Reisgids maakt wegwijs op het dak van de wereldf 1 BOEKEN/PLATEN ZeidócQowuvnt rS( :t«- „Miauw dagpuzzel Boom Crash Opera: n vrolijk avontuur Vijftigste Bos, de wereld anno C VRIJDAG 8IANUARI1988PAGIN—1 d Het moment van publicatie valt bijzonder ongelukkig. Wat moet de Nederlandse toe rist immers met een reisboek over een land dat sedert drie maanden opnieuw herme tisch voor al het buitenlandse verkeer is af gesloten Maar Stephen Batchelor, auteur van „The Tibet Guide", is niet al te pessi mistisch. „Ik verwacht dat Tibet deze zomer weer voor het toerisme wordt opengesteld. Als dat niet gebeurt, kan mijn boek mis schien bijdragen aan een beter begrip van de Tibetaanse cultuur", zegt hij. Twee bezoe ken aan Tibet en langdurige training in ver scheidene Tibetaanse kloosters lagen ten grondslag aan zijn onlangs verschenen boek: „The Tibet Guide". Een gesprek met Batchelor over het waarom van de Tibet- hausse en de overlevingskansen voor de Ti betaanse cultuur. AMSTERDAM Om het voorzichtig te zeggen: de sterk gegroeide belang stelling in het Westen voor Tibet heeft Stephen Batchelor een beetje ver wonderd. Sedert China de grenzen van zijn „provin cie" drie jaar geleden na een langdurig isolement openstelde, is het „Dak van de wereld" over spoeld door vele duizen den toeristen. Commerciële reisbureaus wierpen zich met enthousias me op deze exotische nieuwe bestemming, waar vorig jaar het eerste hamburgerrestau rant (met hamburgers van Yakvlees wel te verstaan) zijn deuren opende. Maar ook in spiritueel opzicht mag Tibet zich in een grote aandacht verheugen. Batchelor: „Het toerisme naar Tibet heeft zich in een gewel dig tempo ontwikkeld. Waar al die belangstelling vandaan komt kan ik niet goed verkla ren. Misschien voelt men zich aangetrokken door het mystie ke en diep-religieuze dat de Tibetaanse cultuur wordt toe gedicht. Op zich is dat prach tig, want een religieuze be langstelling gaat vaak dieper dan interesse in louter beziens waardigheden. Maar het tries te is dat veel mensen die Tibet bezoeken toch niet meer dan de buitenkant zien. Georgani seerde groepen worden door de verplichte Chinese gidsen nu eenmaal erg in hun bewe gingsvrijheid beperkt. Contact met de autochtone Tibetanen is erg moeilijk omdat maar weinigen van hen Engels spre ken. Zo krijg je misschien de indruk dat het Tibetaanse buddhisme weer bloeit als weleer. Maar in feite leidt het een wat kwijnend bestaan". Revolutie Dat het religieuze en culturele leven in Tibet ernstig te lijden heeft gehad onder de bijna dertig jaar Chinese bezetting, is inmiddels gevoeglijk be kend. Vooral tijdens de Cultu rele Revolutie moest het Tibe taanse volk het ontgelden. Meer dan 6500 kloosters wer den platgebrand, duizenden monniken omgebracht en de Tibetaanse taal was in de Chi nese „provincie" lange tijd ta boe. Vele tienduizenden Tibe tanen ontvluchtten hun land en vestigden zich als balling in Noord- en Zuid-India, delen van Europa en ook Canada. In de ballingen-gemeenschap in de Noordindiase stad Da- ramsala raakte Batchelor, toen nog een jonge reiziger zonder bepaald doel voor ogen, der mate onder de indruk van het charisma van Tibetaanse la ma's (leermeesters), dat hij be sloot er voorlopig te blijven. Twee jaar later liet hij zich wijden tot buddhistische mon nik en begon aan een serieuze studie die in totaal vijftien jaar in beslag nam. Inmiddels is Batchelor monnik-af en spreekt en schrijft Tibetaans alsof het zijn moerstaal is. Jarenlang leefde Batchelor met Tibetanen in Noord-India, en later ook in Zwitserland en Duitsland, maar Tibet zélf bleek een onbereikbaar ge bied. Totdat in 1984 de Chine se partijleider Deng in het ka der van zijn ontspanningspoli- tiek de deur van Tibet op een kier zette. Een jaar later vloog