KERST
£eidóe6ou/ta/iit
Waarvan zal 1988
allemaal het jaar
worden? In elk
geval van de
aardappel. Want
het gaat niet goed
met dit voormalige
volksvoedsel. De consumptie is
schrikbarend gedaald, het imago danig
geschonden, de bekendheid met de
mogelijkheden tot een absoluut
minimum ineen geschrompeld. Géén
aardappelen op tafel, dat is pas een
statussymbool. Hierin dient onverwijld
verandering te komen, vindt prof. H.
van Arkel. Een campagne dus,
compleet met STER-spotjes. Als de
mensen er lak aan hebben dat
aardappelen gezond zijn, dan moeten
ze er maar van doordrongen worden
dat de aardappel nooit verveelt.
DEN HAAG/HAARLEMMERMEER - In het
jaar onzes Heren 1750 ontsloeg de echtgenote van
de Haarlemse burgemeester Guldewagen haar
keukenmeid omdat deze het had bestaan buiten
medeweten van de burgemeesterse aardappelen in
huis te halen. Varkensvoer, fulmineerde me
vrouw. Weinig kon zij bevroeden dat het twee en
een halve eeuw later nodig zou zijn een televisie
campagne van start te doen gaan teneinde een
impuls te geven aan het eten van aardappelen -
en niet door varkens, maar door de Nederlander
van hoog tot laag, van jong tot oud, van Roode-
school tot Roodenhoek.
Halverwege deze maand komt het eerste STER-
spotje op de buis. Veertig seconden zal het duren
en dat is lang voor televisiereclame, maar „zo'n
tijd heb je minimaal nodig om de veelzijdigheid
van de aardappel zichtbaar te maken", weet prof.
H. van Arkel bij wie de eindverantwoordelijkheid
ligt voor het tasten in de beurs. Daarom zal de
spot in de loop van het jaar ook meer dan twintig
maal herhaald worden. „De aardappel verveelt
nooit" (titel van de campagne), dat hamer je er
niet met één klap in. De vuistregel, aldus Van Ar
kel, is dat je een spotje op een goed tijdstip, voor
het Journaal van acht uur bijvoorbeeld, ten min
ste tien maal moet uitzenden voordat tien pro
cent van de huisvrouwen het gezien heeft. „Ik
denk dus dat je met nogal wat herhalingen dient
te komen voordat de boodschap zich onder het
volk heeft verbreid".
Boodschap. Dat woord dekt de inhoud van de
campagne beter dan het begrip reclame, vindt
Van Arkel. Voorlichting. Hij is directeur van het
Nederlands Instituut voor Afzetbevordering van
Akkerbouwprodukten, afgekort NIVAA, en in die
hoedanigheid kan hij zich behoorlijk boos maken.
Met de stemverheffing die hij ook bezigt tegen
hardleerse studenten te Wageningen waar hij
hoogleraar Produktkunde is: „Ik noem het echt te
gek om los te lopen. Nederland kan er prat op
gaan verreweg de grootste exporteur van con
sumptie-aardappelen ter wereld te zijn. Van aard
appelzetmeel idem dito. En hetzelfde geldt voor
aardappelprodukten als chips of frites. Daarvan
exporteren we dit jaar anderhalf miljoen ton.
Weet u welke afstand je krijgt wanneer je al die
staafjes frites op een rij zou leggen? Van hier naar
de maan? Ha, u zit op het goede spoor. Van hier
naar de maan en terug. Maar dan vijftien keer.
Meer dan 115 miljoen kilometer frites, meneer.
En op het gebied van pootgoed zijn we niet alleen
de grootste exporteur ter wereld, maar zijn we
groter dan alle landen ter wereld bij elkaar. Ge
middeld 2 miljard gulden per jaar verdient Ne
derland met de aardappel".
Vastgeroest
Schept adem teneinde wat er aan verontwaardi
ging volgen gaat, de nodige lucht in te blazen.
Max Havelaar tot de hoofden van Lebak. „En
wat zien we? Uitgerekend in dit land neemt de
consumptie van aardappelen af. Uitgerekend in
dit land bovendien komen we niet verder dan het
koken van de aardappel. Hier, onderzoek. Vijfen
tachtig procent van de mensen eet zijn aardappe
len uitsluitend gekookt. Twaalf procent wil ze
desnoods een enkele keer bakken, maar de groep
die er nog iets anders mee weet te doen, is te ver
waarlozen, namelijk drie procent en dan gaat het
nog om puree. Terwijl aardappelen zich toch bij
uitstek lenen voor het bereiden van verrukkelijke,
fantasievolle gerechten. Chocolade-aardappel
taart. Dat lijkt u niks? Och. Noorse vis-aardap-
pelgebakjes dan. Patata Avellana. Kaukasische
steppenschotel. Amalia's gevulde aardappelen.
