RK BINNENLAND
„VAN NATURE BEN
IK TWEEDE MAN,
MAAR OOK STRATEEG"
TE KIJK
MINISTER DE KONING
HET LIEFST
ACHTER DE COULISSEN:
LEIDSE COURANT
PAGINA 3
verlaging van het minimumjeugdloon de
enige manier is om van de langdurige
werkloosheid onder jongeren af te
komen, want bedrijven happen pas toe
als de arbeidskosten laag zijn. Zo is de
keiharde werking van de markt, die zich
niets aantrekt van
verkiezingsprogramma's of van welke
levensbeschouwing dan ook. „Toch
houdt de werkloosheid mij niet uit mijn
slaap. Toen ik minister van
ontwikkelingssamenwerking was, lag ik
wèl eens een nacht wakker: over onze
rijkdom hier en die hongersnood
daarginds". Na een lange, grondige
leerschool in de luwte ontpopte hij zich in
de jaren zeventig als een gedreven maar
sympathiek politiek dier dat zowel op het
ministerie van
ontwikkelingssamenwerking bleek te
kunnen aarden als op landbouw en
visserij, binnenlandse zaken en op
sociale zaken en werkgelegenheid. Was
zelfs vijf dagen minister van defensie.
Speelde achter de schermen van twee
kabinetsformaties (in '81 bij Van Agt-
twee en in '86 bij Lubbers-twee)
belangrijke rollen. Het kon niet anders, of
De Koning móest wel eens premier
worden. Zover kwam het niet, maar dat
spijt hem allerminst. De Koning over
zichzelf, over zijn vader die een
beslissende rol in zijn leven gespeeld
heeft, over de politiek, over „schuivende
panelen", over heden, verleden en
toekomst.
Jan de Koning (61minister van sociale
zaken en werkgelegenheid, mag zich
rekenen tot de populaire politici. Ook
onder collega-bewindslieden ligt hij
goed. Minister Ruding van financiën
wilde onlangs nog zelfs een standbeeld
voor hem oprichten omdat hij het
aangedurfd had het geldverslindende
subsidiewezen ronduit ter discussie te
stellen, tot en met de politiek gevoelige
huursubsidies toe. Hij kan zich veel
permitteren. Zonder enige
terughoudendheid mag hij zeggen dat
e| HAAG - Jan de Koning is in de
iek een laatbloeier. Hij was wel-
ir al vrij jong trouw lid van de
want als het even kon bezocht
afdelingsvergaderingen, maar
leke aspiraties waren er nog
Niettemin werd de basis voor
latere politieke loopbaan wel
r d} gelegd: zijn vader was burge-
lerkter van Zwartsluis en eveneens
zelden ontbrekend bezoeker
de ARP-bijeenkomsten.
I vader zei altijd: „Jongen, er zijn
3rj weinig mensen die kunnen doen
va!ze zin in hebben, maar iedereen kan
i hjin hebben in wat hij doet". Dat heb
iesijd goed onthouden. Ik heb meer ge-
tvan mijn vader dan van wie ook. Hij
Jjl een perfect bestuurder. Als je
■rsjsluis goed kunt besturen dan is Eu-
uij wijze van spreken een fluitje van
•nt. Het omgekeerde is niet waar
als je Europa kunt besturen, kun je
irtsluis grandioos mislukken",
ike ambities bleken eigenlijk pas
lijk in 1965. Hij was opgevallen en
Iels opgeklommen tot secretaris
invloedrijke CBTB, de Christelijke
en Tuinders Bond, sinds jaar en
broedplaats voor veelbelovende
ilijke politici. Behalve Jan de Koning
ook Piet Bukman, de latere voorzit-
het CDA die nu minister van ont-
lingssamenwerking is, er vandaan
3n1gens nog door Jan de Koning zelf
ïrokken). Welnu, in '65 trad De Ko-
ils landbouwspecialist toe tot het
e^estuur van de ARP en werd betrek-
bjj< snel vice-voorzitter. Hij kreeg de
q :k van het politieke spel nu goed te
ln*n en was niet meer te stuiten: in '73
]agde ARP hem als voorzitter terwijl hij
lid was van de Tweede Kamer en
it Europees Parlement,
imbinatie beviel me prima, al moet
leven dat het achteraf gezien wel
etje te veel van het goede was. Ik
ie in die tijd aangewend om slechts
afjur per nacht te slapen. Nu slaap ik
r per nacht. Ik balanceerde in die
de grens van oververmoeidheid
1975 tot een krachtig hartinfarct
i. Toen pas zag ik in dat ik gas terug
nemen. Een tweede keer kon im-
en fataal zijn. Daarna ben ik niet één
dineer ziek geweest, dus ik mag hele-
niet klagen".
