Heuse rel rond Maarten 't Hart DE KEER BOEKEN/PLATEN CeidacSoivtanl Overdreven aanbidding van Ronnie Brunswijk Beethovens Vijfde hen verschillende talerAv DE KRANT. OMDAT U NIET IEDERE DAG OPHET BINNENHOF KUNT ZIJN. De strijd van „Boebie" Brugsma voor Europese eenheii ei VRIJDAG 20 NOVEMBER 1987 Pj ..Ronnie Brunswijk, van een verzetsstrijder". Zo heeft journalist Frans van der Beek zijn boek genoemd, maar na lezing zouden ook titels als „Hoe maak ik van een man een mythe" of „Lessen in kri tiekloze adoratie" van toepas sing zijn. Van der Beek is eni ge tijd opgetrokken met de lei der van het Jungle Commando op Stoelmanseiland en blijkt bijzonder gecharmeerd te zijn geraakt van deze knappe bos neger met rode baret. Brunswijk wordt tussen tal loze tikfouten door afge schilderd als Superman: hij is zeer intelligent en leert vrese lijk snel. De commandant wordt zelden boos, is zorgzaam voor zijn krijgsgevangenen, kan geweldig goed met wa pens omgaan, heeft het meeste lef van al zijn mannen en bluft soldaten van het nationale le ger af, die hem in opperste verbijstering laten gaan. En als er dan op Ronnie wordt ge schoten, blijkt hij onkwets baar... De aanslagen, die in het boek worden beschreven zijn bijna ontelbaar, maar het loopt altijd goed af. Brunswijk raakt even min gewond als hij tijdens een rouwbijeenkomst met blote voeten door het vuur en door glasscherven danst. „De kracht van kruidenbaden is onmiskenbaar", zo concludeert Van der Beek. En geheel over tuigd voegt hij eraan toe: „De strijd van het Jungle Com mando wordt met magische krachten bevochten. Dat maakt Brunswijk in de ogen van de bosnegerbevolking en met name van die van zijn mannen een held, een gezon dene. Een militaire messias?". Van der Beek beschrijft in een van de laatste hoofdstukken van het amusante boekwerkje de gedragingen van zijn mede journalisten. Free-lancer Wil lem Oltmans is een intrigant; Willebord Frequin (KRO) in terviewt de verkeerde bosne ger; Noordegraaf (Volkskrant) en Van Grunsven (GPD) wo nen niet in een huis van leger leider Bouterse, maar van mi nister Heidweiler en als klap op de vuurpijl zou Anne Jean van Grinsven (VARA) niet met slechts twee militaire lei ders „de koffer in duiken" maar wel met vijf! Het ligt voor de hand dat Van der Beek met zijn boek over Brunswijk het beeld van een onversaagbare held heeft wil len scheppen; maar door de overdreven en kritiekloze aanbidding waarmee hij dat doet, wordt deze Ronnie alleen maar belachelijk gemaakt. En dat is wel erg plezierig voor zijn grote tegenstander, leger leider Bouterse. JOOS PERSOON Frans van der Beek: „Ron nie Brunswijk, dagboek van een verzets strijder" Uitgeverij Center- boek, Weesp. Prijs ƒ24,50. Frans van der Beek maakt door zijn kritiekloze beschrij vingen Ronnie Brunswijk, in vol ornaat op de foto, belachelijk. Maarten 't Hart krijgt zo lang zamerhand alles wat een schrijver in zijn carrière mee gemaakt moet hebben, wil hij als succesvol te boek staan: hoge aantallen lezers (naar het schijnt vooral scholieren en dames uit de provincie); bo vendien genoeg schimpscheu ten op zijn werk in kritieken door Maarten-onvriendelijke recensenten, die hem niet be grijpen; en nu dan een heuse rel. Dit naar aanleiding van een affaire, die in het geheel niets met literatuur te maken heeft, omdat het om een ordi naire ruzie tussen huisbaas en huurder gaat. Een gebeurtenis uit het leven van Maarten 't Hart wordt in zijn nieuwste boek, aangekondigd als een ro man, naverteld. Dit boek, „Het uur tussen hond en wolf" kreeg een antwoord van de te genstander van 't Hart in die affaire. Hans W. Bakx, die in ..Midas' tranen" op een harde manier afrekent met de suc cesschrijver. De publiciteit is met deze polemiek natuurlijk zeer gediend, hetgeen zeker vooral te merken zal zijn aan de verkoopcijfers van