Heuse rel rond Maarten 't Hart
DE
KEER
BOEKEN/PLATEN
CeidacSoivtanl
Overdreven aanbidding van Ronnie Brunswijk
Beethovens Vijfde hen
verschillende talerAv
DE KRANT.
OMDAT U
NIET
IEDERE
DAG
OPHET
BINNENHOF
KUNT
ZIJN.
De strijd van „Boebie" Brugsma voor Europese eenheii
ei
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1987 Pj
..Ronnie Brunswijk,
van een verzetsstrijder". Zo
heeft journalist Frans van der
Beek zijn boek genoemd, maar
na lezing zouden ook titels als
„Hoe maak ik van een man
een mythe" of „Lessen in kri
tiekloze adoratie" van toepas
sing zijn. Van der Beek is eni
ge tijd opgetrokken met de lei
der van het Jungle Commando
op Stoelmanseiland en blijkt
bijzonder gecharmeerd te zijn
geraakt van deze knappe bos
neger met rode baret.
Brunswijk wordt tussen tal
loze tikfouten door afge
schilderd als Superman: hij is
zeer intelligent en leert vrese
lijk snel. De commandant
wordt zelden boos, is zorgzaam
voor zijn krijgsgevangenen,
kan geweldig goed met wa
pens omgaan, heeft het meeste
lef van al zijn mannen en bluft
soldaten van het nationale le
ger af, die hem in opperste
verbijstering laten gaan. En als
er dan op Ronnie wordt ge
schoten, blijkt hij onkwets
baar...
De aanslagen, die in het boek
worden beschreven zijn bijna
ontelbaar, maar het loopt altijd
goed af. Brunswijk raakt even
min gewond als hij tijdens een
rouwbijeenkomst met blote
voeten door het vuur en door
glasscherven danst. „De
kracht van kruidenbaden is
onmiskenbaar", zo concludeert
Van der Beek. En geheel over
tuigd voegt hij eraan toe: „De
strijd van het Jungle Com
mando wordt met magische
krachten bevochten. Dat
maakt Brunswijk in de ogen
van de bosnegerbevolking en
met name van die van zijn
mannen een held, een gezon
dene. Een militaire messias?".
Van der Beek beschrijft in een
van de laatste hoofdstukken
van het amusante boekwerkje
de gedragingen van zijn mede
journalisten. Free-lancer Wil
lem Oltmans is een intrigant;
Willebord Frequin (KRO) in
terviewt de verkeerde bosne
ger; Noordegraaf (Volkskrant)
en Van Grunsven (GPD) wo
nen niet in een huis van leger
leider Bouterse, maar van mi
nister Heidweiler en als klap
op de vuurpijl zou Anne Jean
van Grinsven (VARA) niet
met slechts twee militaire lei
ders „de koffer in duiken"
maar wel met vijf!
Het ligt voor de hand dat Van
der Beek met zijn boek over
Brunswijk het beeld van een
onversaagbare held heeft wil
len scheppen; maar door de
overdreven en kritiekloze
aanbidding waarmee hij dat
doet, wordt deze Ronnie alleen
maar belachelijk gemaakt. En
dat is wel erg plezierig voor
zijn grote tegenstander, leger
leider Bouterse.
JOOS PERSOON
Frans van der Beek: „Ron
nie Brunswijk,
dagboek van een verzets
strijder" Uitgeverij Center-
boek, Weesp. Prijs ƒ24,50.
Frans van der Beek maakt
door zijn kritiekloze beschrij
vingen Ronnie Brunswijk, in vol
ornaat op de foto, belachelijk.
