Aanvankelijk een vrome baby, later in de ban van Wodan £cidóc@outa/nt „De Onfeilbare Weèrprofeet" voorspelt strenge winter Ruiken doe je met de hersenen SINT NICOLAAS VAN MYRA: Dode Zee in Boekelo Besluite:, VAN HUIS UIT MAANDAG 16 NOVEMBER 1987 PAG November-slachtmaand, ©en 17de-eeuwse ets van Jan van der Velde. FOTO: Het Barometermuseum. „Nieuw" boekje uit 1853 We gaan een strenge winter te gemoet. Bert Bol le, de conservator van het Barome termuseum in Maartensdijk, leidt dat af uit de twee oud-weer boekjes die zijn museum heeft uitgegeven. Van de zomer ver scheen reeds het herdrukje van „De Onfeilbare Weervoorspeller (anno 1880). Uit 1853 stamt het zo juist verschenen tweede boekje, getiteld „De On feilbare Weerpro- feet". De voortekenen van een pittig wintertje staan in beide boekjes be schreven en klop pen met de waar nemingen van Bolle. Hij: „De eike- en beukebo- men dragen ta melijk veel eikels en nootjes. Het najaar is zacht en de bomen houden hun blad nog steeds behoorlijk vast Sommige vogels begonnen wat vroeger met de trek en in de zomermaanden heb ik miereho- pen gezien die iets hoger waren dan normaal. Ik zelf kan natuur lijk geen Elfste dentocht garande ren. Ik ben baro meterspecialist, geen meteoro loog". In „De Onfeilbare Weerprofeet" (prijs 7,50) schrijft H. Lorenz over de maand november: „Als het in den begin ne nevelachtig bewolkt of nattig is, dan volgt een sombere winter, is het klaar en helder dan volgt een strenge win ter. Als een, in deze maand, van een beuk afge houwen tak, van binnen vochtig en sappig is, dan duidt dat op een zachten winter; is de tak droog dan een harden win ter. Als het in de tweede helft de zer maand zwaar regent, dan zal het een droog jaar zijn. Regen en ruw weer in de eerste week van november voor spelt koude en vorst in de week van kerstmis". Over het voor spellen op zich lanceerde Lorenz in 1853 de volgen de gedachte: „De gissing, wat weer het morgen zijn zal, is over het al gemeen onzeker, omdat men de oorzaken daarvan niet te zoeken heeft aan den he mel, maar in de benedenlucht; want alle veran- derinmgen, hoe- danige zij ook zijn mogen, hebben haren grond in de verandering der winden. Van den wind hangt de vruchtbaarheid of on vruch t baarheid van den zomer af". Maar zover is het nog niet Eerst de strenge winter. Infolijn Barome termuseum: 03461-2800. Bij velen werkt de geur van transpiratie afstotend. De geur van bloed leidt roofdieren naar hun prooi en de jager moet zorgen de wind niet mee te hebben, anders doet zijn geur het wild op de vlucht slaan. Geuren doen iets voor mensen en dieren. Het opsnuiven van een geur die bij een situatie uit een ver verleden hoort, kan dit verleden tot in details terugbrengen. op het „parfum" geworpen. Er zijn geuren- composities voor linkshandigen, voor voetballers, surfers, musici. Voor kinderen, moeders, vrijge zellen, vegeta riërs, bergbeklim mers. Geurcom- posities helpen in gedachten weg te dromen of juist heel actief te worden. In het Oosten is men zeer ver gevor derd in de kunst geuren samen te stellen die tot be paalde daden aan leiding geven. Wetenschappers aan universiteiten bestuderen hoe zeer geuren het leven bepalen. Ook ziekten heb ben soms een be paalde geur. Er zijn gevallen be kend dat artsen roken dat een pa tiënt leed aan de bepaalde ziekte. Ook de cosmeti- ca-industrie doet veel wetenschap pelijk onderzoek. Een parfum ruikt immers ook op ie ders huid anders. Dit feit heeft ook te maken met de lichaamstempera tuur die weer wordt bepaald door de dikte van de vetlaag en het aantal poriën in de huid. In de hitte zal hetzelfde parfum zich heel anders ontplooien dan hetzelfde parfum op een koele huid in een koude omgeving. Dit uitgangspunt is het thema voor de mondiale geu- rindustrie om geurcomposities te ontwikkelen voor verschillen de klimaats omstandigheden. Bij kouder weer kunnen