Batchelor van Peking naar de Tibetaanse hoofdstad Lhasa. Hij vertelt: „Het was een soort weerzien met een land, waar ik me in al die jaren erg veel van had voorgesteld. Alles leek op zijn plaats te vallen. Ik zag toen hoe vanzelfsprekend de Tibetaanse cultuur bij de typische Himalaya-hoogvlakte past. De ijle lucht, het woestij nachtige landschap op een hoogte van vierduizend meter en het daardoor allesdoordrin gende licht geeft een bijna na tuurlijk gevoel van leegte. En een trots, rustig volk". Paradijs Het Tibet van vóór de Chinese inval wordt volgens Batchelor door sommige Westerse schrij vers geportretteerd als een vergeten paradijs, waar de mensen nog regelrecht met hun God in verbinding staan. Maar daar passen enkele rela tiverende opmerkingen. Zo schrijft hij in het voorwoord bij zijn boek: „Het Tibet van vóór de Chinese inval is niet het mystieke paradijs uit de westerse literatuur noch de middeleeuwse hel die het vol gens de Chinese propaganda was. Het was een samenleving met een hoge mate van spiri tuele vrijheid, gecombineerd met een in onze ogen onaccep tabel en achtergebleven feo daal systeem". Dat Tibet nog steeds een ui terst mystieke klank heeft, heeft volgens Batchelor veel te maken met „wishful thin king". Hij zegt, peinzend: „Het is natuurlijk heel comfortabel om je eigen religieuze behoef ten te projecteren op een land dat ver weg is, hoog in de wol ken bijna onbereikbaar zelfs. Daar zou je dan het pure spirituele nog kunnen vinden. Maar wat jammer nou: het „dak van de wereld" is zo on- 4 Wi: De Potala, het voormalige paleis van de Dalai Lama, dat uittorent boven de stad Lhasa. Het paleis werd onteigend door de Chinezen en is nu als museum in gebruik. bereikbaar Zo is Tibet bij na een metafoor voor het zoe ken, zonder echt te willen vin den. Ik bedoel: in de weten schap dat die vluchtheuvel er is, kun je rustig verder dwa len. Misschien is het beter het heil te zoeken daór waar je bent en niet in een ver vreemd land". Lachend: „Maar ook ik heb er jaren voor nodig gehad voor ik daar achter kwam". Voorkennis Dank zij zijn vóórkennis, kon Batchelor de situatie in Tibet goed beoordelen. In het Pota- la-paleis, de voormalige resi dentie van de Dalai Lama, re gistreerde hij dat vele antieke thanka's (gebedskleden) splin ternieuw waren maar desal niettemin als eeuwenoude re lieken werden aangeprezen. Monniken en burgers vertel den hem vrijuit over de onder drukking onder de Chinezen. Maar toen Batchelor bij een gelegenheid vroeg naar de wens van de Tibetanen om voortaan zelf hun lot te bepa len, onafhankelijk van China, werd hij door een monnik ern stig onderhouden: „Zeg dat nooit meer. Als een regerings functionaris dat hoort wordt je weggevoerd en niemand weet wat er dan gebeurt". In het belangrijke Sera-kloos ter dat hij bezocht, ontdekte Batchelor dat de monnikenge meenschap was teruggelopen van 7.Q00 vóór de Chinese be zetting naar driehonderd zie len nu. Hij constateerde: „In vrijwel alle kloosters is een ernstig gebrek aan wat ik maar middenkader zal noe men. Er zijn alweer veel novi cen; jonge monniken die in de leer van buddha ingewijd wil len worden. Dan heb je een aantal stokoude leermeesters, die op raadselachtige wijze de Culturele Revolutie overleefd hebben en aarzelend naar de kloosters zijn teruggekeerd. FOTO: AP Maar monniken van 30, 40, 50 jaar zijn zeldzaam. Eén van de meest navrante voorbeelden van dit gebrek aan middenka der is wel, dat mij in een van de kloosters gevraagd werd er te blijven om les te geven". Migratie In de Tibetaanse hoofdstad Lhasa wonen als gevolg van een massaal migratieprogram ma van de regering in Peking inmiddels bijna een miljoen Chinezen. Van enige integratie of begrip tussen de Chinezen en Tibetanen is volgens Bat