Aanvankelijk een vrome baby,
later in de ban van Wodan
£cidóc@outa/nt
„De Onfeilbare
Weèrprofeet"
voorspelt
strenge winter
Ruiken doe je
met de hersenen
SINT NICOLAAS VAN MYRA:
Dode Zee
in Boekelo
Besluite:,
VAN HUIS UIT
MAANDAG 16 NOVEMBER 1987 PAG
November-slachtmaand, ©en 17de-eeuwse ets van Jan van
der Velde.
FOTO: Het Barometermuseum.
„Nieuw" boekje uit 1853
We gaan een
strenge winter te
gemoet. Bert Bol
le, de conservator
van het Barome
termuseum in
Maartensdijk,
leidt dat af uit de
twee oud-weer
boekjes die zijn
museum heeft
uitgegeven. Van
de zomer ver
scheen reeds het
herdrukje van
„De Onfeilbare
Weervoorspeller
(anno 1880). Uit
1853 stamt het zo
juist verschenen
tweede boekje,
getiteld „De On
feilbare Weerpro-
feet".
De voortekenen
van een pittig
wintertje staan in
beide boekjes be
schreven en klop
pen met de waar
nemingen van
Bolle. Hij: „De
eike- en beukebo-
men dragen ta
melijk veel eikels
en nootjes. Het
najaar is zacht en
de bomen houden
hun blad nog
steeds behoorlijk
vast Sommige
vogels begonnen
wat vroeger met
de trek en in de
zomermaanden
heb ik miereho-
pen gezien die
iets hoger waren
dan normaal. Ik
zelf kan natuur
lijk geen Elfste
dentocht garande
ren. Ik ben baro
meterspecialist,
geen meteoro
loog".
In „De Onfeilbare
Weerprofeet"
(prijs 7,50)
schrijft H. Lorenz
over de maand
november: „Als
het in den begin
ne nevelachtig
bewolkt of nattig
is, dan volgt een
sombere winter,
is het klaar en
helder dan volgt
een strenge win
ter. Als een, in
deze maand, van
een beuk afge
houwen tak, van
binnen vochtig en
sappig is, dan
duidt dat op een
zachten winter; is
de tak droog dan
een harden win
ter. Als het in de
tweede helft de
zer maand zwaar
regent, dan zal
het een droog jaar
zijn. Regen en
ruw weer in de
eerste week van
november voor
spelt koude en
vorst in de week
van kerstmis".
Over het voor
spellen op zich
lanceerde Lorenz
in 1853 de volgen
de gedachte: „De
gissing, wat weer
het morgen zijn
zal, is over het al
gemeen onzeker,
omdat men de
oorzaken daarvan
niet te zoeken
heeft aan den he
mel, maar in de
benedenlucht;
want alle veran-
derinmgen, hoe-
danige zij ook zijn
mogen, hebben
haren grond in de
verandering der
winden. Van den
wind hangt de
vruchtbaarheid of
on vruch t baarheid
van den zomer
af".
Maar zover is het
nog niet Eerst de
strenge winter.
Infolijn Barome
termuseum:
03461-2800.
Bij velen werkt
de geur van
transpiratie
afstotend. De
geur van bloed
leidt roofdieren
naar hun prooi
en de jager moet
zorgen de wind
niet mee te
hebben, anders
doet zijn geur
het wild op de
vlucht slaan.
Geuren doen iets
voor mensen en
dieren. Het
opsnuiven van
een geur die bij
een situatie uit
een ver verleden
hoort, kan dit
verleden tot in
details
terugbrengen.
op het „parfum"
geworpen. Er zijn
geuren-
composities voor
linkshandigen,
voor voetballers,
surfers, musici.
Voor kinderen,
moeders, vrijge
zellen, vegeta
riërs, bergbeklim
mers. Geurcom-
posities helpen in
gedachten weg te
dromen of juist
heel actief te
worden. In het
Oosten is men
zeer ver gevor
derd in de kunst
geuren samen te
stellen die tot be
paalde daden aan
leiding geven.
Wetenschappers
aan universiteiten
bestuderen hoe
zeer geuren het
leven bepalen.