we ge prononceerder parfums gebrui ken omdat die zich langzamer ontplooien. Een cadeautje ko pen in de vorm van een geur be tekent dan ook nadenken over de persoon voor wie het is bedoeld. TINY FRANCIS Nu eens was hij slank, dan weer een tikje gezet. Bij bepaalde gelegenhe den droeg hij een diepro de tabberd, in andere si tuaties was zijn staatsie gewaad juist heel licht - tegen het oranje aan. En de ene keer was hij wel één tot twee koppen gro ter dan de andere keer! Dus toen mr. Margreet Anceaux acht jaar oud was concludeerde ze: mij wordt een oor aange naaid. Sinterklaas bestaat niet. Ik heb me in de lu ren laten leggen door een stel oude sukkels die er aardigheid in hebben zich begin december in een rood pak te hijsen en een valse baard aan te plakken. Inmiddels is Margreet vier endertig, conservator van het Museum voor Volkenkunde in Rotterdam, en heeft ze als erkend klazologe de existen tiële vragen rond de Goed heiligman van alle kanten geanalyseerd, bekeken en doorgelicht. Met als gevolg dat ze op haar aanvankelijke stellingname terugkomt: „De Sint bestaat. Zonder meer. Hij is dood, reeds lang over leden, zijn gebeente ligt in het Italiaanse plaatsje Bari - maar hij bestaat wel dege lijk. En niet alleen bij ons, maar ook in Amerika en Rusland. Nee - de Sint be staat". Een opvatting die het uit gangspunt is geworden van de tentoonstelling die mr. Anceaux over Sint Nicolaas heeft samengesteld in een van de zalen van haar mu seum. Gemakshalve heeft zij de geschiedenis van de Sint hierbij opgesplitst in het be staan vóór en na zijn dood. De Sint, zo was bij velen al bekend, werd geboren in het jaar 270 in Patara. Een stadje in Lycië, dat nu een provin cie van Turkije is, maar toen tot het Romeinse rijk behoor de. Reeds vroeg liet hij blij ken geen ordinaire kwajon gen te zijn, maar een uitzon derlijk vrome baby. Op zijn geboortedag zelf maakte hij dat duidelijk door in het bad je waarin hij ter reiniging werd neergevlijd niet te jan ken of te blèren, maar on middellijk rechtop te gaan staan, de handjes te vouwen en God te danken. Later ont hield hij zich zowel op vas ten- als onthoudingsdagen van de moedermelk. BISSCHOP Margreet Anceaux: „Het ver baasde dus niemand dat de Sint, eenmaal volwassen, tot bisschop van het naburige Myra werd aangesteld. Hij ontpopte zich als een bemin nelijk en wijs herder, die uit de kracht van zijn geloof tot grote daden in staat bleek. Talloze malen wist hij men sen uit de problemen te hel pen. Zoals ons bijvoorbeeld het voorval leert rond de drie huwbare dochters van een vriend van de Sint. Die vriend was van heel redelij ke komaf, maar buiten zijn schuld tot armoede verval len. Waardoor hij zijn doch ters niet kon voorzien van de in die tijd onontbeerlijke bruidsschat. Wat te doen? De oudste dochter, een buitenge woon edelmoedig meisje, bood aan om dan maar in de prostitutie te gaan werken en op die manier het geld te spa ren voor althans de bruids schat van de twee jongere Klazologe mr. Margreet Anceaux:Germaanse God Wodan heeft zijn paard overgedaan aan onze Sinterklaas FOTO: CEES VERKERK zusters. Het geval kwam de Sint ter ore. Met onder zijn tabberd enkele zakjes vol goudèn munten, verliet hij 's nachts zijn bisschoppelijk paleis en begaf zich naar het huis van de drie zusters. Daar trof hij het slaapkamer raam wijd open, en door dat raam heeft hij die zakjes met munten toen naar binnenge- worpen - tjoep in de schoe nen van de meisjes. Zodat ze alledrie alsnog op een fat soenlijke manier konden trouwen". Een kras staaltje? Het kan nog zouter. „Ten tijde van een hongers nood in het toenmalige Ly cië, als gevolg waarvap er nergens ook maar een onsje vlees te krijgen was, kondig de een toch al slecht gerepu teerde herbergier aan dat er bij hem de komende dagen vlees op het menu zou staan. Vlees op tafel? De Sint werd argwanend. Nam een kijkje in de