Maarten 't Hart krijgt zo lang
zamerhand alles wat een
schrijver in zijn carrière mee
gemaakt moet hebben, wil hij
als succesvol te boek staan:
hoge aantallen lezers (naar het
schijnt vooral scholieren en
dames uit de provincie); bo
vendien genoeg schimpscheu
ten op zijn werk in kritieken
door Maarten-onvriendelijke
recensenten, die hem niet be
grijpen; en nu dan een heuse
rel. Dit naar aanleiding van
een affaire, die in het geheel
niets met literatuur te maken
heeft, omdat het om een ordi
naire ruzie tussen huisbaas en
huurder gaat. Een gebeurtenis
uit het leven van Maarten
't Hart wordt in zijn nieuwste
boek, aangekondigd als een ro
man, naverteld. Dit boek, „Het
uur tussen hond en wolf"
kreeg een antwoord van de te
genstander van 't Hart in die
affaire. Hans W. Bakx, die in
..Midas' tranen" op een harde
manier afrekent met de suc
cesschrijver. De publiciteit is
met deze polemiek natuurlijk
zeer gediend, hetgeen zeker
vooral te merken zal zijn aan
de verkoopcijfers van het
nieuwe werkje van 't Hart.
Maar ondergetekende waar
schuwt u hierbij: „Het uur tus
sen hond en wolf" is geen ro
man, het is een slecht in el
kaar gestoken en nogal onsa
menhangend verhaaltje, dat
van geen weldenkende boek
bespreker of krant enige aan
dacht zou hebben gekregen,
als de auteur iemand anders
dan Maarten 'tHart was ge
weest.
Oud pandje
Het verhaal is dat van een
schrijver, die hier Melchior
heet. en die het grote inkomen
dat hij ontving uit het succes
van zijn roman „Een koppel
braamsluipers" omzet in on
roerend goed, een oud pandje
op de Oudezijds Voorburgwal
in het hart van Amsterdam.
Daar kan hij dan zelf een
pied-a-terre hebben, terwijl hij
etages kan verhuren aan
woonruimte zoekende collega's
en kennissen. Wat hij nou pre
cies midden in Amsterdam te
zoeken heeft, blijft een raad
sel, of het zou de aantrek
kingskracht van dames achter
roodverlichte vensters moeten
zijn, waar zo nu en dan sprake
van is.
Een kennis of vriend, ook een
schrijver, huurt de boveneta-
ge. De afspraken die de èige-
£5<&x
naar maakt, zijn vaag. Hij laat
zijn huurder veel geld steken
in de renovatie van het pand,
zonder dat daarvoor een rege
ling getroffen is. Dat daar na
derhand moeilijkheden over
ontstaan, ligt voor de hand.
Andere omstandigheden vra
gen om problemen: het geza
menlijk gebruik van de keu
ken door hoofdljewoner en on
derhuurder en de voortduren
de bemoeienis van de hoofdbe
woner met de zakelijke en
persoonlijke affaires van zijn
onderhuurder. De heren die
eerst met elkaar bevriend wa
ren, worden grote vijanden; de
eigenaar wil zijn huurder
kwijt en moet dat tenslotte be
werken via een uitspraak van
Dit tussen twee andere grachtenpandjes ingeklemde huis op de
Oudezijds-voorburgwal, in het hart van Amsterdam, staat cen
traal in zowel „Het uur tussen hond en wolf" van Maarten 't Hart
als in „Midas' tranen" van Hans W. Bakx.
FOTO: DIJKSTRA
de rechter. Triomf. Het recht
zegeviert.
Hoewel er geen enkele aanlei
ding is om de eigenaar van het
pand in zijn strijd tegen de
huurder gelijk te geven, ein
digt deze roman alsof aan het
slot een grote morele overwin
ning is bereikt. De huurder,
die zich steeds vergelijkt met
Multatuli, heeft het onderspit
gedolven, zonder dat er ook
maar even over nagedacht
wordt dat de eigenaar voor
wie Maarten 't Hart zozeer
partij lijkt te kiezen toch
minstens fout op fout maakte
en daardoor veel boter op zijn
hoofd heeft. Wat stellingname
en uitwerking van een uit
gangspunt betreft, is dit boekje
dan ook een vod.
Een verhaal zonder lijn, zon
der idee. zonder enige morali
teit. De uitgever besefte dat op
tijd en stelt in een korte flap
tekst nog een vraagje: „Het
proces waarmee het boek ein
digt, wordt gewonnen. Rest de
vraag: door wie?" Die twijfel is
in het boek niet te vinden,
maar de uitgever heeft kenne
lijk enige nattigheid gevoeld.