Ook ziekten heb
ben soms een be
paalde geur. Er
zijn gevallen be
kend dat artsen
roken dat een pa
tiënt leed aan de
bepaalde ziekte.
Ook de cosmeti-
ca-industrie doet
veel wetenschap
pelijk onderzoek.
Een parfum ruikt
immers ook op ie
ders huid anders.
Dit feit heeft ook
te maken met de
lichaamstempera
tuur die weer
wordt bepaald
door de dikte van
de vetlaag en het
aantal poriën in
de huid. In de
hitte zal hetzelfde
parfum zich heel
anders ontplooien
dan hetzelfde
parfum op een
koele huid in een
koude omgeving.
Dit uitgangspunt
is het thema voor
de mondiale geu-
rindustrie om
geurcomposities
te ontwikkelen
voor verschillen
de klimaats
omstandigheden.
Bij kouder weer
kunnen we ge
prononceerder
parfums gebrui
ken omdat die
zich langzamer
ontplooien.
Een cadeautje ko
pen in de vorm
van een geur be
tekent dan ook
nadenken over de
persoon voor wie
het is bedoeld.
TINY FRANCIS
Nu eens was hij slank,
dan weer een tikje gezet.
Bij bepaalde gelegenhe
den droeg hij een diepro
de tabberd, in andere si
tuaties was zijn staatsie
gewaad juist heel licht -
tegen het oranje aan. En
de ene keer was hij wel
één tot twee koppen gro
ter dan de andere keer!
Dus toen mr. Margreet
Anceaux acht jaar oud
was concludeerde ze: mij
wordt een oor aange
naaid. Sinterklaas bestaat
niet. Ik heb me in de lu
ren laten leggen door
een stel oude sukkels die
er aardigheid in hebben
zich begin december in
een rood pak te hijsen en
een valse baard aan te
plakken.
Inmiddels is Margreet vier
endertig, conservator van het
Museum voor Volkenkunde
in Rotterdam, en heeft ze als
erkend klazologe de existen
tiële vragen rond de Goed
heiligman van alle kanten
geanalyseerd, bekeken en
doorgelicht. Met als gevolg
dat ze op haar aanvankelijke
stellingname terugkomt: „De
Sint bestaat. Zonder meer.
Hij is dood, reeds lang over
leden, zijn gebeente ligt in
het Italiaanse plaatsje Bari -
maar hij bestaat wel dege
lijk. En niet alleen bij ons,
maar ook in Amerika en
Rusland. Nee - de Sint be
staat".
Een opvatting die het uit
gangspunt is geworden van
de tentoonstelling die mr.
Anceaux over Sint Nicolaas
heeft samengesteld in een
van de zalen van haar mu
seum. Gemakshalve heeft zij
de geschiedenis van de Sint
hierbij opgesplitst in het be
staan vóór en na zijn dood.
De Sint, zo was bij velen al
bekend, werd geboren in het
jaar 270 in Patara. Een stadje
in Lycië, dat nu een provin
cie van Turkije is, maar toen
tot het Romeinse rijk behoor
de. Reeds vroeg liet hij blij
ken geen ordinaire kwajon
gen te zijn, maar een uitzon
derlijk vrome baby. Op zijn
geboortedag zelf maakte hij
dat duidelijk door in het bad
je waarin hij ter reiniging
werd neergevlijd niet te jan
ken of te blèren, maar on
middellijk rechtop te gaan
staan, de handjes te vouwen
en God te danken. Later ont
hield hij zich zowel op vas
ten- als onthoudingsdagen
van de moedermelk.
BISSCHOP
Margreet Anceaux: „Het ver
baasde dus niemand dat de
Sint, eenmaal volwassen, tot
bisschop van het naburige
Myra werd aangesteld. Hij
ontpopte zich als een bemin
nelijk en wijs herder, die uit
de kracht van zijn geloof tot
grote daden in staat bleek.