keuken, en ja hoor: de restauranthouder had drie jongetjes geslacht en gepe keld - en was juist bezig hiervan enkele mooie stuk ken voor zichzelf opzij te leg gen. Sint raakte van deernis bevangen en voltrok een wonder, waardoor - wat krijgen we nu? - de drie knapen het leven terugkre gen. Dat de „Turkse" heilige zich door deze en dergelijke ge beurtenissen reeds tijdens zijn leven een grote faam verwierf, moge duidelijk zijn. Een faam die nochtans in het niet valt vergeleken met de populariteit in zijn bestaans- fase na 342, toen Nicolaas, menselijkerwijs gesproken, de laatste adem uitblies. Margreets tentoonstelling laat de H. Nicolaas zien in zijn Nederlandse verschij ningvorm, als de Amerikaan se Santa Claus en als de heili ge zoals hij werd en wordt vereerd in Rusland. Aan de hand van prenten, foto's en gebruiksvoorwerpen komt naar voren hoe de Sint in zijn tweede bestaansfase tot deze geografische, artistieke en religieuze veelkantigheid heeft kunnen geraken. MIRAKELEN Margreet Anceaux in een wellicht vrijmoedige, maar daarom niet minder interes sante analyse: „Onder in vloed van mirakelen zoals het wonder rond de drie ge slachte jongetjes werd de bis schop van Myra al spoedig vereerd als beschermheer van de voedsel- en meer in het bijzonder de graanvoor- ziening. Dat graan werd ver handeld. En verscheept over de Middellandse Zee. Wat de zeelieden en handelslui ertoe bracht eveneens zijn bescher ming in te roepen. Zo kwam de Sint in Italië terecht en, dank zij de Noormannen, in een reeks van kustgebieden tussen Turkije en Scandina vië. De kerstening van Oost- Europa deed hem in Rusland belanden en hier steeg zijn belangrijkheid tot maximale hoogte. Dat kwam door een misverstand omtrent de ware aard van de Heilige Drieëen- heid. Communicatiestoornis sen tussen de missionarissen en de ongeletterde Russische boeren leidden ertoe dat de boeren het mysterie opvatten als bestaande uit God de Zoon, God de Moeder en God de Sint. Een abuis dat eeu wenlang heeft stand gehou den en waarbij de H. Geest dus werd ingewisseld voor Maria, en de Vader voor de H. Nicolaas". Wanneer Sint vaste voet op Nederlandse bodem kreeg, valt volgens Margreet An ceaux moeilijk te dateren. De talloze heidense invloeden die in fcijn Nederlandse ver schijningsvorm zijn aan te wijzen, maken het echter aannemelijk dat dit al vrij spoedig na zijn dood moet zijn gebeurd. De Rotterdamse klazologe: „In allerlei christelijke tradi ties zijn overeenkomsten aan te wijzen met het voor-chris telijke heidendom. Denk al leen maar aan Kerstmis. Bij de Nederlandse Sint Nicolaas is opvallend dat hij zich op een schimmel over de daken spoedt. De Germaanse God Wodan reed, of liever gezegd vloog, ook op een schimmel. Weliswaar bezat dit paard, Sleipnir geheten, acht benen en verplaatste het zich aan zienlijk hoger door het lucht ruim - maar toch. Wodan placht rond de midwinter feesten vruchtbaarheidszege ningen uit te delen aan zijn gelovigen. Symbolisch kre gen die zegeningen gestalte in het strooien van noten en fruit. Dus waar dacht je dat de pépernoten vandaan kwa men? Ten behoeve van het paard van Wodan waren de mensen gewend restjes van de oogst op het land te laten staan. Onze kinderen leggen nog steeds een winterpeen in hun schoen voor het paard van Sinterklaas. De suiker beesten en marsepeinen var kentjes zijn terug te voeren op de offerdieren die in de voor-christelijke tijd werden geslacht om Wodan gunstig te stemmen". WODANS KNECHT Veel aandacht krijgt ook Zwarte Piet op Margreets tentoonstelling. Die Piet is een puur Nederlands ver schijnsel, dat ook alweer ge worteld blijkt in het heiden dom. „Piet begon zijn leven als Wodans knecht Rupert. Met de komst van het christen dom veranderde de rol van deze knecht in die van de duivel. Aangezien in de christelijke optiek het goede zegeviert over het kwade, werd het duiveltje Piet