chelor nauwelijks sprake. De rellen die enkele weken gele den de aanleiding waren voor >nf— het opnieuw hermetisch j de buitenwereld afgrendL^ van Tibet, waren daar het^v gische gevolg van. Batch^pjS „Het valt je in Lhasa al ikiaj een op: die volkomen scjep, ding van geesten. De Chi%ze, en Tibetaanse gemeensc^wi pen, hun economie, politielijgg cultuur staan helemaal los Lju elkaar. Men probeert te L 2 existeren zonder al te veej^0( botsen, maar met zulke g|yer verschillen lukt dat maar r^gi, welijks". Batchelor is redelijk som over de toekomt van Tibet^ geeft in zijn reisboek de nezen wel krediet voor oprechte pogingen de resfl ties op de Tibetaanse culll wat te versoepelen. „Dat zfl in heel China. Overal wo weer tot op zekere hoogte j vrije godsdienstuitoefeij toegestaan. Wat dat bet' waait er zeker een niet wind door China". Maar de Britse schrijver zM het onwaarschijnlijk dat W Dalai Lama in Tibet kan^ rugkeren en de cultuur gel in zijn oude glorie kan he: ven: „Daar is gewoon al veel voor vernield. De Chhrj zen die nu al in Tibet wor. zijn een niet meer weg te cPlÉ ren factor. Wat je ziet is daPg1 Tibetanen allerlei godsdieren ge rituelen weer met grootm< thousiasme beoefenen. Ugc het toerisme is dat praclrf' want monniken met gebf". molentjes in de hand leve|m zeer fraaie plaatjes op. Mïai het echte hart klopt rq zwakjes: het onderricht inin leer van Buddha. Ik denkuj< we ons niet door het nieu Chinese respect voor de „e!or sche minderheden" moeten>or ten misleiden. Een onafhartïlS lijk Tibet, waarin de oorspib-C kelijke bewoners zelf over lot kunnen beschikken is v. de regering in Peking nogf. soluut onbespreekbaar. De-1® cente intocht van Chirjch troepen na de rellen in Lh is veelzeggend genoeg". e 1 PAUL KOOP!!]!' Stephen Batchelor „The5 bet Guide". Wisdom Publ?°f tions Londen. Prijs 57,ïe< Van katten houden is goed. De ware kattenliefhebber kan zich geen beter begin wensen van een boek over zijn gelief de huisdier. Maar, bioloog Mi- das Dekkers zou Midas Dek kers niet zijn als hij in zijn boekje „Miauw" niet op een kritisch-humoristische manier schrijft over de viervoeters en vooral over de relatie die wij mensen met dit diersoort wen sen te onderhouden. Sinds bei de diersoorten elkaar hebben getroffen, verwennen ze el kaar op voet van gelijkheid. En als één van de partners zijn waardigheid verliest, is dat in geen geval de poes, zo signa leert Dekkers in 38 kortje ver haaltjes. Midas Dekkers: „Miauw", met illustraties van Maus Slangen. Uitgeverij Contact. Prijs: ƒ19,90. r- 2 3™" 4™ 1' 1 I 1 I2 1 I I 1 I1 1 1 1 1 I4 1 MAGISCH FIGUUR In elk vakje dient een letter te wor den ingevuld, waardoor zowel hori zontaal als verticaal woorden van navolgende betekenis verkregen kunnen worden: 1 vrijwillige afstand van de troon door een soeverein; 2 gefortuneerd persoon; 3 salaris gedurende zeker tijdvak; 4 wijsbegeerte. OPLOSSING terredes hOmmes voor kinderen in nood GIRO 100900 boeken actueel Verwonderd' Het hoofdstuk J. J. Slauerhoff is in onze literatuur kennelijk nog lang niet voltooid. Dat heeft natuurlijk alles te ma ken met het leven van de dichter: nooit ergens thuis, al tijd weer op reis in verre lan den, over verre zeeën. Brie ven aan mensen die over de hele wereld verspreid worden. De biografen zijn nog steeds bezig dit materiaal bij een te krijgen en soms leggen zij daar verslag van af. Zo is er nu een boeiend boekje van Arie Pos, voorzien van veel nostalgisch foto-materiaal: „Het werk van Slauerhoff en de Chinese werkelijkheid". De eigenlijke titel van het boekje is „Van verre havens". Pos geeft beelden van vele plaatsen waar verhalen van Slauerhoff zich afspelen. Een beschrijving van het werkelij ke oord, waar het beroemae verhaal „Such is life in Chi na" uit „Schuim en