbeweging, de vrouwenbeweging,
f tec/e wegingen van uitkeringsgerech-
r"Wigden, Derde-Wereldbewegingen
°uitge^ milieubeweging? In hoeverre
ertegenwoordigen de bestaande
gelo*olitieke partijen die perspectieven
ezonlog? Welke rol kan de wetenschap
at hierin spelen? En: zullen het wel de
p ^jenoemde bewegingen en de tradi-
im^Jjonele partijen zijn die de alterna
tieven kunnen bieden voor de on-
te/Wienselijke keerzijde van de ont-
tenvikkelingen die in de jaren negen-
ig verwacht mogen worden? Zou-
3en ze niet zelf kunnen verdwijnen
egrijV de „kantelende verhoudingen"?
d iü de beantwoording van dit soort
'ruijtfragen krijgen de sociaal-democra-
'gefè?n vooral van drs. W. Boerboom,
1 ^locent Politieke Economie en
^^Maatschappelijke Orde aan de Bra-
oantse universiteit, een bittere pil
^/aangeboden. „De sociaal-democra-
ztetie heeft voorlopig geen functie",
wSe\telt hij in zijn vooruitblik op de
rJJren negentig botweg vast. „Ze
r eeJast niet in de reusachtige her-
^/Af-ichikking van kapitaal op wereld-
chaal. In die zin zullen de marges
erra-vaarover Den Uyl eens sprak, niet
/temciein zijn, maar in de jaren negen-
landPg waarschijnlijk in het geheel niet
>/>£7/?estaan. En daarom scoort de soci-
/<r/;-fal-democratie nu waarschijnlijk
e/ersio slecht".
Een boude bewering waarbij de no
dige uitleg betaamt. Die verschaft
drs. Boerboom dan ook. De soci
aal-democratie, aldus zijn vertoog,
maakte er oorspronkelijk haar
werk van produktie en consumptie
met elkaar in overeenstemming te
brengen - vooral door het voeren
van een politiek van inkomensver
deling. Zij gebruikte daarbij het sy
steem van de staat als sturend ge
zag. Echter: dit alles op nationaal
niveau. Dit verklaart haar streven
naar een machtspositie binnen de
staatsapparaten. Maar de ruimte
waarin het toonaangevende econo
mische gebeuren zich afspeelt,
stoort zich niet langer aan lands
grenzen - gaat daar ver overheen.
Tweeslachtig
En daardoor komt de sociaal-de
mocratie in een tweeslachtige posi
tie. Als ze uiteindelijk het voor
naamste staatsapparaat, namelijk
de regering, beheerst, dan blijkt dat
de macht van dat apparaat te kort
schiet om de beloften waar te ma
ken die ten aanzien van het beleid
van het sturend gezag zijn gedaan.
De gevolgen liggen voor de hand,
denkt Boerboom. „Het kapitaal
verplaatst zich naar een gebied
waar de betreffende regering niets
te zeggen heeft. Deze gang van za
ken is dramatisch scherp te onder
kennen in de programma's van
twee premiers die onder het presi
dentschap van de socialist Francois
Mitterrand in Frankrijk aan het
roer hebben gestaan. De eerste re
gering, die van Pierre Mauroy, die
met een klassiek sociaal-democra
tisch programma en met deelname
van communistische ministers aan
trad, moest in juli 1984 plaats ma
ken voor de regering van Laurent
Fabius die het land een industrieel
saneringsprogramma oplegde met
het oogmerk dat Frankrijk in 1990
na de Verenigde Staten en Japan
de derde technologische wereld
macht moest zijn. Deze politiek
had aansluiting bij een over de
landsgrenzen tredende economie.
En dat mocht 200.000 arbeids
plaatsen kosten in de scheepsbouw
en de staal-, kolen- en textielindus
trie. Dat mocht desnoods leiden tot
verbitterde gevechten tussen arbei
ders van de Talbotfabrieken te
Poïssy en de politie. Zonder deze
koerswijziging zou de afwijzende,
negatieve, soms sabotage-achtige
houding van het kapitaal jegens het
beleid van de Franse regering nog
sterker geworden zijn dan hij al
was".
