Van Zoon des Hemels
tot Kind van Mao
BERNARDO BERTOLUCCI'S „THE LAST EMPEROR"
1 £eidóc Qowtant
ZATERDAG 5 DECEMBER 1987
boy"-periode met de Chinese actrice Joan Chen als zijn echtgenote Wan Jung.
keizer van het grootste volk ter
reld besluit zijn leven als tuinier,
i laatste heerser van een keizer-
k dat meer dan drieduizend jaar
staan had, eindigt als een bebril-
dociele en tengere Volksrepu-
,kein die leert net ontkiemde
adjes op te kweken en ze in de
ssen te planten van de botani-
he tuin van de Chinese Academie
n Wetenschappen in Peking,
an Zoon des Hemels tot Kind
,n het China van Mao. Poe Ji
«tte hij en zijn vrije val door de
rbulente geschiedenis van het
ijk van het Midden in deze eeuw
;rd het onderwerp van de eerste
ote Amerikaans-Chinese co-pro-
iktie op filmgebied. „The last
nperor". Een bijna drie uur du-
nd spektakel waarmee de Itali-
inse regisseur Bernardo Bertoluc-
(„Novecento", „The last tango
Paris") zijn internationaal ge-
Dnken prestige weer hoopt op te
jzelen. Een film van bijna 25 mil-
en dollar die in Nederland tijdens
Kerstdagen in een groot aantal
leaters zal gaan draaien. Het ver
tal van een unieke en raadselach-
ge figuur uit de recente wereldge-
(hiedenis.
B Brit Edgar Snow beschrijft in „The
her side of the river" (1967) een merk
aardige ontmoeting. Hij. is uitgenodigd
een cocktailparty in Peking en ziet
(ar „een tengere en slanke gast die met
en zonder wimpers door dikke bril le
izen voor zich uit stond te staren. Zijn
lar was slecht geknipt en met zijn ka-
enen werkpak aan was hij van alle
(nwezigen het eenvoudigst gekleed",
iow vraagt hem wat hij doet. „ïk ben
|inman" antwoordt de man. „Ik werk
-i de botanische tuinen van de Acade-
lica Sinica en ben gespecialiseerd in
bpische planten". Aha, een beroemde
pemenkweker, denkt Snow. Dan zegt
.1 man: „Mijn misdaden hebben ertoe
jjgedragen dat miljoenen mensen om
komen zijn. Ik had daar de doodstraf
bor verdiend. In plaats daarvan heeft
len mij de kans gegeven berouw te to
en over mijn daden en te werken voor
B opbouw van het socialisme. Ik ben
ig blij met mijn werk, en voor de eerste
eer in mijn leven werkelijk gelukkig
mdat ik iets nuttigs doe". Snow blijkt
I spreken met Poe Ji, in 1908 als troon-
pvolger naar de Verboden Stad in Pe-
ing gebracht. Op 2 december van dat
lar ingehuldigd, twee jaar en tien maan-
6n oud.
oe Ji zal de laatste keizer zijn die de
rakentroon bestijgt. Hoewel, bestijgt is
ïn wat al te groots woord. Hij moet er
p getild worden. „Het is de avond van
e 13de november 1908. In de residentie
an de tweede prins Tsjoen heerst de
rootste opwinding. Zo juist heeft de
rins, die pas tot regent is benoemd, zelf
et edict van de keizerin-weduwe voor-
clezen, dat zijn tweejarige zoontje Poe
i tot troonopvolger aanwijst. Daarop is
ie Oude Dame bewusteloos in elkaar ge-
akt. Terwijl eunuchen en kamervouwen
rachten de Oude Dame met gemberthee
lij te brengen en er al meer dokters om
laar heen komen staan, klinken er stem
men uit een zijkamer, maar boven alles
uit hoort men het gehuil van een kleine
jongen, die maar niet stil te krijgen is. In
de verschrikkelijke chaos die nu ont
staat, verliest de prins-regent zijn zelfbe
heersing volkomen. Totaal in de war
stottert hij wat onbegrijpelijks tegen de
minister van de Grote Raad en de eunu
chen, en vlak daarop schreeuwt hij tegen
zijn bedienden dat ze Poe Ji zijn hofge-
waden moeten aandoen voor de keizer
lijke audiëntie".