Talloze malen wist hij men
sen uit de problemen te hel
pen. Zoals ons bijvoorbeeld
het voorval leert rond de drie
huwbare dochters van een
vriend van de Sint. Die
vriend was van heel redelij
ke komaf, maar buiten zijn
schuld tot armoede verval
len. Waardoor hij zijn doch
ters niet kon voorzien van de
in die tijd onontbeerlijke
bruidsschat. Wat te doen? De
oudste dochter, een buitenge
woon edelmoedig meisje,
bood aan om dan maar in de
prostitutie te gaan werken en
op die manier het geld te spa
ren voor althans de bruids
schat van de twee jongere
Klazologe mr. Margreet Anceaux:Germaanse God Wodan heeft zijn paard overgedaan aan
onze Sinterklaas
FOTO: CEES VERKERK
zusters. Het geval kwam de
Sint ter ore. Met onder zijn
tabberd enkele zakjes vol
goudèn munten, verliet hij
's nachts zijn bisschoppelijk
paleis en begaf zich naar het
huis van de drie zusters.
Daar trof hij het slaapkamer
raam wijd open, en door dat
raam heeft hij die zakjes met
munten toen naar binnenge-
worpen - tjoep in de schoe
nen van de meisjes. Zodat ze
alledrie alsnog op een fat
soenlijke manier konden
trouwen".
Een kras staaltje? Het kan
nog zouter.
„Ten tijde van een hongers
nood in het toenmalige Ly
cië, als gevolg waarvap er
nergens ook maar een onsje
vlees te krijgen was, kondig
de een toch al slecht gerepu
teerde herbergier aan dat er
bij hem de komende dagen
vlees op het menu zou staan.
Vlees op tafel? De Sint werd
argwanend. Nam een kijkje
in de keuken, en ja hoor: de
restauranthouder had drie
jongetjes geslacht en gepe
keld - en was juist bezig
hiervan enkele mooie stuk
ken voor zichzelf opzij te leg
gen. Sint raakte van deernis
bevangen en voltrok een
wonder, waardoor - wat
krijgen we nu? - de drie
knapen het leven terugkre
gen.
Dat de „Turkse" heilige zich
door deze en dergelijke ge
beurtenissen reeds tijdens
zijn leven een grote faam
verwierf, moge duidelijk zijn.
Een faam die nochtans in het
niet valt vergeleken met de
populariteit in zijn bestaans-
fase na 342, toen Nicolaas,
menselijkerwijs gesproken,
de laatste adem uitblies.
Margreets tentoonstelling
laat de H. Nicolaas zien in
zijn Nederlandse verschij
ningvorm, als de Amerikaan
se Santa Claus en als de heili
ge zoals hij werd en wordt
vereerd in Rusland. Aan de
hand van prenten, foto's en
gebruiksvoorwerpen komt
naar voren hoe de Sint in
zijn tweede bestaansfase tot
deze geografische, artistieke
en religieuze veelkantigheid
heeft kunnen geraken.
MIRAKELEN
Margreet Anceaux in een
wellicht vrijmoedige, maar
daarom niet minder interes
sante analyse: „Onder in
vloed van mirakelen zoals
het wonder rond de drie ge
slachte jongetjes werd de bis
schop van Myra al spoedig
vereerd als beschermheer
van de voedsel- en meer in
het bijzonder de graanvoor-
ziening. Dat graan werd ver
handeld. En verscheept over
de Middellandse Zee. Wat de
zeelieden en handelslui ertoe
bracht eveneens zijn bescher
ming in te roepen. Zo kwam
de Sint in Italië terecht en,
dank zij de Noormannen, in
een reeks van kustgebieden
tussen Turkije en Scandina
vië. De kerstening van Oost-
Europa deed hem in Rusland
belanden en hier steeg zijn
belangrijkheid tot maximale
hoogte. Dat kwam door een
misverstand omtrent de ware
aard van de Heilige Drieëen-
heid. Communicatiestoornis
sen tussen de missionarissen
en de ongeletterde Russische
boeren leidden ertoe dat de
boeren het mysterie opvatten
als bestaande uit God de
Zoon, God de Moeder en God
de Sint. Een abuis dat eeu
wenlang heeft stand gehou
den en waarbij de H. Geest
dus werd ingewisseld voor
Maria, en de Vader voor de
H. Nicolaas".
Wanneer Sint vaste voet op
Nederlandse bodem kreeg,
valt volgens Margreet An
ceaux moeilijk te dateren. De
talloze heidense invloeden
die in fcijn Nederlandse ver
schijningsvorm zijn aan te
wijzen, maken het echter
aannemelijk dat dit al vrij
spoedig na zijn dood moet
zijn gebeurd.
