I
POOT
CeidócQotvuvnt
ZATERDAG 19 DECEMBER 19
De stier die in steeds rapper tempo steeds
vreemdere capriolen maakt, waardoor ook
de vaardigste ruiter uiteindelijk in de
luchtkussens belandt.
FOTO'S: CEES VERKERK
zen gemaakt (naar Libanon. Iraq, Iran,
Japan, Korea, noem maar op), dat hij er
schoon en schoon genoeg van had en
nog maar één ding wenste: een vaste
stek in het vertrouwde Wateringen.
„In 1975 ben ik toen een eigen zaak be
gonnen in vastgoedbemiddeling. Een
paar jaar later stuitte ik op de mogelijk
heid manege Westland aan te kopen.
Dat heb ik gedaan, en dat is het Hip
pisch Centrum Westland geworden,
waar we nu zitten".
Had Cock dus, behalve tot kassen, ook
affiniteit tot paarden? In het geheel niet.
Hij heeft nog nimmer op de rug van een
paard gezeten en is ook niet van plan
ooit aan zo'n avontuur te beginnen. Zijn
dochter reed paard, dat wel, maar verder
was het meer een kwestie van „een
spontane luim die kwam binnenwaai
en".
Toen echter de knoop eenmaal was
doorgehakt moest de zaak natuurlijk wèl
rendabel worden. Op het 1,2 hectare me
tende terrein kwam een fraai nieuw-
bouwcomplex te staan met twee rijhal-
len, een bar en een restaurant. Getrouw
aan de filosofie van de „tien dubbeltjes"
werden de prijzen laag gehouden, en zo
ontstond de grootste manege van de
Haagse regio - waar ruim honderd paar
den en pony's op stal staan en waar we
kelijks vijfhonderd mensen een ritje ko
men maken.
Het is in deze sfeer van zweet en vijgen
dat Condor City lot wasdom is geko
men. Een personeelsfeestje in Western
sfeer van de firma Maxis, in 1982,
vormde de aanzet tot wat nu een party
centrum is geworden dat in Nederland
zijn weerga niet kent.
Saloonkeeper
Waarbij een aardig aspect is dat zeven
van de dertien werknemers deel uitma
ken van de familie De Gier. Feestgan
gers in Condor City treffen er Cock zelf
aan als de Marshal, zijn dochter Kitty
(22) als over-all gastvrouw en cowgirl,
zijn dochter Doina (18) als saloonkee
per, zijn zoon Mark (14) als assistant-
cook en zijn schoonzoon Ron (24) als
indiaan, belast met algeheel toezicht.
Echtgenote Henny (44) ten slotte gaat,
achter de schermen, over de money.
„Een schitterend koppel", zegt de Mars
hal er zelf van, „waarmee het in Condor
City goed toeven is".
Dat lijken zijn klanten met hem eens te
zijn. En het is ook ontspannend - bour
bon in de ene hand, quarter pounder in
de andere - door het zand en het zaag
sel te schuifelen. Nu eens waag je enkele
schoten in de shooting-saloon, dan weer
waag je je geld in de gamble-corner.
Maar het aardigst is natuurlijk de me
chanische stier, die, net als op de televi
sie, door Hank Moonen 'wordt bediend.
Hank laat zijn stier in steeds rapper tem
po steeds vreemdere capriolen maken,
waardoor ook de vaardigste ruiter uit
eindelijk met een boog in de omringende
luchtkussens belandt. Leuk, leuk leuk.
Aan de andere kant van Condor City
zingt het Twilight-orkest: „I am a lone
some cowboy - and a long way from
home".
WILLEM SCHEER
„Neem één of meer poten. Vil en ontbét
ze na ze vier uur te hebben laten weke,
in lauw water. Deel ze in de lengte dol
vieren en hak deze stukken in tweeën.
Blancheer ze een kwartier lang in watt
doe ze daarna in koud water en laat a
op een doek uitlekken. Daarna neemt
een pan met een goed sluitend deksel.