het feit dat u Hans de Boer naar vo-
)choof als nieuwe voorzitter van de
s zien van de handige strateeg die
ichuiY gaat?
t alleen vanwege mijn gezondheid
r ook uit politiek oogpunt was het be-
lat ik aftrad. Ik was vanaf het begin
;rachtig voorstander van het CDA.
ter had - om het zacht uit te druk-
nogal wat reserves. Onder druk
partij heeft hij toch de koers rich-"
;DA voortgezet. Daardoor kon de
ling tot het CDA, ook voor de be
ien in de ARP, geloofwaardiger zijn
ianneer ik was aangebleven. Ik zou
lap te snel gedaan hebben, waar-
mgetwijfeld grotere problemen zou-
ijn ontstaan. Achteraf zou je kunnen
dat dit een handige strategie was,
it het goed uitpakte. Maar op het
ent zelf nam ik natuurlijk wel risico's,
nde Hans de Boer echter als een an-
Mutionair in hart en ziel. Daarom
■ik het risico aanvaardbaar".
tsDONDER
.jinbesnaarde gevoel voor strategie
sjjoofr dit voorjaar toen u de zieke mi-
Van Dijk op binnenlandse zaken
en in het overleg over de arbeids-
larden voor ambtenaren de inmid-
)efaamd geworden „truc van 795
uithaalde. U had zich (opzettelijk)
ontvallen dat er met het kabinet
paalde loonsverbeteringen wel te
viel, maar slikte dat later weer in.
was echter uit de fles: de bon-
bleven om dat bedrag schreeuwen,
vi%a de inmiddels weer opgeknapte
*Vijk zogenaamd schoorvoetend met
Ityedrag terugkwamen de bonden
m meer ,,neen" konden verkopen.
n Ti, dat was geen truc! Zo liep het ge-
i Ik wist dat Van Dijk weer een keer
die 795 miljoen voor de dag zou
^en komen. Dat zat er domweg in. Ik
loen tegen mijn staf gezegd: nu krij-
een hoop gedonder, want de bon-
lunnen het eigenlijk niet meer afwij-
'e ontdekken op het verkeerde been
te zijn en zullen zeggen: De Koning,
Dtzak, die heeft ons erin geluisd;
hij biedt 795 miljoen, maar steekt
'en snel weer in zijn achterzak; ver
is schoppen wij daar kabaal over,
onze zin, maar mogen dan natuur-
it tevreden zijn. Toen was voor de
m het probleem: hoe maken we dit
ichterban nou duidelijk? Het is pre-
:o gegaan als ik dacht omdat het
Ibaar en redelijk eenvoudig te
in was".
verre maakt het fameuze PvdA-rap-
hSchuivende panelen over het soci-
k in de jaren negentig strategieën bij
pfrer? Ligt een coalitie met de PvdA
meer voor de hand dan met de
even het rapport. Toen ik het gele-
d, dacht ik: dat zijn weer veel vra-
tonder antwoorden. Met de informa-
;cf»atschappij, beschreven in het derde
'Pél, kan de PvdA moeilijk uit de voe-
k Als je dat nou tegen de achtergrond
n t van het delen van kennis, inkomen
kaacht, dan mikken ze helemaal op de
Hs. Het delen van inkomen kom je in
tofapport niet of nauwelijks tegen. En
dtelen van macht eerlijk gezegd ook
wieer. Maar dat er zeer velen zijn die
Co kennis nooit zullen kunnen verwer
kten er dus nooit een behoorlijk be-
381 in zullen kunnen vinden, drukt men
Je moet de achterblijvers de kans
n om de voorhoede bij te benen en
et in de bezemwagen van de sociale
NIEMAND WILDE
De afgelopen tien jaar bent u vrijwel onaf
gebroken minister geweest. Door uw
agrarische achtergrond, uw carrière bij de
CBTB en door het feit dat uw grootvader
boer was, had het voor de hand kunnen
liggen dat uw hart naar het ministerie van
landbouw uitgaat, waar u tijdens het kort
stondige tweede kabinet-Van Agt (van '81
tot '82) de scepter zwaaide. Maar u zegt
dat het ministerschap voor ontwikkelings
samenwerking, dat u in het eerste kabi
net-Van Agt (van '77 tot '81) bekleed
hebt, de mooiste periode vond. Waarom
bent u dan niet op dat departement ge
bleven?