De Rotterdamse klazologe:
„In allerlei christelijke tradi
ties zijn overeenkomsten aan
te wijzen met het voor-chris
telijke heidendom. Denk al
leen maar aan Kerstmis. Bij
de Nederlandse Sint Nicolaas
is opvallend dat hij zich op
een schimmel over de daken
spoedt. De Germaanse God
Wodan reed, of liever gezegd
vloog, ook op een schimmel.
Weliswaar bezat dit paard,
Sleipnir geheten, acht benen
en verplaatste het zich aan
zienlijk hoger door het lucht
ruim - maar toch. Wodan
placht rond de midwinter
feesten vruchtbaarheidszege
ningen uit te delen aan zijn
gelovigen. Symbolisch kre
gen die zegeningen gestalte
in het strooien van noten en
fruit. Dus waar dacht je dat
de pépernoten vandaan kwa
men? Ten behoeve van het
paard van Wodan waren de
mensen gewend restjes van
de oogst op het land te laten
staan. Onze kinderen leggen
nog steeds een winterpeen in
hun schoen voor het paard
van Sinterklaas. De suiker
beesten en marsepeinen var
kentjes zijn terug te voeren
op de offerdieren die in de
voor-christelijke tijd werden
geslacht om Wodan gunstig
te stemmen".
WODANS KNECHT
Veel aandacht krijgt ook
Zwarte Piet op Margreets
tentoonstelling. Die Piet is
een puur Nederlands ver
schijnsel, dat ook alweer ge
worteld blijkt in het heiden
dom.
„Piet begon zijn leven als
Wodans knecht Rupert. Met
de komst van het christen
dom veranderde de rol van
deze knecht in die van de
duivel. Aangezien in de
christelijke optiek het goede
zegeviert over het kwade,
werd het duiveltje Piet de
knecht van de goede Sinter
klaas. En wel een zwarte
knecht omdat hij afkomstig
was uit de hel, waar alles
zwart was van het roet. In la
tere eeuwen, toen de Neder
landers volkeren leerden
kennen met een zwarte
huidskleur, veranderde Piets
identiteit. Hij werd de infe
rieure neger die de akelige
klusjes voor de blanke Sint
mocht opknappen. De kle
ding van de Piet zoals we
hem nu kennen, houdt ver
moedelijk verband met de
tachtigjarige oorlog tegen de
Spanjaarden. Ook al waren
de Spaanse soldaten niet
zwart, het pak van Piet lijkt
rechtstreeks afgeleid van de
toenmalige Spaanse militaire
kledij".
De gebiedsuitbreiding van
Sint naar de Nieuwe Wereld
is volgens Margreet Anceaux
langs verschillende kanalen
verlopen. Aan boord van Ne
derlandse schepen is hij, on
getwijfeld met paard en al,
overgevaren naar Nieuw
Amsterdam, het latere New
York. In het kielzog van de
Engelsen moet hij de over
steek nóg eens gemaakt heb
ben in de verschijningsvorm
van Father Christmas, onder
welke naam hij zich al vroeg
op de Britse eilanden had ge
vestigd. De Nederlandse aan
duiding Sinterklaas heeft hij
daarbij in de verbasterde
vorm van Santa Claus kun
nen redden, maar het paard
is onderweg over boord ge
slagen - of later wellicht
naar de Indianen overgelo
pen. In elk geval maakt San
ta Claus voor zijn vervoer ge
bruik van een slee met ren
dier, en Margreet Anceaux
meent dat het spoor van dit
transportmiddel wel eens via
Canada en Groenland terug
zou kunnen voeren naar
Scandinavië.
Maar nu nog even terug naar
Lycië, waar de Heilige Nico
laas in de vierde eeuw op
ruim zeventigjarige leeftijd te
sterven kwam. Hoe belandde
hij vanuit dat tegenwoordige
Turkije in het Zuiditaliaanse
Bari, waar op 9 mei nog altijd
een luisterrijke processie te
zijner ere wordt gehouden?