de knecht van de goede Sinter klaas. En wel een zwarte knecht omdat hij afkomstig was uit de hel, waar alles zwart was van het roet. In la tere eeuwen, toen de Neder landers volkeren leerden kennen met een zwarte huidskleur, veranderde Piets identiteit. Hij werd de infe rieure neger die de akelige klusjes voor de blanke Sint mocht opknappen. De kle ding van de Piet zoals we hem nu kennen, houdt ver moedelijk verband met de tachtigjarige oorlog tegen de Spanjaarden. Ook al waren de Spaanse soldaten niet zwart, het pak van Piet lijkt rechtstreeks afgeleid van de toenmalige Spaanse militaire kledij". De gebiedsuitbreiding van Sint naar de Nieuwe Wereld is volgens Margreet Anceaux langs verschillende kanalen verlopen. Aan boord van Ne derlandse schepen is hij, on getwijfeld met paard en al, overgevaren naar Nieuw Amsterdam, het latere New York. In het kielzog van de Engelsen moet hij de over steek nóg eens gemaakt heb ben in de verschijningsvorm van Father Christmas, onder welke naam hij zich al vroeg op de Britse eilanden had ge vestigd. De Nederlandse aan duiding Sinterklaas heeft hij daarbij in de verbasterde vorm van Santa Claus kun nen redden, maar het paard is onderweg over boord ge slagen - of later wellicht naar de Indianen overgelo pen. In elk geval maakt San ta Claus voor zijn vervoer ge bruik van een slee met ren dier, en Margreet Anceaux meent dat het spoor van dit transportmiddel wel eens via Canada en Groenland terug zou kunnen voeren naar Scandinavië. Maar nu nog even terug naar Lycië, waar de Heilige Nico laas in de vierde eeuw op ruim zeventigjarige leeftijd te sterven kwam. Hoe belandde hij vanuit dat tegenwoordige Turkije in het Zuiditaliaanse Bari, waar op 9 mei nog altijd een luisterrijke processie te zijner ere wordt gehouden? „In de elfde eeuw namen is lamitische machthebbers be zit van het kustgebied waar toe Lycië behoorde een daar door kwam ook de tombe van Sint Nicolaas in hun handen. De Italiaanse ver eerders van Nicolaas accep teerden dit niet: vanuit Bari werd in 1087 een schip uitge zonden om de overblijfselen van de heilige terug in chris telijke handen te brengen. Hetgeen lukte. Op 9 mei 1087 liep het schip de haven van Bari weer binnen en kon het heilig gebeente in een nieu we tombe worden herbegra ven. Daarom is 9 mei de da tum van de jaarlijkse Nico- laas-processie' in deze stad. Een processie die voor de ware gelovigen daarom ook zo aantrekkelijk is omdat zij dan in aanmerking kunnen komen voor enkele druppels van het zegenrijk vocht dat deze tombe afscheidt en dat manna wordt genoemd". Ten aanzien van de feitelijke werking van dat manna heeft mr. Margreet Anceaux, als laat twintigste-eeuwse Nederlandse klazoloog, haar bedenkingen. Maar dat Sin terklaas bestaat - nee, geen twijfel mogelijk. WILLEM SCHEER De St.Nicolaas-tentoonstel- ling in het Museum voor Vol kenkunde in Rotterdam blijft nog te zien tot 3 januari. Het Museum ligt aan de Willems kade 25. Openingstijden: dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur. Zon dag: van 11.00 tot 17.00 uur. PEKELWATER TEGEN PSORIASIS BOEKELO - Twee ligbaden met pekelzout van Akzo Zout Chemie. Dat is vooralsnog alles wat Neder land op het gebied van kuren te bieden heeft aan de zeshonderd duizend psoriasis-patiënten in ons land. Al drie jaar bestaat dit kuur oord in Boekelo, maar het heeft in betrekkelijke stilte gewerkt. Nu echter steeds meer ziekenfondsen en particuliere ziektekostenverze keraars bereid zijn een kuur te vergoeden, wordt een bezoek aan het centrum voor veel meer psori asis-patiënten een haalbare zaak. Naar Boekelo, in plaats van de Dode Zee. Jan Heinhuis, directeur-eigenaar van Boekelo Kuur heeft er echter wel lang voor moeten knokken al vorens zijn centrum met name door huidspecialisten (dermatolo gen) werd geaccepteerd. In Neder land heerst nu eenmaal een pillen- en