Hooghartigheid
Als een lapzwans zigzagt
Maarten 't Hart door zijn ver
haal, dat niets te vertellen
heeft. Natuurlijk gaat het hier
om fictieve romanfiguren,
maar steeds weer wordt, niet
zonder trots en zelfingeno
menheid, benadrukt dat deze
huiseigenaar Melchior en de
schrijver Maarten 't Hart ge
heel identiek zijn. Allerlei irri
tante hebbelijkheden die we
uit vorige romans van 't Hart
kennen, keren terug, zoals zin
loze uitweidingen over mu
ziek, in dit geval de opera „Si
mon Boccanegra". Ook hier de
bekende hooghartigheid van
Maarten 't Hart: Hij leest Dic
kens, en dat brengt hem op
heel mooie gedachten, deelt hij
de lezers ergens mee. Zijn te
genstander, de verfoeide huur
der, komt niet zo ver: „Zijn
meningen waren immers de
meningen van een doodgewo
ne slagerszoon uit Overschie",
constateert Melchior/'t Hart
dan. Is dat soms ironisch, wan
neer een doodgraverszoon uit
Maassluis zoiets uitroept?
De uitgever van Maarten
't Hart heeft kennelijk meer
redenen gehad om moeilijkhe
den te voorzien. Hij heeft de
opponent van de schrijver, die
in „Het uur tussen hond en
wolf" Fred Koudvuur heet,
vóór publikatie het verhaal
Ruggegraat
FOTO: DIJKSTRA
van 't Hart ter inzage gegeven.
De man in kwestie, Hans W.
Bakx, heeft het beste gedaan
wat hij doen kon: ook een ver
haal schrijven.
Bescheiden genoeg noemt hij
het „een anekdote", maar in
opbouw, stijl, kracht van ex
pressie, precisie van formule
ring, wat betreft de conse
quente uitwerking van een
idee, is het een geheel gewor
den waar Maarten 't Hart ja
loers op zou moeten zijn. Als
het onthutsende portret dat
Bakx van hem geeft in de
huiseigenaar, Symen Togt in
„Midas' tranen", juist is. moet
Maarten 'tHart nu zo langza
merhand wel gif drinken uit
onmacht en woede om dit ver
haal.
De huurder uit „Midas' tra
nen" is zijn lastige huisbaas
van vroeger eigenlijk al lang
vergeten, als hij op een mid
dag in Londen aan hem herin
nerd wordt bij het zien van
een schilderij, waarop Koning
Midas is afgebeeld, de rampza
lige man die alles wat hij aan
raakte in goud zag verande
ren, omdat hij dat zo graag
wilde en die ezelsoren kreeg,
omdat hij naar de onbeheerste
muziek van de bosgoden wilde
luisteren. In die man herkent
Deelder, zoals de hoofdpersoon
heet, zijn vroegere huisbaas.
Een middag wordt hij gekweld
en geamuseerd door zijn her
inneringen aan die episode.
Het verhaal van „Het uur tus
sen hond en wolf" keert in
„Midas' tranen" terug, maar
dé.n wel vanuit een andere vi
sie en ervaring, waardoor de
feiten in een heel ander licht
komen te staan. Het is hier
met aan de orde wie van de
heren gelijk heeft, je ziet al
leen steeds weer dat Bakx veel
meer greep op zijn materiaal
heeft, dat hij over vorm en in
houd consistenter heeft nage
dacht en dat hij veel beter for
muleert en stileert dan Maar
ten 't Hart. De manier waarop
hij de successchrijver hier en
daar typeert, liegt er niet om,
is polemiek van hoog niveau.
Over de gierigheid an zijn
huisbaas: „De man die nog zijn
afgeknipte nagels bewaarde,
opdat men ooit een procédé
kon vinden dat er boordek
noopjes van maakte.of, op
een ander moment: „Waar an
deren een ruggegraat hebben,
daar zat bij Sijmen Togt,
scheen het, een kolom met
kleurloos vocht". Elders con
stateert hij dat voor zijn oppo
nent schrijven hetzelfde is als
handenwassen, dit naar aan
leiding van een incident tus
sen Togt/'t Hart en ene Rena-
te. columniste in een week
blad.