het nieuwe werkje van 't Hart. Maar ondergetekende waar schuwt u hierbij: „Het uur tus sen hond en wolf" is geen ro man, het is een slecht in el kaar gestoken en nogal onsa menhangend verhaaltje, dat van geen weldenkende boek bespreker of krant enige aan dacht zou hebben gekregen, als de auteur iemand anders dan Maarten 'tHart was ge weest. Oud pandje Het verhaal is dat van een schrijver, die hier Melchior heet. en die het grote inkomen dat hij ontving uit het succes van zijn roman „Een koppel braamsluipers" omzet in on roerend goed, een oud pandje op de Oudezijds Voorburgwal in het hart van Amsterdam. Daar kan hij dan zelf een pied-a-terre hebben, terwijl hij etages kan verhuren aan woonruimte zoekende collega's en kennissen. Wat hij nou pre cies midden in Amsterdam te zoeken heeft, blijft een raad sel, of het zou de aantrek kingskracht van dames achter roodverlichte vensters moeten zijn, waar zo nu en dan sprake van is. Een kennis of vriend, ook een schrijver, huurt de boveneta- ge. De afspraken die de èige- £5<&x naar maakt, zijn vaag. Hij laat zijn huurder veel geld steken in de renovatie van het pand, zonder dat daarvoor een rege ling getroffen is. Dat daar na derhand moeilijkheden over ontstaan, ligt voor de hand. Andere omstandigheden vra gen om problemen: het geza menlijk gebruik van de keu ken door hoofdljewoner en on derhuurder en de voortduren de bemoeienis van de hoofdbe woner met de zakelijke en persoonlijke affaires van zijn onderhuurder. De heren die eerst met elkaar bevriend wa ren, worden grote vijanden; de eigenaar wil zijn huurder kwijt en moet dat tenslotte be werken via een uitspraak van Dit tussen twee andere grachtenpandjes ingeklemde huis op de Oudezijds-voorburgwal, in het hart van Amsterdam, staat cen traal in zowel „Het uur tussen hond en wolf" van Maarten 't Hart als in „Midas' tranen" van Hans W. Bakx. FOTO: DIJKSTRA de rechter. Triomf. Het recht zegeviert. Hoewel er geen enkele aanlei ding is om de eigenaar van het pand in zijn strijd tegen de huurder gelijk te geven, ein digt deze roman alsof aan het slot een grote morele overwin ning is bereikt. De huurder, die zich steeds vergelijkt met Multatuli, heeft het onderspit gedolven, zonder dat er ook maar even over nagedacht wordt dat de eigenaar voor wie Maarten 't Hart zozeer partij lijkt te kiezen toch minstens fout op fout maakte en daardoor veel boter op zijn hoofd heeft. Wat stellingname en uitwerking van een uit gangspunt betreft, is dit boekje dan ook een vod. Een verhaal zonder lijn, zon der idee. zonder enige morali teit. De uitgever besefte dat op tijd en stelt in een korte flap tekst nog een vraagje: „Het proces waarmee het boek ein digt, wordt gewonnen. Rest de vraag: door wie?" Die twijfel is in het boek niet te vinden, maar de uitgever heeft kenne lijk enige nattigheid gevoeld. Hooghartigheid Als een lapzwans zigzagt Maarten 't Hart door zijn ver haal, dat niets te vertellen heeft. Natuurlijk gaat het hier om fictieve romanfiguren, maar steeds weer wordt, niet zonder trots en zelfingeno menheid, benadrukt dat deze huiseigenaar Melchior en de schrijver Maarten 't Hart ge heel identiek zijn. Allerlei irri tante hebbelijkheden die we uit vorige romans van 't Hart kennen, keren terug, zoals zin loze uitweidingen over mu ziek, in dit geval de opera „Si mon Boccanegra". Ook hier de bekende hooghartigheid van Maarten 't Hart: Hij leest Dic kens, en dat brengt hem op heel mooie gedachten, deelt hij de lezers ergens mee. Zijn te genstander, de verfoeide huur der, komt niet zo ver: „Zijn meningen waren immers de meningen van een doodgewo ne slagerszoon uit Overschie", constateert Melchior/'t Hart dan. Is dat soms ironisch, wan neer een doodgraverszoon uit Maassluis zoiets uitroept? De uitgever van Maarten 't Hart heeft kennelijk meer redenen gehad om