As" zich moet hebben voltrokken. De Engelsen noemden dit eiland, Amoy, „the dirtiest place of the world", Slauerhoff geeft het een andere beoordeling: „Het schoone eiland", „Rem- brandtiek-mooi", maar ook hij ziet de misère, het vuil, de zweren, naast de „miraculeu ze schoonheid". Een andere, ook heel interes sante uitgave op Slauerhoff- gebied is de verzameling tot dusver ongebundelde verha len, waarvan een aantal wel iswaar een plaats had gekre gen in „Het lente-eiland", maar waarvan de rest door meningsverschil of wrijving tussen twee uitgevers nooit is gepubliceerd. Nu is het er: „Verwonderd saam te zijn". Echte Slauerhoff-kenners zul len de verhalen wel ergens, zoals in het Verzameld Werk, zijn tegengekomen, maar om ze hier zo eens bijeen te zien, dat is een bijzonder genoegen. Poezie Deze foto afgedrukt in het boekje van Arie Pos toont Slauerhoff poserend met reissouvenirs: een Chinese schemerlamp, een ki mono en een koffer vol schilderbenodigdheden, omstreeks 1928. Van de Eindhovense „Ci troenpers" een in meer dan één opzicht „Grote poëzie bloemlezing", onder ae titel „Mij liet je leven" - een regel uit een van onze beroemdste Middeleeuwse lyrische ge dichten. Het is een „grote" bundel, omdat het allereerst een groot boek is, qua afmae- tingent, zodat het niet tussen de pocketjes in de kast past. De omvang is zo'n 150 pagi na's en de gedichten zijn bo vendien afgedrukt in een gro te letter (voor de kenners: een 20-punts Praxis). Daarmee is het eerste uitgangspunt van de samenstellers van deze bundel uitgewerkt: „De totale afwezigheid van poëzie in het fonds van de z.g. grote-letter- boeken wijst op een grove on derschatting van de doelgroe pen: de visueel-minder be gaafde en/of oudere lezers". Veel van de gekozen gedich ten (van middeleeuwen tot heden) bieden herkenning - er staan heel klassieke verzen in. Nijhoff bij Bommel om de brug te zien; Slauerhoff die alleen in zijn gedichten wo nen kan; wolken, vogels en visser van Lucebert; Gezelle's ruisende ranke riet; Gorters nieuwe lente en nieuw geluid; de Geswinde grijsaard in de Vorst des lichts van Hooft en de „oprechter trouw dan tus sen man en vrouw" van Von del. Maar ook minder beken de en even mooie gedichten, zoals van Hans Faverey, Mar- ko Fondse, Hans Warren en Ad Zuiderent, die de tocht van Nijhoff herhaalt, maar nu in Willemsdorp de nieuwe brug ziet en tot een eenvoudi ge conclusie komt: „Ook zon der mij gaat alles over". Sonja Prins heeft een zeer ei genaardige en consequente bloemlezing van gedichten sa mengesteld. Haar boek heet „Nieuwe Nederlandse dicht kunst" en bevat „gedichten uit de jaren tachtig". Het on gewone van deze bloemlezing is dat het uitsluitend nog niet eerder gepubliceerde gedich ten bevat, zodat ook de na men van dichters en dichte ressen voor het overgrote deel totaal onbekend zijn. Korte biografieën of notities vertei len iets van de dichter, ook al staat er maar één tekst van hem afgedrukt. Het boek maakt, vooral daardoor, voor namelijk de indruk van oe verloze veelheid: er komen zo'n 120 dichters aan het woord, waarvan misschien vijftien enige naam hebben (Lizza Sara May, Ans Wortel e.a.) De hoeveelheid is te groot en de informatie te ge ring dat het boek kan dienen als een goede introductie tot de poëzie van de nieuwste ge neratie. „De reigers van Amsterdam" is een opvallend soort poëzie, van de hand van Carla Bo- gaards. Brede, stromende ver zen, vol ontregelende heden daagse beschrijvingen en uit latingen. De „hertogin" roept hardop dat er gedichten moeten komen over de liefde en over de reigers van Am sterdam, en ze wordt op haar wenken bediend. De ik, in een visioen, spreekt de reigers toe: „Dag schat, zeg ik tegen een manke reiger, ik hou van je/ik hou van je/trip-trippel een