Bakx gaat erg ver in zijn aan
val op 't Hart. Het verhaal
over de listige manier waarop
Sijmen Togt critici voor zich
inpalmt en hen dan zo onder
druk zet, dat ze niet al te
slecht over zijn boeken zullen
oordelen, is daar een voor
beeld van. Heel bar is de ont
hulling van het feit dat deze
Togt een onderkomen koopt
en dat verhuurt aan een van
zijn critici, die een pied-a-terre
in Den Haag nodig heeft van
wege politieke verplichtingen.
Zo zou Aad Nuis, al wordt zijn
naam verzwegen, nu dus
monddood gemaakt zijn in zijn
kritiek op de successchrijver,
mocht het verhaal waar zijn.
Geld
Hoe je er ook over denkt, je
schrikt echt, als in het boek
van Maarten 't Hart zijn ik-fi-
guur of alter ego tegen zijn ge
hate huurder het volgende
zegt: „Ja, zoveel geld", zei ik,
„en ik heb er alleen maar ver
driet van. Het huis is onder
tussen minstens een ton in
waarde gedaald. De enige ma
nier om iets van het geld terug
te zien is over dit alles een
boek te schrijven.
JAN VERSTAPPEN
Maarten 't Hart: „Het uur
tussen hond en wolf", ro
man. Uitgave: De Arbeiders
pers. Prijs 24,50.
Hans W. Bakx: „Midas' tra
nen", een anekdote. Uitgave:
Kwadraat. Prijs 9,50.
"ter
„Deze bijzondere symfonie
openbaart de romantische
geest van Beethoven in een
hoogtepunt dat rechtstreeks
naar de finale voert en de
luisteraar onweerstaandbaar
meesleept naar de wonderlij
ke wereld van het oneindi
ge...".
Deze „dikke woorden" slaan
op de vijfde symfonie van
Beethoven en werden in
1810 geschreven door nie
mand minder dan E.T.A.
Hoffmann, de gezaghebben
de recensent van de Allge-
meneine Musikalische Zei-
tung.
De symfonie heeft mee door
het uitgebreide verhaal van
Hoffmann een eigen bestaan
gekregen, uitmondend in de
bijnaam: de noodlotssymfo
nie.
Hoffmann roemt in Beetho
ven de ware romantische
geest en in dit klimaat gedij
en begrippen als „noodlot",
„overwinnig op de tragedie".
Dergelijke pathetische
woorden geven aan hoe deze
muziek de mensen „naar de
keel greep".
Onze oren staan echter an
ders dan die van Hoffmann,
maar desondanks is die emo
tie van toen verstaanbaar te
maken in onze taal en bele
ving. Dat wordt duidelijk bij
twee opnamen die op cd uit
kwamen. Het gaat om de
combinatie Haitink - Con
certgebouworkest en om die
van Hogwood - Academy of
Ancient Music. De eersten
zetten de nummers vijf en
zeven op de plaat, de tweede
de nummers vier en vijf.
Prachtig vergelijkingsmate
riaal dus: de vijfde, met zijn
super romantische achter
grond in een „gewone" uit
voering en in een „authen
tieke".
In zekere zin is die vergelij
king teleurstellend: beide
uitvoeringen hebben zo'n ei-
i de f
lang
kan
gen kwaliteit, dat er (jn".
lijks sprake kan zijn v
confrontatie. Beiden s;
een eigen taal om deg J^j
te verwoorden. En di>
zijn beide verstaanba/".