„Je hebt niet altijd te willen. Toen Lub
bers mij in '82 vroeg minister van sociale
zaken te worden, heb ik eerst allerlei an
dere mensen gebeld. Niemand wilde.
Toen heb ik het maar gedaan. Wil je nog
een leuk voorbeeld? De oude Drees, be
zig met de vorming van zijn derde kabi
net, roept Jelle Zijlstra - die was toen 33
jaar - bij zich en vraagt of hij minister
van economische zaken wil worden. Zijl
stra had er absoluut geen zin in. Hij had
een gezin met kleine kinderen en was net
benoemd aan de Vrije Universiteit om een
nieuwe faculteit op te zetten. Drees keek
hem streng aan over het stalen randje
van zijn ziekenfondsbrilletje en zei: „Par
don meneer Zijlstra, ik heb u een politieke
vraag gesteld". Volgens de overlevering
moet een verbouwereerde Zijlstra gezegd
hebben: „Ja meneer Drees, ik zal morgen
beginnen".
Nooit gevoelens van spijt?
„Die periode op ontwikkelingssamenwer
king vergeet ik nooit. Toen sliep ik wel
eens niet van de zorgen. Dat overkwam
me niet op landbouw. En op sociale zaken
en werkgelegenheid ook niet. De hoge
werkloosheid houdt mij niet uit de slaap.
We behoren tot de tien rijkste landen van
de wereld. De discussie hier gaat over
een beetje meer of een beetje minder. De
werkloosheid is hét grote probleem. De
discussie zou vooral daarover moeten
gaan en pas iri de tweede plaats over in
komens. Het inkomensbeleid hoort in
dienst te staan van het werkgelegenheids
beleid en niet andersom".
„Ik wil volledige werkgelegenheid. Dat is.
zeker in de jaren negentig, een haalbare
zaak. Daarom hebben we in het regeerak
koord afgesproken in deze kabinetsperio
de aan collectieve uitgaven niet méér uit
te geven dan in 1986. Dus dat betekent
dat de vruchten van de economische
groei ten goede moeten komen aan het
bedrijfsleven, want daar moeten de banen
vandaan komen".
Waaraan denkt u dat u uw populariteit
dankt en waarom krijgt uw staatssecreta
ris Louw de Graaf steeds de volle laag?
„Misschien komt het door mijn verleden:
een minister van ontwikkelingssamenwer
king heeft in dit land goodwill. In de kring
van het CDA heeft een voormalig partij
voorzitter van de ARP ook een wat bij
zondere positie omdat iedereen weet dat
de ARP het knap lastig heeft gehad met
het CDA en het kabinet-Den Uyl. De partij
was in opstand. In die tijd moest je elke
avond het land in en maar zien met die
zaal tot een redelijke conversatie te ko
men. Dat lukte in de meeste gevallen. En
dan verwerf je krediet".
„Het is heel vervelend dat Louw de Graaf
kritiek krijgt op zaken waarvoor ik als mi
nister tenminste evenzeer verantwoorde
lijk ben als hij. Louw en ik zijn inwissel
baar, mits we onze portefeuilles maar
mee kunnen nemen. Want ik heb altijd
gezegd: als Louw weg zou gaan is dat
heel jammer, maar ik zou toch zorgen dat
ik een week eerder vertrok".
TWEEDE MAN
U wordt alom gezien als de belangrijkste
man achter Lubbers in het kabinet. Waar
of niet waar?
„Het premierschap is een heel eenzame
positie. Er moeten in een kabinet mensen
zijn die zich er bewust op toeleggen hem
te bevestigen in die positie. Dèt probeer
ik te doen. Hoe? Door hem ruggesteun te
bieden, met hem te praten en problemen
van alle kanten te belichten. Uiteindelijk
komt er een beslissing en dan steun ik
hem, ook al heb je zelf wel eens je kantte
keningen. Ik ben van nature tweede man
en dat kost me geen moeite. Daarom wil
de ik geen premier worden. Hij en ik heb
ben daar voor het begin van zijn eerste
kabinet - dat was in de zomer van
1982 - een zeer openhartig gesprek over
gevoerd. Veertig minuten lang hebben we
argumenten uitgewisseld, maar die van
mij waren het beste. Lubbers wilde mij als
premier, ik zag meer in hem en toen we
uitgepraat waren, werd hij het. Ik denk
dat ik dank zij dat gesprek zo goed met
hem kan opschieten. Toen is alles gezegd
wat er gezegd moest worden over elkaar.