Boeuf a la Flamande. Het water komt je toch in
de mond? Nou, vergeet het. Daarentegen Duits
land, vlak over de grens; ik kan zo elf, twaalf ver
schillende bereidingswijzen noemen die ze daar
toepassen. Maar wij hier in Nederland zijn enorm
vastgeroest. Wij vinden de aardappel saai, kleur
loos, een dikmaker. Dus doen we er niets mee.
Daar zit een onwaarschijnlijk raar misverstand
achter en het NIVAA wil het de wereld uit hel
pen".
Bijgevolg moet 1988 worden tot het jaar van de
aardappel. Niet alleen de STER-spotjes, maar ook
een boekje met aardappelrecepten in een oplage
van een miljoen exemplaren gaan de Nederlander
met de neus op de aardappel drukken. De aard
appel verveelt nooit, dit volk zal het weten
„Houd eens een willekeurig aantal mensen op
straat aan. Hoeveel aardappelrassen zullen ze
kennen?", vraagt Van Arkel rethorisch. „Het
Bintje, ja. De Eigenheimer.De Doré. En heel
misschien, als ze een goede groenteboer om de
hoek hebben, de Eersteling, de Alpha of de Irene.
Maar daarmee houdt het op. In een land nota
bene waar meer dan 150 verschillende rassen
worden geteeld. Het NIVAA heeft kort geleden in
Emmeloord een aardappelproefwedstrijd georga
niseerd. Daar verschenen de nieuwste rassen op
tafel: de Nicola, de Diamant, de Vital, de Timate,
de Fresco. Zie je wel, ze zijn er, hebben we de
consument aan het verstand willen brengen. Pro
beer ze in 's hemelsnaam ook eens uit. Verlaat de
sleur. Want een aardappel is geen aardappel. Elk
ras ontpopt zich telkens weer als anders van con
sistentie, structuur, aroma, smaak, kleur en kook-
eigenschappen. Aardappelen zijn er in net zoveel
smaken en soorten als brood. Durf te kiezen, net
als bij de bakker of de slager".
Stoffig
De creativiteit van huisvrouwen en -mannen
prikkelen wil Van Arkel met zijn STER-spotjes
waaruit opzettelijk aardappeletende bekende Ne
derlanders zullen zijn weggelaten „omdat zo'n
hoofd van André van Duin of Johnny Kraay-
kamp de aandacht maar wegzuigt van de bood
schap". Zijn hand verdwijnt echter ook schuldbe
wust in de met een stemmig maatkostuum om
hulde eigen boezem. De handel zelf gaat niet vrij
uit, vonnist hij. „Die zal volgens mij eveneens
meer creativiteit moeten gaan tonen en het zal in
hoge mate van de wil van de handel afhangen of
de komende campagne een succes wordt. Terecht
ziet de consument de aardappel vaak letterlijk als
een stoffig produkt. Jaloers kan ik worden op de
Professor, doctor, ingenieur en praktiserend boer H. van Arkel bij zijn eigen Bintjes.
FOTO: CEES VERKERK
leveranciers van groenten. De enorme voor
sprong die ze genomen hebben als het gaat over
verpakking en presentatie. De slagvaardige ma
nier waarop ze aan de wensen van het grootwin
kelbedrijf en de supermarkten tegemoet zijn geko
men. Er zal heel hard gewerkt moeten worden,
willen we de aardappel van zijn duffe, stoffige
imago ontdoen. Daarbij zullen we van de verpak
kers veel vindingrijkheid en creativiteit dienen te
vragen. Om een voorbeeld te noemen: verpakte
aardappelen worden meestal aangeboden in een
zakje van kunststof. Dat zakje is, een enkele uit
zondering daargelaten, vreselijk saai voor het
oog. Waarom het geen fris kleurtje gegeven? En
waarom geen receptje bijgevoegd om de consu
ment eens op een gedachte te brengen?".
Bintjes
De creativiteit van Van Arkel zelf ondertussen.
Hoe staat het daar mee? Want hij is, behalve in
genieur, doctor en professor ook nog wat men
zou kunnen noemen een praktiserende boer; in
de Haarlemmermeer bezit hij een door zijn over
grootvader als polderpionier opgezet bedrijf dat
suikerbieten voortbrengt en, natuurlijk, aardappe
len. Bovendien is hij, net als de meeste Nederlan
ders, een consument van aardappelen. Wat ver
bouwt hij? En wat eet hij? Geen van beide blijkt
over te houden. Nadat hij eerst niet zonder welge
vallen zijn handen heeft getoond met groeven die
nog groezelig zijn van het rooien („Ik heb in an
derhalve dag 380 ton aardappelen van het land
gehaald, ongehoord veel, maar het waren wel boe-
rendagen, bijna geen bed gezien") komt de beken
tenis. Louter Bintjes teelt hij, precies het ras dus
met zijn bijna symmetrische gelijkvormigheid en
zijn neutrale smaak niet weinig heeft bijgedragen
tot het grauwe imago van de aardappel. En als hij
ze eet, dan eet hij ze,
jawel, gekookt. „In
dat opzicht ben ik
een beetje een ou
bollige Nederlander,
vrees ik".