Natuurlijk is er het
le verschil: de instrunj
Haitinks verhaal is zi V£
veer het beste pleidc
men zich kan wensen,
gaat om de „gewone" (AAC
ring. Vanaf het begiit d€
midden in de spannij gi<
zijn muzikaal betoog,l00rz;
drukt in de ons zo ver r^'
de orkestklank. Hof
plaat verrast en nod êe*'
nieuwsgierig luistereplan
klank- en kleurensptan
van zijn orkest is tot^en<j
ders. En steeds is er dy.^or
ning hoe de uit\v{
daarvan zal zijn in de,
kende „hoogtepunten' l-'0
De discussie authentlden
niet, wordt bij deze ,g va
ingewikkeld. Dogm^i^g
uitgangspunten blijkej
bestand te zijn tegen d
terwerkelijkheid. Wat
ook overtuigd van tfe
staansrecht - en zeffh^l
noodzaak - van menr. U1S
Hogwood, ook bij f11"'®
krijg je rode oortjes! I a
LÜTSEN KOOL,0™
Beethoven: Symfonies L r\r
The Academy of Ancien!.
o.l.v. Christopher Hog^vof^e"e
seau Lyre 417615-2. Be Je ring
Symfonies 5 7; Onbod
gebouworkest o.l.v. Ê,n d<
Haitink. Philips 420540-2." jf
Bernard Haitink leidt het Concertgebouworkest naai
hoogten in zijn „gewone" uitvoering van de Vijfde van
hoven.
(ADVERTENTIE)
BOEKHANDEL
LEIDEN - LEIDERDORP
OEGSTGEEST - KATWIJK
VOORSCHOTEN
Voert W.L. Brugsma nu een
voorhoede- of een achterhoe
degevecht? Dat is de vraag die
zich opdringt na het lezen van
„Lotgenoten", het nieuwste
boek van deze journalist,
waarin hij zich opnieuw op
werpt als pleitbezorger van de
gedachte: Europa voor de Eu
ropeanen. Hoort zijn wens in
de vorige of in de komende
eeuw thuis
Sinds „Europa Europa" in 1983
het licht zag is de stem van
„Boeble" Brugsma niet meer
verstomd. Op symposia, in zijn
lijfblad, bij het Capitool en
zelfs in het buitenland moest
Brugsma steeds vaker zijn me
ning over Europa verkondi
gen. Deze behelst, in het kort,
dat Europa zich los moet ma
ken van de grootmachten, en
een eigen koers moet gaan va
ren.
Brugsma's visie wordt lang
niet door iedereen gedeeld.
Journalisten als NRC-com-
mentator Heldring en historici
als de Amsterdamse professor
Brands verwijten hem een
groot gebrek aan gezond ver
stand. Volgens deze kopstuk
ken van de Atlantische ge
dachte is de nucleaire paraplu
van de VS een absolute voor
waarde voor de veiligheid van
West-Europa.
In „Europa Europa" durfde
Brugsma met zijn billen bloot.
In een openhartig boek ge
waagde hij zijn visie over Eu
ropa te koppelen aan zijn ei
gen weg door de geschiedenis.
Als jonge knaap zat hij in een
Duits concentratiekamp. Hij
trouwde een Poolse vrouw. En
als journalist verbleef hij veel
en vaak in Duitsland en
Frankrijk. Eigen belevingen
koppelen aan een scherp ver
stand levert niet altijd goede
boeken op, maar ze zijn door
hun bezielde inhoud zeer goed
leesbaar. Dat gold voor „Euro
pa Europa" en dat geldt ook
voor „Lotgenoten".
„Lotgenoten" begint met een
toespraak die de auteur hield
bij de officiële herdenking van
de bevrijding dit jaar in Wage-
ningen. Het hele boek ken
merkt zich trouwens door een
grote mate van actualiteit. Je
zou kunnen zeggen dat het een
geactualiseerde versie van
„Europa Europa" is, waarin
zelfs de komst van Honecker
uitgebreid wordt belicht.
Brugsma maakt in „Lotgeno
ten" een tocht langs enkele
Europese landen, op zoek naar
elementen die zijn visie onder
steunen. Met grote kennis van
zaken gaat hij in op de binnen
landse ontwikkelingen van
Frankrijk, Oost en West-
Duitsland. Oostenrijk, Polen
en Hongarije. Deze landen zit
ten allemaal in hpt oost-west
schuitje, en daarin zijn ze „lot
genoten".