moeilijkhe den te voorzien. Hij heeft de opponent van de schrijver, die in „Het uur tussen hond en wolf" Fred Koudvuur heet, vóór publikatie het verhaal Ruggegraat FOTO: DIJKSTRA van 't Hart ter inzage gegeven. De man in kwestie, Hans W. Bakx, heeft het beste gedaan wat hij doen kon: ook een ver haal schrijven. Bescheiden genoeg noemt hij het „een anekdote", maar in opbouw, stijl, kracht van ex pressie, precisie van formule ring, wat betreft de conse quente uitwerking van een idee, is het een geheel gewor den waar Maarten 't Hart ja loers op zou moeten zijn. Als het onthutsende portret dat Bakx van hem geeft in de huiseigenaar, Symen Togt in „Midas' tranen", juist is. moet Maarten 'tHart nu zo langza merhand wel gif drinken uit onmacht en woede om dit ver haal. De huurder uit „Midas' tra nen" is zijn lastige huisbaas van vroeger eigenlijk al lang vergeten, als hij op een mid dag in Londen aan hem herin nerd wordt bij het zien van een schilderij, waarop Koning Midas is afgebeeld, de rampza lige man die alles wat hij aan raakte in goud zag verande ren, omdat hij dat zo graag wilde en die ezelsoren kreeg, omdat hij naar de onbeheerste muziek van de bosgoden wilde luisteren. In die man herkent Deelder, zoals de hoofdpersoon heet, zijn vroegere huisbaas. Een middag wordt hij gekweld en geamuseerd door zijn her inneringen aan die episode. Het verhaal van „Het uur tus sen hond en wolf" keert in „Midas' tranen" terug, maar dé.n wel vanuit een andere vi sie en ervaring, waardoor de feiten in een heel ander licht komen te staan. Het is hier met aan de orde wie van de heren gelijk heeft, je ziet al leen steeds weer dat Bakx veel meer greep op zijn materiaal heeft, dat hij over vorm en in houd consistenter heeft nage dacht en dat hij veel beter for muleert en stileert dan Maar ten 't Hart. De manier waarop hij de successchrijver hier en daar typeert, liegt er niet om, is polemiek van hoog niveau. Over de gierigheid an zijn huisbaas: „De man die nog zijn afgeknipte nagels bewaarde, opdat men ooit een procédé kon vinden dat er boordek noopjes van maakte.of, op een ander moment: „Waar an deren een ruggegraat hebben, daar zat bij Sijmen Togt, scheen het, een kolom met kleurloos vocht". Elders con stateert hij dat voor zijn oppo nent schrijven hetzelfde is als handenwassen, dit naar aan leiding van een incident tus sen Togt/'t Hart en ene Rena- te. columniste in een week blad. Bakx gaat erg ver in zijn aan val op 't Hart. Het verhaal over de listige manier waarop Sijmen Togt critici voor zich inpalmt en hen dan zo onder druk zet, dat ze niet al te slecht over zijn boeken zullen oordelen, is daar een voor beeld van. Heel bar is de ont hulling van het feit dat deze Togt een onderkomen koopt en dat verhuurt aan een van zijn critici, die een pied-a-terre in Den Haag nodig heeft van wege politieke verplichtingen. Zo zou Aad Nuis, al wordt zijn naam verzwegen, nu dus monddood gemaakt zijn in zijn kritiek op de successchrijver, mocht het verhaal waar zijn. Geld Hoe je er ook over denkt, je schrikt echt, als in het boek van Maarten 't Hart zijn ik-fi- guur of alter ego tegen zijn ge hate huurder het volgende zegt: „Ja, zoveel geld", zei ik, „en ik heb er alleen maar ver driet van. Het huis is onder tussen minstens een ton in waarde gedaald. De enige ma nier om iets van het geld terug te zien is over dit alles een boek te schrijven. JAN VERSTAPPEN Maarten 't Hart: „Het uur tussen hond en wolf", ro man. Uitgave: De Arbeiders pers. Prijs 24,50. Hans W. Bakx: „Midas' tra nen", een anekdote. Uitgave: Kwadraat. Prijs 9,50. "ter „Deze bijzondere symfonie openbaart de romantische geest van Beethoven in een hoogtepunt dat rechtstreeks naar de finale voert en de luisteraar onweerstaandbaar meesleept naar de wonderlij ke wereld van het oneindi ge...". Deze „dikke woorden" slaan