Leg op de bodem ervan twee plakken
Bayonse ham, doe daarop de stukken
poot, vervolgens vier uien, een teen
knoflook, wat Indische aromaten, een
halve fles madeira en drie lepels eerste
kwaliteit bouillon. Sluit de pan
hermetisch af en laat het vlees tien uu\
sudderen. Laat de zorgvuldig ontvette
saus tot demiglace inkoken, samen mt
een glas port en vijftig pepertjes die u 1
veel water op een hoog vuur geblanchee
heeft opdat ze mooi groen blijven".
Het recept voor gesmoorde olifantspote
dus, de vorige keer op deze plaats
beloofd. Geplozen uit de zojuist -
eindelijk - in het Nederlands vertaalt
„Kookkunst van Alexandre Dumas". Et
auteur die niet alleen even handvaardi,
met het rapier als met de pen wist om
springen, zoals al bekend was uit „De
Drie Musketiers", maar ook nog met h
braadspit. Eigenlijk had dit stukje
helemaal over zijn in 1873 te Parijs
versch en enN kookboek vol curieuze
receptuur moeten gaan. De naderende
Kerst, nietwaar? Wat is er aardiger vo
een gastvrouw dan zich langs de neus
weg te laten ontvallen: ,,Ik heb van he
jaar de kalfszwezerik maar eens op de
wijze van Alexandre Dumas gedaan
wanneer ze de dampende schalen
binnenbrengt.
Het begrip olifant spoot echter deed de
gedachten onwillekeurig afdwalen naa
Gulbenkian. Deze te Londen
woonachtige Armeniër gold tussen de
twee wereldoorlogen als de absoluut
rijkste man ter wereld en zijn in de 01
vergaarde fortuin wendde hij aan voor
het uithalen van menige practical jokt
Zo dineerde hij eens in een Parijs
kelderrestaurant met een vriend die ki
tevoren in een kliniek opgenomen was
geweest wegens delirium tremens - he1
ziektebeeld dat door een tekstschrijver
van polderpop treffend is samengevat n\
de regels: Weet u wat ik zie als ik
gedronken heb? Allemaal beestjes". M\
deze vriend nu veroorloofde Gulbenkia
zich de volgende grol. Tijdens het dim
in het kelderrestaurant liet hij een kuc\
van twintig olifanten, die hij bij een t
plaatse optredend circus haa ajgehuur
paraderen langs de half boven het
maaiveld uitstekende vensters. Een
dermate ongewoon schouwspel vormdi
die vier maal twintig voorbij sjokkend
olifantspoten met nu en dan een wuive
stukje slurf, dat de vriend meende acu
door een 'nieuwe aanval van delirium
getroffen te zijn en stante pede de
maaltijd afbrak teneinde zich onder
behandeling te gaan stellen. Gelachen
dat Gulbenkian heeft.
Zo ziet men maar weer hoe ongebreidt
geldbezit een mens kan afstompen. Dt
teugelloze kunstmin echter hetzelfde
vermag, is nieuw. Bedoeld wordt het
gruwzame bericht waarmee
dierenbeschermers uit de Verenigde
Staten aan de vooravond van de
feestdagen hun zusterorganisaties ovet
heel de wereld ter waarschuwing op h
lijf vielen. Er bestond in hun land,
bazuinden de Amerikanen rond, een
lerares handvaardigheid die scholieret
opdracht had gegeven een levende kip
adopteren en een dag lang te
vertroetelen. Vervolgens moesten ze ht
beest meenemen naar het abattoir en
toekijken terwijl de slager het om zee
hielp. Thuis dienden de kinderen de l
ook nog eens eigenhandig toe te bereic
en te verorberen, waarna ze het bevel
kregen van de afgekloven botjes een
plastiek te maken. Waartoe dit alles?