De kleine bijna-keizer Poe Ji wordt ein
delijk stil als zijn min Wang besluit hem
de borst te geven. Op de arm van die
min zal hij de Verboden Stad binnen
gaan. Poe Ji's eigen relaas van zijn start
als keizer. Een kind welks leven vanaf
dat moment geleefd zal worden. Dat in
de afzondering van het immense paleis
met de 999 vertrekken (want duizend
zijn er alleen in de hemel) de wereld heel
lang niet meer zal zien. Ook al komt
drie jaar later een einde aan het keizer
rijk. De opstand van Woetsjang is het
begin van de Chinese Revolutie. Mongo
lië en Tibet verklaren zich onafhankelijk
van China, waar Soen Jatsen.in Nanking
een parlement vormt met zichzelf als
voorlopig president.
Chaos in china
Het zal nog twintig jaar lang een chaos
blijven in het immense China. Een cha
os die de kleine Poe Ji ontgaat. China is
aan het veranderen. Wie de jaartallen
naleest stuit op geweersalvo's van histo
rische gebeurtenisen die nauwelijks bij te
benen zijn: Juaan Sjekai wordt opvolger
van Soen Jatsen als president, hij onder
drukt een tweede revolutie, maar bestijgt
onder druk van de Japanners als de
nieuwe keizer de drakentroon. Hij treedt
weer af onder druk van het Chinese zui
den, sterft en nu wordt Li Juaan Hoeng
president van de republiek. Een jaar la
ter (1917) wordt de Tjing-dynastie geres
taureerd. Maar even daarna moet Poe Ji
weer aftreden. Dan verklaart China de
oorlog aan Duitsland en Oostenrijk-
Hongarije en zal de chaos doorduren tot
Poe Ji in 1924 definitief uit de paleizen
van de Verboden Stad verjaagd wordt.
Inmiddels is er in zoverre duidelijkheid
dat in het zuiden een gezamenlijk front
van communisten en Kwo Mintang is
ontstaan. Niet voor Poe Ji die van dit al
les nauwelijks iets te weten komt. Hij is
al die jaren een gevangene van het hof
geweest, dat doordraait zoals het eeuwen
heeft doorgedraaid. Poe Ji blijft het god
delijk middelpunt van een rijk dat nau
welijks meer bestaat. Maar hij hoeft er,
als godgelijke, geen weet van te hebben.
De Schotse leraar sir Reginald Johnston
die hij in 1919 krijgt toegewezen, is de
enige die berichten van de buitenwereld
binnensmokkelt voor de volkomen we
reldvreemd opgroeiende keizer-zonder-
rijk.
Inmiddels is de 18-jarige Poe Ji gehuwd
met twee vrouwen met wie hij vlucht
naar de stad Tientsin, waar hij enkele ja
ren leeft als een playboy. Hij heeft de
loodzware keizerlijke gewaden achter
zich gelaten en bestelt nu zijn smokings
bij de Engelse kleermaker Whiteway. Hij
leeft een decadent leven, zijn verhouding
tot zijn vrouwen is merkwaardig en am
bivalent. Beide beginnen maar een on
derlinge verhouding en een van hen
raakt aan de opium verslaafd. In 1931
scheidt Poe Ji van die vrouw. Japan
heeft inmiddels een groot deel van Chi
na bezet en Poe Ji voegt zich bij de Ja
panners. In het Noorden van China
wordt de republiek Mantsjoekwo opge
richt, via een geheim verdrag met de Ja
panners verbonden tegen de rest van
China. De Japanners maken van Mants
joekwo een keizerrijk en vragen Poe Ji
opnieuw voor de keizerlijke troon.