Ofschoon? Een en
kele keer, als zijn
vrouw later thuis
komt, ziet de profes-
sor-doctor-inge-
nieur-directeur-agra-
riër zich gedwongen
het avondmaal te
bereiden. „En dan
probeer ik wel eens
iets nieuws. Zo'n
ovenschotel met
aardappelen. dat
vind ik absoluut
verrukkelijk. De
aardappelen gewoon
in schijfjes snijden,
alsof je ze gaat bak
ken. Rauw in een
vuurvaste schaal
doen. Beetje bouil
lon erbij, paar eitjes,
opgeklopt met melk..
Wat kruiden, peter
selie, peper, zout.
Vooral zorgen dat
één derde van de
aardappelen boven
het vocht uit blijft
komen. Deksel erop,
uurtje in de oven.
Man, dan krijg je
het meest verrukke
lijke wat er bestaat.
En je bent van het
probleem af van die
vette jus. Want dat
de aardappel dik
maakt, is een fabel.
De aardappel als
dikmaker, dat komt
door de vette jus waarin we hem prakken". De
secretaresse die enige papieren met voor het in
terview benodigde gegevens binnenbrengt, heeft
het recept met stijgende twijfel aangehoord. Een
strijdvraag ontbrandt of er nu wel dan niet bouil
lon doorheen moet. Eieren? Geen eieren? Beslo
ten wordt de lezer te adviseren vooral een kook
boek te raadplegen alvorens de professorale re
ceptuur te volgen.
V oedingswaarde
Van de voedingswaarde die de aardappel in zich
bergt, heeft de hoogleraar produktkunde gelukkig
meer verstand. „Aardappelen", begint hij te doce
ren, „hebben 85 kilocalorieén per 100 gram, tegen
andere maaltijddragers als rijst of spaghetti 140
tot 150 kilocalorieén en brood zelfs 240. Toch
denkt nog steeds meer dan veertig procent van de
vrouwen dat ze dik worden van aardappelen. Een
onwaarschijnlijk hoog percentage. Daarnaast be
vatten aardappelen veel voedingsvezels die, zoals
men weet, de spijsvertering bevorderen en heil
zaam zijn voor het maag-darmkanaal. Veel mine
ralen ook, zoals calcium, fosfor, kalium en ijzer.
Veel vitaminen vooral, van het B-complex en
met name het belangrijke C. Toen de zeelieden in
de zeventiende eeuw op hun ontdekkingsreizen
aardappelen meekregen inplaats van de eeuwige
scheepsbeschuit, was het met de gevreesde
scheurbuik snel gedaan. Het hangt er een beetje
van af hoe oud ze zijn. maar een verse aardappel,
die bevat zelfs meer vitamine C dan een appel.
Zoiets realiseren 'de mensen zich niet. Voedings-
technisch zou de leuze: snoep een aardappel, dus
meer op zijn plaats zijn dan het overbekende:
snoep een appel. Niet voor niets is het Voorlich
tingsbureau voor de Voeding enkele jaren geleden
op de weg zijns dwalings teruggekeerd en met het
gewijzigde advies gekomen dat mannen tussen de
20 en 55 jaar met het oog op hun gezindheid da
gelijks vijf tot zes aardappelen zouden dienen te
eten. Mag ik dat even onder de aandacht bren-
Armoede
Vanwaar toch de kwade geur waarin de aardappel
is komen te staan, althans voor wat Nederland
betreft, want de Duitsers en de Britten, maar bij
voorbeeld ook de Spanjaarden eten per jaar wel
het dubbele van de 62 kilo die de gemiddelde Ne
derlander consumeert. Het varkensvoer van bur
gemeestersvrouw Guldewagen, inderdaad. Men
stelle zich een tafereel als het volgende voor dat
tot en met de Eerste Wereldoorlog en op sommi
ge plaatsen ten plattelande tot lang daarna ge
meengoed was. Op een kale keukentafel werd een
brede houten hoepel gezet waarbinnen men de ge
kookte aardappelen stortte. De vrouw platte deze
dampende hoop met de hand een beetje af, zodat
ze er de koekepan met uitgebraden spek, zwart
berookt en wel, bovenop kon zetten. Iedereen
pnkte met zijn vork een aardappel uit de berg en
haalde die door het spekvet in de pan. Ander
voedsel kenden de armen bijna niet en het aantal
armen was groot. Soms werd er zelfs gevochten
om aardappelen, getuige het aardappeloproer van
1917 in Amsterdam dat tien doden en meer dan
honderd gewonden kostte. Oorzaak, volgens een
rapport uit die dagen: „De onmogelijkheid om
ten behoeve van de minder gegoede bevolking in
voldoende hoeveelheid aardappelen te doen ver
strekken. Ten spijt van hetgeen de voedingsleer
aan het licht heeft gebracht, pleegt het gemene
volk aardappelen als het hoofdbestanddeel van
het noenmaal te beschouwen en toont het zich
van andere voedingsmiddelen niet gediend". Het
kan nauwelijks toeval zijn geweest dat Vincent
Koken, een enkele keer bakken. Meer doen Nederlanders niet met de aardappel. Er zijn veel meer mogelijkheden om aardappelen lekker
klaar te maken. Voorbeeldje: pojjen en kwark erover.