Charles de Gaulle neemt een
hoeksteen in het gedachten-
goed van Brugsma. De Gaulle,
de man die in de jaren zestig
alles op alles zette om de An
gelsaksische wereld buiten de
EEG te houden. Zoals bekend
heeft Joseph Luns zich toen
opgeworpen als zijn grote te
genstrever, uit angst dat de
Fransen de gemeenschap zou
den domineren. De Gaulle
heeft uiteindelijk aan het kort
ste eind getrokken, al voltrok
zich de toetreding van Enge
land na zijn dood.
Brugsma doet zijn uiterste best
De Gaulle te afficheren als
een conservatieve man met
gezonde ideeën. De man die
weigerde zich neer te leggen
bij de Duitse overwinning in
'40, die Algerije aan de Alge
rijnen liet, en die de vriend
schap zocht van Conrad Ade
nauer. Want een vriendschap
tussen Duitsland en Frankrijk
is nodig om een tegenwicht te
bieden aan de Angelsaksische
(Groot Brittannië en de Vere
nigde Staten) dominantie van
West-Europa. Frankrijk, met
steun van de Bondsrepubliek,
als leider van de EEG (zg.
Grote Ambitie) was het doel
van De Gaulle.
Kennedy plaatste hier overi
gens een ander idee tegenover:
het zogenaamde „grand de
sign". Een machtige Europese
Gemeenschap die bereid is sa
men te werken met de Vere
nigde Staten binnen het At
lantisch genootschap. De Gaul
le gaat hier niet op in. Inte
gendeel. Hij geeft opdracht tot
een „force de frappe". Een
atoommacht die naar alle rich
tingen wijst, dus niet alleen
naar het oosten maar ook naar
het westen, en zelfs naar ons.
Atlantici, die zweren bij de
Amerikaanse nucleaire para
plu, spraken en spreken nog
wel van een „farce de flop".
Volgens hen is de Franse
atoommacht niet in staat om
Nederland te verdedigen tegen
een losgebroken Russische
beer. Zelfs niet als bij de „for
ce de frappe" de Engelse kern
macht wordt opgeteld.
Voor Brugsma blijft overeind
staan dat Charles de Gaulle de
man is die de juiste weg heeft
gewezen: een Europa zonder
de bemoeienissen van de An
gelsaksen.
Marx-economie
Als Brugsma naar zijn idee
heeft aangegeven waar West-
Europa de kans heeft laten lig
gen om zich los te maken van
het Amerikaanse juk, blijven
voor hem nog twee deelgebie
den over om zijn betoog te
completeren. Het door de Rus
sen gedomineerde Oost-Euro
pa en het verdeelde Duitsland.
Aan Oost-Europa wijdt Brugs
ma twee hoofdstukken. Eén
aan Hongarije en één aan Po
len. Hij ziet veel overeenkom
sten tussen beide landen. Bei
den zijn onderdeel van de Sov
jet-invloedssfeer en beiden
verzetten zich op dit moment
tegen hun grote broer middels
economische ontwikkeling.
Dat wat Brugsma noemt de
overgang van de Marxecono-
mie naar de markteconomie.
Vooral over Polen heeft
Brugsma een uitgesproken
mening. Dit land heeft volgens
hem zijn solidarnosc-dromen
laten varen. Solidarnosc is vol
gens de schrijver veranderd
van een kip zonder kop in een
kop zonder kip. Onder blues-
brother Jaruzelski beleeft Po
len een economische opleving
De grenzen zijn opengesteld
voor de dollars van Polen die
zich in het buitenland geves
tigd hebben. Met deze polonia-
firma's komt de ongelijkheid
in het land. Net als in Honga
rije is er een yuppie-kaste ont
staan van nieuwe miljonairs.
Communisme is in Oost-Euro
pa geen getuigenis meer, het is
een beroep geworden. Brugs
ma ziet daarin een gelijkenis
met West-Europa. In zowel
oost als west is er een verloe
dering van de idee en een aan
bidding van het economisch
pragmatisme. Volgens hem
moeten geluiden van Gorbats-
jov als zou Moskou niet eeuwig
in Polen blijven staan, serieus
genomen worden, Brugsma
ziet daarin een ondersteuning
van zijn idee over Europa.