op de vijfde symfonie van Beethoven en werden in 1810 geschreven door nie mand minder dan E.T.A. Hoffmann, de gezaghebben de recensent van de Allge- meneine Musikalische Zei- tung. De symfonie heeft mee door het uitgebreide verhaal van Hoffmann een eigen bestaan gekregen, uitmondend in de bijnaam: de noodlotssymfo nie. Hoffmann roemt in Beetho ven de ware romantische geest en in dit klimaat gedij en begrippen als „noodlot", „overwinnig op de tragedie". Dergelijke pathetische woorden geven aan hoe deze muziek de mensen „naar de keel greep". Onze oren staan echter an ders dan die van Hoffmann, maar desondanks is die emo tie van toen verstaanbaar te maken in onze taal en bele ving. Dat wordt duidelijk bij twee opnamen die op cd uit kwamen. Het gaat om de combinatie Haitink - Con certgebouworkest en om die van Hogwood - Academy of Ancient Music. De eersten zetten de nummers vijf en zeven op de plaat, de tweede de nummers vier en vijf. Prachtig vergelijkingsmate riaal dus: de vijfde, met zijn super romantische achter grond in een „gewone" uit voering en in een „authen tieke". In zekere zin is die vergelij king teleurstellend: beide uitvoeringen hebben zo'n ei- i de f lang kan gen kwaliteit, dat er (jn". lijks sprake kan zijn v confrontatie. Beiden s; een eigen taal om deg J^j te verwoorden. En di> zijn beide verstaanba/". Natuurlijk is er het le verschil: de instrunj Haitinks verhaal is zi V£ veer het beste pleidc men zich kan wensen, gaat om de „gewone" (AAC ring. Vanaf het begiit d€ midden in de spannij gi< zijn muzikaal betoog,l00rz; drukt in de ons zo ver r^' de orkestklank. Hof plaat verrast en nod êe*' nieuwsgierig luistereplan klank- en kleurensptan van zijn orkest is tot^en<j ders. En steeds is er dy.^or ning hoe de uit\v{ daarvan zal zijn in de, kende „hoogtepunten' l-'0 De discussie authentlden niet, wordt bij deze ,g va ingewikkeld. Dogm^i^g uitgangspunten blijkej bestand te zijn tegen d terwerkelijkheid. Wat ook overtuigd van tfe staansrecht - en zeffh^l noodzaak - van menr. U1S Hogwood, ook bij f11"'® krijg je rode oortjes! I a LÜTSEN KOOL,0™ Beethoven: Symfonies L r\r The Academy of Ancien!. o.l.v. Christopher Hog^vof^e"e seau Lyre 417615-2. Be Je ring Symfonies 5 7; Onbod gebouworkest o.l.v. Ê,n d< Haitink. Philips 420540-2." jf Bernard Haitink leidt het Concertgebouworkest naai hoogten in zijn „gewone" uitvoering van de Vijfde van hoven. (ADVERTENTIE) BOEKHANDEL LEIDEN - LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN Voert W.L. Brugsma nu een voorhoede- of een achterhoe degevecht? Dat is de vraag die zich opdringt na het lezen van „Lotgenoten", het nieuwste boek van deze journalist, waarin hij zich opnieuw op werpt als pleitbezorger van de gedachte: Europa voor de Eu ropeanen. Hoort zijn wens in de vorige of in de komende eeuw thuis Sinds „Europa Europa" in 1983 het licht zag is de stem van „Boeble" Brugsma niet meer verstomd. Op symposia, in zijn lijfblad, bij het Capitool en zelfs in het buitenland moest Brugsma steeds vaker zijn me ning over Europa verkondi gen. Deze behelst, in het kort, dat Europa zich los moet ma ken van de grootmachten, en een eigen koers moet gaan va ren. Brugsma's visie wordt lang niet door iedereen gedeeld. Journalisten als NRC-com- mentator Heldring en historici als de Amsterdamse professor Brands verwijten hem een groot gebrek aan gezond ver stand. Volgens deze kopstuk ken van de Atlantische ge dachte is de nucleaire paraplu van de VS een absolute voor waarde voor de veiligheid van West-Europa. In „Europa Europa" durfde Brugsma met zijn billen bloot. In een openhartig boek ge waagde hij zijn visie over Eu ropa te koppelen aan zijn ei gen weg door de geschiedenis. Als jonge knaap zat hij in een Duits concentratiekamp. Hij trouwde een Poolse vrouw. En als journalist verbleef hij veel en