FOTO: PR
van Gogh zijn fameuze Aardappeleters schilderde
en niet iets anders als symbool van de kommer
die hij om zich heen zag.
Vers vlees of groenten waren voor de gewone
man onbetaalbaar. Aardappelen vormden bijge
volg het hoofdvoedsel van de arbeider; men at ze
wel twee- of driemaal per dag. Logisch dat het
volk dit zinnebeeld van armoede de rug toekeer
de, naarmate de welvaart toenam. Geen aardap
pelen op tafel - dat was pas een statussymbool.
De cijfers spreken dienaangaande boekdelen.
Rond het midden van de vorige eeuw schepte
Nederland jaarlijks per hoofd van de bevolking
250 kilo aardappelen op, in 1938 nog steeds 130
kilo, in 1970 nog maar 75 kilo en nu zitten we op
een schrale 62 kilo per jaar per hoofd. Verse aard
appelen wel te verstaan. Van prof. Van Arkel mag
daar zo'n 23 kilo aan frites, chips en dergelijke bij
worden opgeteld. Echter: „Zelfs dan zitten we we
zenlijk onder de aardappelconsumptie in de ons
omringende landen. Voor een gezonde voeding in
Nederland zouden we eigenlijk per hoofd 25 pro
cent méér aardappelen dienen te gaan eten. De
aardappel zou weer de drager van de hoofdmaal
tijd moeten worden, inplaats van de culinaire
snuisterijen, de lekkere dingetjes die nu ter tafel
komen en die in bepaalde gevallen de hoofdmaal
tijd zelfs al hebben verdrongen. Dat zou mijn
grote voorkeur hebben".
Illusies
Maar illusies maakt Van Arkel zich niet. „Ik be
doel: met alleen te roepen dat aardappelen zo ge
zond zijn, bereik je weinig. Hoe triest de constate
ring ook is. de feiten liggen er. Wanneer je naar
het volk kijkt, zie je dat de mensen nogal lak heb
ben aan gezondheidsadviezen. Neem het roken.
Wat is er de afgelopen tientallen jaren niet tegen
gewaarschuwd? Men lapt het aan zijn laars. Van
een gezondheidscampagne rond de aardappel zou
ik daarom geen hoge verwachtingen hebben.
Maar bij een actie als: de aardappel verveelt
nooit, kan ik me wel iets positiefs voorstellen.
Nadruk op de veelzijdigheid. Op de leuke dingen
die je allemaal met aardappelen kunt doen. Zo'n
handvat, daarmee moet het mogelijk zijn de
markt naar je toe te trekken, denk ik. Nu zult u
zeggen: een gezonde voeding, ach wat, het is de
branche uiteraard te doen om consumptievergro
ting. En dan hebt u zonder enige twijfel gelijk.
Daar ligt de doelstelling. Maar we mogen dat as
pect niet overdrijven. De 25 procent groei op de
Nederlandse markt die ik wil, betekent een méér
opbrengst van 200.000 ton aardappelen per jaar
ofwel twintig miljoen gulden extra in het handje
van de boeren. Wanneer ik dit bedrag afzet tegen
de twee miljard gulden die de branche jaarlijks
opbrengt - voor twee derde deel dank zij de ex
port - zeg ik: een druppel in de oceaan. Liever
wijs ik erop dat de gezamenlijke kwekers welis
waar zo'n 150 aardappelrassen in de aanbieding
hebben, maar dat ze daarnaast elk jaar nog eens
1,2 miljoen nieuwe rassen uitproberen. Ja, u ver
staat het goed: 1,2 miljoen waarvan er het eerste
jaar natuurlijk al een miljoen rassen uitvallen en
daarna nog veel meer, maar na een jaar of tien
heb je twee, drie rassen over waarvan je kunt zeg
gen: kijk, die zijn toch weer wat beter dan alles
wat we al hadden. Er zit een gigantische inspan
ning achter de aardappel en zo'n inspanning ver
dient een beter imago dan saai of sullig".
PIET SNOEREN