zalfjescultuur, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland, waar kuren heel gewoon is. In dit buur land. deed Heinhuis dan ook het idee op om een kuurcentrum voor psoriasis-patiënten te beginnen. En hij volgde er een opleiding bij prof. dr. Tronier, de peetvader van de Balneo-Photo-Therapie die zo heil zaam is voor mensen met psoriasis. Maar, zo meent Heinhuis, je kunt hier beter een cafetaria beginnen dan een kuuroord. De tegenwer king van dermatologen was enorm. Zo'n behandeling zou niet helpen, klonk het, psoriasis komt altijd weer terug. „Ja, dat klopt, 't Valt niet te genezen. Een patiënt is wel schoon na een reeks kuurbe- handelingen, maar het komt vroeg of laat weer terug. Vooral stress heeft een funeste uitwerking". Kennelijk was er in de gelederen der huidartsen ook sprake van enige broodnijd. Volstrekt ten on rechte, zegt Heinhuis: „Wij zeggen de patiënten altijd dat ze onder be handeling moeten blijven met hun eigen specialist. We passeren nie mand. Patiënten moeten ook met hun dermatoloog overleggen voor dat ze zich hier kunnen laten be handelen". Voordat de verschillende zieken fondsen besloten om de behande lingen in Boekelo in hun pakket op te nemen werd het kuurcen trum aan een soort zwaar examen onderworpen. De fondsen stuur den hun zwaarste patiënten. Maar Heinhuis was zeker van z'n zaak. Immers: dezelfde behandeling le verde in Duitsland - zoals in het kuurcentrum Bad Bentheim, vlak over de grens - en andere landen goede resultaten op. Het kuurcentrum maakt gebruik van door Akzo Zout Chemie opge pompt pekelwater. Ongezuiverd zout, dat uit een boorput 440 meter diep uit de Boekelose bodem komt Een analyse op het Akzo-laborato- rium wees uit dat dit pekelwater zeer veel overeenkomsten ver toont met het water van de Dode Zee, befaamd genezingsoord voor psoriasis-patiënten. Af en toe vult een Akzo-tankwagen de reservoirs van het kuuroord. Het water is verzadigd met zout, Heinhuis ver dunt dat tot tien procent omdat het anders een pijnlijke affaire zou worden voor patiënten met wond jes op de huid. En verder worden in Boekelo de klimatologische om standigheden van het Dode-Zeege bied nagebootst. Inclusief de zon: een verblijf in het ligbad van tien minuten bij een watertemperatuur van veertig graden wordt gevolgd door een belichtingsperiode met zeer sterke ultraviolette stralen. Dat duurt hooguit een kwartier, waarbij de patiënt op een plateau langzaam ronddraait. Het is de combinatie van zout, water en licht, die de huid schoont. Hein huis legt dat uit: „Na tien minuten is de huid verzadigd met zout wa ter. Het zout kristalliseert, de po riën gaan verder open en door de reflectie van de zoutkristallen kan de huid de belichting beter opne men. 't Gaat door de opperhuid heen, en legt de psoriasis-haard stil". Psoriasis is een door onbe kende oorzaak razendsnel afbre kende huid. Normaal duurt die wisseling van huidcellen vijfen twintig tot dertig dagen - in die periode is het vakantiebruin er bij voorbeeld ook af - maar bij psori asis-patiënten gebeurt dat in vier tot vijf dagen, met als gevolg dat de huid schilfert. De kuurbehan- deling remt die snelle huidaf braak. Een kuur in Boekelo bestaat ge middeld uit dertig behandelingen met een frequentie van tenminste vier keer per week. De meeste pa tiënten worden langzaam maar ze ker schoon. Een andere groep rea geert uitermate snel: die zijn al schoon voor de zesde behandeling. En een derde groep ziet geen en kele verbetering optreden, zelfs niet na de dertigste behandeling. „Maar daarna reageren ze snel. Na de vijfendertigste keer zijn ze vaak opeens schoon", stelt Heinhuis. Van de bezoekers is 85 procent schoon na dertig behandelingen, en 95 procent na veertig keer. Die vijf procent met onbevredigende resultaten is volgens Jan Heinhuis het gevolg van het zich niet hou den aan het behandelingsschema, dan wel door overmatig drankge bruik