Hij accepteert die nieuwe keizersrol,
maar zal een marionet blijven. Een zieli
ge schijnkeizer die zijn respect moet be
tuigen aan Hirohito, maar tijdens dat
bezoek wanhopig worstelt met zijn
handschoenen die hij niet uit kan krij
gen. In 1940 zal hij bij een tweede be
zoek aan Japan zelfs gedwongen worden
om de voorouders van de Japanse keizer
als de zijne te erkennen. Wanneer Japan
uiteindelijk capituleert, wordt Poe Ji uit
geleverd aan de Russen, die hem na de
stichting van de Chinese volksrepubliek
(1949) aan China uitleveren.
Dan is de voormalige keizer opeens oor
logsmisdadiger. De dood lijkt ook voor
hem de normale straf te worden. Hij
wordt opgesloten in afwachting van een
vonnis. Dat komt niet; wel moet hij te
rechtstaan voor allerlei gerechtshoven,
getuigenissen afleggen over wat er ge
beurd is. Hij blijft toch de voormalige
keizer van het oude China. Een blijkbaar
te groot symbool om zomaar weg te wer
ken tussen de raderen van de gerechtig-
Poe Ji (John Lone) als keizer van Mandsjoekwo en marionet van Japan.
FOTO'S: CONCORDE FILM
heidsmachine. Men besluit hem in de
gevangenis „her op te voeden", volgens
de regelen van het socialisme. In sep
tember 1959 komt een verlossend gratie-
voorstel ondertekend door Mao Zedong,
voorzitter van het Centrale Comité van
de communistische partij van China.
Het verlossende bericht krijgt Poe Ji tij
dens een met veel bombarie opgezette
„vergadering tot het vernemen van het
gratiebesluit". Een afgevaardigede van
het opperste gerechtshof spreekt hem
toe: „Oorlogsmisdadiger Aisin Gioro
Poe Ji, mannelijk, 54 jaar oud, Mantsjoe
(van geboorte.BJ), wonende te Peking.
Deze misdadiger heeft reeds een hechte-
nisstraf van tien jaar ondergaan. Tijdens
zijn gevangenschap heeft hij getoond dat
hij dank zij zijn heropvoeding door werk
en ideologisch onderricht tot het juiste
inzicht is gekomen. Hij moet daarom
overeenkomstig paragraaf 1 van het gra
tiebesluit vrijgelaten worden".
Het wordt het begin van het nieuwe le
ven van Poe Ji als volksrepublikeins
burger. Als medewerker aan de botani
sche tuinen van Peking. Die wel het
„verzoek" krijgt samen met een be
roemd Chinees journalist zijn mémoires
te schrijven. Daarin zegt Poe Ji, na het
verhaal van de gratieverklaring voorgele
zen door de afgevaardige: „Nog eer hij
klaar was met lezen barstte ik in tranen
uit. Mijn moederland had een mens van
mij gemaakt".
Meedraaier
Poe Ji's verhaal is een ongelooflijk ver
haal. Een kolfje naar de hand van de Ita
liaanse filmregisseur Bernardo Bertoluc-
ci. Omdat hij de ideale man is om met
zijn voortreffelijke cameraman Vittorio
Storaro als eerste buitenlandse filmer de
paleizen van de Verboden Stad binnen
te gaan en daar te proberen de onbeken
de en immense glorie van een verdwe
nen keizerrijk in filmbeelden te herstel
len. Want hij had al eerder getoond met
groot gevoel voor detail een voorbije pe
riode („Novecento" o.m.) te kunnen
herscheppen. En omdat hij als politiek
filmer de streken die de geschiedenis
met mensen uithaalt al eens had vastge
legd (alweer „Novecento" en „Prima
della rivoluzione"). En omdat hij met
„II Conformista" (naar het boek van
Moravia) het bijna-definitieve beeld van
de „overlever" had getekend, de „aan-
passer", de meedraaier-met-alle-winden.
Bertolucci's „The last emperor" heeft
van dat alles iets. Niet dat het een poli
tieke film is. Het is in de eerste plaats
een spektakel, een persoonlijke visie op
een unieke verandering in een immens
land. Dat in betrekkelijk korte tijd van
klassiek-feodaal keizerrijk omgeploegd
wordt tot een republiek van arbeiders in
allemaal dezelfde pakken.