„In de elfde eeuw namen is
lamitische machthebbers be
zit van het kustgebied waar
toe Lycië behoorde een daar
door kwam ook de tombe
van Sint Nicolaas in hun
handen. De Italiaanse ver
eerders van Nicolaas accep
teerden dit niet: vanuit Bari
werd in 1087 een schip uitge
zonden om de overblijfselen
van de heilige terug in chris
telijke handen te brengen.
Hetgeen lukte. Op 9 mei 1087
liep het schip de haven van
Bari weer binnen en kon het
heilig gebeente in een nieu
we tombe worden herbegra
ven. Daarom is 9 mei de da
tum van de jaarlijkse Nico-
laas-processie' in deze stad.
Een processie die voor de
ware gelovigen daarom ook
zo aantrekkelijk is omdat zij
dan in aanmerking kunnen
komen voor enkele druppels
van het zegenrijk vocht dat
deze tombe afscheidt en dat
manna wordt genoemd".
Ten aanzien van de feitelijke
werking van dat manna
heeft mr. Margreet Anceaux,
als laat twintigste-eeuwse
Nederlandse klazoloog, haar
bedenkingen. Maar dat Sin
terklaas bestaat - nee, geen
twijfel mogelijk.
WILLEM SCHEER
De St.Nicolaas-tentoonstel-
ling in het Museum voor Vol
kenkunde in Rotterdam blijft
nog te zien tot 3 januari. Het
Museum ligt aan de Willems
kade 25. Openingstijden:
dinsdag tot en met zaterdag
van 10.00 tot 17.00 uur. Zon
dag: van 11.00 tot 17.00 uur.
PEKELWATER
TEGEN PSORIASIS
BOEKELO - Twee ligbaden met
pekelzout van Akzo Zout Chemie.
Dat is vooralsnog alles wat Neder
land op het gebied van kuren te
bieden heeft aan de zeshonderd
duizend psoriasis-patiënten in ons
land. Al drie jaar bestaat dit kuur
oord in Boekelo, maar het heeft in
betrekkelijke stilte gewerkt. Nu
echter steeds meer ziekenfondsen
en particuliere ziektekostenverze
keraars bereid zijn een kuur te
vergoeden, wordt een bezoek aan
het centrum voor veel meer psori
asis-patiënten een haalbare zaak.
Naar Boekelo, in plaats van de
Dode Zee.
Jan Heinhuis, directeur-eigenaar
van Boekelo Kuur heeft er echter
wel lang voor moeten knokken al
vorens zijn centrum met name
door huidspecialisten (dermatolo
gen) werd geaccepteerd. In Neder
land heerst nu eenmaal een pillen-
en zalfjescultuur, in tegenstelling
tot bijvoorbeeld Duitsland, waar
kuren heel gewoon is. In dit buur
land. deed Heinhuis dan ook het
idee op om een kuurcentrum voor
psoriasis-patiënten te beginnen. En
hij volgde er een opleiding bij prof.
dr. Tronier, de peetvader van de
Balneo-Photo-Therapie die zo heil
zaam is voor mensen met psoriasis.
Maar, zo meent Heinhuis, je kunt
hier beter een cafetaria beginnen
dan een kuuroord. De tegenwer
king van dermatologen was
enorm. Zo'n behandeling zou niet
helpen, klonk het, psoriasis komt
altijd weer terug. „Ja, dat klopt, 't
Valt niet te genezen. Een patiënt is
wel schoon na een reeks kuurbe-
handelingen, maar het komt vroeg
of laat weer terug. Vooral stress
heeft een funeste uitwerking".
Kennelijk was er in de gelederen
der huidartsen ook sprake van
enige broodnijd. Volstrekt ten on
rechte, zegt Heinhuis: „Wij zeggen
de patiënten altijd dat ze onder be
handeling moeten blijven met hun
eigen specialist. We passeren nie
mand. Patiënten moeten ook met
hun dermatoloog overleggen voor
dat ze zich hier kunnen laten be
handelen".