De Duitlanden
De crux van Brugsma's betoog
wordt gevormd door de Duitse
kwestie. Hij pleit daarbij niet
voor een Duitse eenheid. Hij
wil een Europa waarin alle be
staande grenzen, de Duits-
Duitse incluis, onaantastbaar
blijven. Slecht de uiteindelijke
aftocht van de Amerikaanse
en Sovjetrussische devisies uit
heel Europa „van Brest tot
Brest Litovsk" is zijn streven.
Zijn angst bij de Bondsrepu
bliek is dat „naast het Duitse
neutralisme van links nu een
Duits neutralisme van rechts
opkomt. Langzaam maar zeker
zwenkt de BRD naar een na-
tionaal-neutralistische koers".
En een Duitse eerfheid zou de
balans binnen Europa voor
goed verstoren. Als een van de
weinigen in Nederland ziet
Brugsma de Duitslanden als
twee Midden-Europese landen.
Zowel geografisch, als eth-
nisch als cultureel. Heel an
ders dan het altijd westwaarts
(Atlantisch) georiënteerde Ne
derland. Zijn wens is dat er
een soort „Notgemeinschaft"
groeit van de landen die van
de Europese deling hët meest
te lijden hebben en daarom
een net moeten knopen van
economische, culturele en
menselijke betrekkingen.
Oldenzaal
Brugsma is een begenadigd sti
list die niet schroomt af en toe
wat rethoriek in zijn zinnen in
te bouwen. „Omdat de Sovjet-
devisies op 125 kilometer van
Frankfurt am Main (en op
driehonderd kilometer van Ol
denzaal) staan, moeten wij een
soortgelijke strijdmacht op de
been houden plus een nucleai
re afschrikkingsmacht om te
voorkomen dat de Russen, Ka-
lasjnikov in de aanslag, plotse
ling de casino's van Scheve-
ningen en Deauville betre
den". Om hier even later een
conclusie aan te verbinden.
Europa is alleen verdedigd als
het zichzelf verdedigt en dat
kan uiteindelijk wel zonder de
Amerikanen maar nooit zon
der de Duitsers. En te vrezen
valt alleen een Duitse eenheid
die exclusief door de Russen is
georganiseerd en die zal leiden
tot een verbintenis zoals die
sinds Rapallo, waar Duitsland
en de jonge USSR elkaar in
;haj
ird h
Dvini
1922 vonden in hun tunhi
schappelijlke wanhoop S{
gevreesd. Een niet te,ra_j.
Duits-Russische pas-df^
7 december i Rij]
Tegenstanders van I- D'
zoals de eerder genotl g
lantici Heldring en guf
vinden hem een droning,
hun wereldbeeld stai
helling nu op 7 decer
sloten gaat worden Pr e(
van de nucleaire paraing
te klappen. Het lijan
Amerikanen zich stet f0t(
der aan Europa geleg
liggen. En een oude iS
listische gedachte dot wef
VS weer opgeld: laat _en(
peanen hun eigen
doppen. DesondanB—
Brugsma een niet
strijd te voeren. Zijn
een ongedeeld EuropJ
vanachter de ondi
lingstafel te bewerk
Moskou noch Washi'
immers gebaat bij eer
grootmacht. En dat zo|
welhaast moeten wol
de Russen en Ami
zich terugtrekken. V
gebied met de mensen
en rijkdom van Eu
over zijn eigen lot wj N
slissen. En de n
kracht van een ongeo
ropa is in het Kremlin
te Huis al te goed bek
Voor de opheffing val
ropese deling is oneir}
meer nodig dan het
koord dat 7 december
kend wordt. Brugsma' Me'
iets voor de verre t t,gsl
Met enige fantasie zo
strijd dus een voor!
vecht kunnen noemei
ALEX El
W.L. Brugsma: „Lot
Europese verhalen'
ver: Balans (Amst
1987. Prijs: ƒ24,50.