eindje met me mee en luister/of het nou in Algiers is of in Amsterdam/ waar ook schepen vergaan/ onze liefde blijft altijd bestaan". Een poë tisch beeld van Amsterdam, maar dan weinig lieflijk. Hard en vooral vitaal; geen dro men, maar de werkelijkheid van het leven. Het Woord In de na-oorlogse jaren ver scheen een literair tijdschrift onder de titel „Het Woord". Een lang leven was het niet beschoren, maar wel was het - naar historici beweren - wel een wegbereider voor de nieuwe ontwikkelingen in de Nederlandse literatuur, met name voor de „Experimente len". Wiem Bakker heeft in de serie „Leven Letteren" van de Bezige Bij nu een stu die gepubliceerd over dit tijd schrift. waarvan hij de vier iaar dat het tijdschrift bestaan heeft teer uitvoerig nagaat en analyseert. Uitvoerig komen dan ook dichters als Koos Schuur, Jan Elburg, Bert Voeten, aan het woord, zoals ook de vergeten prozaïst Fer dinand Langen, die in die tijd toch een zekere faam als hu morist had. Ook Bert Schier- beek met zijn eerste prozatek sten is van de partij. Overwoekerd Literaire essays, zoals „Dich terlijke vroomheid en ero tiek", dat over Gezelle gaat, of „Mannenmoed en teder heid" over P. C. Boutens, ziin verzameld in „Een volmaakt overwoekerde tuin". Daarin vele stukken, opstellen over literatuur, van Kees Verheul. Behalve een aantal Neder landse dichters komen ook wat Russen aan de orde en verder o.a. Céline. Het laatste hoofdstuk van dit boek heet „Een herinnering" en is ge heel gewijd aan Vestdijk. Sherlock kwaardigheden, waaronder het geloof dat deze beroemde auteur hechtte aan de curieu ze „elfenfoto's", in 1917 ge maakt, waarop je - volgens menigeen - echte elfjes kon zien. Reizen August Hans den Boef doet ook mee aan de herdenking van Conan Doyle Holmes, van wie honderd jaar geleden bet eerste Sherlock Holmes- verhaal verscheen („A study in scarlet"). In een aardig boekje staan heel wat curieu ze zaken bijeen, die voor lief hebbers zeker de moeite waard zullen zijn. Het tweede hoofdstuk heet „De wonder baarlijke Conan Doyle voor en na zijn dood" en daarin vindt de lezer heel wat mer- De mooie serie „Op Schrijvers Voeten" wordt vervolgd met twee deeltjes. Van Vita Sack- ville-West (de echtgenote van de bekende Harold Nicholson) verscheen in 1928 een verslag van een bergtocht door Per- zië, nu in deze serie uitge bracht onder de titel „Twaalf dagen". Boeiend is het verslag van Kees Wielemaker over zijn bezoek aan vele Afri kaanse landen, waar hij getui ge is geweest van veel gruwe lijke en tot weinig hoop stem mende voorvallen. Een van de gruwelijkste en soms ook mooiste dingen van een reis is het hotel. Rudie Kagie heeft daar een boek aan gewijd, ook bij Veen ver schenen, de uitgever die ver antwoordelijk is voor „Op Schrijvers Voeten". „Hotelle- veh" beschrijft zeventien Ne derlandse en twee Belgische logementen of hotels, in uit eenlopende prijsklasses. Het boek beschrijft van die monu menten als Americain in Am sterdam, De l'Empereur in Maastricht, De Zalm in Gou da, De Pauw in Leeuwarden en De Zwaan in Ameland. Genre-stukjes in optima for- In deze rubriek besproken en genoemde boeken: Arie Pos: „Van verre ha vens" - het werk van Slauer hoff en de Chinese werke lijkheid" uitgave Nijgh Van Ditmar. Prijs ƒ34,50 J. Slauerhoff: „Verwonderd saam te zijn" - verhalen. Uitgave Nijgh Van Dit mar. Prijs ƒ24,90 „Mij liet je leven" - grote poëziebloemlezing. Uitgave Citroenpers, Eindhoven. Prijs ƒ25,-. „Nieuwe Nederlandse dicht kunst" - gedichten uit de ja ren tachtig, Samenstelling Sonja Prins. Uitgave in An Dekker. Prijs ƒ38,-. Carla Bogaards: „De reigers van Amsterdam". Uitgave An Dekker. Prijs 26,-. Siem Bakker „Het literaire tijdschrift het Woord - 1945- 1949". Uitgave De Bezige Bij. Prijs ƒ49,50. Kees