Dat kun je maar met weinig mensen
doen".
Wat wilt u na de verkiezingen van 1990
gaan doen? Ontwikkelingssamenwerking
als kroon op het werk?
„Ik ben nu 61 en ik zal in elk geval de rit
'uitzitten tot 1990. Daarna? Ik denk niet
dat ze me dan nog een full-time politieke
functie zullen aanbieden. Het liefst zou ik
nog een paar jaar kamerlid willen zijn. Als
je gezond blijft en je hebt nog geen ..slij
tage aan het benul", zoals ze dat in
Zwartsluis altijd zo vriendelijk noemen,
dan kun je zoveel dingen doen. Bestuurs
lidmaatschappen en zo. Als Ik nu kamer
lid zou zijn geweest, dan zou ik een func
tie willen in de sfeer van de ontwikke
lingssamenwerking, want dat staat in mijn
netvlies gegrift".
ED FIGEE
MARGA RIJERSE
zekerheid laten belanden en zeggen: of
die betaalbaar blijft zullen we nog een
keer moeten bekijken".
KWAAD BLOED
Is een coalitie met de PvdA in plaats van
met de VVD dichterbij gekomen?
„Laten we bij het begin beginnen. Een
combinatie van PvdA en VVD zie ik voor
shands als een uitgesloten zaak. Ik denk
dat de partijen er nog niet aan toe zijn,
met name de achterbannen. Een combi
natie van PvdA en CDA ligt dan meer in
de lijn, ondanks alles wat er gebeurd is.
We hadden in de Nederlandse politiek
nooit eerder meegemaakt dat twee poli
tieke tegenvoeters zoals Van Agt en Den
Uyl enerzijds bij hun eigen aanhang zo'n
volstrekte sympathie genoten maar an
derzijds bij de „tegenpartij" zo'n volstrek
te afkeer. Dat maakte het voortbestaan
van het tweede kabinet-Van Agt wel
moeilijk, maar ik ben nog steeds van me
ning, niet onmogelijk. Het had moeten
kunnen. En ook nu hoor je in de PvdA
zeggen dat het toch eigenlijk niet slim Is
geweest er uit te stappen".
„Een coalitie met de PvdA moet allereerst
berusten op wilsovereenstemming. Ze
moeten écht met ons willen regeren, zon
der voorwaarden vooraf. Er moeten na
tuurlijk een paar hoofdpunten vastgelegd
worden, want iedere heilige moet zijn
kaarsje hebben, maar wat mij betreft hoe
minder hoe liever. Als er in de informatie
periode alleen maar een moeizaam com
promis te bereiken is, dan is dat te wei
nig. Het beroemde jaar 1981, toen het
tweede kabinet-Van Agt met CDA, PvdA
en D66 werd geformeerd, heeft mij ge
leerd dat partijen alleen samen kunnen
werken als ze er echt van overtuigd zijn
dat er geen alternatief is en dat uit elkaar
gaan slecht is voor ons allemaal omdat ze
dan van hun kiezers op hun lazer krij
gen".
En de strategie?
„Wij moeten ons als CDA in die discussie
binnen de PvdA gedeisd houden, want
het is een partijpolitieke discussie. In de
relatie tussen CDA en PvdA zitten twee
echte pijnpunten. Ten eerste de manier
waarop de PvdA de strijd voor de vrede
naar zich toegetrokken heeft, gemonopo
liseerd heeft. En ten tweede de wijze
waarop de PvdA steeds heeft gezegd dat
CDA en WD er op uit zijn speciaal de mi
nima te pakken. De minima is niets an
ders overkomen dan wat de aow'ers,
ambtenaren en trendvolgers overkomen
is en die vormen samen meer dan de helft
van het Nederlandse volk. Maar de mini
ma zijn er doelbewust uitgelicht als meest
gevoelige punt. Dat heeft bij het CDA
kwaad bloed gezet; wij zijn in een hoek
gezet waar we niet thuishoren".
Minister Jan
de Koning van
sociale zaken,
die ondanks
een fors aantal
onaangename
maatregelen
maar niet aan
populariteit
inboet.
FOTOS: CEES
VERKERK