In dit verband herinnert drs. Boer
boom zijdelings ook aan de cam
pagne die van bepaalde Nederland
se zijde gevoerd is tegen het kabi
net-Den Uyl onder het motto: ver
slechtering van het investeringskli
maat. Waarna hij samenvat: „De
tweeslachtigheid van de sociaal-de
mocratie zit hem hier in dat ze
enerzijds de realiteit van een grens
overschrijdende of wereldomspan
nende economie niet kan ontlopen,
terwijl ze anderzijds een vorm pro
beert te geven aan het wezen van
ZATERDAG 9 JANUARI 1988
haar beslaan, namelijk het schep
pen van een systeem dat arbeid en
inkomen regelt. In de huidige zich
op wereldschaal afspelende econo
mie zou dc sociaal-democratie deze
tweespalt slechts te boven kunnen
komen wanneer de schepping van
zo n systeem op wereldomspannen
de basis mogelijk zou zijn. En dat
zit er niet in. Na de oorlog heeft de
geest van een sturend gezag door
Europa gewaaid. De wegschrompe-
lende machtspositie van de sociaal
democratie - Labour in Engeland,
de SPD in Duitsland, de PvdA bij
ons - valt te herleiden tot het weg-
schrompelen van dit regelsysteem
op landelijke schaal
Armoede
Kantelende verhoudingen, wat
heet? En of de vakbewegipg de
zaak wellicht overeind kan hou
den? Drs. M. Meeus. deskundige
op het gebied van arbeidsverhou
dingen, heeft daar. gezien zijn bij
drage aan de bundel, een hard
hoofd in. „De toekomst van de
vakbeweging", schetst hij, „hangt
wellicht af van de in deze tijd wijd
verbreide individualisering. Maar
dat is een tendens die haaks staat
op de traditie van saamhorigheid
die de vakbeweging belichaamt.
Wanneer de klant koning is - een
lijn die de FNV" lijkt uit te zetten
in het rapport FNV-2000 - zal
men ook rekening dienen te hou
den met de arbeidsverwachtingen
van de individuele werknemers.
Overheid en werkgevers zouden
wel eens gebaat kunnen zijn bij
deze individualisering die hen
ogenschijnlijk in staat stelt een ver
deel- en heersstrategie te voeren".
In een al even donkere inkt moet
de pen van drs. J. Nelissen, weten
schapper op het gebied van metho
den en technieken van onderzoek,
gedoopt zijn geweest toen hij zijn
aandeel aan „Kantelende Verhou
dingen" afscheidde. -In de jaren ne
gentig, aldus zijn voorspelling, zal
er een aanzienlijke groep - mini
maal 600.000 huishoudens - ont
staan die zeer langdurig in een situ
atie van bestaansonzekerheid zal
verkeren en waarvoor bij het huidi
ge beleid feitelijk geen vooruitzich
ten bestaan. Alle gegevens wijzen
erop dat de mogelijkheden om aan
een situatie van armoede te ontstij
gen, achteruit zijn gehold. En de
jaren negentig zullen amper tot
verbeteringen voor de groep be-
staansonzekeren leiden. Er is wei
nig hoop op grote economische
groei en de roep om grotere inko
mensverschillen wordt steeds lui
der. Zou er echter toch sprake zijn
van een sterke economische groei,
dan is het nog maar de vraag of die
ten goede komt aan de armen. Uit
onderzoek blijkt namelijk dat groei
niet automatisch meer leidt tot ver
mindering van het aantal armen.
Het zou niemand moeten verbazen
wanneer op een gegeven ogenblik
economische groei gepaard zou
gaan met een toename van de ar
moede. Ontwikkelingslanden kun
nen hierover meepraten. Bij een
verdergaande ontwikkeling van au
tomatisering en techniek is het zeer
wel denkbaar dat de groei uitslui
tend de hoog opgeleiden ten goede
komt en steeds meer lager opgelei
den uitgestoten worden zodat de
maatschappelijke tweedeling alleen
maar scherper wordt".