en depressies. Een derde oorzaak: het voortijdig stoppen in verband met ontbrekende finan ciële middelen. Wie niets vergoed krijgt, betaalt 47,50 gulden per keer. Daar komen de reiskosten nog bij. Voor 't gros van de patiën ten onbetaalbaar, zegt Heinhuis. Dat verandert dus nu via de zie kenfondsen. Dagelijks volgen zo'n veertig tot vijftig patiënten een behandeling in Boekelo. Ze komen uit het hele land. Maximaal kunnen er tachtig behandelingen per dag worden ge geven, want de capaciteit is be perkt. Maar Heinhuis denkt als voorzichtig aan uitbreiding. Daar voor heeft hij een pand in Ede op het oog, een gemeente die wat cen traler ligt dan Boekelo. door Joke Forceville-Van Rfwij )nt P- In uw hand is mijn levens. Het lijkt er de laatste dat wij worden overv informatie over mogei om het niet langer aa leven te beëindigen. Euthanasie wordt on een modewoord. Als publieke opinie in de aanzien van welk one ook voldoende wordt met uiteenzettingen o bepaalde thema's, als uitzendingen indringen programma's daarover brengen, moeten we oP niet over verwonderelan men, murw geworden?™* dat voor- en toelichtejiva fatalistisch meent te n i neerleggen bij de iler ontwikkelingen „die it. eenmaal, zelfs „met eitat begrip" niet tegen te zijnDe media zijn e.'Srr over allerlei onderweg j, bericht te geven. Dusap te melden wat er gaar{ cj€ de moderne opvatting journalistiek bedrijven veel meer en intenseiPn vroeger een subjectieten mening gegeven in d(De verslaggeving. Dat lekd dikwijls toe dat mensQei geëngageerd verhaal l krijgen. Zodat behalvejg nuchtere, feitelijke inl i; een behoorlijke dosis [an méékomt. Óf dat mag. j van wel. In onze samLi wordt de persoonlijke^en godzijdank, geëerbied" die van meningsuiting gevaar wordt daarbij r j groot, en je kunt het n 1 herhaaldelijk signalefen zó nogal eens een zijdi, belichting van een on maakt dat lezers snel bepaalde (opinie-)hoel° gedrukt. Neem daarbi P' overweging dat voora ouderen onder ons zij opgegroeid met de gei dat wat geschreven st „wéér" is we kunnen? onderstrepen dat de r? niet zelden functionei smaakmakers, trendst l bepalers van de publiGl mening. Het is ook zo is vastgelegd in woonj vorm gekregen, ook N gedachtengoed. mi Op de televisie is onlï „oud geval" van euthi e opnieuw aan de ordea Dat heeft pennen en (jeg in beweging gebracht hier niet in op pro en aangaande het ophale^n een zeven jaar oude n a geschiedenis. Mevrou[" Sybrandy, aan de kaare^ in bedoelde uitzendin\ vanwege haar kijk ojLe euthanasie, heeft verf. betrokken te zijn bij f voorbereiding van de} zogeheten „Besluithurie Plekken waar menset e een einde aan hun le[ 11 kunnen maken". Huifen nog niet in Nederland worden geopend, mafëg ■waarvoor in het buiMiet interesse zou bestaani lil in zware lichamelijkd v ook geestelijke nood i daarin moeten kunne, worden opgenomen. J mededeling. Klaar. AT** Ik ben perplex. Zo'n mededeling wordt nit genuanceerd. Vrageni niet gesteld. U en ik rtx dat als het plan van I Sybrandy wordt gerei mensen een plaats kijN een Besluithuis, waat\ph kunnen besluiten omSp, leven te besluiten. In- Dus zonder naasten? ik er ook van dat we dankzij i medische en farmace wetenschap mensen de ondraaglijk lijden kutric moeten besparen, ik èt ontzet als maar helei^n buiten beschouwing fur gelaten wat een eindh\\[ leven „maken beha!L\0 jouzelf óók voor je o$ v betekent. Het past wjm onze moderne iksistiien levensopvatting. Ikkt, de rest kan stikken...\ egoïsme vroeger. Wie depressief is, betier meer ziet zitten, zou,j vu door liefde en aanda[$ misschien van kunneL overtuigd dat hij metQ beëindigen van zijn |j0lJ dat van enkele ande\Q maakt, vernietigt. Zqy moet je niet nemen o uitnodiging van Sybt. Co. Tegen het opdriif zulke ontstellende yvr 31 om de publieke opinl0P( bewerken, kom ik 'ri^m verontwaardiging opf/^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 10