Verheul: „De overwoe kerde tuin" - opstellen over literatuur. Uitgave Querido. Prijs 39,50. August Hans den Boef: „De goede dokter, de grote de tective" - honderd jaar Sher lock Holmes. Uitgave Sua. Prijs 18,50. Vita Sackville-West: „Twaalf dagen" - een berg tocht door Perzië. Uitgave Veen. Prijs ƒ22,90. Kees Wielemaker: „Afrika Dagboek" - uitgave Veen. Prijs ƒ24,90. Rudie Kagie: „Hotelleven" uitgave Veen. Prijs ƒ22,90. Het tweede eeuwfeest van Australië zal niet alleen het land, maar ook zijn muzi kanten extra in het zonnetje zetten. Het „nieuwe land" heeft in de afgelopen twintig jaar een aantal voortreffelij ke groepen voortgebracht. Split Enz, Crowded House, The Triffids, Men At Work, Icehouse en Inxs zijn daar slechts enkele voorbeelden van. Aan die lijst kan een naam worden toegevoegd: Boom Crash Opera. Het vijf tal laat op hun Europese de buut sprankelende muziek horen. De plaat werd geproduceerd door Alex Sadkin. Het was zijn laatste produktie-werk, want de man, die een oor had voor het helder "produ ceren van door synthesizers doorspekte muziek (Duran Duran, The Thompson Twins) overleed afgelopen zomer aan de gevolgen van een auto-ongeluk. Hij laat met „Boom Crash Opera" een memorabel werkstuk achter. Sadkin steekt de dansmuziek van de Austra liërs in een levendig jasje. Vernieuwend is de muziek niet en het refereert hier en daar zelfs op een onbehoor lijk manier naar tijdgenoten, maar tegelijkertijd spat het met een enorme energie uit de groeven. De composities worden opgebouwd rond soms breed uitgemeten, maar veelal speelse toetsen- partijen. Toch is Boom Crash 1 DrC Opera geen synthesizer groep. Daarvoor krijgt hi instrument niet genot ruimte en spelen de opval lend in het geluidsdecor ge mixte drums, de subtiel tod gevoegde gitaren en voori de vaak massale samenzai een te belangrijke rol. De e| pee bestaat voor het grootst deel uit up-tempo nummeijiq die met passie worden gae zongen, maar Boom Crasf, Opera neemt ook gas teru|^ en komt in rustiger vaarwa g ter terecht in een song al „Love Me To Death". De e^t pee herbergt op z'n minsjs vier hitsingles. Nu maar aLj wachten of ze dat oojw worden. r HANS PIËfc, Boom Crash Opera met Pete/® Farnan (gitaar, zang), Petci' Maslen (drums, zang). Greg OL Connor (toetsen), Richard Plea;d sance (gitaar, basgitaar, zang)js, Dale Ryder (zang). Boonf, Crash Opera. WEA. De vijftigste Grote Bosatlas - gisteren is het eerste exempl£ aan minister Deetman van Onderwijs aangeboden - is ea, nieuw blijk van de verandering die zich in de wereld voltreje kaarten en grafieken en alle overige kaarten geactualiseerd. L wereld verandert in een hoog tempo, de examenstof in h" voortgezet onderwijs stelt daarom nieuwe eisen en de atlas ej lueert dus mee. Nieuwe aandachtsgebieden ontstaan. In Nedlj land wordt daarom de zuurgraad van de regen, de spreiding \p minderheden en de stadsvernieuwing in beeld gebracht. Verf! krijgen de twee supergrootmachten nieuwe kaarten toebedel en komen de verhoudingen in de derde wereld vernieuwdjo beeld. Andere onderwerpen betreffen vergrijzing, werkgelegf" heid, inkomens en migratie. Heel nieuw zijn satellietbeelden voor het eerst zijn opgenomen. Deze zijn door hun grootsch; heid niet van groot praktisch nut in het onderwijs, maar ze men toch een boeiende illustratie van verschijnselen als de verkaveling, de olieindustrie en de glazen stad. Daartegeno' staan veel detailkaarten die overeenkomen met materiaal uit vorig jaar verschenen Grote Topografische Atlas van NederlaM Het geheel - met de gelijktijdig verschenen aardrijkskundeleÊe gang voor mavo/havo/vwo „Formule Bos" - heeft de voortij' De Grote Botatlas, 50e druk; Uitg. Wolters-Noordhoff, ningen. Prijs ƒ69,75

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 8