Onderspit
Tot dusver ging het over Liensen.
Het milieu echter. Wat mag daar
voor van de jaren negentig ver
wacht worden? Drs. J. van der/
Straaten, docent Regionale Ecoi\p-
mie aan de Brabantse universiteit,
zet het op een rijtje en komtlot de
slotsom: „Op grond van het huidi
ge beleid is een snelle en drastische
afname van de uitstoot van zure en
verzurende stoffen niet haalbaar.
Verschillende landen in Europa
hebben duidelijk verschillende be
langen. Eenstemmigheid is dan ook
een illusie. De gedachte dat de
overheid de kwalijke gevolgen van
milieuverontreiniging kan neutrali
seren met behulp van heffingen en
verboden, gaat voorbij aan de wer
kelijkheid van de economische be
sluitvorming in de verschillende
landen. Nodig zou zijn dat maatre
gelen in EG-verband niet langer
met éénstemmigheid, maar met
méérderheid genomen worden.
Voorts lijkt het gewenst dat de
meest getroffen landen in Noord-,
Midden- en Oost-Europa een poli
tiek samenwerkingsverband aan
gaan teneinde maatregelen elders af
te dwingen. Deze landen worden
immers direct in hun bestaan be
dreigd wanneer de bossen in hun
berggebieden sterven. De dan op
tredende erosie zal namelijk on
voorstelbaar zijn".
Maar misschien nog belangrijker
acht drs. Van der Straaten het vol
gende. „We dienen ons meer be
wust te zijn van het gegeven dat de
overheid geen boven de partijen
staande grootheid is die automa
tisch het algemeen belang dient.
Want in de feitelijkheid van het be
leid ontpopt de overheid zich veel
eer als een speelbal van hecht geor
ganiseerde maatschappelijke krach
ten. Binnen dit maatschappelijk
krachtenveld blijkt het algemene
belang, in casu het milieubelang,
juist het onderspit te delven. Onder
druk van de milieubeweging is het
milieubelang destijds op ministers
niveau in het beleid opgenomen.
Maar vanuit andere departementen
met meer commercieel getinte be
langen staat het milieubeleid onder
voortdurende druk. Daarom kun
nen de huidige maatregelen niet
het gewenste effect hebben. Het
geen tot de slotsom voert: voortzet
ting van het bestaande beleid zal in
de jaren negentig zeer negatieve
uitwerkingen te zien geven op de
kwaliteit van het grondwater, het
oppervlaktewater, de natuurgebie
den, de heide en de bossen in ons
land. Massale sterfte van ons bos
lijkt waarschijnlijk".
PIET SNOEREN
binnen de perken
-y
We hebben een in veel opzichten
turbulent jaar achter de rug. In de
oudjaarkrant heeft u daar een uit
voerig overzicht van kunnen lezen.
Het was een roerig politiek jaar,
een beurskrach zette de economi
sche wereld op zijn kop en de na
tuur liet merken dat die een eigen
wil heeft waar de mens met al zijn
technisch vernuft en mogelijkhe
den niet tegen opgewassen is.
In tal van landen was het mis: India
meldde gigantische overstromingen, va
kantiegangers in Italië werden opge
schrikt door zware stormen die in het
betreffende gebied vrijwel nooit voorko
men en in Griekenland stierven meer
dan duizend mensen door twee hittegol
ven waarbij temperaturen van 43 graden
boven nul werden bereikt.
Vlak bij huis werd het noorden van het
land in maart bedekt onder een dikke
laag ijzel die bossen omtoverde in glazen
paleizen, waarin bij het zachtste briesje
de tinkelende klanken van een glazen
klokkespel te horen waren. Mooi wel
licht, maar veel bomen werden door die
ijslaag geveld.