„De leerlingen hebben de kip gegeten,
dier is dus onderdeel geworden van h\
lichaam, hetgeen een ervaring oplever
die hun fantasie stimuleert en hun beg
van de materie verbreden zal", aldus
lerares. „De afstand tussen kunstenaa
en object wordt erdoor verkleind -
opvoedkundig heel waardevol".
De methoden van deze Amerikaanse
kunstkip zonder kop bleken gistermidc
onderwerp van gesprek te vormen in 1
lange rij voor de kassa bij de lokale
poelier. Schande werd ervan gesproke
Maar een man die van hogerhand ni
twee diepgevroren hazeboutjes thuis
moest komen, wist ook een sterke. Ei
was, had hij in de krant gelezen, een
Nederlands confectiebedrijf dat aan 1<
klanten bij wijze van relatiegeschenk
voor de feestdagen konijnen had
rondgestuurd. Levende konijnen in
kartonnen dozen. Er hadden luchtgat
en prachtig stro in gezeten, maar toci
„Dan begin je zo'n doos open te brek
vol verwachting klopt je hart, en pard
kijk je in de kraalogen van een
onschuldig beest waarvan veronderste
wordt dat je het met de Kerst in dank
zal vreten. Puur sadisme noem ik dal
De poelier vond kennelijk dat het gesp
een voor zijn negotie ongewenste
wending had genomen. Hij haalde hl
mes uit de kalkoen die hij onderkant
had, wees ermee naar de man en
smaalde: Moet jij nodig zeggen, me.
hazebouten". De man twijfelde geen
moment. Hij keerde zich om naar dt
lange rij achter hem, hief de handen
hemel en riep: „Heb je het gehoord? 1
vegetarische slager".
DEN HAAG - Als je 'cowboytje
speelt, is de overtuiging van de Wa-
teringse zakenman Cock de Gier,
moet je dat ook zo echt mogelijk
doen. Dus zodra de gasten z'n net
nog in Den Haag gelegen cowboy-
stad aan de Poeldijkseweg oprijden,
is daar een Bonanza te paard, dat
hinnikend voorgaat naar een par
keerplaats. Twee sfeervol geïllumi
neerde reuzencactussen wijzen de
weg naar de ingang van Condor
City, waar de sheriff eventuele out
laws tegenhoudt, maar alle overi
gen een warm welkom bereidt. „Hi
Joe, how'r ye doin". Dan kan de
vijf uur durende Marshal Party be
ginnen in een fors bemeten hal.
Die met vele kubieke meters zand
en zaagsel, strobalen, een kudde
schapen en een mechanische stier
tot een ruimte is omgebouwd waar
je als waarachtige cowboyliefheb-
ber onwillekeurig met O-benen
gaat lopen.
Marshal Cock de Gier, eigenaar van
Hippisch Centrum Westland, waarvan
Condor City deel uitmaakt: „De Wes
tern-party's blijken een denderende for
mule. Elke vrijdag- en zaterdagavond
zitten we hier vol. We kunnen partijen
aan van vijfendertig personen tot enkele
duizenden. Meestal gaat het om een
feest van een personeelsvereniging, maar
soms ook van een andere club. De mees
te sfeer krijg je natuurlijk als de feestgan
gers zich ook zelf in de western-outfit
steken. We hebben hier wel party's ge
had waarop alle heren als cowboy waren
verkleed en alle dames als indiaan - en
dan blijkt dat Nederland heel wat aan
trekkelijke indiaantjes telt. Maar allicht
is zo'n verkleedpartij niet een vereiste.
Wel wordt iedereen in vrijetijdskleding
verwacht. Condor City verdraagt geen
opgeprikte toestanden. Een ontspannen
loopfeest - dat is hier de bedoeling".
Cowgirl
Waar men zoal heenloopt, in deze Cock-
de-Gierstad (condor is gier)? Om te be
ginnen richting tap, waar cowgirl Doina
ondereen rieten afdak een straffe bour
bon schenkt. Of een coke natuurlijk, in
dien er later op de avond op de mecha
nische stier nog een ruiterprestatie
moeten worden geleverd. Van de tap
gaat het, gemoedelijk sloffend door het
woestijnzand op de betonvloer, naar de
schroeiende hot dogs, spare ribs en quar
ter pounders op de barbecue.