Voordat de verschillende zieken
fondsen besloten om de behande
lingen in Boekelo in hun pakket
op te nemen werd het kuurcen
trum aan een soort zwaar examen
onderworpen. De fondsen stuur
den hun zwaarste patiënten. Maar
Heinhuis was zeker van z'n zaak.
Immers: dezelfde behandeling le
verde in Duitsland - zoals in het
kuurcentrum Bad Bentheim, vlak
over de grens - en andere landen
goede resultaten op.
Het kuurcentrum maakt gebruik
van door Akzo Zout Chemie opge
pompt pekelwater. Ongezuiverd
zout, dat uit een boorput 440 meter
diep uit de Boekelose bodem komt
Een analyse op het Akzo-laborato-
rium wees uit dat dit pekelwater
zeer veel overeenkomsten ver
toont met het water van de Dode
Zee, befaamd genezingsoord voor
psoriasis-patiënten. Af en toe vult
een Akzo-tankwagen de reservoirs
van het kuuroord. Het water is
verzadigd met zout, Heinhuis ver
dunt dat tot tien procent omdat het
anders een pijnlijke affaire zou
worden voor patiënten met wond
jes op de huid. En verder worden
in Boekelo de klimatologische om
standigheden van het Dode-Zeege
bied nagebootst. Inclusief de zon:
een verblijf in het ligbad van tien
minuten bij een watertemperatuur
van veertig graden wordt gevolgd
door een belichtingsperiode met
zeer sterke ultraviolette stralen.
Dat duurt hooguit een kwartier,
waarbij de patiënt op een plateau
langzaam ronddraait. Het is de
combinatie van zout, water en
licht, die de huid schoont. Hein
huis legt dat uit: „Na tien minuten
is de huid verzadigd met zout wa
ter. Het zout kristalliseert, de po
riën gaan verder open en door de
reflectie van de zoutkristallen kan
de huid de belichting beter opne
men. 't Gaat door de opperhuid
heen, en legt de psoriasis-haard
stil". Psoriasis is een door onbe
kende oorzaak razendsnel afbre
kende huid. Normaal duurt die
wisseling van huidcellen vijfen
twintig tot dertig dagen - in die
periode is het vakantiebruin er bij
voorbeeld ook af - maar bij psori
asis-patiënten gebeurt dat in vier
tot vijf dagen, met als gevolg dat
de huid schilfert. De kuurbehan-
deling remt die snelle huidaf
braak.
Een kuur in Boekelo bestaat ge
middeld uit dertig behandelingen
met een frequentie van tenminste
vier keer per week. De meeste pa
tiënten worden langzaam maar ze
ker schoon. Een andere groep rea
geert uitermate snel: die zijn al
schoon voor de zesde behandeling.
En een derde groep ziet geen en
kele verbetering optreden, zelfs
niet na de dertigste behandeling.
„Maar daarna reageren ze snel. Na
de vijfendertigste keer zijn ze vaak
opeens schoon", stelt Heinhuis.
Van de bezoekers is 85 procent
schoon na dertig behandelingen,
en 95 procent na veertig keer. Die
vijf procent met onbevredigende
resultaten is volgens Jan Heinhuis
het gevolg van het zich niet hou
den aan het behandelingsschema,
dan wel door overmatig drankge
bruik en depressies. Een derde
oorzaak: het voortijdig stoppen in
verband met ontbrekende finan
ciële middelen. Wie niets vergoed
krijgt, betaalt 47,50 gulden per
keer. Daar komen de reiskosten
nog bij. Voor 't gros van de patiën
ten onbetaalbaar, zegt Heinhuis.
Dat verandert dus nu via de zie
kenfondsen.
Dagelijks volgen zo'n veertig tot
vijftig patiënten een behandeling
in Boekelo. Ze komen uit het hele
land. Maximaal kunnen er tachtig
behandelingen per dag worden ge
geven, want de capaciteit is be
perkt. Maar Heinhuis denkt als
voorzichtig aan uitbreiding. Daar
voor heeft hij een pand in Ede op
het oog, een gemeente die wat cen
traler ligt dan Boekelo.
door Joke Forceville-Van Rfwij
)nt
P-
In uw hand is mijn
levens.