vaak in Duitsland en Frankrijk. Eigen belevingen koppelen aan een scherp ver stand levert niet altijd goede boeken op, maar ze zijn door hun bezielde inhoud zeer goed leesbaar. Dat gold voor „Euro pa Europa" en dat geldt ook voor „Lotgenoten". „Lotgenoten" begint met een toespraak die de auteur hield bij de officiële herdenking van de bevrijding dit jaar in Wage- ningen. Het hele boek ken merkt zich trouwens door een grote mate van actualiteit. Je zou kunnen zeggen dat het een geactualiseerde versie van „Europa Europa" is, waarin zelfs de komst van Honecker uitgebreid wordt belicht. Brugsma maakt in „Lotgeno ten" een tocht langs enkele Europese landen, op zoek naar elementen die zijn visie onder steunen. Met grote kennis van zaken gaat hij in op de binnen landse ontwikkelingen van Frankrijk, Oost en West- Duitsland. Oostenrijk, Polen en Hongarije. Deze landen zit ten allemaal in hpt oost-west schuitje, en daarin zijn ze „lot genoten". Charles de Gaulle neemt een hoeksteen in het gedachten- goed van Brugsma. De Gaulle, de man die in de jaren zestig alles op alles zette om de An gelsaksische wereld buiten de EEG te houden. Zoals bekend heeft Joseph Luns zich toen opgeworpen als zijn grote te genstrever, uit angst dat de Fransen de gemeenschap zou den domineren. De Gaulle heeft uiteindelijk aan het kort ste eind getrokken, al voltrok zich de toetreding van Enge land na zijn dood. Brugsma doet zijn uiterste best De Gaulle te afficheren als een conservatieve man met gezonde ideeën. De man die weigerde zich neer te leggen bij de Duitse overwinning in '40, die Algerije aan de Alge rijnen liet, en die de vriend schap zocht van Conrad Ade nauer. Want een vriendschap tussen Duitsland en Frankrijk is nodig om een tegenwicht te bieden aan de Angelsaksische (Groot Brittannië en de Vere nigde Staten) dominantie van West-Europa. Frankrijk, met steun van de Bondsrepubliek, als leider van de EEG (zg. Grote Ambitie) was het doel van De Gaulle. Kennedy plaatste hier overi gens een ander idee tegenover: het zogenaamde „grand de sign". Een machtige Europese Gemeenschap die bereid is sa men te werken met de Vere nigde Staten binnen het At lantisch genootschap. De Gaul le gaat hier niet op in. Inte gendeel. Hij geeft opdracht tot een „force de frappe". Een atoommacht die naar alle rich tingen wijst, dus niet alleen naar het oosten maar ook naar het westen, en zelfs naar ons. Atlantici, die zweren bij de Amerikaanse nucleaire para plu, spraken en spreken nog wel van een „farce de flop". Volgens hen is de Franse atoommacht niet in staat om Nederland te verdedigen tegen een losgebroken Russische beer. Zelfs niet als bij de „for ce de frappe" de Engelse kern macht wordt opgeteld. Voor Brugsma blijft overeind staan dat Charles de Gaulle de man is die de juiste weg heeft gewezen: een Europa zonder de bemoeienissen van de An gelsaksen. Marx-economie Als Brugsma naar zijn idee heeft aangegeven waar West- Europa de kans heeft laten lig gen om zich los te maken van het Amerikaanse juk, blijven voor hem nog twee deelgebie den over om zijn betoog te completeren. Het door de Rus sen gedomineerde Oost-Euro pa en het verdeelde Duitsland. Aan Oost-Europa wijdt Brugs ma twee hoofdstukken. Eén aan Hongarije en één aan Po len. Hij ziet veel overeenkom sten tussen beide landen. Bei den zijn onderdeel van de Sov jet-invloedssfeer en beiden verzetten zich op dit moment tegen hun grote broer middels economische ontwikkeling. Dat wat Brugsma noemt de overgang van de Marxecono- mie naar de markteconomie. Vooral over Polen heeft Brugsma een uitgesproken mening. Dit land heeft volgens hem zijn solidarnosc-dromen laten varen. Solidarnosc is vol gens de schrijver veranderd van een kip zonder kop in een kop zonder kip. Onder blues- brother Jaruzelski beleeft Po len een economische opleving