Bertolucci: „Ik was zo depressief gewor
den van Italië en zijn consumenten
mentaliteit dat ik daar niet weer een
film wilde maken. Ik wilde ergens heen
waar ik weer geïnspireerd kon raken. Ik
ben blij dat ik mijn film in China kon
gaan opnemen want de Chinezen gelo
ven in historie en verandering.
„The last emperor" vertelt het verhaal
van de verandering van een maatschap
pij - van de feodale naar de moderne
tijd. Het vertelt de veranderingen in een
mens, Poe Ji, die van keizer gewoon
burger wordt. „The last emperor' is een
groots verhaal".
Toch was het niet Bertolucci's eerste
keus. Dat was de verfilming van André
Malraux' „La Condition humaine" uit
1933, (hier vertaald door schrijver en
vriend van Malraux Eddy Du Perron als
„Het menselijk tekort") dat speelt tij
dens de opstand in Shanghai van 1927.
Dat boek prikte in nog te veel oude en
niet geheelde wonden om acceptabel te
zijn voor de Chinese regering als eerste
grote internationale co-produktie. Een
ander boek deed dat niet: „Van Keizer
tot Burger", de autobiografie van Poe Ji.
mea culpa
Hoe ongelooflijk interessant Poe Ji's au
tobiografie ook is. het is wel een „mea
culpa" van begin tot eind. Je ontkomt
niet aan de indruk dat de inmiddels ge-
heropvoede burger Poe Ji naar zijn nieu
we situatie heeft toegeschreven. Het lijkt
voor de hand te liggen dat de Chinese
communisten een zekere vorm van hun
„si nau" (hersenspoeling) op hem heb
ben toegepast. Misschien zelfs een heel
zachtaardige, want Poe Ji had tenslotte
al getoond een „overlever" te zijn. Een
zwakke en misschien wel sluwe man die
in leven bleef tijdens de meest ingrij
pende veranderingen van zijn wereld
beeld. waar anderen al lang het loodje
gelegd zouden hebben.
Zijn boek verscheen in 1964 nog in een
kleine Chinese oplaag van 30.000 exem
plaren, de tweede druk - na de culturele
revolutie - verscheen in '79 in ruim 1
miljoen exemplaren. De ommezwaai
van de vroegere keizer werd door de
Chinezen niet meer onder stoelen of
banken gestoken. Ziin „menswording"
was een propaganda-ieit. Het is dan ook
de vraag of Bertolucci's film - waarvan
de verschillende versies van het script
door de Chinese autoriteiten werden ge
lezen en goedgekeurd - bij een hoop
Chinezen wel zo goed aan zal komen.
Poe Ji was misschien een zwakkeling,
een lafaard, maar hij was toch ook een
onschuldig slachtoffer. Dat via z'n auto
biografie de gelegenheid kreeg als „klei
ne held" gedoogd te worden in het nieu
we China. Duizenden Chinezen over
leefden het niet. Niet de verandering
van het keizerlijke rijk in een volksrepu
bliek. Niet de latere culturele revolutie.
„Voor de Chinezen" zegt Bertolucci zelf
„is Poe Ji's verhaal minder een histo
risch gegeven als wel een „conté mora
le", een morele fabel".
Bertolucci's film „The last emperor"* is
een groots geënsceneerde, duizelingwek
kende vrije val door de lagen van de ge
schiedenis. Voor ons lijkt die unieke le
vensgang van zijn Poe Ji misschien in de
eerste plaats het leven van een Anti-
Held van de eerste orde. Van een colla
borateur die al vanaf zijn derde jaar op
geleid werd om collaborateur te worden:
een zwijgend, knikkend symbool binnen
een ingewikkeld machtsapparaat. Poe Ji
zweeg dan wel niet meer nadat hij tuin
man was geworden, maar hij is tot zijn
dood aan kanker, op 17 oktober 1967,
wel blijven knikken. Een tragische, maar
fascinerende marionet.
BERT JANSMA
Voor dit artikel werd o.m. gebruikt eemaaki van
twee pas verschenen boeken: „Poe'i. de laatste
keizer van China, zijn eigen verhaal" (uitgeverij
Anthos); en Edward Behrs „De laatste keizer van
China was een kind" (uitgeverij Bruna).