En dan? In de shooting-saloon wordt de
knapste schutter beloond met een grizz-
lybeer ter waarde van 65 guilders. Maar
waarzegster Madame Cevanee, die in
Condor City haar eigen huifkar heeft, is
ook leuk. Wellicht toch eerst naar de
gamble-corner voor een spelletje roulette
of black jack?
Intussen hebben danslustige gasten zich
al binnen de vurehouten coral begeven
van het huisorkest Twilight, dat voor
vijftien procent country-music en voor
de rest andere gezellige deunen speelt.
Terwijl-enkele rustiger types zich hebben
geworpen op Arendsoogs sjoelbakspel.
Cock de Gier, comfortabel gezeten op
een van de authentieke strobalen die de
gasten van Condor City tot zetel dienen:
„Doordat er zoveel te doen valt en de
mensen constant bezig zijn, zul je hier
nooit iemand dronken zien worden. Er
gaat wel 's iemand scheef de deur uit,
maar toeter - nee. Terwijl er toch onbe
perkt gedronken kan worden. We reke
nen 59 gulden per persoon en voor dat
bedrag mag je je het leplazerus drinken
en je helemaal het rampestamp eten.
Maar in de praktijk leidt dat nooit tot
excessen. Er zijn avonden dat ik denk:
de mensen hebben nauwelijks hun keel
gesmeerd".
In Condor City kun je eten zoveel je wilt.
Bij die prijs zijn de speciale attracties zo
als de schiettent, Madame Cevanee, de
kudde schapen en het Twilight-huisor-
kest niet inbegrepen. Die kunnen per on
derdeel worden bijgehuurd. Voor een to
taal amusementspakket rekent de Mars
hal 5500 gulden. Wat nóg goed op te
hoesten lijkt als men, zoals onlangs het
Haagse Westeinde Ziekenhuis, met een
personeelsvereniging van vijftienhon
derd man cowboytje gaat spelen.
Dat de prijzen aan de bescheiden kant
mogen heten, houdt verband met de
Westlandse business-opvatting van de
Marshal, die hij pleegt samen te vatten
in zijn treffende adagium: „Tien dubbel
tjes zijn meer dan vier kwartjes".
Óm van die formule de diepere achter
gronden te kunnen vatten is het nodig te
weten dat Cock de Gier is geboren en ge
togen tussen de Westlandse kassen, en
als kind al een dagelijkse portie glas in
zijn havermout kreeg - bij wijze van
spreken. Met dat glas maakte hij zich de
visie eigen dat kleine marges bij een gro
te omzet uiteindelijk rendabeler zijn dan
grote marges bij een kleine omzet.
Cock de Gier: „Wat ik zeg: tien dubbel
tjes zijn meer dan vier kwartjes. Vanuit
die opvatting heb ik altijd zaken gedaan.
Eerst in dienst van mijn vader L.W. de
.Gier, bemiddelaar in tuinderijen, kassen
en dergelijk vastgoed. Later als buiten
lands manager van de kassenbouwers
Voskamp en Vrijland uit 's-Gravenzan-
de. Zeven jaar heb ik in Bulgarije en
Roemenië gewoond. Op een gegeven
moment gaf ik daar leiding aan vijfdui
zend mensen, terwijl ik een vervoers-
park moest beheren van zo'n zevenhon
derd vrachtwagens. Eind jaren zestig, be
gin zeventig draaiden we voor orders
van twintig, dertig miljoen gulden onze
hand niet om. Enorme omzetten dus,
maar kleinere marges dan bij Albert
Heijn".
In 1975 had Cock de Gier zó lang in het
buitenland gewoond en zóveel verre rei-
Marshal De Gier en zijn meewerkende familieleden.