Het lijkt er de laatste
dat wij worden overv
informatie over mogei
om het niet langer aa
leven te beëindigen.
Euthanasie wordt on
een modewoord. Als
publieke opinie in de
aanzien van welk one
ook voldoende wordt
met uiteenzettingen o
bepaalde thema's, als
uitzendingen indringen
programma's daarover
brengen, moeten we oP
niet over verwonderelan
men, murw geworden?™*
dat voor- en toelichtejiva
fatalistisch meent te n i
neerleggen bij de iler
ontwikkelingen „die it.
eenmaal, zelfs „met eitat
begrip" niet tegen te
zijnDe media zijn e.'Srr
over allerlei onderweg j,
bericht te geven. Dusap
te melden wat er gaar{ cj€
de moderne opvatting
journalistiek bedrijven
veel meer en intenseiPn
vroeger een subjectieten
mening gegeven in d(De
verslaggeving. Dat lekd
dikwijls toe dat mensQei
geëngageerd verhaal l
krijgen. Zodat behalvejg
nuchtere, feitelijke inl i;
een behoorlijke dosis [an
méékomt. Óf dat mag. j
van wel. In onze samLi
wordt de persoonlijke^en
godzijdank, geëerbied"
die van meningsuiting
gevaar wordt daarbij r j
groot, en je kunt het n 1
herhaaldelijk signalefen
zó nogal eens een zijdi,
belichting van een on
maakt dat lezers snel
bepaalde (opinie-)hoel°
gedrukt. Neem daarbi P'
overweging dat voora
ouderen onder ons zij
opgegroeid met de gei
dat wat geschreven st
„wéér" is we kunnen?
onderstrepen dat de r?
niet zelden functionei
smaakmakers, trendst l
bepalers van de publiGl
mening. Het is ook zo
is vastgelegd in woonj
vorm gekregen, ook N
gedachtengoed. mi
Op de televisie is onlï
„oud geval" van euthi e
opnieuw aan de ordea
Dat heeft pennen en (jeg
in beweging gebracht
hier niet in op pro en
aangaande het ophale^n
een zeven jaar oude n a
geschiedenis. Mevrou["
Sybrandy, aan de kaare^
in bedoelde uitzendin\
vanwege haar kijk ojLe
euthanasie, heeft verf.
betrokken te zijn bij f
voorbereiding van de}
zogeheten „Besluithurie
Plekken waar menset e
een einde aan hun le[ 11
kunnen maken". Huifen
nog niet in Nederland
worden geopend, mafëg
■waarvoor in het buiMiet
interesse zou bestaani lil
in zware lichamelijkd v
ook geestelijke nood i
daarin moeten kunne,
worden opgenomen. J
mededeling. Klaar. AT**
Ik ben perplex. Zo'n
mededeling wordt nit
genuanceerd. Vrageni
niet gesteld. U en ik rtx
dat als het plan van I
Sybrandy wordt gerei
mensen een plaats kijN
een Besluithuis, waat\ph
kunnen besluiten omSp,
leven te besluiten. In-
Dus zonder naasten?
ik er ook van
dat we dankzij i
medische en farmace
wetenschap mensen de
ondraaglijk lijden kutric
moeten besparen, ik èt
ontzet als maar helei^n
buiten beschouwing fur
gelaten wat een eindh\\[
leven „maken beha!L\0
jouzelf óók voor je o$ v
betekent. Het past wjm
onze moderne iksistiien
levensopvatting. Ikkt,
de rest kan stikken...\
egoïsme vroeger.
Wie depressief is, betier
meer ziet zitten, zou,j vu
door liefde en aanda[$
misschien van kunneL
overtuigd dat hij metQ
beëindigen van zijn |j0lJ
dat van enkele ande\Q
maakt, vernietigt. Zqy
moet je niet nemen o
uitnodiging van Sybt.
Co. Tegen het opdriif
zulke ontstellende yvr 31
om de publieke opinl0P(
bewerken, kom ik 'ri^m
verontwaardiging opf/^