De grenzen zijn opengesteld voor de dollars van Polen die zich in het buitenland geves tigd hebben. Met deze polonia- firma's komt de ongelijkheid in het land. Net als in Honga rije is er een yuppie-kaste ont staan van nieuwe miljonairs. Communisme is in Oost-Euro pa geen getuigenis meer, het is een beroep geworden. Brugs ma ziet daarin een gelijkenis met West-Europa. In zowel oost als west is er een verloe dering van de idee en een aan bidding van het economisch pragmatisme. Volgens hem moeten geluiden van Gorbats- jov als zou Moskou niet eeuwig in Polen blijven staan, serieus genomen worden, Brugsma ziet daarin een ondersteuning van zijn idee over Europa. De Duitlanden De crux van Brugsma's betoog wordt gevormd door de Duitse kwestie. Hij pleit daarbij niet voor een Duitse eenheid. Hij wil een Europa waarin alle be staande grenzen, de Duits- Duitse incluis, onaantastbaar blijven. Slecht de uiteindelijke aftocht van de Amerikaanse en Sovjetrussische devisies uit heel Europa „van Brest tot Brest Litovsk" is zijn streven. Zijn angst bij de Bondsrepu bliek is dat „naast het Duitse neutralisme van links nu een Duits neutralisme van rechts opkomt. Langzaam maar zeker zwenkt de BRD naar een na- tionaal-neutralistische koers". En een Duitse eerfheid zou de balans binnen Europa voor goed verstoren. Als een van de weinigen in Nederland ziet Brugsma de Duitslanden als twee Midden-Europese landen. Zowel geografisch, als eth- nisch als cultureel. Heel an ders dan het altijd westwaarts (Atlantisch) georiënteerde Ne derland. Zijn wens is dat er een soort „Notgemeinschaft" groeit van de landen die van de Europese deling hët meest te lijden hebben en daarom een net moeten knopen van economische, culturele en menselijke betrekkingen. Oldenzaal Brugsma is een begenadigd sti list die niet schroomt af en toe wat rethoriek in zijn zinnen in te bouwen. „Omdat de Sovjet- devisies op 125 kilometer van Frankfurt am Main (en op driehonderd kilometer van Ol denzaal) staan, moeten wij een soortgelijke strijdmacht op de been houden plus een nucleai re afschrikkingsmacht om te voorkomen dat de Russen, Ka- lasjnikov in de aanslag, plotse ling de casino's van Scheve- ningen en Deauville betre den". Om hier even later een conclusie aan te verbinden. Europa is alleen verdedigd als het zichzelf verdedigt en dat kan uiteindelijk wel zonder de Amerikanen maar nooit zon der de Duitsers. En te vrezen valt alleen een Duitse eenheid die exclusief door de Russen is georganiseerd en die zal leiden tot een verbintenis zoals die sinds Rapallo, waar Duitsland en de jonge USSR elkaar in ;haj ird h Dvini 1922 vonden in hun tunhi schappelijlke wanhoop S{ gevreesd. Een niet te,ra_j. Duits-Russische pas-df^ 7 december i Rij] Tegenstanders van I- D' zoals de eerder genotl g lantici Heldring en guf vinden hem een droning, hun wereldbeeld stai helling nu op 7 decer sloten gaat worden Pr e( van de nucleaire paraing te klappen. Het lijan Amerikanen zich stet f0t( der aan Europa geleg liggen. En een oude iS listische gedachte dot wef VS weer opgeld: laat _en( peanen hun eigen doppen. DesondanB— Brugsma een niet strijd te voeren. Zijn een ongedeeld EuropJ vanachter de ondi lingstafel te bewerk Moskou noch Washi' immers gebaat bij eer grootmacht. En dat zo| welhaast moeten wol de Russen en Ami zich terugtrekken. V gebied met de mensen en rijkdom van Eu over zijn eigen lot wj N slissen. En de n kracht van een ongeo ropa is in het Kremlin te Huis al te goed bek Voor de opheffing val ropese deling is oneir} meer nodig dan het koord dat 7 december kend wordt. Brugsma' Me' iets voor de verre t t,gsl Met enige fantasie zo strijd dus een voor! vecht kunnen noemei ALEX El W.L. Brugsma: „Lot Europese verhalen' ver: Balans (Amst 1987. Prijs: ƒ24,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 8