De ijzel in het voorjaar werd gevolgd
door een te koude en natte zomer waar
na een mooie herfst nog iets probeerde
goed te maken. En dan nu de winter
weer: die mag tot nu toe die naam eigen
lijk niet dragen. Het is veel te zacht voor
de tijd van het jaar. Toch kunnen die
mooie herfst en zachte decembermaand
het totaal van 1987 niet op een normaal
niveau brengen. De gemiddelde tempe
ratuur over 1987 ligt een halve graad la
ger dan in de voorgaande dertig jaar nor
maal was.
Tuin
De naar verhouding hoge temperaturen
in deze dagen kunnen grote gevolgen
hebben voor de tuin. Een flinke vorstpe
riode is in de eerste plaats nodig om een
deel van de insecten en hun larven op te
ruimen. Als dat niet gebeurt is de kans
op vraat en ziekte in het voorjaar en de
zomer groter dan normaal. Het zachte
weer is goed voor heel wat ongedierte en
van bepaalde soorten kunnen er zo veel
gedijen dat bestrijding zeer zwaar kan
worden.
Een ander gevaar lopen de bolgewassen
waarvan er zeer vele door het huidige
weertype misleid worden. Krokussen,
narcissen en zelfs tulpen zijn er „inge
tuind" en steken hun groene neuzen al
boven de grond. Terugduwen kan niet:
de enige manier om die boven de grond
uitkomende delen nog enigszins tegen
een intredende vorst te beschermen is ze
te bedekken met turfstrooisel of stro.
Op beschutte plekken lopen ook de for
sythia's uit en op sommige plaatsen is de
bloesem van de prunus opengebarsten;
er is nauwelijks iets te doen om die te
gen bevriezing te beschermen.
Een voordeel van dé voor deze tijd van
het jaar aangename temperaturen is dat
er nog het een en ander in de tuin ge
daan kan worden. Waar in een normaal
jaar oktober en november ideale maan
den zijn om bomen en heesters (ge
kweekt in containers) in de tuin te po
ten, is dat pootseizoen nu verlengd tot
op de dag van heden. De grond is goed
toegankelijk en ook als binnenkort de
vorst invalt zal die de eerste dagen niet
zo diep in de grond dringen dat de wor
tels van de nieuwe aanplant daar last
van hebben. Ook voorzichtig snoeien
kan nog mits de wonden die daardoor
ontstaan direct afgedekt worden met een
wondmiddel.
De aanzienlijke hoeveelheid water die
de laatste tijd gevallen is kan voor laag
gelegen tuinen problemen opleveren. Er
zijn twee manieren om iets aan de wate
roverlast te doen. Zorgen voor een goede
drainage met behulp van drainagebuizen
is een methode die eigenlijk alleen door
de vakman uitgevoerd kan worden. Het
ingraven van de buizen moet heel voor
zichtig gebeuren opdat de wortels van de
planten in de tuin zo min mogelijk be
schadigd worden; er moet een sloot of
ander watertje in de buurt zijn om het
overtollige vocht uit de tuin af te voe
ren. En bovendien: de buizen moeten zó
gelegd worden dat ze inderdaad afwate
ren: van hoog naar laag dus. Een secuur
werkie dat echt goed uitgevoerd moet
worden om enig succes te hebben.
Een tweede methode is het ophogen van
de grond door er een of twee keer per
jaar turfstrooisel en nieuwe grond op te
brengen. Ook compost (al dan niet zelf
gemaakt van tuin- en keukenafval) is
een goed middel om wateroverlast te be
strijden. De compost verhoogt meteen
ook nog het humusgehalte in de boven
laag van de grond en daar hebben uw
planten alleen maar baat bij.
Overtuig u ervan dat de grond die u
koopt gezond is: er zijn partijen aarde in
de handel die niet voldoen aan de eisen
die aan goede grond gesteld moeten
worden. Want het minste wat u wilt is
waarschijnlijk uw tuin verontreinigen
met zware metalen of ander industrie-af
val.